DEROE BLAD.
DE DRIE WIJZEN VAN KANSU.
rs
Zaterdag 13 December 1919.
L@iiën:
Legur en Viaot
miÊMÊSi
ets onbeproefd
zich het ver-
rrnaar.
arsche Courant
In een grauw, oud huis, in een stil Hol-
fandsch grensstadje woonde, eenzaam en 'ver
ia (en een oude juffrouw. Men zag haar alleen
in de kerk, ol op weg daarheen. Verder kwam
zij nergens Zij was niemand tot last, toch
Iwas zij niet bemind. De bewoners noemden
haar de gierige ouwe" doch zij, die haar
die* scheldnaam gaven, kenden haar ftiet, wisten
mie?' hoe goed zij was, voor armen en nood
lijdenden,. hoe veel zij in suite gd en weideed.
i>j dood vermaakte zij haai huis, tuin
cn haar gespaarde kapitaaltje aan de stad,
onder voorwaarde, qv een stichting van te
maken voor ouden van dagen, en arme ver
laten hulpbehoevende mensehen.
Zoo was dan het groote grauwe huis onder
de linden, van het kleine pleintje, in een
huis der armen veranderd. Gebogen onder
den last der jaren of wel gekroond door jaren-
langen harden arbeid vonden daar arme men
schen rust, vrede cn, kalmte in de stille rustige
vertrekken, en in de lommerrijke plekjes van
den "schaduwrijken tuin.
De oude harten klopten' van "dankbaarheid
jegens de in 'l grijze kleed gehulde, altijd
Vriendelijke zusterkéns, die hen met liefde
rijke zorgen omgeven, en hen met hun vroo-
lijkcn omgang alle geleden ontberingen en ar
moede deden vergeten.
Niemand daarbuiten vermoedde, dat hier
achter deze grijze muren van het sombere
gebouw zooveel vrede en vroolijkheidi
heerschte.
De kleine bloementuin, eens door de oude
juffrouw zelf aangelegd, waarin lot het-klein
ste bloe&pje met de grootste vorg werd ge
kweekt, was door Zuster Brigitta, de -tuinier
ster met dezelfde, liefdevolle zorg onderhou
den. Te midden van het frissche, groene gras
stonden in kleine perken, honderden bloemen
in vóllen bloei en-rijken kleurenpracht; aan
beide zijden van de smalle laan, die naar het
met groene wingerdranken dicht begroeide
prieel leidde, stonden roede en witte, r8 e en
gele rozen, die de lucht met heur 'heerlijken
geur vervulden. Aan de zijde van den muur, die
den tuin omsloot, stonden, hoog opgeschoten
in smetteloos wit, d;e blanke leliën, door het
gouden zonlicht besehenen, iii! volle pracht.
Het was, als een klein paradijs, deze
lieflijke plek, waar alles sprak, van God's
grootnëid sgn macht, van Gods eindelooze goed
heid 'voor Zijn schepsel.
Temidden van deze heerlijke omgeving te-
tniuden van de in vollen bloei slaande leliën
-. lag een jonge Zuster in haar ziekenstoel
Zij droog nog den witten sluier der No
vicen en haar jeugdig haast nog kinderlijk
gelaat, deed haar nog zeer jeugdigen leef
tijd duidelijk uitkomen.
Zuster Elisabeth wist, dat zij sterven .moest
toch was zij daar geenszins bedroefd over
Een andere gedachte echter kwelde haar; zij
faact 'nog zoo weinig voor God gedaan cn zou
met ledige handen voor Hem moeten ver
schijnen, daarvoor schaamde zij zich. Immers
sinds korten tijd had zij, de. twintigjarige, in
de volle vurigheid van haar rein, jeugdig ge
moed, Lot kloosterleven omhelsd, het grijze
kleed en den witten sluier aanvaard en den
dienst van God begonnen. Zij had Hem ge
diénd in de lastige oude mannen, die zij
verpleegde, in de altijd ontevredene, knorrige
oude vrouwen, die zij goeddeed en verzorgde,
in de kleine, onzindelijke arme kinderen, die
zij leerde en opvoedde; doch. alras was zij
gekomen, de ziekte die haar vlijtige handen
lam, en haren vroolijken mond stil gemaakt
had. Doch het jonge hart, dat nog zoo vurig
was in liefde tot God en de menschen, ver
langde steeds nog, daden van edelmoedige
zelfopoffering, van heldhaftige liefde te mogen
verrichten, verlangde, al was het dan ook
ïio-g maar voor korten tijd, in den dienst van
God te mogen arbeiden.
Voor eenige dagm had zij nog de vele
knoeierijen in ide &.ciiapjpen der kleine be
waarschool-meisjes .n orde kunnen brengen,
doch ook dat ging nu. niet meer. Hare dunne
vingers beefden en een grauwe nevel
voor haar op; dan moest zij de oogen sluiten
en verviel in koortsige, onrustige sluimering
Nu lag zij daar",' bij de bloeiende leliën,
de hanaen gevouwen, de oogen omhoog ge
richt en hare lippen fluisterden: „Heer, laat
me nog iets voor tl doen, vóór ik sterf".
Groote drukte heerschte in het anders zoo
rustige stille huis. De eetzaal der oude men-
sr.hen was tot ziekenzaal ingericht. Verschei
dene bedden, die met hun glanzend wit linnen
van zuiverheid en netheid getuigden, stonden
in een rij op kleinen alstaud van elkaar ge
plaatst. Zusters liepen heen en weer, legden
verbandartikclen gereed en maakten alle voor
bereidingen tof het ontvangen, van zieken.
Er was ecu treinongeluk gebeurd, de ma
chinist en eenige reizigers waren zwaar, an
deren licht gewond. Do Zusters hadden zon
der eenlg bedenken verschillende ruimten in
ïiun huis voor de ongelukkige slachtoffers
disponibel gesteld, en zich benevens met de
verpleging belast.
Onder de lichtgekwetsten bevond zich een
dame, wier schouder was gekneusd, die echter
reeds bij de eerste verbinding de gerusts teling
oitving, dat zij na een- paar dagen van rust.
haar reis zou kunnen voortzetten.
Zij was een oamc uit de kunstenaarswereld
een gesierde tqcheelspeelslcr, die op reis w
naar een der groote sleden in Frankrijk.
De groote wereld, benijdde' haar. Zij was
jong, schoon, gevierd en 'rijn, dus, moest zij
ooi; gelukkig zijti. Haar jeugd was een aan-
eensenakehng geweest van genot en vreugde,
een ononderbroken geltiksrocs.
Maar du groote wereld wist niet, hoe "t>n
voldaan cr. ontevreden deze vrouw, nieliegen
staande aio gesmaalde vreugde, »was. Hare °ziel
was eenzaam en arm en zij gevoelde steeds een
groot en bestendig verlangen naar vrede en
rust. naar opi echte trouw en eeuwige waarheid
',vas hél verlangen van het schepsel naar
zijn Schepper, van Wien liet zich luid ver-
vijderu.
Do overste bracht de vreemde dame in
den tuin cn wandelde met haar langs de heer
ijivC bioenrperkeu. De rust en de schoonheid
oer omgeving, werkten voelbaar op het oemoed
oei' 3 rue vrouw
„O", zuchtte zij, „kon men hier loch altijd
blijven bij deze schoone bloemen rein en
„elukkig zijn als' een kind, of arbeidzaam
en opofferend gelijk de zusters van barm
hartigheid. Hoe koel en vol reine geuren is
het hier in de stille kloosterstede; hoe zeil
end heet, daarentegen in den zonnebrand der
roote wereld.
Zij trad uit het rozenpad en zag de
jonge zuster bij de witte leliën op haar ziek
bed uitgestrekt. Zij zag ook aanstonds dat de
dood dit jeugdig bleek gelaat reeds getcekend
had er. zij gevoelde een innig medelijden met
de zieke.
„Hoe heerlijk ligt U daar. Zuster", sprak
zij' deze aan. „Veroorlooft U mij U eenige
oogenblikken gezelscnap te houden, en tevens
even te mogen genieten van den prachtigen
aanblik dezer heerlijke bloemen? Als ik leliën
zie,'dan gevoel ik steeds een zekeren weemoêu
in het harte; dan denk ik aan de heerlijke da
gen mijner jeugd, toen ik als kind in het
nuis mijns vaders zelf deze bloemen in mijn
eigen tuintje mocht kweeken. Haar geur brengt
mij de ooganblikkpn van den zaligen Jciu-
dervrede weer voor. den geest."
„Mij doet de lelie .meer dan eenige andere
bloemen denken aan de liefde Gods'", ant-
woorude de zieke zuster verheugd. „Hoe won
derschoon heelt God deze bloem' geschapen,
alleen, om ons inenschen daarmede te ver
heugen. Jezus roemt dan ook zelf hare schoon
heid als Hij zegt, dat zelfs Salomon in al
zijn pracht niet schooner gekleed was dan
de leliën dos vekls"'.
Zijl trad deze woorden met groote inspan
ning yr zwakke stem gesproken, doch 'nare
don&ero oogen schitterden van een heilige
begeestering. Iri het diepst *harer ziel stond
het plotseling voor haar als een openbaring:
als God de leliën des voids, die toch niet we
ven cn niet spinnen, bemint, hoeveel te meer
dan een onsterfelijke ziel, die zich geheel aan
Hem ueeft opgeofferd en aan- Zijnen- dienst
gewijd, ook wanneer zij niets anders doen kün
zeggen: „Heer, Uw wil geschiede!" En in
dit oogenblik waren aile^ zorgen ran liaar
weggenomen cn zij voelde zich in C .4» lie.de
veilig, als een kind in de armen zijner moe
der en gelukkig met deze gedachte, sloot zij
de oogen.
Do s tem der vreemde dame wekte haar uit
hare overpeinzingen.
„Het is verschrihselijk en onbegrijpelijk, dal
alle beelden der Schepping, vanat de menseh
Lot het nigligste bloempje eens een olfer der
afschuwelijke vernietiging moeten worden",
sprak deze huiverend, waarbij zij onwillekeurig
den sjaal dichter om den gewonden schouder
trok.
Der vernietigingwij menschen?" vroeg
de zuster verwonderd. „Maar wij hebben toch
eeno onsterfelijke ziel! Ons leven hier op
aarde is toef.' slechts een voorbereiding voor het
eeuwige leven hiernamaals, na het oordcel!'
„Na het oordeel! U heeil getij!;, zuster. Als
er een ziel cn een God beslaat, meel cr ook
een oordeel bestaan, en daarom was het voor
het meercndeel der menschen, maar hel beste,
dot met den dood alles eindigde'.
De zieke zuster nam bescheiden.maar met
hartelijke deelneming de hand der dame in
de hare. „U spreekt zoo treurig, Mevrouw,
zeer zéker heeft U veel geleden in dit leven,
toch móogt U niet mismoedig zijn. Gij weet
de goede Go-d jheeft ons aller tot de eeuwigs
zaligheid, niet lot jamsner of vertwijfeling ge
schapen. Iedere ziel is kostbaarder ia Gods
oogen clan de geheele overige Schepping, want,
sprak zij met verheffing van stem, waarbij
zij haarlaatsle krachten inspande God
heeft Zijn eenigon Zoon niet gespaard cn uit
den Iiemel gezonden om ons menschen van
den eeuwigen dood te verlossen door voor
ons den bitteren-dood des kruises te sterven."
„Gelooft U dat werkelijk; Zuster?"
„Even zeker, als ik weet, dat ik spoedig
voor Zijn rechterstoel zal verschijnen," ant
woordde de zieke in heiligen ernst.
Do dame beschouwde eenige oogenblikken
met eerbied het bleeke lijdende gelaat der
jeugdige zieke. Zij nam- de hand der zuster
en drukte ze innig. Zij sprak geSn vvoor
doch haar ziel zocht en bad tot den God harcr
jeugd, maar zij was het zich zelve niet bc
wust en wist niet. dat haar gebed een gebed
was, dat recht tót den troon van God door-*
drong.
Een wijle bleef, het stil, Bevallig vlogen de
zwaluwen door de blauwe lucht heen en wedei
en uil het loover der lindeboomen klonk het
heerlijke gezang van den nachtegaal. De klok
van den kerktoren sloeg acht uur en tegelijker-
lijd klonken de zijyeren tornen van 't (klokje der
kleine huiskapel tot haar door. „Kon ik toch
nog eens éénmaal het gemeenschappelijk- avond
gebed mee bidden", sprak do zuster, „vooral
op Donderdag, zooals vandaag, dan hebben
wij daarbij steeds nog eene kleine toespraak
van onzen Reotor. Maar, ik mag niet kla;
gen, Gods wil geschiede".
ik wil in Uwe Dlaats naar de kapel
gaan Zuster", zei do dame eensklaps; „ik
ben U zooveel dank verschuldigd, u hebt mij
door Uwe woorden weder nader tot God
gebracht, Zuster, bid voor mij....."'
En 'voor do Zuster haar kon antwoorden
was zij reeds verdwenen.
Den volgenden 'dag zat Zr. Elisabeth niet
bij de leliën, den tweeden £ii derden- dag ook
niet. Op den avond van den derden dag
echter op een Zondag, trad de verpleegster
aan loet smalle bed dor stervende zuster en
zich dicht over haar heen huigend, sprak zij:
„Zuster Elisabeth, ik moet U vele groeten
brengen van de vreemde dame, die U bui
ten bij de leliën heelt gesproken. Zij laat
u zeggen, dal Gij door Uw woord cn voor
beeld haar hebl geholpen hare ziel te red
den. Dezen morgen heeft zij gebiecht eu de
II. Communie ontgingen; nu is zij innig
gelukkig en tevreden en laat U tot dank dezr
bloemen brengen"".
De oogen der stenende openden zich nop
Eenmaal. Onzeker tastten hare handen naar de
witteleliën. Een zwakke glimlach kwam op
het doodsbleek gelaat en de witte lippen sta
melden nog de worden: „ik dank U, mijn
Jezus,zij spinnen niettoch bemint
God hen de leliën
Onder de blanke leliën der loo-neelspeelster
iog het lijk der jonge zuster, en weenend
knielde de dame aan het hoofdeinde van de
eenvoudige smalle kist. Zij heelt het grij
ze jmis onder do linden niet meer willen ver
laten; in grenzeloos vertrouwen op God cn
met buitengewonen ijver en liefde voor den
r-uaaste, heeft zij don opofferende!! arbeid voort
gezet, die den verstijfden handen der jeugdige
zuster waren ontvallen. N.
Gaspar Chang liep op en neer voor het bis
schoppelijk misssie-erf, nu en dan een oogenblik
sraanbhjvend om te luisteren en te staren in
de snel 'invallende duisternismaar de verblin
dende, dwarrelende sneeuw dreef hem spoedig
weer naar binnen.
Een ouder man stond op hem te wachten
en zag hem vragend aan.
„\Vild weer," zeide Gaspar, „anders konden
we wel een» gaan zoeken. Vreemd, Melchior
was anders altijd de eerstö5."
Gaspar en zijn vriend waren, evenals de af
wezige Melchior, voorname Thibetanen die het
Chris-endom hadden omhelst en nu als Catechis
ten zich wijdden aan de bekeering hunner
landgenoten. Reeds jarenlang plachten zij hier
voorahet Kerslleest in de hoofdstatie samen te
komen, als de wijzen van het Oosten om den
pasgeboren Koning de vruchten aan te bieden
van hun bekeeringswerk in het a'geloopen jaar.
Zij waren aiiijd welkom bij den Bisschop, wiens
gastvrijheid zij genoten tot het feest vair Brie-
koningen, wanneer zij elk naar- hun eigen dorp
terugkeerden om daar verder te zaaien en te
planten in het hun toegewezen hoekje van
Gods wijngaard.
Geen wonder, dat het uitblijven van Me1-
chior dezeir kenr bij zijne beide vrienden ge
voelens van teleurstelling en oiige ustheid op
wek e. Eindelijk hoorde men in de verte een
welkom hoeigetrappel; de deur werd wijd
o^nigesiageu en even daarna kwam de verlate
re z gor, vergezeld van een vreemdeling, bin
nengetreden.
In een oogenblik waren de heide ruiters'af
ge tegen en Gaspar wilde zijn vriend o'ni den
hals vallen- maar mefeen plechtig gebaar wees
deze hem terug Zelts de koide scherpe wind
i.ad eeno uitdrukking van stille vreugde niet
van zijn gelaat kunnen verdrijven, en bij glim
lachte volt--an, loen hu zc-i- e:
„Eerst naar den Bisschop. Ik draag bij mij
den Koning der Koningen
Gaspar trad te ug en geleidde hem naar het
voorhuis, waar di. B'nsehop hen begroette
Melchior ki elne neder cn haal e een klein
pakje, in linnen gevn k«M, uit zijn kleed 1
voorschjii
Het is de timing der Koningen," zeiJe hij.
Hef pak|e üeva'te een zib'cren doosje waari
eene 11. Hostie.
Later in den avo id kwam'het drie al in de
Zitkamer van den Bnscnop bijeen om de ge
schiede-is van Nelch-or te -ernemen.
„Ik was bijna gereed om mijne jaariijkschs
reis te br,linnen, toen Jo-eph Su die nu
meegekomen is, een van n ijn beste Catechu
menen unj- kwam vragen ol ik met hem mee
w 1 e naar de hui van een zonderiin die door
edereen geschuwd werd als een soort boozc
geest. H j «prak -eideu en vrarkte riet meer da>
trikt noudig was um ni.el van honger te ster
ven. Wanneer hij in het dorp kwam dan, kro
pen» de kin -eren weg, ha g, dat Hij hen zou
„beiooveren". De christenen scheen rij bijzonder
te' haten, en wanneer dfe priester kwam, volg
de hij hen met-een grenzend en spottend ge
zicht.
Mijne eers e' gedachte 'was dan ook, geen
haast te maken met hef herioek, dat Joseph Sn
voorbelde, en er in eis geval mijne reis niet
om uit te s'e Ion of te ven ragen.
Maar Joseph hie'd aan. Door nieuwsgierigheid
gedreven, zeide hij, was hij naar de geheim
zinnigs grolwouing geslopen, om ciaar stilletjes
eens in la kijken, wa tl hij had gehoord, dat
dn bewoner a vvezg was.
Nadei bij gekorasn tioordo hij kreunen en zuch
ten en, g-sterki don- z.jn geloo was iiij binnen
„etreden llij vond daar den zonderling douri-
z ek, en lot zijne verbazing hoorde hij hem
voortdurend den naam herhalen van een ka: ho
llek priester, die heet ver weg eene mis-ues'ah
bediende.
Niet onwil ig om den- man te helpen e ook
al uit nieuwsgierigheid besloot ik cp mijne reis
even hij de hut augs te rijden. Hier zag ik
.iets wat :k nimmer zal vergeten.
De'grot ligt op eemgen a siand van den groo-
ten weg. B nncn redend vond ik den ongeluk-
kigen bewoner bevend,vau koorts op den kouden
vloer uitgestrekt. In een hoek brandde een
kleine lamp, het eenige 1 ent in dit donkere hol.
De zieke lag te ijlen en riep zonder ophouden
om den priester, om den „vloek van hem weg
e nemen
Mat een teug wijn èn eeno warme deken
bracht ik het zoover dat hij na eenigen tijd
weer tot zijn zinnen kwam. Toen vroeg ik hem
wat hem scheelde, dat hij zoo oih den priester
riep. Er wss wel geen priester in de buurt
maar ik verklaarde, dat ik op weg was naar de
tioofdstatie eu m;j gaarne met eeu böodsc ap
wilde belasten.
Na eenige oogenblikken zeide hij
„Weet ge nog, die ktrk die verleden jaar
geplunderd is? Dat heb ik gedaan. Ik haatte de
katho ieken en heb rik hun God gestolen. Ja Ik
houd Hem gevangen, hier in mijne grot, al wil
len uwe priesters tiet volk ook wijsmaken dat
hij in de k-rk is. Ik heb lfem opgesloten, daar
in dat kastje, den God der G rislenen!"
Toen begon hij weer te ijlen en zijn zinne-
looze lach klonk door de hu. Gedurende een
helder oogenblik smeekte hij mij den God van
hem weg le nemen, want Hij sloeg zijne ziel
en zijn lichaam met ondragelijke pijn. „Ik heb
dat lichtje daar geplaatst om Hem tevreden te,
stelen," zeide hij, „maar Hij laat mij geen mat.
Neem Hem weg."
Ik girg dan naar den hoek, waar de lamp
stond, doch zag niets. Op den-grond kloppend,
rrakte ik toevallig een lossen steen in den rots
muur. ik vroeg Joseph even de lamp vast le
riouden, 'doch toen ik de steen wilde wegnemen,
wierp do zieke in waanzinnigen angst zich op
mij cn gilde:
„Laat llem er niet uit Hij zal mij dooden."
O God van de Cgristenen waarom heb ik ge
rooid! Vergeet het mij!"
Hij liet mij los en viel terug- en toen ik mij
omwendde, zag ik hem leveuloo3 op den grond
liggen. Wij legden hem midden in de hut en
gingc-n w er zoeken. Zonder moeite slaagden
wij er in den lóssen steen te vywijderen, en
daar voor ons zagen wij de pyx met de H.
Hostie. Wij knielden eenige oogenblikken neer,
om den verborgen God te aanbidden en barm
hartigheid af te smeeken voor den ongelukkigen
heiligschenner. Daarna zond ik Joseph met mijn
paard te halen voor hemzelf, want ik moest nu
een geleide hebben.
Zoodra hij terug kwam, nam. ik vol ontzag
de H. Hostie uit de opening, wikkelde Haar in
een linnen doek en stak dien tugschen mijn
kleed. Toen reden wij haastig verder. De sneeuw
storm was reeds losgebroken en ge weet hoe
slecht de wegen zijn. Maar ik ben nooit zoo
gelukkig geweest als op deze reis, want even
waarachtig als Maria en Joseph droeg ik op
mijn hart Christus, het Kind van Behtlehem."
„Laat ons gaan om Hem te aanbidden."
De i rie Wijzen gingen met den Bisschop naar
de kerk om zich in gebed en overweging voor
te bereiden voor het hoogfeest van Christus Ge
boorte.
E? i
DB GELDZUCHT..
De erteis-enquéte-eommissie zet met
onverdroten ijver kaait' onderzoek voort;
haar derde verslag is gisteren verschenen
en licht weer -een tipje op van don sluier
welke hangt, over -menig© schandelijke
transactie van officiesle ©n se-mj-o-ffioieele
personen gedurende dut oorlog.
Het mee-t wecrzlnw kken.de slaafje -uit
dit v ersjag is zeker wel de historie vain do
Eikclinzameling. Hieromtrent deelt de com
missie p.a. mode:
Ten einde epioulatie en kettinghamdei
m eikels, zobals dezn in hot jaar 1917
veelvuldig waren vcfrrgekomen, voor den
van 1918 te vcarkomen, centrali
seerde' da regiering den eikcnkandel on
der liaar controle. Dó regeJing .van d©
controle werd opgedragen aan 't Rijks
kantoor voor the© cn koffie.
Het Riijkskantooi' sieida zich. in verb'p-
ding mei dj vereoniging van Noderland-
scfae Ijjkclhandolarcn. welfcs men meende
dat voldoende waarborgen voor een serieu
ze behandeling «af.
Bij' het eerat: onderzoek viel het dar
commissie op, flat- men hier fc' doen had
mei een brtrekke-lijk eenvoudig doch wijd
verlakt bedrijf en dal', waar het T. Iv. D.
gemeend had, dit b drijf n:et onder zijn
onmiddellijke controle t: kunnen nemen,
zooals bij' de inzameling van bcukenoten
door hef Rijks kantoor voer vetten^ ge
schiedde, er na-uwcl'.ik3 aanleid ng bestond
dez-en gcha&ksn 'handel d>o-r ©en vereoni
ging' van zes personen te doen monopo-
Weoren, tc nice" d"a- op geen enkele wij
ze bleek, dat d zj vereeniging all© po
gingen had gedaan, d'e r dslijk-rwij's van
hcS' mochten worden geaischt om ds
l":a- Lekende, gevestigde e'kenhand laren
ge'egenheid tot toetred'ng te gev-en
Omtrent do red'non tot sterke concen
tratie va-i ds bedrijfseenheid kou zich do
commi-s'c niet aanstonds oen oo d rf vor
men, wel echter bleek, dat da zes kdon
der erkend: vere-eniging, hoewel zij' mot
andere oikenha ïdólanein vergaderd hadeten
over de wijze, waarop men erkenning,
van de regocring zou vcrkrij'g m, annvan-
kc':'k een ontwijkende iein -later eon a"-
wüz.c-nde houding tegenover andere erken
de handelaren aannamen, die evenenös.
tot him vereeniging wilden toetr; den,
rez.ö houding werd vooral merkbaar toon
de stappen der vereeniging bij' hot T. IC.
D. re ultaat beloofden te zullen krijgen.
Toen zich hier geleidelijk ©en officieel
erkend cn hierdoor onaantastbaar mohb-
pol'c consolideerde kwamen andere eikel-
handelaren, o.a. met" name J. Stollt te
Zwijnd.echt paa langzamerhand tot dc
entdekking dat zij uitgesloten werden cn
stelden zij zich dientengevolge mot mon
delinge verzekeringen over participatie
van de zijde der vereeniging tevreden,
verzekeringen en beloften, die züj: later
lires geldend koh'ten maken.
De juiste toedracht en de waard© dor
door het T. Iv. D. aangevoerde moti©ve-n
werd der commiss'o pas duidelijk uit het
verhoor van den lieer H. Rud. du Mosch
president d' rocteur van Ijet Rijkskantoor
voor thee en koffie.
De mededeelingein van den lieer Du
Mosch geven de oommissie d©n indruk,
flat het T. K. D. zich bij1 de genomen
langen, te eenzijdig op con koopmansstand
besluiten, met voorbijzien va»-andere be.
punt heeft geplaatst, met dien verstande
dat de leiding -ut Tuitend het verkrijgen
van eon persoonlijk aansprakelijke, groep
qp Let oog heeft gehad, zonder na te
gaan in liGeverro dezj aansprakelijkheid
eveneens ware verkregen, indien dg groep
deelnemers aan de ■cikolinz-ameling was
uitgebreid tot lien, die hierop rechtmatige
aanspraak konden doen gelden. Had liet
T. K. D. dit gedaan, zoo ware in overeen
stemming gehandeld met een der Éérste
beginselen, die seids gegolden hebben
bij het di-riributiebel-id der regeering, dat
n.l. zcpvc.T mogbiijk alle personen die
hun bestaan vonden of een belangrijk
deel van hun besten in eenig- bv drijf,
hierin - moesten wordih gehand .aard. Dit
beginsel word thans geh-eieil verwaarloosd.
De'te verwachten groote winst later bleek
deze niet minder dan pl.m. f 30.000 per hoofd
le bedragen voor iéder lid der vereeniging
deed namelijk de'leden der vereeniging pogin
gen in het werk stellen om' pok' een ander ge
lijksoortig contract met de Regeering af te
sluiten. Dj vereeniging van Neder]andfebe
Eikelhand'elaren gaf, terwijl bonafide eikèlhan
delaren als J. Wulfse en J. Stolt voornoemd
van deelneming -waren uitgesloten, aan een
aardappelhandelaar te Rotterdam lea" betaling
voor niet nader le controleefen administratief
werk een aandeel in de winst, in da hoop, dat
diens tussehenkomst er toe zou leiden, dat de
Vereeniging van Nederlandsche Eikeftandelarcfll
deel zoude kunnen nemen aan een gelijksoortig
contract met "de regeering tot inzameling van
bcukenoteu.
liet onderzoek samenvattende trekt de com
missie de navolgende 'conclusion:
Ilei systeem' der inzameling leiddo er toe. dat
aan enkele personen groote winsten toevielen,
winsten, welke niet in overeenstemming zijn
le achten met de economische waarde van 'den
verrichten arbeid.
winstaandeel hebben weten te verzekeren. N?
Dit grieft to meer, waar personen werden
uilgesloten, die in normale tijden in dm eikel-
handel voor een deel liun beslaan vonden Ia
hel bijzondei' heeil rie wijze, waarop de lucr J.
Stolk te Zwijndreclit door de leden der meer
genoemde vereeniging is behandeld, ergernis
gewekt. Hem was een deel van de wind, toege
zegd, terwijl later deze toezegging werd om
gezet in het aanbod van een gratificatie van
enkele honderden guldens. i
Een poging der Commissie om de leden der
Vereeniging ran Nederlandsclie Eikclhaiidola-
ren alsnog er toe te brengen een redelijk ded
van hun winsten aan genoemden cikelhandc-
laar af te staan, slaagde niet.
Op deze wijze hebben do hecicn cikclhaude-
Iaars hun financiën verzorgd, angstvallig an-
dere personen werende, die evenzeer als zij
aan de levering behoorden deel te 'nomen, met
het resultaat, dat zij in enkele maanden lijd*
dertig duizend guklen verdienden, zonder ar
beid te hebben verricht, welke daarmee ooki
maar ocnigszins in evenredigheid staal.
Een ander-geval is dat van een ambtenaar
bij de Tweede Kamer, die ais secretaris van de
Rijkscommissie van Toezicht op de Vleescb-
verceniging nu oens duizend gulden op zijn
spaarbankboekje'ziet staan, dan weer „envelop
pen met inhoud" in zijn zak vindt cn later
weer verrast wordt inci een sehrij£ouie_.u!
Het „auri sacra lames" semjnt in de oorlogs
dagen op een barre wijze te hebben huisgehou
den. Het is goed, dat de Crisiscommissie on.
verbiddellijk de feiten aan het iichl brengt eu
do schuldigen prijsgeelt aan do publieke ver
achting, welke zij verdienen.
IN DEEDING LIGHTING-1920.
Nopens do ihdeeling dal' lichting 1920
is o.a. het navolgende bepaald: Aan da
compagnieën wielrijders worden toegigwie-
aen zij1, die goed wielrijder .zijn, van wi«(
bij' voorkeur in aanmerking komen ztij,
die ten minste 1.65 M. lang aijin en be
drevenheid bezitten a-ls' motorwieili'ijder of
rijwielhersteller. Zij, van wie bekend is,
dat zij: eenig spraakgebrek hebban, wor
den niet aam esn van genoemde com
pagnieën toegewezen.
Voor de Vee ting-Artillerie kan van ds
bepaling betreffende de vereischta lengte,
worden afgeweken. Voor ds houwitaeraridee
tingen worden bestemd dienstplichtigen,,
die gewend zijn om met paarden om te
gaan en vertrouwd of althans bekend aijin
met hun verzorging Overigens komen bij-
voorkeur voor indeeling bij' ds Vesting^
Aifillerie in aanmerking tinimieriiedon,
cleclriciens instrumentmakers, siöeiclen, slow
tenmakei's, .metaalwerkers ©n koperslagers.
Voor toewijzing aan de bereden korps-ani
komen in de eerste plaats in aanmerking!
de dienstplichtigen, die zicli daarvoor h©b-
beu -aangemeld, althans indien zij' voor
den d.jnst bij die korpsen geschikt wor
den goaeht, in het algemeen worden ver
der aangewezen dienstplichtigen, die ge
wend zij u om met paaiden om. te gaan;
'en vertrouwd of althans bekend m-e-t hun
ne verzorging.
Aan de cavalerie worden, ze© nuteJijk
echts toe-gewezendienstplichtigen vatf
liet platteland on met h©t oog op hien/„
die voor kadoropleiding worden bestemd,
uit de kleine steden (ztg. provincieste
den) Van do hiervpreu bedoialde dienst
plichtigen worden voor dit wapen zoo> mo
eilik uitsluitend bestemd personen rtiet
kleiner dan 1.70 en niet langer dafin-1^8Q
M„ vooriniet lichter d-;ui 65 cn niafl
zwaarder dan 75 K.G
Van de 220 dienstplichtigen toe te wij!-
L£n aan do regimenten Huzaren (met ba-
-temming ivoor het eerst in te lijven gei-
deelte) worden' 130 man bestemd om bijl
het remonte-depot te worden belast m«n
de pad t dan verzorging. Zij moeten gewend
gewend zijn om met- paarden' om te gaan.
en vertrouwd of althans bekend zijn met
hunne verzorging.
Bij liet korps Pontonniers worden in
gedeeld zooveel mogelijk schippers, overi
gens bij' voorkeur vissehers en zeevaren
den. Voor zooveel de schippers betreft, ko
men. hierbij: alleen in aanmerking Zijl,
die ton minste 1.62 M. lang zijin, De
personen, geschikt voor officiersopleiding,
worden bestemd vcór liet tweede in te lij
ven gedeelte. Zij moeten hebban voidaainj
aan dezelldè wetenschappelijke efechen als
voor toelating tot reserve-officier, frdr-
komstig uit de militie bij' do liüfanfceriia
en do vesting-artillerie zijin giste d, t.w.
overgangsexamen naar 4e lslasso .R.H.R.S'.
5-jarigen cursus of Gymnasium, oinddiplo
ma H.B.S. 3-jinri-gen cursus, toelatings-
cy.am.cn resa-vekadcr of in het bezit van
een diploma, dat daarvan bijstelling vér-
lesnd.
De dienstplichtigen di-e het bewijs van
voorgeoefe-ndheid hebban venvorven ran
gen niet worden toegewezen aan de ves
ting-artillerie, de Genie (motordionstpfichlj
gen cn het regiment Genietroepen).
Aait. het laatst genoemd korps echter;
wel, indien Zij: bestemd zijn voor oplei-
ding tot milicien-telegrafist of telephoinislt.
Zij' worcfen bestemd veer het korps-en
liet garnizoen hunner keuze, voor zöevenj
zulks mogelijk is on indien zij voor eenj
plaatsing' bijl het door hen verlaagde wa
pen of korps in aanmerking komen.
In déze winsten doolden personen, die op
geen enkele wijze kunnen geacht wordiem, hier-
paard om de overheden van het sterfgeval in 5 op eenige aanspraak te kunnen maken en die
kennis te stelen, en tevens om een 'weedelzich alleen mot een zékere behendigheid een
LUCHTWEGEN OVER EUROPA.
Naar .de bttitenjaiidsclie bladen meld.e|ti
heeft er in Kopenhagen ei®1 bijeenkomst'
plaats gehad van velschillende vertegen
woordigers van .lucht vaart-maats cliappiijen
-uit- Denemarken, Èwede-ü, Elngalund, Duitseh
la-nd e:i Nederlaind, t:f besprek'(ng van de
mogelijkheid van het openen -van lucht
lijnen over Euiropa-,
DE TOÖHT1 NAAR. AUSTRALIË.
Reuter seint uit' nden d.d. 10 Dec.i
Kapitein Ross Sm t i die voor den prij's
van 10.000 pond sterling van Engeland
naiair AuistraJie vloag, is hecl'en beliouden
te Portdarwin If Australië) aangekomen.
T-.j. vi
Tfiinü 'iifi'tii'Miri