fWEEDE BLAD. KINDERCOURANT ZATERDAG 20 DEC. 1919 Duurte in vroeger tijd. OM DEN HAARD. GRAPJES. WIE WIL RUILEN? Hoe zal ik mij tot hot H. Kerstfeest voorbereiden Het Kerstkindje hielp. SPROKKELINGEN. BRIEVENBUS Nu we in een schrikbarend duren tijd leven, 'xiic tal van gezinnen in nijpende zorgen dom pelt, loont het wel de moeite, eens na te gaan, ihoc het in Frankrijk' met de duurte gesteld' was in een berucht geschiedkundig tijdperk gedui en- de en na de voltrekking der groote Omwente ling, toen het Directoire in de z.g. „ééne en ondeelbare Republiek," met barbaarscher dwin gelandij dan ooit een absoluut koning op zijn .troon, den heerscherstaf zwaaide. Aden weet bet, in die rampspoedige dagen, werden alle godsdienstige, zedelijke en maat schappelijke wetten, met voeten getreden. Een algemeene verwarring openbaarde zich 'in bet stoffelijk leven der Maatschappij. De nieuwbakken Republiek had gemeend door naar voorschrift van maximum-prijzen, goed koop brood en vleesch aan het volk' te verschaf fen in ruil voor haar papieren geld, (assigna ten! tijdens het Schrikbewind met gedwongen ikoers uitgegeven. Maar toen die gedwongen koers op 24 December 1794 met de maximum prijzen werd afgeschaft, was de onvermijdelijke, noodlottige tegenslag al heel gauw voelbaar. Geheel Frankrijk werd door de ongehoorde stijging van alle prijzen tot wanhoop gebracht. Een pond brood kostte in December 1795 feeds 60 francs; een pond vleesch 120 francs. Water moest even duur betaald worden als wijn; voor wijn vroeg men tienmaal zooveel als voor ^Vvater. De duizenden en .duizenden riemen pa pier tot assignaten bedrukt en door de pers 'afgeleverd, deden den prijs van alle waren, niet het minst der edele metalen, tot aan bet fabel achtige rijzen. De wezenlijke waarde van het'goud ging ge- jheel gloren. Het diende alleen tot middel, om He ge* "sldige daling van de waarde der assig naten te meten. Op de Beurs van Parijs, werd \>P 1 Februari 1796 de gouden louis van 20 irancs, betaald met 5300 francs in papier. Toen werd d'e uitgifte der assignaten door het Directoire vertiendubbeld, met het gevolg, dat, Ofschoon dagelijks voor 100 millioen francs aan papieren geld van den Staat vervaardigd werd, fr nog niet voor de helft in de behoeften werd >oorzien. Meer dan eens dreigde een staatsbankroet "8oor het gebrek aan papieren geld. Merkwaardig is het, de prijzen der meest alle- fcgsche gebruiksartikelen, tot fabelachtige gte te zien stijgen. Curiositeitshalvc geven «vij hier een uittreksel uit een huishoudboek van tC96: Brumaire (October); 7 paar wit zijden kou- ^en 3600 livres 1); Frimaire (November): >it en gekleurd garen 2000 livres; een half Varken =- 7000 livres; Nivöse (December): twee >akken kaarsen 2000 livres; P'Iuviöse (Ja- 1) De livre was in waarde gelijk aan 1 franc. nuari): voor vijf pennen 2600 livres; voor olie 3600 livres; voor bougies 4000 li vres; Ventóse (Februari): voor een geborduurd manteltje van tarlatan 7000 livres; Germi nal (Maart): voor een japon en waaier 20.000 livres. En deze fabelachtige prijzen werden ge vraagd van ambtenaren met een vast inkomen in papieren geld, voor geruïneerde fabrikanten en kooplieden. Op de Beurs werd het meest roekelooze spel in assignaten en goudgeld ge dreven. In Juni 1796 was d'e gouden louis tot 20.000 livres gestegen. Dagen achtereen ging het goud met sprongen van 600 francs de hoogte in. Veel noodlottiger nog in de gevolgen, waren de ongehoorde prijzen der eerste levensmidde len. Want daarop legde de gouddorst, evenals in onze dagen, de hebzuchtige klauwen, om er 1 een schandelijken handel mee te drijven. Die handel was de laatste jaren der 18e eeuw, de oorsprong van onverwaebten betreurenswaardige fortuinen van.... honderden. Maar millioenen leden honger en gebrek'. De zucht naar windhandel, naar woekerwin sten, had zich in die dagen meester gemaakt van de geheele maatschappij. Iedereen wilde koopen en verkoopen, schacheren, om fortuin te maken. Mannen, vrouwen en kind'eren liepen met monsters en stalen van een of andere koop waar in den zak. Dames verkochten fijne kant werken, burgervrouwen zout, suiker, zeep, taba'k, kaarsen. Goederen van de meest uiteenloopende soort, als diamanten, wijn, zakdoeken, laken, boeken, schilderijen, alles wat men maar vinden en even missen kon werd te koop aangebo den. Dit verschijnsel was gemakkelijk verklaarbaar. De assignaten hadden schijnbaar toch .zekere waarde. Men betaalde er zijn belastin gen mee. tiet geheim van den hierboven aan- geduiden handel bestond hierin, dat men al lerlei roerende goederen voor handen vol as signaten verkocht, om onmiddellijk daarna in de plaats daarvan andere, zoo mogelijk onroe rende goederen, in te koopen. Hetzelfde arti kel diende tot verschillende ruilingen, waarbij telkens de prijs aanzienlijk steeg. Tengevolge van deze algemeene inkoop- en verkoop epidemie, geleek Parijs op een uit dragerswinkel, vrouwen uit den burgerstand, adelijke dames, meisjes uit de achterbuurten, schacherden. De huizen werden volgeladen met handels katoen en allerlei soorten manufacturen. Het was geen welriekend watertje dat de vrouw des huizes in haar reukflacon meedroeg, maar een monster olijfolie, azijn of brande wijn. Uiteraard kon deze stand van zaken niet van langen duur wezen. Toen dan ook de maximum-prijzen en de gedwongen koersen der assignaten door de Directoire werden op geheven, waren de plotselinge gevolgen dezer opheffing: de vernietiging der werkelijke waarde van het papieren geld en het ontstaan eener schijnwaarde voor de speculanten. Staats ambtenaren, kapitalisten en renteniers, ont vingen hun inkomen in assignaten en leden eiken dag belangrijke verliezen. Het Directoire datrwel-onbekwaam tot re- gecren, maar niet zóó verblind was, dat dit alles aan zijn aandacht ontsnapte, stelde een verhooging voor van de bezoldiging der amb tenaren. Het resultaat was, dat slechts het lot eener enkele klasse verbeterd werd. Het pa pieren geld bleef met dit alles in omloop en verviel tot 11/12 de der normale waarde. En maar steeds bleven het Directoire en de 'Nationale Vergadering naar middelen zoeiken om verbetering in den ellendigen economischen toestand aan te brengen. Men stelde gedwon gen leeningen voor en den verkoop der natio- 51 al en domeinen. Men opperde het denkbeeld! eener staatsloterij van 4 milliard; elk lot van 1000 francs met groote premiën van y2 m"- lioen francs. De premiën zouden niet in de verafschuwde assignaten, maar in aandeelen op de nationale domeinen worden uitbetaald tegen een rente van 3%, Dit'plan, waarmee een begin gemaakt werd, kwam niet tot uit voering. Men begrijpt, dat met een en ander, het economisch vraagstuk, alleen verschoven, maar niet opgelost zou geweest zijn. Het meest leed dé schatkist zelve onder dien toestand van algemeene ellende. Alle belastin gen werden in papier betaald en men werd ge dwongen, dat papier tegen de nominale waarde aan te nemen. Gevolg: het voortdurend toe vlucht nemen tot de uitgifte van nieuwe assig naten; dus tot verergering van den toestand. Ten einde raad nam het Directoire op 16 Maart 1796 den maatregel, om 2 milliard, 4 millioen mandaten op de nationale domeinen uit te geven en alle assignaten, die daarvoor in de schatkist kwamen, te vernietigen. Het paardenmiddel mocht niet haten. Het Fransche volk haatte het papieren geld als de pest. De mandaten geraakten even spoe- die in miscrediet ais de assignaten. Reeds had de behoefte aan goud en zilver, die zoo gehate waardemeters tijdens het Schrikbewind, zich in stilte doen gevoelen. De louis-d'or waren tegen enorme prijzen in papier verkocht. Echter, langzamerhand vloei de meer edel metaal naar de markt om de hoo- ge prijzen. Bij vermeerdering van aanbod geheel het zuiden van Frankrijk werd met zil veren Spaansche piasters overstroomd keerde allengskens de prijs van goud en zilver op het natuurlijke peil terug. Al het papleren geld verdween uit den handel; hef was ;ot de waarde van scheurpapier gedaald en de gewone verschijnselen van een herlevend en productief verkeer doemden overal weer op. Frankrijk was economisch aan 't uitzieken. Zoodanig was het overgangstijdperk van het Directoire op het eind der ï8de eeuw: ccri maatschappelijke comedie, een diep tragische klucht van vergissing op vergissing. Maar toen ook was de tijd aangebroken om met geweld aan die comedie een einde te ma ken, Het was een geniaal legeraanvoerder die dit werk volbracht. Op 9 November 1799 stoof de Nationale Vergadering, alleen reeds' bij het gezicht van de bajonetten der grenadiers van Generaal Bonaparte, als kaf voor den wind, uiteen. En daarmede was ook het lot beslist van het Directoire, dat Frankrijk aan den rand van den ondergang had gebracht. In smaad en schande ging het onder. Na Yootr Üietn komst van den Koning' Hier Koningen in ons hart, onzer ziel gezui verd te hebben van de goddeloosheid en de wereldsche begeerlijkheden, van htoog- vaardij" des levens, van begeerlijkheid' tier oogen en begeerlijkheid des vleesohes, be- hooren .wij haar te versieren met die deug den van matigheid, van rechtvaardigheid en van godsdienstigheid. Sier op de eerste plaats uwe ziel met de deugd mn matigheid! Do deugd van matigheid regelt de ver plichtingen, die gij tegenover u zeiven te vervullen hebt. Wees daarom matig'.in het gebruik van spijs en drank; nat zal ziel en lichaam beiden ten goede komen. De natuur kan met zoo weinig volstaan, is met zeer wei nig tevreden. De keuken heeft er meer gedood id an den oorlog! Wees matig in ontspanning en i.iltsp. 11 ning; in vertier en in rust; dat bevirdert de goede zeden en bewaart den ltuise- lijken vrede: terwijl misbruik van krach ten altijd vermindering van krachten geeft Het vele uitgaan brengt rouw in de huis gezinnen. Wees matig en bescheiden in het zien en in het hoeren; matig in liet denken en in het handelen, zooals God aan een ieder de mate dies geloofs heeft toebe deeld. De matigheid beteugelt alle booze be geerlijkheden, verwijdert dp h- .de ge dachten, bluscht lipt vuur van den wel lust en is voor de ziel een veilig bol werk tegen al liare vijanden. De matig heid kweekt heiligen! Sier vervolgens uwe ziel met de deugd van rechtvaardigheid! Do deugd van rechtvaardigheid regelt de verplichtingen, die gij tegenover uwen naaste te vervullen hebt. Betoon daaiom aan uwe geestelijke en wereldlijke overheden eerbièidj, liefde én gehoorzaamheid. Betoon aan uwe gelijken achting, en waardeering ea trouw. Beloon aan uwe ondergeschikten wel willendheid en bescherming en verzorging. Geef aan allen, zegt de Apostel, het verschut, igde: „Schatting aan wis schat ting; tol aan wie tol; vrecze aan wie vreeze; eere aan wie ©ere toekomt." j Bemin uwen naaste gelijk u zeiven: eer-1 zijn naam en raam; ecroicilg zijn geld en goed; eerbiedig zijn persoon en' zijn leveni. Met de maat, waarmede gij' meet, zult gij ook uitgemeten worden. De rechtvaardigheid herschept ons (ra- nen'dal iu een paradijs 1 Sier eindelijk uwe ziel met de deugd van godsdienstigheid! De deugd van godsdienstigheid regelt de verplichtingen, die gij tegenover God te vervullen hebt. Legt 11 op de godsdienstigheid toe, zoo vermaant de groote Paulus zijn leerling Titus. Want de godsdienst is nuttig voor alles, .wijl zij de belofte heeft van den tegenwoordagen tijd en van dien toeko menden. Begin en eindig eiken d,ag met God te bididpn en te danken. Verhef in den loop van den dag en bij liet wakker worden in den nacht uw hart tot God( uwen Schepper en Verlosser en Heilig maker. „In God toch leven wij bewe gen wij ons, en zijn wij1!'"' Wil in voorspoed u niet verheffen en in tegenspoed u niet bedroeven. Hetzij wij leven, hetzij wij sterven, wij zijn in de handen dies Heeren, in de li; n den van den besten dpr Vaders. De godsdienstigheid kweekt de freeze des Heeren, het beginsel der wijsheid! Bidden wij in deze dagen van voorbe reiding met onze Moeder die H. kerk: Beweeg 0 Heer, onze harten, om do we gen van Uwen Eeniggeborene te berei den, opdat wij U, dteor Zijne komst met gezuiverde harten mogen dienen. Neig, Heer, uwe o-oren tot onze gebeden, en verlicht door uwe genadige bezoeking die duisternissen van onzen geest. Laat, zoo bidden wij 0, Heer, uwe mach't gelidien en kom, en snel ons ter hulp door uwe groote kracht; opd,at, wat onze- zonden tegenhouden, door die hulp uuwer genade, de toegevendheid; uwer verzoening bespoe digd wordie. God, Die ons door de jaarlijksehe ver wachting van onze verlossing verb lijdt; maak dat wij die Uwen Eeniggeborene met blijdschap, als verlosser ontvangen. Hem ook, zonder vreeze, als JR,echte* m,o,- gen aanschouwen. Alkmaar, 20 Dec. 1919. M. P, A. OOMS. D1E1 Bittre armoê heerschte 'r in 't huisje van Vrouw van Dongen.Sedert den dood van 'r man -.waren geluk en zegen verdwenen. Van Dongen ''was nu ruim 'n jaar geleden gestorven aan 'n '•ongeneeslijken hartkwaal. Voor z'n ziek zijn verdiende-n-ie altijd goed a'ii brood als bekwaam timmerman. Dat waren zonnige dagen" van huiselijk geluk geweest totdat-ie op 't ziek bed gekluisterd werd, d'at ook z'n sterfbed ge worden is. Vrouw en kind 'n jongetje van -acht jaren bleven onverzorgd achter. Wel was de grootste ellende nog niet zoo spoedig doorgedrongen in 't huisje van Dongen, had 'n spaarduitje achtergelaten dat was echter -evenwel niet voldoende om geruimen tijd |«in te bestaan, 't Geld was spoedig besteed voor 't -hoogstnoodige en weldra stond de bittere ellénde voor de deur. De arme vrouw wist geen raad. en danwat moest 'r van haar zoontje ge worden? Zou ze moeten bedelen? Neen bedelen kon ze niet! Dat had ze nooit behoeven te doen. Wat dan? Ze zou kunnen naaien voor verschillende menschen en wat ze daarmee ver diende was wellicht voldoende om met 'r 'zoontje te kunnen leven. Ze was dan inet naaien j^cgonnen en voor 'n tijdje ging dat goed 4naar helaas, ze was te zwak, ze kon 't niet lang volhouden. Als ze tot laat in den avond over 't naaiwerk gebogen zat, begonnen '.r oogen sjeer te doen en beefden 'r handen. Dan moest ze 't werk neerleggen om naderhand met moeite weer te hervatten. Maar ze moest 't doen ,'t was voor 'n lieveling, voor 't zoontje Leo. Van sparen kon ook niets komen. Huisarbeid wordt slecht betaald. Nu leden ze gebrek, want door "t overspannende werk, door 't geregelde nacht werk was ze sukkelende geworden. Immers al- ttijd naaien tot laat in d'en nacht dat kan <lc sterkste vrouw op den duur niet uithouden. „Toe, Leo, ga nou maar. Dan ben je 'n zoete jongen. Als je al je briefkaarten verkoopt, dan hunnen we morgen lekker eten op Kerstmis.'' En innig sloeg ze 'r vermagerden arm om den hals van 't ventje en drukte diep 'r bleeke lip. pen in z'n wangen. Dan hoorde men 'n schreie- rig: ,,Dag moe'', en de kleine verliet langzaam "t kille, klamme kamertje. De arme moeder be gon te snikken. t Was warlijk geen steegkind, als je 'm be- kees, zonder op z'n armoedige kleeding te let ten. Mooi, blond haar hing dik over z'n blank voorhoofd. Groote, heldere oogen glansden je legen uit z'n bevallig gezichtje, dat wel wat fcleek maar niet vermagerd was. En 't scha duwtje vroege levensrust, dat om zoo'n fijn mondje zweefde, maakte het geheele kopje tot fc heerlijk model voor den kunstenaar, die 't Christusbeeld zou willen schilderen, i Bedelen modht.ienlet. Doch wat li nu moest Aoc-n, viel z'n diep-voelend kinderhartje even |waar, maar 't was voor moeder. 1 Ook haar deed het zoo'n pijn. Voor 't laatst geld had ze 'n pakje prentbriefkaarten gekocht Als-ie ze allen verkoopen kon, was ze ten minste eenige dagen gered, zonder gebedeld te hebben. En hij zou ze verkoopen daarop re kende ze vast. Zoo'n kopje moest indruk maken ook op- haastige stadsmenschen. 't Was koud geworden in den na-middag, be uil-bruine sneeuwpap in de straten was al maar harder en gladder getyorden en- knarste en kraakte onder de voeten, dié er overheen glib berden. Eigenlijke wandelaars zag men niet veel ofschoon de feestelijke Kerstuitstallingen in de winkels gezellig schitterden onder 't volle vroo- lijke electrische licht. Maar 't was te koud om winkels te kijken. Toch was 't druk, zooals al tijd op vooravonden van hooge feestdagen. Vele meisjes uit deftige of goed-burgerlijke diensten dribbelden rond in glanzend-gestreken katoenen jurken en warme wollen omslagdoeken, waar onder mandjes verborgen waren, om boodschap per te halen voor de Zondagen. Loopjongens renden met huu bestellingen de straten door, zwaar stampend met hun groote, bespijkerde schoenen op de sneeuwkorst. Overal zag men mannen en jongelui, buiten de stad' in betrekking, die, ir.-. hun Zondagsch pak, met glimmend-vergenoegde gezichten van den trein kwamen en rechtdoor naar huis gingen om daar de twee dagen door te brengen. Voor de win kels stonden arme kinderen stil-begeerig te star- oogen naar de lieve kerstboomgeschenkjes, waarvan ze niets zouden krijgen. Lang bleven ze staan alle dingen een voor een bekijkend elkaar nu en dan toefluisterend, dat ze 't zoo mooi vonden. En als op 'n gegeven teeken liepen ze allen tegelijk weg naar 'n volgenden winkel en plakten hun -koude gezichten tegen 't spiegel glas om daar weer even lang te kijken, onbe weeglijk naast elkaar.... (Wordt vervolgd.) duur zijn. En bovendien:, een briefkaart is vol doende, want daar kan genoeg op. Willen jelui dat? Jelui zult eens zien hoe gezellig, dat op den duur is, als je van tij0' tot tijd ook je eigen naam eens aantreft in onze brievenbus. Ik zal eens afwachten en zien wie het eerst en op den duur het trouwst de vriendschap met schrijven wi! versterken. Wel te rusten! OOM KOOS. Onlangs heb ik jelui al eens verteld, dat ik zoo van tijd! tot tijd nog eens versjes zou opne men, welke verleden jaar werden ingezonden tot deelneming aan onzen rijmpjes-wedstrijd, welk'e toen is gehouden. Vandaag heb ik weer eenige van die versjes geplaatst en dus moeten jelui er bij denken, dat ze al een jaar geleden werden ingezonden. Ik heb er nog meer in mijn lade liggen en dus heb ik voorloopig nog geen gebrek aan versjes. Dit zeg ik jelui maar even omdat ik van enkele nichtjes weer versjes kreeg toege zonden waarmee ik voorloopig toch niet anders kan doen, dan mijn voorraad vergrooten Wie dus toch een versje stuurt moet er maar niet op rekenen het spoedig geplaatst te krijgen, want zoo jelui zien heb.ik er nog van wel een jaar oud. Nu hebben wij 'n paar wek'en geleden, zoo jelui weten, een prachtigen woorden-wedstrijd gehouden, waaraan ver over de 250 kinderen hebben deelgenomen. Nu zou ik graag willen, dat allen zullen medewerken aan het onderhou den van onze vriendschap. Om dit te doen zou ik graag willen, dat allen van tijd) tot tijd een briefkaartje schreven. Ik vraag maar om een briefkaartje omdat brieven tegenwoordig zoo WAT IK VAN ST. NICOLAAS KREEG. Het is toch heusch geen malligheid, Wat oom Koos ons heeft gezeid Om U zoo maai eens op te geven Wat ilc van St. Nicolaas heb gekregen; Een bontje met een mof. Dat was voor mij een bof, Een nachtzak met wat lekkernij, Dat werd' voorwaar een smulpartij, Een boekenlegger met een mesje; Wat zeggen jelui van dit resje? Als het bij U allen zoo is gegaan Dan zijt gij zeker óók voldaan. (Ingez. door Lena O. te Alkmaar.) KERSTMIS. Hoe stil en droef verlaten Ligt de stal van Betelhem, Slechts enk'le herders komen. Geroepen door d' Engelen stem. En in 'n scham'len kribbe Licht 't arme Jezus Kind, Dat Mensch is willen worden Omdat Het de menschen bemint, 1 Doch ach, hocvele menschen Luist'ren niet naar Zijn stem, Ja, durven Hern vervolgen Tot in de Kribbe van Bet'lehem. (Ingez. door Nico v. O. te Haarlem.) NA.'HET ST. NICOLAASFEEST. 'k' Ben zoo gelukkig, zoo vroolijk en blij Sint Nicolaas is weer een jaartje voorbij. Hij bracht mij zijn gaven, zoo mild en zoo [goed 't Is alles zoo mooi wat die Sinterklaas doet. Ik ben in de wolken met 't geen wat ik kreeg: Mijn wensch is vervuld en ik ben, nu [te/ree Alleen nog cén wenschje ligt mij op het hart: Dat is dat Oom Koos voor mij ook nog wat [had. Dit Versje zal heusch wel de mooiste niet zijn Daarvoor ben ik zeker nog wel wat te klein Ik heb daarom nog hoop en 'k verlang naar [den dag Dat ik van onzen wedstrijd den uitslag zien [mag. Mijn voornaam Is Truusje. Verk'ooijen mijn [van Doodweg No. 1 daar woon ik' al lang. (Ingez. door Truusje V. te Wijkeroog.) OP SCHOOI.. Onderwijzer: Let nu op, dat gij niet met één enkel woord antwoordt, doch altijd,, als ik een gcheelen zin vraag, gij öok een geheelen zin ten antwoord geeft. Als ik bijvoorbeeld vraag: „Wat heb ik nu in mijne hand?" dan luidt liet antwoord: „gij hebt krijt in uwe hand.'' Begre pen? Koor: „O, ja wel, meesterl" Onderwijzer: „Kom aan dan! Wat heb ik aan mijn voeten"? Koor: „Laarzen! Onderwijzer: „Kom, kom, denk nu eens na over wat ik zeide. Hoe moet het zijn?'' Enkele stemmen: „Kousen meester!" Oondervvijzer (zeer verstoord): „Hoe heb ik het nu met u? (Kleine Jan steekt bescheiden zijn vinger op.) Zeg jij het maar, baasje! De meester heeft Kleine Jan: „Likdoorns!'' OCH, HOE LIEF ONDER ELKANDER Gunst, mevrouw, wat heeft u lieve kindertjes, wat zitten ze daar lief aan dat tafeltje te spe len! Wat spelen jelui, kindertjes? We tellen de haren, die we elkaar heb ben uitgetrokken. BIJ DE LES IN DE NATUURKUNDE. Onderwijzer: Zeg mij eens, Willem, wat ge beur; er als het licht in het water valt? Leerling: Dan., dan wordt het uitgebluscht. EEN BRUTAAL BEDELAARSKIND. Heer: Waarom gaat je vader bedelen inpjaats van te werken zooals het behoort? Jongen: Omdat hij geld noodig heeft om je never te drinken. Heer: Zoo, en waarom drinkt je vader je never? Jongen: Opdat hij moed krijgt om te gaan be delen. die ik ook wil ruilen voor I kwatta-soldaatje; I Verkadé's en 1 Ter Wee's-plaatje wil ik ruilen voor 2 Kwatta-soldaatjes; 25 Vaderlamdsche Geschiedenisplaatjes 2e deel wil ik ruilen voor 12 Kwatta-sóldaatjes en dan nog 15 Honig'» Maizena-plaatjes wil ik ruilen voor 7 Kwatta* soldaatjes. Berthus Anthonisse, Grebberstraat 8l Haarlem. Ik heb 40 platen van de Jong's vogels die ik wii ruilen voor Kwatta-soldaatjes (1 plaat voor 2 soldaatjes; ook heb ik nog24 Honig's* Maizena-plaatjes, 2e serie, de nummers 209, 20 200, 197, 195, 194. 193, 188, 187, 186, 182, 174. 172, 171, 169, 165, 164, 161, 160, 144, 123. "9, 115, die ik wil ruilen (2 plaatjes tegen 1 KwaU ta-soldaatje. Piet Jol, Eendrachtstraat 8, Alk. maar. Ik heb 200 Kwattasoldaaties, die ik wil ruilen voor 87 omslagen van Bensdorp's Vollez melkreepen. Marie Buur Gd., Assendelft No. 453- Om van ons ruil- en verzamelhoekje gebruik te maken, zendt men mij maar 'n briefje waar in duidelijk geschreven staat, wat men wenscht, met volledigen naam en adres. Dan zet ik dat in de Kinderkrant en de verzamelaartjes weten dan waar ze elkaar kunnen vinden. De briefjes moeten in enveloppe gezonden worden AAN DE REDACTIE VAN DE KINDERKRANT, HOF 6, ALKMAAR. Ik wil postzegels ruilen voor andere vreemde postzegels. Ik heb er 9 van België, 7 van Denemarken 9 van Zweden, 3 van Noor wegen, 17 van Duitschland, 10 van Beieren, 12 van Frankrijk, 15 van Engeland, 2 van Engelsch Ind-ie, 1 van Straat Shaitlemen, 6 van Italië, 5 van Spanje, 2 van Oost-Indie, 6 van Oostenrijk, 1 van Brazilië, 5 van Zwitserland, 1 van Japan, 9 van Amerika en 2 van Egypte. Jan Plas, Payglop 15, Alkmaar Ik heb 12 achterzijden van Couvetdoosjes, 18 plaatjes van Golden thee, en eenige Verka- de's-bonnen, die ik wil ruilen voor Kwattasol- daatjes. Nader overeen te konten. Cor Zuurbier, café „de Landbouw", Ursum. Ik heb S Vaderlandshe Geschiedenisplaat jes. ie deelde nummers 14, 34, 45, 52, 72 en 78, die ik wil ruilen voor 3 kwattasoldaaties. Ook heb ik 1 plaatje 2e serie en 1 plaatje 3e serie, Anna v. d. M. te Haarlem. Ik kan mij best begrijpen dat je dankbaar was voor dien mooien prijs. Ja, alleen kan je toch geen IClok- en Hamerspe! spelen, dus zal je het met zusjes en broertjes of vriendinnetjes moeten doen en dan vindt je allicht er iemand bij, die het spel letje kan, want het spel zelf is een bekend spel, Dag Annie, veel pleizier er mee. Annie G. te Egmond Binnen. Je zult wel ver langend hebben uitgezien naar een antwoordje op je laatste schrijven, is 't niet? Toch blijkt nu, dat ik je nog niet vergeten was. Je ver. langde al zoo naar St. Nicolaas; maar verte) eens, heeft St. Nicolaas je goed bedacht. Wat zal vader in z'n schik zijn geweest toen jij zoo'n mooi versje had geleerd voor zijn verjaardag. Jammer, hè dat versje dat je zelf had gemaakt, was voor plaatsing niet geschikt. Dag Annie. Willicii.Lt-na L. te Nieuw-Vennep. Heel goed van je, hoor Willy, dat je me zoo maar direct Oom Koos noemt. Ik vind het heel lief van je, dat je nu toch eindelijk ook eens geschreven heb en ik hoop dat je 't nu ook vaker zl doen. Zeg Willy, je schreef mij dat je al het werk lia.l te doen omdat je met moeder samen bent; dat snap ik niet te best. Heb je dan geen vader, broertjes en zusjes, of waren die allemaal uil? Ben je nu tevreden er mee, dal je '11 briefje terug hebt ontvangen. Dag Mieneke. O ja nog wel bedankt voor de „grapjes"; bij gelegenheid krijgen ze we! 'n plaatsje. Anna Z. te Oude Nicdorp. Beste Annie, dat aardige versje heb ik maar niet geplaatst om dat je het naar ik vermoed niet zelf heb gemaakt. Als je eens tijd heb, moet je mij eens een briefje schrijven, dat vind ik veel aardiger; wil je dat? Johan M. te Hillegoin. Je zult wel denken; nou, nou, krijg ik nou eindelijk toch nog een ■lettertje terug van O0111 Koos. Ja Johan, wees maar n' bang, dat ik je vergelen zal. Je hebt intusschen allang je zin gekregen, want we zitten al weei 'n heelen tijd om den haard en wijl de petroleum tocli te duur is hebben we maar elcctrisch licht genomen, dan behoeven wij niet te piekeren bij een schemerlamp. Eén van je „grapjes" krijgt bij gelegenheid een plaatsje: het andere is van ouds bekend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1919 | | pagina 5