NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND So. 18 Vrijdag 23 Januari 1920. 14e Jaargang IT Verschijnt dagelijks. Nemesis. Van liet overstroomde land albert te paeue. FEUILLETON. Het witte huis. iw«- Abonnomenisprija: Per kwartaalper agent I 2.15; met geïllustreerd Zondagsblad f 2.60; franco per post I 2.50; franco met ADMINISTRATIE 433. Advertentieprijs: Van 15 regels 1 1.elko regel meer 1 0.20; Reclames per regel f 0.52H Rubriek .Vraag en aan bod" por plaatsing f 0.50. lil ustreerd Zondagsblad f 2.95; afzonderlijke nummers J BurCaWX l HOF 6, ALKMAAR. - TelefOOnï REDACTIE 63^ van de courant 5 ct.van het Zondagsblad o ct. rctUAorifc 633. Aan al!© abonné'e v ordt cp eertvr^sg gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f SOÖ,ff 409,ff 200,ff ÏOD,ff 60,ff 35,ff B5.— Do Moderne (roode) Dond vun Werklie den in Openbare Diensten en Bedrijven is niet to spreken over den socialistisolien wethouder der iloofustad, VVibaut. Men. kent de geschiedenis. Zelfs Wihaut, de gi-jote Wibaut, moest een „onaannemelijk" uitspreken li gen de overdreven, alles op de spits drijvende looneisehen der rooüe arbeiders. Zeii's hij, de volbloed socialist, meende, dat het niet fanging-, de gemeentebelangen, in easu de gemeente-iinaneiëu, in uen grond te boren ten bate van zijn pariijgenooteu, die ma ling aan die belangen hebben en die niets anders denken dan aan bet vullen hunner zakken, al zou de gemeente ook op de fiéseh gaan. Zooais gezegd, de moderne Bond der ge meente-werklieden is van toorn vervuld tegen den man, die den moed zijner over tuiging bleek te bezitten. En bet orgaan van ueu Boud, leent zich als tolk vo-er dien half onderdrukten boom want Wihaut is geen kater om sender met sterke stof omwoelde knuisten aan te pakken en schrijft misnoegd: „Zijn optreden was hiir niet, zooals wc dat van een sociaal-democraat meenden te mo gen ver wachten," Dat \V ibaut, wethouder, dus mede-be stuurder is, en als zoodanig verantwoorde lijk èn aan de gemeente en aan zieb zelf voor zijn bestuursdaden, dat is iets, waar van het orgaan zich absoluut niets aan trekt. Wihaut is sociaal-democraat en daar om mag bij er geen eigen meening op na houden, maar moet zich als een „onbewus te", aan handen en voeten gebonden, aan de roode arbeiders, de „bewusten" overle veren. Het orgaan van den rooden Bond meent hem dat heel knusjes aan 't versland te kunnen brengen, Luister maar: „Er heeft, wanneer voorstellen als de ze aan de orde komen, een zeker overleg plaats tussehen ons en de soc.-dem. raadsfractie. Zonder dat een der beide partijen hare zelfstandigheid prijs geeft, kan dit tot een eensgezind optreden lei den. De fractie nam onze looueischen over, diende daarmede overeenstemmen de amendementen in, maar de wethou ders gooiden zooveel roet in het eteli, dat de heele zaak is misgeloopen. Dat kunnen wij niet hebben en dat kan, naar onze meening, door de partij niet wor den geduld." Hier wotdt met zooveel woorden ge zegd: Gij Wibaut, houdt er een andere meening op na dan wij over onze loou eischen, naaar dat mag niet, dat dulden wij niet. Gij moet er precies zoo overden ken als wij. „We meenen, zoo vervolgt het orgaan van den Boud dat de roode wethouders in de eerste plaats belmoren tot de roode fractie en eerst in de tweede plaats tot het college van B. en W." En daarop, wordt Jen heer Wibaut. on omwonden te verstaan gegeven, dat, als hij zich aan dit dwangbevel niet wil on derwerpen, bij maar heen moet gaan. Arme Wibaut; een moeizaam en werk zaam leven hebt ge achter den rug iu 't belang der roode heeren. Veel, tè veel hebt gij prijs gegeven om de socialistische beginselen in de hoofden en harten der- arbeiders te zaaien en vruchten te doen dragen. En nu ge het waagt, slechts één enkele maal u tegen de dwingelandij te verzetten van hen die u zóóveel te danken hebben, kunt gijheengaan. Het is wel hard. Maar de heer Wibaut behoort als een der hoofdleiders zijner partij tot hen, de niets dan ontevredenheid in de harten der arbeiders gezaaid hebben. Dat heeft zich aak op hem gewroken, die intellectueel zoo hoog boven de leden van den modernen Bond van gemeente werklieden uitsteekt. Nu zijn de roode arbeiders ontevreden op hem en zij spreken onbewogen het dood vonnis als wethouder van Amsterdam over hem uit. Hij kan gaan. (Van onzen eigen redacteur.) Cuyk. Neen. wat ik gisteren zag was nog niets, vergeleken met 't geen ik vandaag aan schouwde. Aanvankelijk leek 't dat ik niet veel te zien zou krijgen, of althans heel veel tijd zou moeten verliezen, 'k Had gisteravond van 'n Nijmegenaar de belofte gekregen,, dat hij me langs den kortsten weg naar Cuyk zou brengen, 'k' Moest lieffl 6.55 aan 't station trefien, dan gingen we samen met deii trein naar Linden-Katwijk, waar 'n 'boot lag van 'n Boxmeersehe fabriek oie hem en anderen, waar ik dan ook bij zou eijn, naar Cuyk zou brengen. Maar 'k zag op den afgesproken tijd den sinjeur niet, en zoo stond ik kwart ovet zeven al leen aan 't station Katwijk-Linden. Hulpe loos. zou ik geschreven hebben, als dat woord voor een journalist bestond. Er was maar één weg om verder te ko men: de spoordijk. Dus ging ik langs den spoordijk. Natuurlijk werd ik eenigc keeren door baanwachters aangehouden.maar een perskaart doet wonderen- Een pleizierige wandeLng was 't niet. 't Was schemerdonker, en 'n vrij sterke wind zwiepte mij den vrij hevigen regen in 't gezicht. :k Had wei '11 paraplu hij me, maar als ik die ophield, zag ik heelemaal niets! Nu keek ik aan weerszijden over de lugubere uitgestrektheden van water, in vak ken verdeeld door de bovénranden van heg gen of de kruinen van riien hoornen. De huizen, die anders eoo vroolijk doen in dit landschap, stonden donker te treuren, in de macht van den overweldiger.... Reeds zag ik ('t was nu vrij licht) de kerk en de huizen van Cuyck nabij, toen ik op mijn weg bleef sieken op het punt. waar de dijk. die het eerst doorgebroken is. (de dijk van de oude Beersche Maas) den spoordijk snijdt. De baanwachter op dat punt verze kerde me. dat ik niet verder zou komen, en maar naar Nijmegen moest gaan om over Den Bosch van den anderen kant Cuyk te naderen. Ik glimlachte 'k dacht er naiuurlijk geen oogenblik aan zijn raad te volgen. Hierlangs moest ik en zou ik! We praatten een uurtje. De manvertelde hoe hij in den tragischen nacht gewekt werd door hulpge roep en al spoedig 'n 40 a 50 menschen in huis had. Ruim veertig menschen, doornat want ze waren door het water naar eijn huis komen waden! Hij toonde vier geredde geiten in een geïmproviseerd stalletje en vertelde maar door, hoe het gegaan was..en dingen die onze lezers a1 weten. Onderwijl had ik twee bootjes zien liggen en gehoord dat die voor werklui waren die over 'n half uurtjezouden komen. De lezer snapt, dat ik zoolang pleitte tot ik met een der bootjes meemocht hoewel men mij het afschrikwekkend voorbeeld voor oogen hield van vijf andere journalisten, die gis teren met dat bootje (hij wees op 'n derde, dat half-gezonken iets verder lag) waren omgeslagen en nu wel ziek zouden zijn. Ons bootje sloeg in ieder geval niet om. Met 'n wijde bocht ging 't om het gat van den spoordijk heen. Er vlak langs was le gevaarlijk; aan den Maaskant stond !t wa ter véél hooger, zoodat een sterke stroom zich door 't gat wrong. Raak ie daarin, dan word ie meegesleept misschien wel in een draaikolk! Terwijl we deinend en schommelend door golven van niet-te-versmaden hoogte gin gen. zag ik een bijeenkorf drijven en wees de roeier me 'n heg, waar gisteravond 'n ko nijn op zat in doodsangst hij vertelde me weer van wat allen hier vertellen: hoe de menschen vluchtten, of op de daken zaten tot er bootjes kwamenhoe Maandag doode koeien en varkens ronddrevenen dat men vandaag zou beginnen, den dijk te herstellen, en de pontonniers een brug kwa men slaan over 't gat in den spoordijk Nadat hij mijn fooi had aangenomen, ik vermeld dit om er bij te kunnen voegen, dat 't lang duurd" eer hij zich daartoe liet bewegen werd ik „aan land" gezet op en spoordijk, voorbij de heuk. Ik wandelde op naar 't gat, dat 'n 70 M. wijd in den dijk gaapt, niet 'n eilandje in 't midden. Links liggen 'n paar telegraafpalen in :t water, voor me verliest zich de reeks dwars liggers met rails in 't water. Ik stap over de dwarsliggers vérder, zoover ik urf, en hoor van een inmiddels genaderden spoorwegbeambte dat ik nu boven een diepte van 5 M. sta. Terug, naar Cuyk. Hoe 't daar is weten onze lezers al: de meeste straten zijn droog (d.w.z.: staan niet meer blank), nu en dan slechts gaat men 'n eindje door water, dat nog 'n halven decimeter hoog taat. De menschen staan in de deurposten of loopen rond. met gezichten van; strakke gelatenheid en verheugen zich op ce aankomst van '11 veertig matrozen die komen ïelpen vee of dingen van waarde, in zoover het water er niet alle waarde san"ontnomen heeft, uit de huizen te halen, of de menschen die zulks verlangen naar hun huis heen en weer te brengen- Er is maar één straat in Cuyk die grootendeels vrij van water bleef. Nu nog kun ie geen dwarsstraat uittoepen of geen landweg inslaan, of je stuit op 't sombere ongedurig-golvende water. Er zijn menschen die weinigsehade leden maar de me es I en verleren vee!, en ve len verloren alles. Toch is er geen wanho pige verslagenheid: de Koningin was er ge weest en die was zoo vriendelijk en had ge zegd dat zij alles we-1 weer in orde zou ma ken! Op dat koninklijk woord en op de hulp van liefderijk Nederland vertrouwt men. Natuurlijk ging ik ook den trein, die tot toevlucht dient voor dakloozen, bezichtigen. De menschen zijn er tevreden, al leek mij zoo'n verblijf allesbehalve begeerlijk. Ze wa ren tenminste binnen. de trein was ver warmd en militaire koks koken voor hen op veldkeukens- Twee gezinnen huisden in drie derde-klas compartimenten, (ook hier kan niet iedereen le of 2e klas wonen-) en vonden 't daar lang niet kwaad. „Kunt u wel slapen op die harde banken?" „Och meneer, de kinderen gaan op de banken lig gen en wij op den grond cn we heb ben wat dekens 't Is allemaal droef om aan te zien Maar de meesicn berusten toch en zien met de gewone goedmoedigheid van de bewoners dier streek de toekomst niet ai te zwaar in. ,,'t Is nog een geluk," besluit ieder met wien je spreekt, „dai er niet één menschenleven verloren is gegaan! En 't water valt al aardig«w De koning der Belgen, die in n 0 reist, -heeft .Woensdagnamiddag oen 00- zoek in net Ely sec gebracht, liij n;aa een langdurig omtemoud met den preside 11. der republiek. CLEMEN CEAïL Een Havas-telegram meldt idLat de vre desconferentie .voornemen 1 zou zi,n ten- ein vlemeneeau oen plechtige hinde te brengen, hem lot eere-voorzitser dér -. r, cestetueroniiie 'te benoemen. WON iNÜ-CONG HES. Wij maakten onlangs melding v n een internal ionaal wo.i.'n ongres de „tei.or.al Liousjig and Town i'lann.ag Council," die gevestigd, is te Lon„en, zal van 3 tot 11 Juni e.k. in die stad. een congres van vertegenwoordigers uit geallieerde landen houden om de groot-c vraagstukken den woning--bouw betrefAn te te bespre ken. Men noopt evenwel ook dat afge vaardigden der regeeringen en bij d n woning'ecuw 'en steden uitleg Letrak.. n liciiameh kit Noorwegen, Zweden, Den marken, Neder.and, Zwitserland Sp nj n do neutrale republieken van Zuid-Ann rika, tiet congres zullen bijwonen. Bit 'net voor.oopig .programma Blijkt dat o.a. zal besproken vorken de mogelij In voer 'alle regeeringen om een won n programma 'voor hun land op te steken, waardoor 'met medewerking van gemeen ten 'en par.icudere vereenigin n Hanen twin.ig jaar tij cis elk geMn ge.-u.^vest zal kunnen 'zijn en er goede voorwaarden en 'in gewensclito omgeving. Ver der iwenscht men te beraapalagen over do Traag, aan welke miui.num-ciscaea standaard,-woningen 'moe, 11 vol.loon en over ide mogelijkneid om te uOihtn tot eon standaardizeeriug 'van bouwmaterialen. Er zullen bezoeken worden geuracat aan de Engels,she tuinstad,on. Lloyd George zal liet eero-voorzitterschap over liet congres aanvaarden. BESMETTELIJKE ZIEKTEN. Polen en geheel Europa worden be dreigd door besmettelijke ziekten die in Rusland heerschen. In geheel Oost-Gal ieië woedt ten typhus-epidemio en de Roemc- niërs hebben met het oog daarop hun gren zen gesloten. In Polen zijn de pokken epi demisch. Dinsdag zijn te Chicago 2511 nieuwe in- fliienza-gevalion gerapporteerd, waarvan er 26 een doodelijken afloop hadden. Ge vallen van longontsteking waren er 297, waarvan 57 met doodelijken afloop. Alle hospitalen liggen vol met influsnza-pa- tiëutan, De epidemie is ook uitgebroken in tal van legerkampen, vooral in het Middell Westen. Ook zijn er talrijke gevallen in dc marinestations aan de groote meren. DE TOESTAND TE WEENEN. Do euprestreinen naar Zwitserland rij den, wegens gebrek aan steenkool, we,er niet. Honderden menschen worden daar door 'te Weenen opgehouden. De spoor weg-autoriteiten 'hebben kennis gegev n dat reizigers zich aan de stations moe ten vergewissen wa; neer er treinen rij den, 'daar het onmogelijk is volgons de dienstregeling te rijden. De mededceiing van overheiiswege dat op 2c centrale markten een beperkte hoe veelheid ivleesch, voldoende voor een rantsoen 'van 3 ons per perse, n zou woi> den beschikbaar gesteld, gaf aanleHLig tot greote voikszverzamelingen. Om ze® uur "s ochtends verdrongen zich 1 oeds 40.000 menschen voor de marktgelouen< Tal van menschen bezwijmden cn werden vertrapt. Zakkenrollers sloegen in dc ver warring 'hun slag. j DE ST Ati AS BE W P. GING IN I DUITSCHLAND'. Te Hamburg worden in de komende dagen nieuwe ongeregeldheden der com munisten en cnifhankelijken verwacht. De so-iaaI-deu:oerali olie „Hamburger Echo" deelt mede dat de arbeiders der gemeentewerken tengevolge van het greo te gebrek aan kolen, hetgeen tot c 11 algeiieele stopzetting der trams on gas- en 'etectrieueitswerken zal leiden, onver vulbare 'economische eischcn hebben ge1 sleld 'en de beweging ten slotte in po litieleen zin hebben uitgebuit. Het blad zegt het feit niet te bedekken dal een in geneel Dai.sebland met succes toege brachte totsjcv,ijtLelie dolksteek iu den rug dei' Duitseiic aröcijders zon terecht komen. i GEMEEHG3E GUITEKL. BERICHTEN, Tegen de wockervics'ca;. Iu Engeland is eenigen tijd geleden een commissie benoemd, met opdracht, een on derzoek in te stellen naar de gegrondheid der beschuldigingen, de tegen zekere laken fabrikanten waren ingebracht en volgons welke deze heeren kolossale winsten zouden maken. Uit het ingestelde onderzoek is nu gebleken dat genoemde industrieelenwin-, sten maken van 400 a 3200 pet., hetgeen Syony Webb een der leden van de enquête commissie, deed zeggen, dat, wanneer liet publiek de feiten zou te weten komen, een vreeselijke verontwaardiging zich van hen zou meesier maken. Wat den fabrikanten betreft, zij beweren, dat zij recht hebben deze winsten te maken en dat hetgeen in de lakenindustrie voor valt, ook in de metaal- en katoenindustrie geschiedt. Genoemde cijfers waren door de fabrikanten zelf verstrekt Ook de regeering zelf zou groote winsten maken. Toen aan de Board of Trade werd ver weten dat zij de desbetreffende rapporten niet openbaar gemaakt had, riep Sydney, Webb uit: Indien de rapporten niet gepu bliceerd worden, zal ik ze zelf op de hoeken van de straten aan het publiek voorlezen. Tenslotte nam de commissie met algemee- ne stemmen een motie aan, waarin den Bo ard of Trade wordtverzocht alle rapporten; van de commissies en sub-commissies onver wijld te publiceereti en de verantwoordelijk- beid vast te stellen. 1 Op de vergadering van het Verbond van Duitsche kamers van koophandel te Lenden is Woensdag ter sprake gekomen, dat er onder de Engelsche havenarbeiders een beweging gaande was, om te weigeren, goedkoope goederen ie lossen, die men uit het buitenland in Engeland in wil voeren, waardoor de locnen van den Ettgelschen werkman gedrukt zouden worden. Een spreker voorspelde dat. indien de re- gearing geen afdoende maatregelen legen „dumping" nam, de arbeiders om uitgebrei de maatregelen zouden vragen, om hun loo tten op peil te houden en te verhinderen dat de markt overstroomd worden met goederen die door „sweating" geproduceerd zijn. In ce zaal van den Belgischen Senaat rechts van de voorzitterstiibune, is een zwart marmeren gedenkplaat aangebracht, vermeldende in gulden letters dc namen 81.) Dag cn nacht door hem op zee doorgebracht, waarin de wroeging over zijn vroeger wange drag zijn hart doorknaagde en zijn geest be nevelde, kwamen hem weder voor den geest en de gedachten aan Laura weken eenige oogenblikken voor de folterende knagingen van het geweten, dat hem verweet de oorzaak te zijn geweest van den vroegtijdigen dood zijns vaders. Hij bezat een gevoelig hart en de afdwalingen zijner jeugd moesten meer in eenc zedelijke zwakheid gezocht worden dan uit dat berekenend overleg van het verstand te zijn voortgekomen, dat de misdaad nog meer verzwaart en den zondaar dubbel straf waardig maakt. Zoo hij het al zoover tot de kennis van zich zeiven had gebracht om dit te weten, toch vond hij geen verschooning voor handelingen, welke zijn oprechte ziel ten strengste veroordeelde, en door al de veel- zijdige bozigheden heen— welke de treurige omstandigheden, waarin hij den laatsten tijd had geteeld, van hem vergdenkwam telkens de gedachte weder bij hem boven, hoe hij, zoo er een eeuwige vergelding hiernamaals bestond, zijn afwijkingen zou verantwoorden, rekenschap geven van zijn wandaden, welke altijd voor hem in het verleden bleven be staan, omdat een oprecht berouw tot nu toe zijn ziel niet gelouterd had. Terwijl zijn geest geest zich ophoudelijk met deze sombere gedachten bezighield, stap te hij langzaam de Z,... straat ten einde. Soms bleef hij een oogenblik stilstaan, wannce hij eene werf genaderd was, om te onderzoe ken of hij het doel zijner reis had bereikt, want er waren in deze buurt veie wer ven en alles wat hij om zich heen waarnam, had betrekking op de zeevaart. Hier las hij De Kameel, daar Het Smal deel, ginds De Struisvogel, en verderop weder Het Zeepaard, terwijl een onophoudelijk oorveri Hovend getik en gehamer hem de bedrijvigheid herinnerde, welke de scheep vaart altijd met zich voert. Eindelijk haalde hij zijn notitieboekje te voorschijn cn nam nauwkeurig het adres op. „IJsbrand Kolmir, leger op De Albatros, Z..straat l\To. 589, werf Het Rondhout," sprak hij bij zich zei ven, „en hier vind ik No. 504! Komaan dan, moet ik nog een eindje voort," en zijn schre den versnellende, stond hij, voor hij 't zelf wist voor Het Rondhout en liep de werf op, waar men bezie: was een fregat te koperen het was daar een leven en geweld dat hem hooren zien verging. Achtereenvolgens liep hij onder een in aanbouw zijnde bark door, zag op den rug van Ida Helena,vond gelegenheid Sara Cornelia van voren te be wonderen, terwijl hij Admiraal Tromp, die men bezig was van een nieuwen koperhuid te voorzien, geheel op zij vond liggen. Op eeni gen afstand van de werf lag een groot fregat en door middel van zijn lorgnet dennaam van het schip niet kunnende onderscheiden, daar hij zich van achteren bevond en het vaartuig met den boeg naar de werf lag gekeerd, op welke hoogte de naam geschilderd was,vroeg hij aan een sjouwer die hem voorbijging „Vrind,die groote kast is dat De Albatros „Ja, mijnheer," klonk het antwoord,„over morgen komt hij aan de weri; hij mot ge breeuwd worden." Eduard begaf zich met een vriendelijk dank je" zoc dicht mogelijk aan het water, en nadat hij zijn beide handen tot een spreek buis gevormd had, schreeuwde hij met de schetterende stem van eens ervaren zeemans „Albatros, ho Hij moest zijn geroep echter nog twee keer herhalen voor het eenige uitwerking scheen hebben, want eerst nadat hij zich voor dc der de maal de moeite had gegeven, zag hij een grijs hoofd uit het galjoen opduiken, dat zich van een zakdoek aan zijn neus brengende, veegde hij het opgevangene aan zijn pik broek at. „Nu ben ik klaar," vervolgde hij, „as je nou maar luisteren wil." „Vriend," sprak Eduard, ik zal geheel ge hoor wezen, dat beloof ik je, je weet niet hoe veel aanspraak je op mijn dankbaarheid hebt, wanneer je me alles tot in de minste bijzon derheid mededeelt. Ik stel in dat meisje het hoogste belang." „O, dan was 't zeker je liefje, hè Heb ik 't niet geraden vroeg IJsbrand. Eduard kon, hoe ernstig ook gesteld, een lach niet onderdrukken, en beantwoordde tot voldoening van den ouden zeerob deze naïeve vraag met een bevestigenden hoofd knik. IJsbrand zag hem met zekere kluchtige meewarigheid aan en zeidc 't Is al verduiveld ongelukkig, als je zóó je schatje verliest De dokter zuchtte en gaf eenige blijken van ongeduld toen de verhaler begon „Wij hadden drie weken in Nieuwcdiep ge legen, met contrarie-wind, en 't begon den ouwe mooi te veróelen en mij waarachtig ook een beetje, want er is niets lamlendiger voor 'n zeeman, die graag vooruit wil, dan op goeie wind te motten wachten, dat kan je be grijpen. De passagiers waren allemaal aan boord op twee na, die er maar niet konnen begrijpen waar ze bleven, want ze hadden, al passage genomen naar Melbourne, waar- - heen onze kast bestemd was. Het waren twee vrienden, zooals de kapitein mij zeide, en een daarvan had hij leeren kennen. Ons vaartuig was een bark van driehonderd last en heette De Zeemeeuw. Menheer, '11 scheepje, je hebt er nog nooit zoo een gezien 't was Tr aardig ding Als 'k je dat nou zeg, mot ja niet denken, dat ik meen zooas 't cr van bin nen uitzag, waar jelui, landkrabben, altijd het liefst naar kijkt, dat komt er minder opaan neen, 't had 'n mooi beloop 't was vlug gebouwd, en als 't heelemaal opgetuigd was en de wimpels waaiden in top en de Hol- landsche driekleur van achteren, dan lag 't daar of 't vliegen mosten 'k heb wel ereis gedocht as 'k eens me leven dood in men grat leg, en ze zouën me reis eventjes aanstooten, en 'mij toeroepen „IJsbrand, De Zeemeeuw leit zeilklaar," dat ik in eens op zou springen en zeggen Wacht, jongens, ik ga met jelui mee want ik heb hier lang genoeg gelegen (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 1