rWEEDE BLAD IliMRANT1 Kroniek van de Week. De gemakkelijke telefoon. OM DEN HAARD GRAPJES- WIE WIL RUILEN. ZATERDAG 13 MAART 1920 ONZE BRIEVENBUS BESPOTTING MET CARLOLINEOM. Nu hel bijzonder zachte weer de ontwikkeling der knoppen van allerlei hoornen en struiken in liooge male heell bevorderd, moeien do be- spuitingen met carbalineum, die door den Phy- lopathologischen dienst worden aangeraden, vroe ger geëindigd zijn, dan bij meer normale weersgesteldheid noudig was. Verscheidens pcre- cn pruimeboomen, zoomede j,essen- en rozen struiken hebben reeds ver ontwikkelds knop pen. Als regel geldt, dat al.een met earboiinsum gespoten mag worden, als de knoppen n )g in rust zijn. Hoewel in de praktijk meermalen zonder eenig bezwaar knoppen in een meer gevorderden onlwikkelingstoesland z-n bespo ten, mag daarvan zeer zeker geen regel gemaakt worden en noodzaakt de weersgesle.d.ieid dus nu tot voorzichtigheid. Vooral bij de bespuiting van bessen- en rozenstruiken en van pere en pruimeboomen moet me.i er zich teken- schap van geven, of de ontwinxeling der knop pen een zoodanige bespuiting n )g toelaat. Voor pe.zikboomen is liet tijdstip voor bespuiling reeds lang voorbij. Appelboomen kunnen echter img voorloopig met carholineum behandeld worden. ELECTR1SCII SCHEREN. In Missouri is een electriseh scheer-apparaat grccnsinieeru, dal het voordeel biedt een over- ctiMslaan der baardharen te bevorderen en tildes hel scheren gemakkelijk te maken. Door ten êlecl-isciien draad .werden induclie-stroo- {nen dioor het scheermes geieid en ds contact glas t wordt door een riem aan het handgewricht bevestigd, terwijl de inductierol met een bat terij in verbinding staat. De electrischo stroom brengt spiei-samentrekkingen teweeg, waardoor tfe haren 'e berge rijzen! NIEUWE DIAMANTVELDEN ONTDEKT. Volgens een bericht uit Johannisberg zijn er reusachtige diamantvelden ontdekt in Zu d west-AIrika. Een waterlooze en bodemlooze v/oeslijn bij Fi< rings, in Betschuanenland, is het oord dezer ontdekkingen. Stroomen awn luriars zijn reeds opgetrokken om in dit gebied ft vu» geluk te beproeven. WIE BEHOORT TOT HET ..GEWONE VOLK?" Do Italiaansche graal Bajnati heeft aitn de 'Amenkaaasche stad Providence (Rhojlc Is- '*nid) een legaat van 10.000 dollar gemaakt, waarvan de rente bestemd is om jaarlijks ven huwbaar meisje uit „het gewone volk" ten uiizel te geven. De graai was gehuwd met een dochter «lezer stad en het huwelijk was buitengewoon gelukkig, vandaar hel legaat Hij heeft echter «.iet deze bepaling een moeilijke kwestie opge worpen. Imm rs w.u is het „gewone volk?' -Sommigen mee run dat teder meisje dor goe- jb stad Providence recht heeft op den uitzet, aangezien de Unie staat in het feeken der vrij- De geschiedenis van PoiSux. (Vervolg.) Toen verliet ik het graf, wierp er rog een fcats'en blik op, en ging weer. even stii' als ik fekomen was naar mijn mand in huis. Met zonropgang aanvaardden Gabriël, Mignon (zoo heette de marmot) en ik de reis, en van dien tijd was 't uit met 't zachte juk van Jcan- uette's dienst" ik moest sjouwen voor mijn brood. Gij, Snor, hebt zoo even mij benijd om 't kalme leven dat ik nu heb, vergeleken bij 't werken dat gij'ieuen doet; maar uw i'ot is beter dan 't mijne ui mijne jeugd geweest is. Als gij 's avonds thuis komt, kunt gij er van verzekerd lijn, dat Kees, de knecht, uw voedsel klaar gezet en uw hok voorzien heeft van slroo, terwijl 't mij iu dien tijd' dikwijls gebeurde dat ik moe en hongerig op de eene of andere vreemde plaats aankwam en zonder eten naar mijn brits ging. Ge zui't nieuwsgierig zijn te weten hoe dat kwam: wel, dat zal ik u verteilen. Gabriël, Mignon en ik trokken van dorp tol dorp, en somtijds deden wij ook grootere en kleinere steden aan. In al die dorpen en steden, waar dikwijls jaarmarkt was, of ook wel voor Je boerenhofsleden die wij langs gingen, maakt; JabricI halt en gaf eene voorstelling. Dan moes ten Mignon en ik onze kunsten vertoonen, terwijl labriël liedjes zong en op de fluit speelde. Na dé voorstelling nam ik een blikken bakje in mijn bek, en ging bij de omstanders rond. Die wisten dan. dat zij in den zak moesten tasten om ons te beloonen voor onze moeite. Dit laatste kunstje had GrabricI mij geleerd, en dikwijls brachten wij zoo doende het noodige bijeen voor ons voedsel en nachtverblijf. Eens was er onder de toeschouwers een dametje met hare mama, die had zooveel pleizier in ons, dat, •toen ik met 't bake bij haar kwam, zij er e'cn groot stuk geld1 in wierp. Grabriël bedankte baar en kocht er mij een stel klceren voor. Ik kreeg eene soldaten,muts op en een rood buisje aan, mooi genoeg. Maar niet altijd baalden wij wat op. Soms Was de verdienste zoo gering, dat wij ons met een sni-lrje droog brood moesten vergenoegen, pn de jonge haas geen geld had' om eer: nacht verblijf te betalen. Liet dc een of ander» boer oru niet voor niets in zijne schuur slapen, dan Vaclxen wij den nacht onder der. blooten hemel door. Als 't regende waren er slechts weinige menschen op straat, en die er waren hadden geen tijd of lust om naar ons e kijken, en zoo Icwamen er wel eens dagen, dat wij zelfs gc'cn tbnogc bete hadden. Dit moet ik echter van <_rr»briëi zeggen, dat hij een goed meester was en «11e* eerlijk uiet ome deelde; nooit zou hij iets Sten, tl* h(J ons uiet eerst verzorgd' had. Ge kunt begrijpen hoeveel ik' daarom var, hem hield. Eene echter heb ik hem erg boos op mij ge- «ien, «n dat heef: zoo'n indruk op mij gemaakt, d« Ik voortaan zorgde, dat hij 't nooit meer V<vd He: was eeri-gc dagen lang bee! schraal heid, gelijkheid en broederschap (in <1:1 geval zusterschap). Zelfs de autoriteiten rillen met dit geval verlegen. „Immers" zeg! eeu der burgervaderen, „ten smid uit mijn fabriek', dit 60 dollars per week ioon krijg!, behoort lol hel „gewone volk" en mijn hoc-khouder, die 20 dollars salaris per week geide!, behoort er niet toe." NIEUWE ONDERZOEKINGEN OMTRENT HET MISDADIGERSTYPE. Een commissie van Engelsche gevangen',s- arlsen houdt zich sedert 1902 bezig me. ecu onderzoek naar het zg. tnisdadigerslype bij mc&r dan 3C00 gevangenen. Prof. Pearson eit Dr. Goring doelen als hun conclusie mede. dat men niet kan spreken van een bepaald misdadigerstype; wel vertoonen de gevangenen veelal degeneiatie-verschijnsolan, die men éch- ler bij een even groot aanlal brave burgers kan opmerken. Vooris heeft de erfelijkheid groo- leri nvloed van het millieu. Hel eeuig-e wat bepaald kan worden is, dal d even en brand stichters meestal kleiner zijn dan andere mis daaigers en dannormale mensehen. „Meneer" Uienland sinds do laatste paar jaar liel hij zich „meneer" noemenvroe ger was 't Jaap Uienland had voor veel geld en wat goeie woorden eindelijk z'n zin gekregen. Maanden en maanden had ie al in de stad rondgekeken naar 'n geschikt „heerenhuis voor hem en z'n lieele olie- en azijnstel. Hij wou en zou naar slad. Niet alleen omdat ie 't ruimschoots kon doen, al waren 't zestig huizen maar 't beviel 'm in 't kleine „achteraffe-dorpje'' niet ju eer. De jovialiteit onder vrienden en bekenden was gaandeweg minder geworden, vond ie. Dat was natuurlijk „de kilt" onder die lui omdat hij, zocals ze dat noemen, 'n flink zoodje O.W. had gemaakt en zich dingen kon veroorloven, waar '1 lieele dorp nog niet aan kon ruiken! Had je altijd als je n beetje in de hoogere beweging kwam te zit ten! Dan werd iedereen jalocrseli op jc. En daarom wou ie in de stad gaan wónen. „Mevrouw Uienland" sinds de laatste paar jaar liet zc zich mevrouw noemen vroeger was T „Mie van Jaap Uienland" - vei-langde ook erg naar 'n andere „ullasieer". 't Was in dat kleine, alles-vau-clliaar-weten- dorp zoo eclil ongemakkelijk geworden met costumes, noeden en meubels en zoo- voor elk kissebissie most je naar die stad. En ook al om de omgang met '1 mindere soort van vol„je kon geen nieuw dinge tje an hebben ol ze zogen 't zoowal met hun oogen van je lijf af'.... Of '1 'n heele bizonderheid wasas je ééns in de maand 'n nieuw mantelpak, 'n paar hoeden, 'n poos en 'n mof (Inschatte. Dc menschies hier wa ren nou gewojnweg niels gewend Maar nu zou 't er toch van komen. Me vrouw Uienland had er lang op aangedron gen om 'n ilinke „havertensio" te plaatsen om 'n huis te koop. Maar meneer vond dal Tgeweest met onze verdienste; 's ochtends hac! Gabriël zijn laatste geld voor ons ontbijt besteed, maar bij schepte goeden moed, want 's avonds zouden wij een groot dorp bereiken en, daar 't weder ■buitengewoon mooi was, zoud'en wij meer an genoeg bekijks hebben. Maar wat wilde 't 'geluk? alle menschen waren aan 't oogsten, niemand had tijd of gelegenheid. Tegen den avond waren we even platzak als s ochtends en hadden niets om te eten; dat was hard, vooral na den grooten marscli dien wij gemaakt had den. Wij brachten den nacht door onder 't af dak van een schuurtje, en door vermoeienis uit geput sliepen wij spoedig in, niettegenstaande onzen honger, 's Ochtends werd ik wakker met een akelig leeg gevoel m mijn maag. Tegenov.r mij zag ik een bakkerswinkel'. Ik wist, dat wat ik nu ging doen, slecht was, maar toch deed ik 't, wan-i honger is een scherp zwaard. Er was op dac oogenbli-k niemand in den vvink.l. Ik zag mijn kans schoon, sprong op oe toonbank, haalde er een brood af, en droeg liet in mijn bek naar Gabriël. Deze, die nu eerst wakker werd en dadelijk begreep wat ik gedaan had, rukte mij 't brood uit den mond en zeide. „Polïux, je benit een gc- meene hond, zulke dingen mag je nooit weer doen, dat heet men stelen, d'enk er aan poedeltje, eerlijk duurt 't langst, en opdat je dit nooit ver geten moogt, zal ik ie eens even wat memorie- kruid toedienen'.'.- Hij nam een stok en sloeg mij zoo hard, dat ik begon te janken, 't Was echter eene goede Les, en ik vergat ze van mijn leven ii iet. Gabriël nam 't brood en ging den winkel bin nen. Op zijn geroep kwam de bakker, met een wit schort voor, zoo uit de bakkerij. „Baas zeide mijn meester, nadat hij 't gebeurde ver teld had, „bier hebt ge den zondaar (want hij had mij aan een tou-.v) en straf hem nu maar zoo ongenadig als gij zelf wilt. Nu, ik b.efde van angst toen ik dat hoorde, want de bakker was een groote, zware kerel en had zeker de noodige kracht in zijn knuisten. Maar ik kwam met een enkelen schop vrij, en hoorde toen aaiidaölitig wat zij verder bespra ken. „Als gij dat beest wat meer eten gaaft, kereltje, dan zou het zeker niet stelen,'' zeide de bakker. Gabrië? kreeg do tranen in de oogen en ant woordde „Och baas, we nebben sinds gisterenochtenid mets gegeten en ik heb geen centime op zak. 1 Hoe wil ik mijne beesten te eten geven, als ik zelf niets heb?" De bakker zette groote oogen op toen hij dit hoorde; hij was een goedhartig menseh 'en liet Gabriël het brood houden, dat hij nog steeds in njnc hand hield. Deze dankte hein vriendelijk, en ik belhoef u niet te zeggen da', wij smakelijk ontbeten. Gij moet echter niet denken dat 't ai tijd' ellen de was, in 't geheel niet. Dikwijls hadden wij goede dagen; en daarbij weet gij niet wat een heerlijk gevoel 't is, ai's de mensohen u toe juichen en ge door uwe kunst lauweren plukt. Zoo trokken we langs berg en dal, rivieren en bosselieri, moerassen 'en velden, tot we eindelijk in Holland kwamen. Daar liepen wij de kermissen af, en deden menigmaal goede zaken. Eens dut mijn meester niet goed overlegdaan overvroegen ze je als de weerga,... niet dat ie 't niet be talen kondaar niet vanmaar nij oordeelde, dat je voor 't koopen van 'n nuis t juiste moment moesl afwachten. En dal oogenbiik was dan gekomen. Zooals gezegd met geld en goeie woor den had ie niet alleen 'n knap, fcsoenlijk huis gevonden, maar ook gedaan gekregen, dat do tegenwoordige bewoner er gauw uitging. 't Was 'n soorl villa'tje, 'n tikkie buiten de slad zoo éventjes over de grens kwam ook mooi uit van wegens de belasting. Toen de voorbereiding voor verhuizen cn al de nasleep van dien in vollen gang was kreeg meneer Uienland 'n brief van den tegenwoordigen bewoner, waarin deze hem vroeg per omgaande te willen berichten, of de telefoon soms in 't huis kon blijven dan zou hij biervan kennis geven aan 't tele- foonb.ureaudat bespaarde veel last on zoo Tien volle minuten bleef Jaap Uienland 't bnefje beslaren; tot z'n vrouw er bij kwam die dacht, dat hij met 'n puzzle bezig was wat nog niet zoo verkeerd gedacht was. Er volgde een „raad van twee" over 't al of niet accepteeren van 'l aanhol, welke raad spoedig aangroeide lot een vau twaalf, omdat des echtpaar Uieland's kroost zich ook met de oplossing vau het telefoon-vraag stuk ging bemoeien. Toen „papa" besluiteloos bleef zwijgen, zei „mama" mei 'n beetje ironie: „Of weet je soms niet, hoi je mét zoo'n lillefoon moi omgaan?" Met 'n sprong stond Jaap overeind dal liet ie zich niet zeggen „Neonéé i Iflik weet niet hoe 'k mei zoo'n ding mot omgaan! Nee-maar... nou is ie van de bakker! Nee ik zal n'.ej weten, hoe 'lcnou wou 'k je wijzer heb ben! D'r is nogal wal an, om zoo'n ding le behandelenen anders vraag je '1 tocb zekerje betaalt 'r tocb huur voor! Nou dan: Laat dat maar gerust an mijn over, hóór! 'lc Heb geen eens hulp noolig." „Nou, wat zanik je dandan neme we 'm 't Is tnerakel gemakkelijk, zoo n littefon... je lean met iedereen pralen. alles bestel je d'r mee... je vleeschje taart. je kLeereu je schoenen Er werd toen niet lang meer gepraat Want mevrouw had gesproken.... I Toen '1 huis Ueelemaal dour de woning inrichting ui orde gemaakt was, nam de fa milie Uienland haar Intrek. Ze wonen direkt in 'n ordentelijke boel komen.... cn op dc centen behoefden ze niet te kijken. Meneer Uienland (iel zich mei z'n lieele olie- en azijnstel in 'n groote auto naar 'l nieuwe huis brengen, 't Halve dorp was bii l instappen leeg geloo-penhadden zc „lijn" gevondenkoa iedereen zien, dat zo lak hadden an de lieele santcpetie-kraam. De chel van de wohiuginrichlmg sload hen op le wachten on alles te laten „keuren". Alles vond mevrouw goed behalve de electriekc schel... die von „e le groot on dan met zoo'n dikke kist van onderen d'r an's avonds in donker kon je je weer zoo'n ruimen dag gehad had, besloot hij in oene herberg, even .buiten 't dorp, zijn a acht- ■erblijf te zoeken. De gelagkamer was vol men- sc.ien toen wij binnentraden. Dc waard z.idc dat bij geen kamertje meer voor ons bad, maar dat wij, zoo wij dit verkozen, in dc solium- kon den slapen. N-u wij hadden 't wel slechter gehad. (Wcrdt vervolgd.) 't Heeft we? niet zoo heel vee', geholpen, wat ik 'de vorige week geschreven heb, maar toch wel iets. Foei, toont nu eens, da te, p?ez.cr in je Kinderkrant hebt en werkt nu eens allemaal mee. Nu is 't maar iedere week een half blad, maar ai's je allemaal nu eens je best deed en allemaal bijdragen zonU en brieven of briefkaartjes, dan konden wij bijvoorbeeld Zaterdags een heel b.ad nemen of tw-.emaal in de week een lialf blad. Onze Kinderkrant wordt gelezen van Den Helder tot Hiilegom en van de Noord- tot dc Zuiderzee; dus honderden kinderen zitten er Zaterdags of Zondags in te kijken en maar een sluk of twintig zijn er, die geregeld schrijven. Dat is toch eigenlijk treurig, vmd'en jullie ook niet Ik geloof, dat toen Oom Kcos er nog was, dat 't veel beter ging. Maar, enfin, ik weet het wel, ei zijn zoo'n massa kinderen, die wel graag zouden willen schrijven, maar die 't een reuzenwerk vinden om een brief bij elkaar te krijgen. Nu, laten die dan eeu briefkaarte schrijven. A?s zc 't maar eens geprobeerd hebben, dan doen ze 't meer, dat weet ik vast. Zoo is 't met de anderen, die me altijd schrij ven, ook gegaan. Jullie moet het maar eens aan hun vragen. Bijvoorbeeld' een Vrijdag is 't St. Jozef. Nu, dan hebben alle kinderen Zondag, hè? Verbeeld je nu eens, dat 't dien dag koud is of 't regent, zoodat je niet kunt wandelen. Nu, dan schrijf je een briefje of briefkaartje naar je oom Bernard. Je verveelt je dan niet en jc ver- i'angt nog veel meer naar de Kinderkrant, omdat je dan weet, dat er dan wat voor jou alleen in staat! Nu knoop bet maar eens goed in jc ooren, hoor. Dag OOM BERNARD. VERSTROOID. Een heel knappe professor was 's avonds bezig te studeeren. Daar ging de deur van zijr. kamer open. Zonder om te kijken riep hij: „Ik wil niet ge stoord worden, ik ben aan 't studeeren." Eer. kinderstemmetje auiwoordde: „Ik kwam u goedennaebt zeggen, vader." De professor keek niet om, maar vroeg heel vriendelijk: „Och toe, kindje, wees nu lief voor pappie en kom dat nu morgenochtend maar doen.'' DRIFTIGEN BUURMAN Daar waren eens twee buren. De eene was tig driftig en ruw en ruziezoekend. De andere v.->* kalm en vriendelijk. eige d'r wel dn bezeere as je door de gang liep. De meneer van de woninginrichting begreep 'i uieti „Gaal tij idan maar mee,.,, kan u 'I zelf zien," „Pardon, mevrouw" lachte de meneer heel vriendelijk, toen ze in de gang waren - „dat is de telefoon." „O-o-oja, da's waar ookdaar heb u gelijk in'.'t is de ti teele „Had ik al lang gezien" loog meneer Uienland. De meneer van de woninginrichting ging weg met de boodschap, dat alles naar 't zin was en dal 'r direk iemand met 't briefie most komme... meneer hield van Janije Contautje. Toen de oudste zoon de telefoon even stie- kutn wilde probeeren kreeg ie 'n pats on: z'n ooren van papa Uienland. „Je blijft 'r af met je fikken, versta jc-?" schreeuwde de vader rood-zenuwachtig. - „Als 'r hier gelillegraveerd mot worden, dan doe ik 't!" „Of ik" ketste mama baar slem er lus- schen. „Zoo, zoo... natuurlijk as jij geen kaskenade kan maken deugl 'i nietMaar 't is goedik zal wel van dat ding af blijven „Zoo bedoel ik 't niet, maar „Nee 't is al goedjij Ineens kregen ze allemaal 'n geweldige schok, alsof pardoes de bliksem was ingesla gen. Er was echter niels anders gebeurd, dan dat de telefoonschel was overgegaan. Van dat ongewone, nieuwe geluid sloeg heil de schrik ju de beenen. De oudsle zoon, Han vroeger was Hannes had zieii 't eerst hersteld en zei: „Dal is de telefoon." „Dat hoef je mijn niet te vertellen" pochte papa Uienland heup-trillend. „Nou moeder... .je had daar net zoo'n drukte'... over je tUlefoon... ga jij d'r nou maar dn staan óók!" „Ikke? Nee-niaarIk heb toch niet gezegd, dat 'lc „Zie je welnou durref je niet" sloo'.Lc papa d'r nerveus uit. „Of jij niet... da's andere thee, lie?" „Of ik niet durref? OE ik niet du...." ltrrrrrrr eer viel 'r 'n schrik-plof in Je kamer. „Daar belle ze alwéér" riep Han stoot- tachend „Wil ik somsj „Nee... néé" hijgde papa, die zich niet wou laten kennen... ,,'k zal zelf. as je moeder clan niet durreftza 'k z&lf Voorzichtig liep ie naar dc telefoon in de gang 'L heele gezin teen-schuifelende hem achterna bevend greep ie Eaar de gehoor buis lirrrrrrr Twaalf hoofden deinsden achteruit. „Hoe mot 't oolc weer... eh „U mol hallo roepenadviseerdo Han„dan krijgt u wel antwoord van die vent an de andere kant." „Halloooooooo!!"1 brulde papa dóór dc ge. oorbuis„Halloooooo!!1' mot dét Sn uw oer hou wc an dooi- as? gat pralen." i „Hou js stil" apelcop -Hallooo.oi j, wat zeg je... met wie of je spreekt? Mét mijn!! Ja... wal? Apekop? Neo, dat heb 'k niet gezegd... Met mijn jn Waar of 'k ben? Wel, hier... in me eigen huis. Q.o me mam bedoelt u;Uien» land., 'ja 'k Hoor niks. niks as ge rommel.. Wét? Hè? O! Ja j1,.. da's goed... kom maar an me huis Wat zegt io nou weer?" De persoon, die opgebeld had, nam van twee kwade zijden de beste en belde weer af Papa begreep niels var, de Ijllelonmet 'n angst-gebaar hing io ds buis weer aan den haak... Twaalf zuchten vloden de .gang inde heele avond bieef de schrik e-" nog in cn bij eik geluid dachten we, r aan 'n kuur van de UlJefon. 's Morgeus acht uur.... De familie Uienland is nog ic Jkpo rust. van de emotie van den vorigon avondi..,, Rrrrrrrr Twaalf lijven schokken in de respectie velijke legersteden overeind „Telei'ooooooorischreeuwt llAn „teielóooooioon." Huiverend stapt papa uit bed en holt bloolvoets in z'n slaap-loilet naar beneden ....d'r kou wel wat gelicurd zijn „HalloooooollJa"? Mat? Wie? 'k Versta niksSpekslager Jansen?' 't Was de slager, die om klandizie vroeg. ,,'k Weet er niks vankom maar fin huis!" Juist toen papa de Irap op v-'ilde gein, werd er opnieuw getelefoneerd. 't Was de hakker met dezelfde boodschap. Even later belde dc comestiüles-baus op en weer 'u poar seconden latei de mciklTuc'ch* ting. Papa Uienland onderging de hevigste lelz- foou-inarlelingen. Tot overmaat van ramp kwamen drie schooljongens door de spleet van de brieven bus kijken, omdat ze in de gang van T huis zoo hoorden schreeuwen. „Kijk er-is, Piettactile er een„d't staat 'r een in z'n hemd Au de teloloon." „Wil je wei 's gauw ophouder»" looidi meneer Uieland do bengels toe- Maar de telefoneereude meneer „aan di i andere kant" dachl, dat 't Jiefelijko bevtJ voor hem bedoeld was en gaf Uieulaad 'p geducht standje. I Werd 'n formeele ruzie per telefoon, ook al omdat papa Uienland den meneer m»ai half begreep. Die meneer was toevallig de chef van liet telefoon-bui-eau, die ee-nige inlichtingen noo dig liad. Hij stuurde direct 'n boodschap, da't als meneer Uienland geen fatsoenlijker gesprek ken kon voeren, hij de telefoon zou talen weghalen. Papa Uienland bood den boodschapper honderd gulden, als dat weghalen no\g bin nen 't half uur gebeurde, ff) G. N. Nu kwam de koe van den driftige nog ai' rens uit de weide en liep dan door den 'uin var. den kalme. De driftige wilde de afsluiting rond de weide maar niet verbeteren. Op een keer geb.urde het weer. 't Geduid van den kalme was bijna ten einde. Hij wilde den driftige een standje schoppen, maar hij overwon zich opnieuw. Hij ving de k'oe, bracht hem naar zijn d-riftigen buurman en zei kai'm- „Buurman, 'bier is opnieuw je koe. ais ik baar weer in mijn tuin vind.... „Nu, dat dan," zei de driftige, die direct booze gedachten bad en zelf niets verdragen kon. .dan zal ik ze weer aan jc terugbrengen", zei de kalme. Dat trof den driftige. En 's avonds laat en den volgenden morgen vio.g verbeterde hij de afsluiting en harkte buurman's tuin netjes aan. Om van ons ruil- en vcrzamelhoekje gebru k te maken, zendt men mij maar 'n briefje waar- ra duidelijk geschreven staat, wat men wenscht, met volledigen naam en adres. Dan zet ik dat in de Kinderkrant en de verzamelaartjes weten dan waar ze elkaar kunnen vinden. De briefjes moeten in enveloppe gezonden worden AAN DE REDACTIE VAN DE KINDERKRANT N A S S A U L A A N 49, HAARLEM. Ik heb 140 Kwatta.SoJdaatjcs, 14 Mono- poltlioe-plaatjes. 30 Sunlichtzeepstrookjcs en 31 Verkade-bons, welke ik wil ruilen voor van Dijk's-bonneii, ik geef I soldaatje of 1 pi'aatje voor I bon. Wim Goemaus, Rijksstraatweg 16, Schoten bij Haarlem. - Ik wil Iris- of Vcrschure-plaatjes ruilen voor postzegels van Noorwegen en Zweden. Ik heb 29 plaatjes, 1 om 1. Mijn adres is: J. Jansen, ZwarteveJd, Zand- voort. Ik heb 7 postzegels van Zwitserland, 24 van Duitschland, 20 van Oostenrijk, 14 van Engeland, 12 van Italië, n van N. Indië, ri van Frankrijk, io van Amerika, 10 van Beieren, 12 van Belgic, 4 van Wurtemburg, 1 van Straat- stetei'ems, 2 van Hongarijë, 9 van Zweden, 6 van Denemarken, 4 van Japan, 3 van Noorwegen, 2 van Brazilië, van Rusland, 5 van Canada, 5 van Egypte, 2 van Saxsen, 2 van Luxemburg, 2 van Portugal, 1 van Slovenska, I van Trans vaal, 2 van Eng. Indië, 1 van Bulgarijë 3 vau Spanje en 1 van Roemennië, die ik ruilen wil' voor andere vreemde postzegels. Jan I-'ias, Poyglop 5, Alkmaar. Ik zou willen ruilen Vechtplaaljes, de Nos. 48 128 54 86 132 44 38 49 57 100 ié 123 138 129 143 to: 114. IJselp'aatj:s Nos. 120, 63 131 113 104 71 134 56 141 97 124 137 139 '32 14-J 53 84 136 107 142 138 2 122 41 20 6r. Naardeimeer- pi'aatjes "No. 138 105 116 27 142 70 94 22 121 96 66 112 in 3 8 6s 1. Bonte Wei-plaatjes No. 16 97 46 Co 38 67 92 68 80 81 99. Friesland- plaatjes No. 16 17 6r 85. Blonde duinen, No. 134. Winter No. 77. Zomer No. 84, 141. Lente 5r. 77. 't Maanmannetje No. 121 en 156 en 12 strookjes van zulke plaatjes. Dat alles wil ik ruilen voor Kwatta-«V-laatje* of Watersnood-plaatjes, 1 om 1. Mijn adres i» Mina de Haan, Ged. Turfhavei 76, Hooru. Ik wil Watersnoodplsaties van 1916 uit d/ Terwee's Thee ruiiien voor posizegrls van Ned Ind. Nos. 18, 23, 24 41 en 66. Ooi vreemde postzegels voor vreeuvle postzegels. IV heb dubbele: 1 van Amerika, van Beieren, van Duitschland en 1 van Belg I om 1. Mijl adres is J. Jansen, Zwartevetó', Zandvoort. Ik heb 60 vrecnjidie postzegels, die j> wil wisselen voor 100 Kwatfa-soldanjes Mijn adres is; Cato Nieuwenhoren, Ged Oude Gracht 126 Haarlem. Lue Bte Haarlem, ja boor, i'k heb mijn Duitsch nichtje al zoo lang gemast Ik dacht eigenlijk, dal je weer naar jv Heimat terug was. Maar nu zie ik, dat je ee.g altijd sa Haarlem bent. Wat zal dat lastig zou r.è, si* je weer thuis bent en je kent geen Duitsch meer Maar dat lrert weer gauw aan. 't Js anders jam-nier, dat ie geen prijs gewonnen hebt hè» Je oplossing was goed, maar met <i« verloting was het :nis. Enfin, den volgenden keer. En nu duurt T zeker niet zoo heel erg l'.ng, weï? voo- je weer schrijft. Dag Liz-? j\ de M. te Beeruter. Ik ben blij, dat IV ook blij bent cn ik hoop maa-, dat ik je om volgenden keer weer b'nj kan maken. En nu. maar goed leeren b:j de Zusters hoor, 200 hard. dat je ze 't vol'gend jaar heelemaal dc baas bent. Marie IV. te Den Helder. Je zu:t van cfe week wel tevreden zijn mee jc brief, is 't niet? Daarom zal ik 't hier maar bij laten. Groeten ran al d' Hclóersche nichtjes hoor! Martiia D. te Den Helder. )t bent in je schik met je inkstel? Nu ik hoop maar, dat je er nog dikwijls je pen in zult doopen, om mij te schrijven. Ik voor mij heb wel graag, da» je m: steeds blijft schrijven en h;t b. n,e oak niiets te veel om je steedjs te antwoorden Waar, 't wordf zoo duur, hè? -cn daarom 21e je maar hoor. Je schrijft dan maar net zoo dikwijls ars je pen 'f goed vindt. Heeft Maria ie al iets veter Ld van baar brief? Ja? Maar dat Muit een geheim tusscheu mij eu mijn drie Hek1er«öhe vriendin, netjes, hè? Dag! Caloolje ti. te Haarlem, Corri V. te Schermer* horn. Arte KI. te Heiloo. Jozef vm S. te Haar lem. Veel plezier met jullie plijzeil en de-i vok gend'en keer maar weer probeeren, misachten zijt juihie dan weer zoo gelukkig. Grietje V. te Nieuw-Vetmef. Jij veidiem ook wel een extra briefje, want ie heb: mij zoo'l iangen brief geschreven van de ive«<c Ik kend( je nog wel hoor. Hieel beat Ook zag ik hei ai direct aan Je inkt.Hoe gaa' 't mss je moeder? Ik kan me zoo echt iiui; ni.en, hoe druk ie t ge had liebt. Je moei die harteAjtce groeten aan a' ie broertics en zusjes doen, maar zorgen, da# 't ai-lemaai neefje» en nichtjes v*n me worden; Behalve Thon-ia natuurlijk, die woidt zoo zoetjes aan te groot. Nu Grietje, ik' hoop, dat je nc\ eens gauw schrijft en beterschap met je tante iv Indië. Ik zal een Weesgegroetje voor haar bi4 den hoor. expres, omdat 't de tante van mij# nichtje is. Dag!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 5