rWEEDE BLAD
IliMRANT1
Kroniek van de Week.
De gemakkelijke telefoon.
OM DEN HAARD
GRAPJES-
WIE WIL RUILEN.
ZATERDAG 13 MAART 1920
ONZE BRIEVENBUS
BESPOTTING MET CARLOLINEOM.
Nu hel bijzonder zachte weer de ontwikkeling
der knoppen van allerlei hoornen en struiken in
liooge male heell bevorderd, moeien do be-
spuitingen met carbalineum, die door den Phy-
lopathologischen dienst worden aangeraden, vroe
ger geëindigd zijn, dan bij meer normale
weersgesteldheid noudig was. Verscheidens pcre-
cn pruimeboomen, zoomede j,essen- en rozen
struiken hebben reeds ver ontwikkelds knop
pen. Als regel geldt, dat al.een met earboiinsum
gespoten mag worden, als de knoppen n )g in
rust zijn. Hoewel in de praktijk meermalen
zonder eenig bezwaar knoppen in een meer
gevorderden onlwikkelingstoesland z-n bespo
ten, mag daarvan zeer zeker geen regel gemaakt
worden en noodzaakt de weersgesle.d.ieid dus
nu tot voorzichtigheid. Vooral bij de bespuiting
van bessen- en rozenstruiken en van pere
en pruimeboomen moet me.i er zich teken-
schap van geven, of de ontwinxeling der knop
pen een zoodanige bespuiting n )g toelaat. Voor
pe.zikboomen is liet tijdstip voor bespuiling
reeds lang voorbij. Appelboomen kunnen echter
img voorloopig met carholineum behandeld
worden.
ELECTR1SCII SCHEREN.
In Missouri is een electriseh scheer-apparaat
grccnsinieeru, dal het voordeel biedt een over-
ctiMslaan der baardharen te bevorderen en
tildes hel scheren gemakkelijk te maken. Door
ten êlecl-isciien draad .werden induclie-stroo-
{nen dioor het scheermes geieid en ds contact
glas t wordt door een riem aan het handgewricht
bevestigd, terwijl de inductierol met een bat
terij in verbinding staat. De electrischo stroom
brengt spiei-samentrekkingen teweeg, waardoor
tfe haren 'e berge rijzen!
NIEUWE DIAMANTVELDEN ONTDEKT.
Volgens een bericht uit Johannisberg zijn
er reusachtige diamantvelden ontdekt in Zu d
west-AIrika. Een waterlooze en bodemlooze
v/oeslijn bij Fi< rings, in Betschuanenland, is
het oord dezer ontdekkingen. Stroomen awn
luriars zijn reeds opgetrokken om in dit gebied
ft vu» geluk te beproeven.
WIE BEHOORT TOT HET
..GEWONE VOLK?"
Do Italiaansche graal Bajnati heeft aitn de
'Amenkaaasche stad Providence (Rhojlc Is-
'*nid) een legaat van 10.000 dollar gemaakt,
waarvan de rente bestemd is om jaarlijks ven
huwbaar meisje uit „het gewone volk" ten uiizel
te geven. De graai was gehuwd met een dochter
«lezer stad en het huwelijk was buitengewoon
gelukkig, vandaar hel legaat Hij heeft echter
«.iet deze bepaling een moeilijke kwestie opge
worpen. Imm rs w.u is het „gewone volk?'
-Sommigen mee run dat teder meisje dor goe-
jb stad Providence recht heeft op den uitzet,
aangezien de Unie staat in het feeken der vrij-
De geschiedenis van PoiSux.
(Vervolg.)
Toen verliet ik het graf, wierp er rog een
fcats'en blik op, en ging weer. even stii' als ik
fekomen was naar mijn mand in huis.
Met zonropgang aanvaardden Gabriël, Mignon
(zoo heette de marmot) en ik de reis, en van
dien tijd was 't uit met 't zachte juk van Jcan-
uette's dienst" ik moest sjouwen voor mijn
brood. Gij, Snor, hebt zoo even mij benijd om
't kalme leven dat ik nu heb, vergeleken bij 't
werken dat gij'ieuen doet; maar uw i'ot is beter
dan 't mijne ui mijne jeugd geweest is. Als gij
's avonds thuis komt, kunt gij er van verzekerd
lijn, dat Kees, de knecht, uw voedsel klaar gezet
en uw hok voorzien heeft van slroo, terwijl
't mij iu dien tijd' dikwijls gebeurde dat ik moe
en hongerig op de eene of andere vreemde plaats
aankwam en zonder eten naar mijn brits ging.
Ge zui't nieuwsgierig zijn te weten hoe dat
kwam: wel, dat zal ik u verteilen.
Gabriël, Mignon en ik trokken van dorp tol
dorp, en somtijds deden wij ook grootere en
kleinere steden aan. In al die dorpen en steden,
waar dikwijls jaarmarkt was, of ook wel voor
Je boerenhofsleden die wij langs gingen, maakt;
JabricI halt en gaf eene voorstelling. Dan moes
ten Mignon en ik onze kunsten vertoonen, terwijl
labriël liedjes zong en op de fluit speelde. Na
dé voorstelling nam ik een blikken bakje in
mijn bek, en ging bij de omstanders rond. Die
wisten dan. dat zij in den zak moesten tasten
om ons te beloonen voor onze moeite.
Dit laatste kunstje had GrabricI mij geleerd, en
dikwijls brachten wij zoo doende het noodige
bijeen voor ons voedsel en nachtverblijf. Eens
was er onder de toeschouwers een dametje met
hare mama, die had zooveel pleizier in ons, dat,
•toen ik met 't bake bij haar kwam, zij er e'cn
groot stuk geld1 in wierp. Grabriël bedankte baar
en kocht er mij een stel klceren voor. Ik kreeg
eene soldaten,muts op en een rood buisje aan,
mooi genoeg.
Maar niet altijd baalden wij wat op. Soms
Was de verdienste zoo gering, dat wij ons met
een sni-lrje droog brood moesten vergenoegen,
pn de jonge haas geen geld had' om eer: nacht
verblijf te betalen. Liet dc een of ander» boer
oru niet voor niets in zijne schuur slapen, dan
Vaclxen wij den nacht onder der. blooten hemel
door. Als 't regende waren er slechts weinige
menschen op straat, en die er waren hadden
geen tijd of lust om naar ons e kijken, en zoo
Icwamen er wel eens dagen, dat wij zelfs gc'cn
tbnogc bete hadden. Dit moet ik echter van
<_rr»briëi zeggen, dat hij een goed meester was en
«11e* eerlijk uiet ome deelde; nooit zou hij iets
Sten, tl* h(J ons uiet eerst verzorgd' had. Ge
kunt begrijpen hoeveel ik' daarom var, hem hield.
Eene echter heb ik hem erg boos op mij ge-
«ien, «n dat heef: zoo'n indruk op mij gemaakt,
d« Ik voortaan zorgde, dat hij 't nooit meer
V<vd He: was eeri-gc dagen lang bee! schraal
heid, gelijkheid en broederschap (in <1:1 geval
zusterschap). Zelfs de autoriteiten rillen met
dit geval verlegen. „Immers" zeg! eeu der
burgervaderen, „ten smid uit mijn fabriek', dit
60 dollars per week ioon krijg!, behoort
lol hel „gewone volk" en mijn hoc-khouder,
die 20 dollars salaris per week geide!, behoort
er niet toe."
NIEUWE ONDERZOEKINGEN
OMTRENT HET MISDADIGERSTYPE.
Een commissie van Engelsche gevangen',s-
arlsen houdt zich sedert 1902 bezig me. ecu
onderzoek naar het zg. tnisdadigerslype bij
mc&r dan 3C00 gevangenen. Prof. Pearson eit
Dr. Goring doelen als hun conclusie mede.
dat men niet kan spreken van een bepaald
misdadigerstype; wel vertoonen de gevangenen
veelal degeneiatie-verschijnsolan, die men éch-
ler bij een even groot aanlal brave burgers
kan opmerken. Vooris heeft de erfelijkheid groo-
leri nvloed van het millieu. Hel eeuig-e wat
bepaald kan worden is, dal d even en brand
stichters meestal kleiner zijn dan andere mis
daaigers en dannormale mensehen.
„Meneer" Uienland sinds do laatste paar
jaar liel hij zich „meneer" noemenvroe
ger was 't Jaap Uienland had voor veel
geld en wat goeie woorden eindelijk z'n zin
gekregen.
Maanden en maanden had ie al in de stad
rondgekeken naar 'n geschikt „heerenhuis
voor hem en z'n lieele olie- en azijnstel.
Hij wou en zou naar slad.
Niet alleen omdat ie 't ruimschoots kon
doen, al waren 't zestig huizen maar
't beviel 'm in 't kleine „achteraffe-dorpje''
niet ju eer.
De jovialiteit onder vrienden en bekenden
was gaandeweg minder geworden, vond ie.
Dat was natuurlijk „de kilt" onder die lui
omdat hij, zocals ze dat noemen, 'n flink
zoodje O.W. had gemaakt en zich dingen
kon veroorloven, waar '1 lieele dorp nog
niet aan kon ruiken! Had je altijd als je n
beetje in de hoogere beweging kwam te zit
ten! Dan werd iedereen jalocrseli op jc.
En daarom wou ie in de stad gaan wónen.
„Mevrouw Uienland" sinds de laatste
paar jaar liet zc zich mevrouw noemen
vroeger was T „Mie van Jaap Uienland" -
vei-langde ook erg naar 'n andere „ullasieer".
't Was in dat kleine, alles-vau-clliaar-weten-
dorp zoo eclil ongemakkelijk geworden
met costumes, noeden en meubels en zoo-
voor elk kissebissie most je naar die stad.
En ook al om de omgang met '1 mindere
soort van vol„je kon geen nieuw dinge
tje an hebben ol ze zogen 't zoowal met
hun oogen van je lijf af'.... Of '1 'n heele
bizonderheid wasas je ééns in de maand
'n nieuw mantelpak, 'n paar hoeden, 'n poos
en 'n mof (Inschatte. Dc menschies hier wa
ren nou gewojnweg niels gewend
Maar nu zou 't er toch van komen. Me
vrouw Uienland had er lang op aangedron
gen om 'n ilinke „havertensio" te plaatsen
om 'n huis te koop. Maar meneer vond dal
Tgeweest met onze verdienste; 's ochtends hac!
Gabriël zijn laatste geld voor ons ontbijt besteed,
maar bij schepte goeden moed, want 's avonds
zouden wij een groot dorp bereiken en, daar 't
weder ■buitengewoon mooi was, zoud'en wij meer
an genoeg bekijks hebben. Maar wat wilde 't
'geluk? alle menschen waren aan 't oogsten,
niemand had tijd of gelegenheid. Tegen den
avond waren we even platzak als s ochtends en
hadden niets om te eten; dat was hard, vooral
na den grooten marscli dien wij gemaakt had
den. Wij brachten den nacht door onder 't af
dak van een schuurtje, en door vermoeienis uit
geput sliepen wij spoedig in, niettegenstaande
onzen honger, 's Ochtends werd ik wakker met
een akelig leeg gevoel m mijn maag. Tegenov.r
mij zag ik een bakkerswinkel'. Ik wist, dat wat
ik nu ging doen, slecht was, maar toch deed ik
't, wan-i honger is een scherp zwaard. Er was
op dac oogenbli-k niemand in den vvink.l. Ik zag
mijn kans schoon, sprong op oe toonbank, haalde
er een brood af, en droeg liet in mijn bek naar
Gabriël.
Deze, die nu eerst wakker werd en dadelijk
begreep wat ik gedaan had, rukte mij 't brood
uit den mond en zeide. „Polïux, je benit een gc-
meene hond, zulke dingen mag je nooit weer
doen, dat heet men stelen, d'enk er aan poedeltje,
eerlijk duurt 't langst, en opdat je dit nooit ver
geten moogt, zal ik ie eens even wat memorie-
kruid toedienen'.'.- Hij nam een stok en sloeg mij
zoo hard, dat ik begon te janken, 't Was echter
eene goede Les, en ik vergat ze van mijn leven
ii iet.
Gabriël nam 't brood en ging den winkel bin
nen. Op zijn geroep kwam de bakker, met een
wit schort voor, zoo uit de bakkerij. „Baas
zeide mijn meester, nadat hij 't gebeurde ver
teld had, „bier hebt ge den zondaar (want hij
had mij aan een tou-.v) en straf hem nu maar
zoo ongenadig als gij zelf wilt.
Nu, ik b.efde van angst toen ik dat hoorde,
want de bakker was een groote, zware kerel en
had zeker de noodige kracht in zijn knuisten.
Maar ik kwam met een enkelen schop vrij, en
hoorde toen aaiidaölitig wat zij verder bespra
ken.
„Als gij dat beest wat meer eten gaaft,
kereltje, dan zou het zeker niet stelen,'' zeide
de bakker.
Gabrië? kreeg do tranen in de oogen en ant
woordde
„Och baas, we nebben sinds gisterenochtenid
mets gegeten en ik heb geen centime op zak. 1
Hoe wil ik mijne beesten te eten geven, als ik
zelf niets heb?"
De bakker zette groote oogen op toen hij
dit hoorde; hij was een goedhartig menseh 'en
liet Gabriël het brood houden, dat hij nog steeds
in njnc hand hield. Deze dankte hein vriendelijk,
en ik belhoef u niet te zeggen da', wij smakelijk
ontbeten.
Gij moet echter niet denken dat 't ai tijd' ellen
de was, in 't geheel niet. Dikwijls hadden wij
goede dagen; en daarbij weet gij niet wat een
heerlijk gevoel 't is, ai's de mensohen u toe
juichen en ge door uwe kunst lauweren plukt.
Zoo trokken we langs berg en dal, rivieren en
bosselieri, moerassen 'en velden, tot we eindelijk
in Holland kwamen.
Daar liepen wij de kermissen af, en deden
menigmaal goede zaken. Eens dut mijn meester
niet goed overlegdaan overvroegen ze
je als de weerga,... niet dat ie 't niet be
talen kondaar niet vanmaar nij
oordeelde, dat je voor 't koopen van 'n nuis
t juiste moment moesl afwachten.
En dal oogenbiik was dan gekomen.
Zooals gezegd met geld en goeie woor
den had ie niet alleen 'n knap, fcsoenlijk huis
gevonden, maar ook gedaan gekregen, dat do
tegenwoordige bewoner er gauw uitging.
't Was 'n soorl villa'tje, 'n tikkie buiten
de slad zoo éventjes over de grens
kwam ook mooi uit van wegens de belasting.
Toen de voorbereiding voor verhuizen cn
al de nasleep van dien in vollen gang was
kreeg meneer Uienland 'n brief van den
tegenwoordigen bewoner, waarin deze hem
vroeg per omgaande te willen berichten, of
de telefoon soms in 't huis kon blijven
dan zou hij biervan kennis geven aan 't tele-
foonb.ureaudat bespaarde veel last on
zoo
Tien volle minuten bleef Jaap Uienland
't bnefje beslaren; tot z'n vrouw er bij kwam
die dacht, dat hij met 'n puzzle bezig was
wat nog niet zoo verkeerd gedacht was.
Er volgde een „raad van twee" over 't al
of niet accepteeren van 'l aanhol, welke
raad spoedig aangroeide lot een vau twaalf,
omdat des echtpaar Uieland's kroost zich
ook met de oplossing vau het telefoon-vraag
stuk ging bemoeien.
Toen „papa" besluiteloos bleef zwijgen, zei
„mama" mei 'n beetje ironie: „Of weet je
soms niet, hoi je mét zoo'n lillefoon moi
omgaan?"
Met 'n sprong stond Jaap overeind
dal liet ie zich niet zeggen
„Neonéé i Iflik weet niet hoe
'k mei zoo'n ding mot omgaan! Nee-maar...
nou is ie van de bakker! Nee ik zal n'.ej
weten, hoe 'lcnou wou 'k je wijzer heb
ben! D'r is nogal wal an, om zoo'n ding le
behandelenen anders vraag je '1 tocb
zekerje betaalt 'r tocb huur voor! Nou
dan: Laat dat maar gerust an mijn over,
hóór! 'lc Heb geen eens hulp noolig."
„Nou, wat zanik je dandan neme
we 'm 't Is tnerakel gemakkelijk, zoo n
littefon... je lean met iedereen pralen.
alles bestel je d'r mee... je vleeschje
taart. je kLeereu je schoenen
Er werd toen niet lang meer gepraat
Want mevrouw had gesproken.... I
Toen '1 huis Ueelemaal dour de woning
inrichting ui orde gemaakt was, nam de fa
milie Uienland haar Intrek. Ze wonen direkt
in 'n ordentelijke boel komen.... cn op dc
centen behoefden ze niet te kijken.
Meneer Uienland (iel zich mei z'n lieele
olie- en azijnstel in 'n groote auto naar 'l
nieuwe huis brengen, 't Halve dorp was bii
l instappen leeg geloo-penhadden zc
„lijn" gevondenkoa iedereen zien, dat
zo lak hadden an de lieele santcpetie-kraam.
De chel van de wohiuginrichlmg sload hen
op le wachten on alles te laten „keuren".
Alles vond mevrouw goed behalve de
electriekc schel... die von „e le groot
on dan met zoo'n dikke kist van onderen
d'r an's avonds in donker kon je je
weer zoo'n ruimen dag gehad had, besloot hij
in oene herberg, even .buiten 't dorp, zijn a acht-
■erblijf te zoeken. De gelagkamer was vol men-
sc.ien toen wij binnentraden. Dc waard z.idc
dat bij geen kamertje meer voor ons bad, maar
dat wij, zoo wij dit verkozen, in dc solium- kon
den slapen. N-u wij hadden 't wel slechter gehad.
(Wcrdt vervolgd.)
't Heeft we? niet zoo heel vee', geholpen, wat
ik 'de vorige week geschreven heb, maar toch
wel iets. Foei, toont nu eens, da te, p?ez.cr in
je Kinderkrant hebt en werkt nu eens allemaal
mee.
Nu is 't maar iedere week een half blad, maar
ai's je allemaal nu eens je best deed en allemaal
bijdragen zonU en brieven of briefkaartjes, dan
konden wij bijvoorbeeld Zaterdags een heel b.ad
nemen of tw-.emaal in de week een lialf blad.
Onze Kinderkrant wordt gelezen van Den
Helder tot Hiilegom en van de Noord- tot dc
Zuiderzee; dus honderden kinderen zitten er
Zaterdags of Zondags in te kijken en maar een
sluk of twintig zijn er, die geregeld schrijven.
Dat is toch eigenlijk treurig, vmd'en jullie ook
niet Ik geloof, dat toen Oom Kcos er nog was,
dat 't veel beter ging.
Maar, enfin, ik weet het wel, ei zijn zoo'n
massa kinderen, die wel graag zouden willen
schrijven, maar die 't een reuzenwerk vinden
om een brief bij elkaar te krijgen.
Nu, laten die dan eeu briefkaarte schrijven.
A?s zc 't maar eens geprobeerd hebben, dan doen
ze 't meer, dat weet ik vast.
Zoo is 't met de anderen, die me altijd schrij
ven, ook gegaan. Jullie moet het maar eens aan
hun vragen.
Bijvoorbeeld' een Vrijdag is 't St. Jozef.
Nu, dan hebben alle kinderen Zondag, hè?
Verbeeld je nu eens, dat 't dien dag koud is of
't regent, zoodat je niet kunt wandelen. Nu, dan
schrijf je een briefje of briefkaartje naar je
oom Bernard. Je verveelt je dan niet en jc ver-
i'angt nog veel meer naar de Kinderkrant, omdat
je dan weet, dat er dan wat voor jou alleen in
staat!
Nu knoop bet maar eens goed in jc ooren,
hoor. Dag
OOM BERNARD.
VERSTROOID.
Een heel knappe professor was 's avonds bezig
te studeeren.
Daar ging de deur van zijr. kamer open.
Zonder om te kijken riep hij: „Ik wil niet ge
stoord worden, ik ben aan 't studeeren."
Eer. kinderstemmetje auiwoordde: „Ik kwam
u goedennaebt zeggen, vader."
De professor keek niet om, maar vroeg heel
vriendelijk: „Och toe, kindje, wees nu lief voor
pappie en kom dat nu morgenochtend maar
doen.''
DRIFTIGEN BUURMAN
Daar waren eens twee buren. De eene was tig
driftig en ruw en ruziezoekend. De andere v.->*
kalm en vriendelijk.
eige d'r wel dn bezeere as je door de gang
liep.
De meneer van de woninginrichting begreep
'i uieti
„Gaal tij idan maar mee,.,, kan u 'I
zelf zien,"
„Pardon, mevrouw" lachte de meneer
heel vriendelijk, toen ze in de gang waren -
„dat is de telefoon."
„O-o-oja, da's waar ookdaar
heb u gelijk in'.'t is de ti teele
„Had ik al lang gezien" loog meneer
Uienland.
De meneer van de woninginrichting ging
weg met de boodschap, dat alles naar 't zin
was en dal 'r direk iemand met 't briefie
most komme... meneer hield van Janije
Contautje.
Toen de oudste zoon de telefoon even stie-
kutn wilde probeeren kreeg ie 'n pats on:
z'n ooren van papa Uienland.
„Je blijft 'r af met je fikken, versta jc-?"
schreeuwde de vader rood-zenuwachtig. -
„Als 'r hier gelillegraveerd mot worden, dan
doe ik 't!"
„Of ik" ketste mama baar slem er lus-
schen.
„Zoo, zoo... natuurlijk as jij geen
kaskenade kan maken deugl 'i nietMaar
't is goedik zal wel van dat ding af
blijven
„Zoo bedoel ik 't niet, maar
„Nee 't is al goedjij
Ineens kregen ze allemaal 'n geweldige
schok, alsof pardoes de bliksem was ingesla
gen. Er was echter niels anders gebeurd, dan
dat de telefoonschel was overgegaan. Van
dat ongewone, nieuwe geluid sloeg heil de
schrik ju de beenen.
De oudsle zoon, Han vroeger was
Hannes had zieii 't eerst hersteld en zei:
„Dal is de telefoon."
„Dat hoef je mijn niet te vertellen"
pochte papa Uienland heup-trillend. „Nou
moeder... .je had daar net zoo'n drukte'...
over je tUlefoon... ga jij d'r nou maar dn
staan óók!"
„Ikke? Nee-niaarIk heb toch niet
gezegd, dat 'lc
„Zie je welnou durref je niet"
sloo'.Lc papa d'r nerveus uit.
„Of jij niet... da's andere thee, lie?"
„Of ik niet durref? OE ik niet du...."
ltrrrrrrr
eer viel 'r 'n schrik-plof in Je kamer.
„Daar belle ze alwéér" riep Han stoot-
tachend „Wil ik somsj
„Nee... néé" hijgde papa, die zich niet
wou laten kennen... ,,'k zal zelf. as je
moeder clan niet durreftza 'k z&lf
Voorzichtig liep ie naar dc telefoon in de
gang 'L heele gezin teen-schuifelende hem
achterna bevend greep ie Eaar de gehoor
buis
lirrrrrrr
Twaalf hoofden deinsden achteruit.
„Hoe mot 't oolc weer... eh
„U mol hallo roepenadviseerdo
Han„dan krijgt u wel antwoord van die
vent an de andere kant."
„Halloooooooo!!"1 brulde papa dóór dc
ge. oorbuis„Halloooooo!!1'
mot dét Sn uw oer hou wc an dooi- as?
gat pralen." i
„Hou js stil" apelcop -Hallooo.oi j,
wat zeg je... met wie of je spreekt? Mét
mijn!! Ja... wal? Apekop? Neo, dat heb 'k
niet gezegd... Met mijn jn Waar of
'k ben? Wel, hier... in me eigen huis.
Q.o me mam bedoelt u;Uien»
land., 'ja 'k Hoor niks. niks as ge
rommel.. Wét? Hè? O! Ja j1,.. da's
goed... kom maar an me huis Wat zegt
io nou weer?"
De persoon, die opgebeld had, nam van
twee kwade zijden de beste en belde weer
af
Papa begreep niels var, de Ijllelonmet
'n angst-gebaar hing io ds buis weer aan den
haak... Twaalf zuchten vloden de .gang
inde heele avond bieef de schrik e-" nog
in cn bij eik geluid dachten we, r aan 'n
kuur van de UlJefon.
's Morgeus acht uur....
De familie Uienland is nog ic Jkpo rust.
van de emotie van den vorigon avondi..,,
Rrrrrrrr
Twaalf lijven schokken in de respectie
velijke legersteden overeind
„Telei'ooooooorischreeuwt llAn
„teielóooooioon."
Huiverend stapt papa uit bed en holt
bloolvoets in z'n slaap-loilet naar beneden
....d'r kou wel wat gelicurd zijn
„HalloooooollJa"? Mat? Wie? 'k Versta
niksSpekslager Jansen?'
't Was de slager, die om klandizie vroeg.
,,'k Weet er niks vankom maar fin
huis!"
Juist toen papa de Irap op v-'ilde gein,
werd er opnieuw getelefoneerd.
't Was de hakker met dezelfde boodschap.
Even later belde dc comestiüles-baus op en
weer 'u poar seconden latei de mciklTuc'ch*
ting.
Papa Uienland onderging de hevigste lelz-
foou-inarlelingen.
Tot overmaat van ramp kwamen drie
schooljongens door de spleet van de brieven
bus kijken, omdat ze in de gang van T
huis zoo hoorden schreeuwen.
„Kijk er-is, Piettactile er een„d't
staat 'r een in z'n hemd Au de teloloon."
„Wil je wei 's gauw ophouder»" looidi
meneer Uieland do bengels toe-
Maar de telefoneereude meneer „aan di i
andere kant" dachl, dat 't Jiefelijko bevtJ
voor hem bedoeld was en gaf Uieulaad 'p
geducht standje.
I Werd 'n formeele ruzie per telefoon, ook
al omdat papa Uienland den meneer m»ai
half begreep.
Die meneer was toevallig de chef van liet
telefoon-bui-eau, die ee-nige inlichtingen noo
dig liad.
Hij stuurde direct 'n boodschap, da't als
meneer Uienland geen fatsoenlijker gesprek
ken kon voeren, hij de telefoon zou talen
weghalen.
Papa Uienland bood den boodschapper
honderd gulden, als dat weghalen no\g bin
nen 't half uur gebeurde, ff)
G. N.
Nu kwam de koe van den driftige nog ai' rens
uit de weide en liep dan door den 'uin var. den
kalme. De driftige wilde de afsluiting rond de
weide maar niet verbeteren.
Op een keer geb.urde het weer. 't Geduid van
den kalme was bijna ten einde. Hij wilde den
driftige een standje schoppen, maar hij overwon
zich opnieuw. Hij ving de k'oe, bracht hem naar
zijn d-riftigen buurman en zei kai'm- „Buurman,
'bier is opnieuw je koe. ais ik baar weer in mijn
tuin vind....
„Nu, dat dan," zei de driftige, die direct booze
gedachten bad en zelf niets verdragen kon.
.dan zal ik ze weer aan jc terugbrengen",
zei de kalme.
Dat trof den driftige.
En 's avonds laat en den volgenden morgen
vio.g verbeterde hij de afsluiting en harkte
buurman's tuin netjes aan.
Om van ons ruil- en vcrzamelhoekje gebru k
te maken, zendt men mij maar 'n briefje waar-
ra duidelijk geschreven staat, wat men wenscht,
met volledigen naam en adres. Dan zet ik dat
in de Kinderkrant en de verzamelaartjes weten
dan waar ze elkaar kunnen vinden.
De briefjes moeten in enveloppe gezonden
worden AAN DE REDACTIE VAN DE
KINDERKRANT N A S S A U L A A N 49,
HAARLEM.
Ik heb 140 Kwatta.SoJdaatjcs, 14 Mono-
poltlioe-plaatjes. 30 Sunlichtzeepstrookjcs en 31
Verkade-bons, welke ik wil ruilen voor van
Dijk's-bonneii, ik geef I soldaatje of 1 pi'aatje
voor I bon.
Wim Goemaus, Rijksstraatweg 16, Schoten bij
Haarlem.
- Ik wil Iris- of Vcrschure-plaatjes ruilen
voor postzegels van Noorwegen en Zweden. Ik
heb 29 plaatjes, 1 om 1.
Mijn adres is: J. Jansen, ZwarteveJd, Zand-
voort.
Ik heb 7 postzegels van Zwitserland, 24
van Duitschland, 20 van Oostenrijk, 14 van
Engeland, 12 van Italië, n van N. Indië, ri van
Frankrijk, io van Amerika, 10 van Beieren, 12
van Belgic, 4 van Wurtemburg, 1 van Straat-
stetei'ems, 2 van Hongarijë, 9 van Zweden, 6 van
Denemarken, 4 van Japan, 3 van Noorwegen, 2
van Brazilië, van Rusland, 5 van Canada, 5
van Egypte, 2 van Saxsen, 2 van Luxemburg,
2 van Portugal, 1 van Slovenska, I van Trans
vaal, 2 van Eng. Indië, 1 van Bulgarijë 3 vau
Spanje en 1 van Roemennië, die ik ruilen wil'
voor andere vreemde postzegels.
Jan I-'ias, Poyglop 5, Alkmaar.
Ik zou willen ruilen Vechtplaaljes, de Nos. 48
128 54 86 132 44 38 49 57 100 ié 123 138 129
143 to: 114. IJselp'aatj:s Nos. 120, 63 131 113
104 71 134 56 141 97 124 137 139 '32 14-J 53
84 136 107 142 138 2 122 41 20 6r. Naardeimeer-
pi'aatjes "No. 138 105 116 27 142 70 94 22 121
96 66 112 in 3 8 6s 1. Bonte Wei-plaatjes No.
16 97 46 Co 38 67 92 68 80 81 99. Friesland-
plaatjes No. 16 17 6r 85. Blonde duinen, No. 134.
Winter No. 77. Zomer No. 84, 141. Lente 5r. 77.
't Maanmannetje No. 121 en 156 en 12 strookjes
van zulke plaatjes. Dat alles wil ik ruilen voor
Kwatta-«V-laatje* of Watersnood-plaatjes, 1 om
1. Mijn adres i» Mina de Haan, Ged. Turfhavei
76, Hooru.
Ik wil Watersnoodplsaties van 1916 uit d/
Terwee's Thee ruiiien voor posizegrls van Ned
Ind. Nos. 18, 23, 24 41 en 66. Ooi
vreemde postzegels voor vreeuvle postzegels. IV
heb dubbele: 1 van Amerika, van Beieren,
van Duitschland en 1 van Belg I om 1. Mijl
adres is J. Jansen, Zwartevetó', Zandvoort.
Ik heb 60 vrecnjidie postzegels, die j>
wil wisselen voor 100 Kwatfa-soldanjes
Mijn adres is; Cato Nieuwenhoren, Ged
Oude Gracht 126 Haarlem.
Lue Bte Haarlem, ja boor, i'k heb mijn
Duitsch nichtje al zoo lang gemast Ik dacht
eigenlijk, dal je weer naar jv Heimat terug
was. Maar nu zie ik, dat je ee.g altijd sa
Haarlem bent. Wat zal dat lastig zou r.è, si* je
weer thuis bent en je kent geen Duitsch meer
Maar dat lrert weer gauw aan. 't Js anders
jam-nier, dat ie geen prijs gewonnen hebt hè»
Je oplossing was goed, maar met <i« verloting
was het :nis. Enfin, den volgenden keer. En nu
duurt T zeker niet zoo heel erg l'.ng, weï? voo-
je weer schrijft. Dag Liz-?
j\ de M. te Beeruter. Ik ben blij, dat IV
ook blij bent cn ik hoop maa-, dat ik je om
volgenden keer weer b'nj kan maken. En nu.
maar goed leeren b:j de Zusters hoor, 200 hard.
dat je ze 't vol'gend jaar heelemaal dc baas bent.
Marie IV. te Den Helder. Je zu:t van cfe week
wel tevreden zijn mee jc brief, is 't niet? Daarom
zal ik 't hier maar bij laten. Groeten ran al d'
Hclóersche nichtjes hoor!
Martiia D. te Den Helder. )t bent in je schik
met je inkstel? Nu ik hoop maar, dat je er nog
dikwijls je pen in zult doopen, om mij te
schrijven. Ik voor mij heb wel graag, da» je m:
steeds blijft schrijven en h;t b. n,e oak niiets te
veel om je steedjs te antwoorden Waar, 't wordf
zoo duur, hè? -cn daarom 21e je maar hoor. Je
schrijft dan maar net zoo dikwijls ars je pen 'f
goed vindt. Heeft Maria ie al iets veter Ld van
baar brief? Ja? Maar dat Muit een geheim
tusscheu mij eu mijn drie Hek1er«öhe vriendin,
netjes, hè? Dag!
Caloolje ti. te Haarlem, Corri V. te Schermer*
horn. Arte KI. te Heiloo. Jozef vm S. te Haar
lem. Veel plezier met jullie plijzeil en de-i vok
gend'en keer maar weer probeeren, misachten zijt
juihie dan weer zoo gelukkig.
Grietje V. te Nieuw-Vetmef. Jij veidiem ook
wel een extra briefje, want ie heb: mij zoo'l
iangen brief geschreven van de ive«<c Ik kend(
je nog wel hoor. Hieel beat Ook zag ik hei ai
direct aan Je inkt.Hoe gaa' 't mss je moeder?
Ik kan me zoo echt iiui; ni.en, hoe druk ie t ge
had liebt. Je moei die harteAjtce groeten aan a'
ie broertics en zusjes doen, maar zorgen, da#
't ai-lemaai neefje» en nichtjes v*n me worden;
Behalve Thon-ia natuurlijk, die woidt zoo zoetjes
aan te groot. Nu Grietje, ik' hoop, dat je nc\
eens gauw schrijft en beterschap met je tante iv
Indië. Ik zal een Weesgegroetje voor haar bi4
den hoor. expres, omdat 't de tante van mij#
nichtje is. Dag!