TWEEDE SLAB KINDERCOURANT Kroniek van de Week. Om den Haard. uRAPJES. WIE WIL RUILEN. ZAYERDA8 27 MAART 1920 Pracht van 'n vrouw. ON2fE BRIEVENBUS DE ONGEWOON LAGE BARO AI BTiERSTAN D. Gedurende hel regen- en wind weer van Ide twee eerste niaaaandcn van dit jaar wet' den ongewoon lage barometerstanden ge constateerd te Stockholm zelfs 715 in.M. wat gedurende 59 jaar niet gebeurd was ï>e laagste "'and was in Zweden 709 m.M. en men n;oet tot 1821 teruggaan om dit te vinden. In Parijs werd een record, van 718.1 geconstateerd, betzelf de cijfer viel eenige tien tallen jaren la ter te oonstateeren in Schotland. In IS84 daalde de barometer daar tot 694,25 De laagst bekende barometerstand is die van 22 December 1881, toen bij een cycloon 687.8 geregistreerd werd. DE SLx-GIiïiE INVLOED VAN GAS OP DE PLANTEN. In de „Zeitschrift fur Pflanzenkrank- heiten" wijst Paul Sorauer op den slechten invloed, die gas op planten hoeft. Deze wordt niet veroorzaakt dour hei. gas zeif, doch door de sterke uitwaseming der planten, welke door het gas teweeg wordt gebracht. Begieten helpt niet, „el af sponzen en overgieten. Ook verdient het aanbeveling de kamers waar de planten staan, goed te luchten. Op den duur wen nen de nieuwere loten wel aan den in vloed van het gas. ETN r. N,TÜ JtD VOOR WILSON. De voormalige secretaris van staat, iWilliam Mac Adoo, schoonzoon van Wil son heeft ui de nabijheid van' het Cali- fornisclie et- IJ e" Santa Barbara grond ge kocht, welke een prachtig uitzicht op zee biedi. Hier zullen twee villa's ge bouwd worden, een voor Mac Aüoo en oen voor Wilson, als hij zijn functie neer legt in net Witte Huis. DE GEFOTOGRAFcmRDE STEM. In hel Londensene College of Science heelt prol, Rank'ino een proefnsm.ng gedaan met üe photophon, een aparaat door Graham Bell geconstrueerd. Het gelukte niet aileen hel woord op een lichlstraat over te brengen, doch de klanken konden zeiis op een be.vegeiiüe film gefotografeerd en later weer te voorschijn ge roepen worden. De lichtstraal, die op hei voor de snelste veranderingen van het licht gevoeuge st-lenium werkt, richt zich in zijn wisseifng pie ties naar de menschelijke slem. Bij phonetiseh lonuerzoek kunnen dergelijke gegeven, veel nul verschaffen. GLACE'S UIT HAA1ENMAGEN. Tijdens het groote leergebrek, dat gedurende den oorlog ook in Amerika heerscnle, heel ■nen de toevlucht genomen tot de huid van allerlei zeedieren, als haaien, walvpschen, enz. Door een chemisch procédé h.e.'t men den vischreuk welen te verwijderen. Het haaienvel levert een voortre.iehjk zool- en hovenier, en uit den maagwand vervaardigt men than- zelf. glacé-handschoencn. DE OORSPRONG DER KANKER. De Matin meldt, dat als resultaat van proeven, welke verscheidene jaren ge duurd hebben, de bekend physioloogCham py, liet Ooilege de France, op die ren .-priitaten lieeft verkregen, welk© tot de meening leiden dat het geheim van den oorsprong van de kanker o-p het punt staat-, te worden opgelost. Ohampy denkt dat de theorie dat kanker veroorzaakt wordt door een nog nog nooit afgezonderd microbe onjuist is, en dat de ziekte wordt teweeggebracht door functioneel© oneven wichtigheid in het organisme zelf. GEEN SCHEPEN VAN DUIZEND VOET LENGTE. In Amerika bestond voor den oorlog het plan om het vervoer van passagiers en de mail naar en van Europa te doen geschieden met schepen van duizend voet lengte en een snelheid van dertig knoo- pen per uur. Het eindpunt van de scheep vaartlijn zou niet New York maar Mon- tauk zijn, op Long Island gelegen; al daar zou gedebarqueerd moeten worden en de reis voortgezet met den spoorweg Monti ik-New York, waardoor de reis met eenige uren zou worden bekort. De Shipping Board heeft nu van de uit voering van dit plan afgezien omdat de exploita'.ie van dergelijke groote en snelloopende booten niet loonend kan zijn De kosten van een dergelijk schip zouden bedragen 60 millioen gulden en per dag zou 17.000 ton kolen verstookt moeten worden. Toen twintig jaar geleden de „Deutschland" 23 knoopen liep, kon zo niet rendeeren, de „Mauritania" maakte 26 knoopen ten koste van 1000 ton kolen per dag. Afgezien nog van de tegenwoor dige hooge ledenprijzen, die de kolenreke- ning zeker viermaal hooger maakt dan die van vóór den oorlog, is het onverant woordelijk om zooveel brandstof te ver morsen, om de reis met een dag te be korten. Het is gebleken, dat schepen van 535 voet lengte en ïoopende 17 knoopen, zijnde gecombineerde passagiers- en vracht schepen, de meest economische zijn: van dit type zijn er in Amerika 19 stuks op stapel gezet, BORSTKANKER GENEZEN DOOR BESTRALING. Volgens liet Ned. Tijdschrift v. Genees kunde lieeft Dr. Jolles verbonden aan bet Riotterdamscbe Radio-thearpeutiscbe insti tuut een patient genezen van borstkanker door bestraling met Röntgenstralen, radi um en de hoogtezon. Dr. Jolles is van meening, dat door een goed doorgevoer de stralenbeliandeling, e in bepaalde ge vallen zelfs schijnbaar ongunstig voor doende kankergevallen volkomen genezen kunnen worden. 's Jonge dat kan wat worden! 'a Pracht van 'n vrouw! Daar wi! iedereen wel iets over hooren.... Hoef c juist geen mal type voor te zijn. Vergis je niet, waarde lezer. Ge verwacht misschien de beschrij ving van zoo'n vrouw in den zin, zoo als die uitdrukking gewoonlijk wordt gebezigd. Mis! Ik zeg 't u liever vooruit, dan kunt ge u 'n teleurstelling besparen. Trouwens, dit heeie verhaaltje zal al licht 'n teleurstelling zijn, omdat er nu eenmaal 'n schijntje in zit. Men ziet er geen ijselijkheden in ge beuren waaraan men na dagen nog met 'n huivering terugdenkt evenmin dol le vergissingen of över-kluchtige situa ties, waarover men zich naar kan gie ren. Ook niets, wat tusschen die twee „uitersten" in ligt. Er wordt alleen 'n héél sober din getje in verteld, waarvan men na 't lezen zal zeggen: „Is dat alles?" Of waarvoor men ongeioovig de schouders ophaalt en zegt, dat 't een van die „zedepreekende-verzinseltjes" is, welke men in jeugd-onderwiizende blaadjes aantreft. Dit laatste is 't niet! Denkt er dus van wat ge wilt. Maar laat mii dan vooraf even verklaren, dat die „pracht van 'n vrouw" (ook de titel zal verschillenden misschien wat zonderling voorkomen) werkelijk heeft bestaan. Ze kan zelfs nog bestaan..., 't is jaren geleden, dat 't gebeurtenisje plaats had en 'k ben sinds dien tijd niet meer in dat stadje geweest. Er was dus 'n vrouw. Zonder pauw-blauwe of kastanje bruine oogen. Zonder mystieken ga zellen-blik!.... Haar oogen waren erg al- ledaagseh en dus niet, zooals men ze in boeken leest. Een van die oogen had zelfs wel zoo geschikt 'n beet e ande s k nnen s'aan, want 't was, wat je noemt scheel. Zonder schoon prof el't Gelaat was gelig, peikameutachfig en hoekig... met 'n heeleboel kfisdcras-rirripels. Zonder bevallige leest.... ze was klein en liep zelfs wat scheef. Dan had ze misschien 'n lollig ka rakter zooals je wel meer hebt met mensehen. die van aa dsche schoonheid misdeeld zijn....? Leuk geestig, allergezelligst, om mee te praten Mispoes! Want ze was 'n vrouw van 'n beetje woorden, die weinig .gelegen heid had genoten,- om zich te oefenen in de joligheid....; 'n Groote weldoenster dan misschien, bii wie nooit 'n arme vruchteloos aan klopte? Er zijn tijden geweest, dat 'k 's avonds in de krant direct de faillissementen nakeek, vreezend, dat zij er nu wel bii zou zijn. Maar waar zit 'm dan toch in vre desnaam die mooiigheid in? Verzorgde ze misschien met ontroe rende liefde de zieken of hulpbehoeven den? Hm... néé... of, misschien ja. Dat wil zeggen; ze had haar handen vol aan haar eigen man, die al driekwart-jaar verlamd lag, aan alles geholpen moest worden en nogal vaak last had van zenuwachtige huil-buien. Om kort te gaan, er zijn in 't leven van deze vrouw geen schokkende ge beurtenissen geweest. Dat wil weer zeg gen ze heeft nooit iemand gered uit 'n brandend huis, of 'n kind uit 't wa ter gehaald of met levensgevaar voor 'n aansnorrende auto weggerukt. Wat ben 'k eigenlijk begonnen: om voor zoo'n simpel menschje de aandacht te vragen....? Afijn'k Heb trouwens vooraf ge waarschuwd. Nou maar gauw afmaken ook. De vrouw had 'n winkel en die win kel ging slecht.... met den dag boerde ze achteruit. Want ze had geen verstand vatt zaken doen. Toen haar man nog goed was flo reerde de boel wel. Hij was 'n handig winkelier, die op goede momenten z'n voordeel wist te doen met mooie aan biedingen en zoo. 'n Enkele maal als 't voor hem te druk werd sprong ze wel eens bii met 't helpen van klanten.... maar meer ook niet. Ze had plichten als huïs- viouwen 't was hém best toever trouwd. Z'n ziekte bracht 'n heeie ommekeer. Ze moest den winkel beheeren en tege lijk haar man verplegen, buiten de zor gen voor 't zij het dan kleine huishouden. In 't begin had ze er vreemde hulp bii gehad.... doch daar had ze niets dan nadeel en onaangename dingen bij op gedaan. Ze werd op gemeene wijze beetge nomen door gewetenlooze menschen, die wisten, dat ze er geen verstand van had en haar zaakje volpropten met in courante artikelen, die 't bedrijfskapi- taaltje opslokten en voor oud vuil ble ven liggen. En allerlei andere omstandigheden maakten den achteruitgang sneller. Totdat ze er ten einde raad toe over ging om ondersteuning te gaan vragen. Maar „men" ggloofde haar niétze waren middenstanders ziét u En op 'n avond zat ze aan 't bed van haar zuchtenden man in de zwarte toekomst te staren.... ze wist geen raad meer.... zou gauw wegens huurschuld met haar lammen stampen! van 'n maa op de straatsteenen zitten. Toen is 't gebeurd ,'t verblij dende. Er kwam 'n juffrouw in den winkel 'n vroegere klant, die nog ;n oud kliekje schuld had staan van voor vele jaren. Was nooit in staat geweest het bedrag te voldoen ook buiten schuld achteruitgegaan. Maar nou had die juffrouw 'n buiten kansje gehad.... 'n prijsje uit de loterij, of 'n erfenisje.... doet er ook eigenlijk niks toe. Maar ze kwam de oude schuld betalen't zal 'n veertig gulden ge weest zijnmaar in 'n tijd, dat zoo'n bedrag vier of vijfmaal zooveel waard was, als tegenwoordig. 'n Voorloopige uitkomst dus, waar ze heelemaal niet op gerekend had. Wat 'n vreugde.... wat 'n geluk! Ze was 'n vrouw, die aan gebedsver- hooring geloofde.... en het dus niet aan „de toevalligheid" toeschreef. Dat maakte haar blijdschap nog grooter. Toen is 't gebeurd.... 't akelige! Terwijl de gelukkige vrouw wederom aan 't bed van haar man zat nu om hem te troosten, op te beuren en te verblijden met de heugelijke tijding van die onverwachte veertig gulden, waarmee ze de achterstallige huur et\ nog 'n paar van de naarste dingen uit den weg kon ruimen toen sloop er in 't winkeltje 'n vuile schooier, die vanaf de donkere overzijde der straat de betaling had afgeloerd.... en gapte mét die veertig pop ook nog de paar guldens, welke dien dag in 't verloo- pen zaakje waren omgezet. 'n Donderslag, 'n vernielende don derslag. midden in de vreugde van 't ongelukkige echtpaar- Toen is 't gebeurd.... 't andere! En dit andere is dan ook precies 't heeie simpele verhaalt,e over 't dito vrouwtje ....kan d'r niks aan doen. Die alledaagsche oogen, waarvan je niet eens kon zeggen, welke kleur ze hadden en waarin nota bene nog tranen stonden ook! zijn toen plot seling heel mooi geworden.... met 'n soort wonderen glans er in, net of er iets bovennatuurlijks in weerkaatste. De breede, lip-droge mond, met de kris- kras-rimpeltjes er langs, deed toen niets anders, dan met berustende stem zeg gen: „Wat God doet is welgedaan." Toen werd alles weer gewoon aan 't kleine, onooglijke vrouwtje Wat 'n knul.... om daar nou boven te gaan zetten: ,,'n Pracht van 'a vrouw." Vooruit gewaarschuwd G. N. öe qeschiedens van Pollux. (Slot.) Tegen den avond kwamen wij aan eene nog al afgelegen boerderij. Gabriël kreeg van de goed hartige boerin, voor hem en zijne beesten, eenig voedsel en mocht voor dien nacht in de schuur slapen, 't Was reeds laat. De boer en de boerin benevens hun eenigst dochtertje, 't kleine Jansje, die maar 'n par jaren jonger was dan Gabriël, schenen naar bed te zijn gegaan, want alles was gesloten en donker in 't woonhuis. Alleen Gabriël zat aan den rand der sloot bij de schuur en mijmerde over zijn treungen toe stand. Ik zat tegen hem aangedrongen, want sinds 't gebeurde in de herberg verliet ik hem geen oogenbfik meer. „O, Pollux, mijn Hef trouw beest, wat moet er nu van ons en Mignon worden!'' zeide hij moedeloos. Ik kon hem niets antivoorden, maar keek hem bedroefd aan. „Ik ben een arme wees en bij mij.n land uitgegaan om mijn brood te verdienen: tot nu toe is dit goed gegaan, maai boe verder? Hier in Htoland kunnen wij niet langer blijven, maar waar dan naar toe en wat te doen?" Hij zuchtte en veegde met zijne mouw dc tranen van zijne wangen. Eensklaps werd onze aandacht afgeleid door dat we zagen hoe het kleine raam van het dak kamertje boven de keuken der boerderij helder verlicht was. Een kleine witte gedaante sloeg het raam open en riep angstig om hulp. Met één sprong was Gabriël bij 't huis, bonsde op de benedenvensters, riep: brand, brand, en probeerde de keukendeur te openen. Toen dit niet bieïp, klom hij langs de lindeboomen die voor het huis stonden naar boven, bereikte zoo het dak, en liep toen langs de goot naar den kant van 't kamertje. Hier klom hij voorzichtig 10 raam en zocht dadelijk naar de kleine ge daante. 't Was hoog tijd dat hij kwam, want het Vertrekje stond reeds in brand. Hij zag Jansje, want deze was 't, half bewusteloos op den grond iggen tilce haar met eenige moeite op en droeg laar de keukentrap af, grendelde de deur open, I |W z''n Uewusteloozen last in veiJig- wii lcsde 4 k'n<4 ne4er, op de plaats waar rs gezeten hadden, en beval mij op haar P3-SSCO. het bonzeT" Wlren boer en boerin, door geworden en *enster,et? m['n sebl'af, wakker knechts en meiden °°k de Waar is de brand" "Y^VzT iwoar" deevl^ereelWd®rTr 1 'boerin schrok geweldig- S. g' kamertje van Jansje. Wanhopig X Wen, en nep terwijl ze de hmdenwr^g O God, mijn kind; mijn kkidd m!jn WmlT i j redt haar?" U Jansjet wie D© vader .wilde biet huls birennw bov&a vliegen, toen Gabriëël *tiuf stelde. Onderwijl kwamen de knechts en meiden met ladisrs en emmers water, en deden a! hun best om dien brand meester te worden, wat hun na hard wecken ook gelukte. De verheugde moeder liep naar haar i .'c'htertje toe, dal eindelijk de oogen op sloeg. Jansje vertelde toen, dat zij onder liet naar bed 'gaan, bij ongeluk de kaars had omgèstcüten, waardoor het bedgor dijn vlam had'gevat; ho-s zij toen door 't raam om Imlp geroepen had, en van schrik en angst bewusteloos was neergevallen Gabriël verhaalde liet overige. Die boer en do boerin waren den goeden jongen zoo d ankeaar voor zijne tijdige hulp, dat hij vooreerst niet weg mocht gaan, maar met ons op de hoeve moest blijven. Zij leerden hem toen meer en messr kennen en besloten, daar hij toch een wees was b""i vcor goed bij zich te houdien. a iel nam met dit voorstel genoegen, onder één voorwaarde echter, dat hij van mij en Mignon niet zou behoeven te schei, den. D© boer en boerin hadden daar niets tegen, en ik vond het lief van G si riël dat hij in zijn voorspoed ons niet vergat. Thans weet gij hoe wij op Berkenhoeve gekomen zijn, en ik kan er nog maar weinig te vertellen. Miginon leefde nog een paar jaar, toen weird ze ziek en stierf. Diaar kwam een man uit de stad, en nam haar mee. Na eenige dagen bracht hij haar terug, weer geheel levend, dacht ik en sprong haar vroolijk tegemoet; maar jawel, 't beestje was nog even dood. Die knappe man uit de stad had liaar opgezet, zoo mooi dat men denken zou dat zij nog leefde. Na een paar jaar werd Gabriël de rech terhand van den baas: hij was een vlug-ge knappe jongen .en bleek later een flinke man .Morgen trouwt hij met ons Jansje en als ik dit feest heb mogen bijwonen, dan ben ik tevreden. ;Van dat ik hier ben is mijn leven kalm en rustig geweest: 't geluk van mijn baas is ook mijn geluk Ik ben nu oud en zwak, en weldra zul len ook mij de groene zoden dekken;, maar ik wensch u een even kahnen en rustigen ouden dag, en een even goeden meester, als ik helb'" Hiermede besloot Pollux de geschiedenis van zijn leven: 't werd tijd ook, want zijne keel was droog geworden van het vertellen, 't Is geen kleinig/heid zoolang achter elkander zijn. mondje te moeten roeren. Intusscihen was het donker geworden. Snor en Wolf bedankten Pollux voor zijn aangenaam onderhoud; namen een harte lijk afscheid van hem, overtuigd dat Pollux morgen een hoofdpersoon zou zijn, en zochten toen hunne hokken op. Lize en haar kroost gingen met Pollux naar binnen, terwijl de musch met haar kopje over 't nest, reeds halverwege het verhaal in slaap was gevallen, 't Had Katar zeker te lang geduurd. Ik koop. dat dit met mijne kleine Lezarg en lezeressen het geval niet is geweest, en zij, even als ik menschen én dieren een prettigen dag toewenschen op de bruiloft van Gabriël en Jansje. De vorige week heeft er niets ingestaan, omdat-de krant vanwege, den.feestdag van Sint Jozef een dag vroeger gedrukt werd.. Ik Wist hot niet en was dus niet klaar. Nu kan ik ook niet veel schrijven, omdat er zooveel van de brievenbus instaat en ik bang ben, d'at er biina niets van 't verhaal in komt. Daarom moeten jullie hier maar tevre den mee zijn en ik beloof jullie die vol gend© week een reuaenstuik. Dagl OOM BERNARD. Meester, 's Maa.ndagsm orgens tegen Piet: Piet, wat voor Evangelie hadden we gisteren i,n cte kerk? Piet. Meester, ik ben niet in mij® ei gen parochie teir kerk geweest. Ik ben naar een andere Parochie geweest Ing. door Johanna Jong, Zijdewind. DISCIPLINE. Jantje, binnenstuivend©: Ma.. Ma.... Stil, zie je niet dat pa de courant leest, dan moet jij je mond houden. Jantje zwijgt Na een kwartier: (eg, ma- maatje, mag ik u even wat zeggen? Neen, pa heeft de courant nog niet uit Eindelijk legt pa die courant neer. Nu, Jantje, wat wou je zoo even zeg gen! „~utje: De waterleiding in do badkamer is gesprongen. Ben plotselinge schrik bevangt allen en hals over.kop stuiven pa en ma de kamer uit. Iugez. door Marie Winter, Helder. MARIE J. te Halfweg. Bedankt voor j© mooie ansicht, hoor; ze prijkt i«leren dag op mijn bureau. Verder de hartelijke groeten van je drie Heldierisehe vriendin netjes. JOHANNA J., te Zijdtowind. En hoe gaat 't op het oogenibliik met moeder? Wat zal je het diruik gehad hébben, hè, toen ze ziek was? J© grapje komt in de krant, hootr, de volgende week of zoo. En nu nog maar eens gauw terug schrijven, hoor Dag! CATO N., te Haarlem), In je schik met je plaat? Gelukkig maar hoor, want ik heb 't graag, diat ik m'n niohtjes en neef jes 'n pleiaier kan doen. En nu, denk er om, wat je beloofd liebt, en houdt je woord. Dag, Oato! (Een van je miodeniohtjes uit Den Holder vraagit of je familie bent van v. Maanen.) E1 i EREN TT AN A J, te Zandvoort. Een Zomdag ben ik nog in Zand voort geweest, maar 't was er zoo koud, dat ik maar niet het Zwart,eveld opgezocht heb. Je boft wel hè, mot die rebussen. Misschien krijg-je do volgende week ook wel wat. Je hebt van die gelukkige mensehen, die altijd winnen. En daar hoor jij, denk ik, onder en dan zijn er nog die nooit wat winnen, zooals ik bijvoorbeeld. Gelukkig maar, dat jij bij de eersten behoort hè? GEERTJE KL. TE ZIJPE. - Ik Jas die van je en ik dacht, .wat is dat nou. Is dat een brief of is 't een gedicht! Maar 't is 't alle twee, hè? Wat zal je d'aar je best op gedaan hebben zeg! Je moet altijd maar zoo gaan praten, dan zou je net als een heeie gro-ote Latiinsoho dichter kunnen zeggen. Al wat ik zeg ie vers. Wie weet wat je dan wol verdiende. En dan behoef den de andere zeven heelemaal niets te doen. Is dat geen idéé zeg! DORA VAN B. TE HAARLEM. - Vier zusjes en vier broertjes, dat is ook al acht. Net als mijn nichtje uit Zijpe. Wat zal dat gezellig zijn zag, als je zoo allemaal de® avonds om den tafel zit. En een gepraat natuurlijk dat hooren en zien vergaat, is 't niet. Doe ze allemaal maar de groeten hoor en vooral aan mijn naamgenoot. Dag Dora. THEO V. TE EGMOND BINNEN. - Je moest maar 'ns hier op de redactie zoo'n middagje piano komen spelen zeg. Enfin, toch ook maar weer niet ook, want dan zou er niets van werken komen. Maar goed je best blijven doen, hoor, want dat is toch zoo echt gezellig, als je muziek kunt ma ken. Je pianomeester is zeker wel streng is 't niet, maar dat zijn juist de beste. Je zult eens zien, hu© blij je later bent, dat je zoo'n meester gehad hebt. Nu Theo, tot een vol gende keer hoor. ANNIE R. TE DEN HELDER, Lest, beet, zou ik haast zeggen. Maar, dat gaat 'niet, want ik houd van alle neefjes en nichtjes evenveel. Je bent blij met je ink- st-el, nietwaar? Nu, ze waren ook mooi en veel succes een volgende keer hoort TRIEN VAN B. TE WARMERHÜIZEN 't Zal wel 'n flink feest worden hè? Ik heb ook een kennis in Warmerhuizen ge had, dlie nu in 't klooster is en die zei, dat 't er echt gezellig' bij jullie wast Nu je maakt maar veel pleizier hoor en je moet me er maar eens veel over schrijven. MARTHA D. TE DEN HELDER. Wat heb je pech gehad met je brief hè! Wat za.l dat gezellig geweest zijn, toen je zwa ger thuis kwam. Als je in 't buitenland ge weest beut, dan kan je zoo echt vertellen. Je raadsels zal ik plaatsen hoor. Nu of de volgend© week of zoo, maar er in komen zo" zeker, „Ik moest eigenlijk boos op u zijn," schreef je;- dat kan je immers took niet. Ik lach er dan ook maar hartelijk om. Dag Martha! MARIE v. E. TE VOORHOUT. Bedankt voor je mooie kaart, kooir Marie en de volgende keer waag je zelcer nog eens een kansje, is 't ai-et? LIEN EN ALTE B. TE EGMOND. Jullie zijn hartelijk welkom onder mijn nichtjes. Nu blijven jullie natuurlijk gere geld schrijven ook, is 't niet? Ik krijg nog meer brieven uit Egnion-d hoor. Kijk maar eens hierboven. Misschien ken je hem wel MARIE W. TE DEN HELDER. - Ik dacht al, zou Marie niet meer schrijven en ik verweet me al, dat ik ook zoo had kunnen handelen. Maar nee, hoor, er kwam jiist een ueelo lange brief, waar ik erg blij mee was. Nu, Marie, als er wat is hoor hen jij een van de eersten die het te weten komt, dat beloof ik je. Je zult anders wel raar opgekeken hebben hé? Je anecdote komt er in hoor. Dag! PIET J. TE ALKMAAR, Ik zal er voor zorgen, dat je geschrapt wordt hoor. Dag Piet! Om van ons ruil- en verzamelhoekje gebruik te maken, zendt men mij maar 'n briefje waar in duidelijk geschreven staat, wat men wenscht, rnet verledigen naam en adres. Dan zet ik dat in de Kinderkrant en de verzamelaartjes weten dan waar ze elkaar kunnen vinden. De briefjes moeten in enveloppe gezonden worden AAN DE REDACTIE VAN DE KINDERKRANT N A S S A U L A A N 49, HAARLEM. Ik heb 38 plaatjes van de Vecht; 33 plaat jes Bosch en Heide; 22 plaatjes Friesland en 400 blauwe bonnen, alles van Verkade. Deze wil ik ruilen voor vreemde postze gels. Mijn adres is: Ant. van D-eutekom Hzn., Laagzijde B 79, Sehagen. Ik heb 8 plaatjes van de Vaderlandsche Geschiedenis, de nummers van 37, 44, 46, 50, 78, 83, 87 en 91, en 4 Keg's thee-plaatjes de num mers van 41 46 67 68 69 74 86 96 102 104 107 112 116 en 131 en 19 pïaatj.s van Koorn's koffie en thee de nummers van 2 3 4 5 7 10 19 26 27 32 39 42 45 46 47 54 58 59 en 81 en ik heb 27 Hon g's Maizena-plaatjes, de nummers 4 6 13 16 17 26 27 29 32 33 38 39 45 50 56 58 5.9 67 69 70 110 186 268 292 303 316 en 317, die ik wil ruilen voor Kwatta-soldaatjes, 1 om één. Mijn adres is Alfra Duin, Molenweg, Heerhugowaard, N-xird, Ik wil Kwatta-soldaatjes geven voor Wapens van Oidenkott, één om één. Theo Verheggen, Egmond-Binnen, Ik wil deze plaatjes tuilen. Plaatjes van de Vecht, No. 64 65 18 36 91 42 86 39 79 45 48 40 21 41 20 2 141 12Ó 71 49 77 34 67 57. Naardermeerplaatjes No. 89 38 40 28 102 4 93 I2t 103 6 19 4 64, daarvoor wil ik hebben Vcchtplaatjes No. 1 34567 10 11 15 17 23 28 33 35 38 39 43 46 51 52 53 55 56 59 60 61 62 63 66 70 72 73 74 78 82 84 90 92 94 95 en 97. Theo Spronk, Ridderstraat 7, Haarlem. Ik heb 140 Kwatta.So.idaatjes, 14 Mono- polthee-plaatjes. 30 Sunlichtzeepstrookjes en 31 Verkade-bons, welke ik wil ruilen voor van Dijk's-bonneu, ik geef 1 soldaatje of 1 plaatje voor I bon. VVim Goeinans, Rijksstraatweg 16, Schoten bij Haarlem.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 5