TWEEDE SLAB
KINDERCOURANT
Kroniek van de Week.
Om den Haard.
uRAPJES.
WIE WIL RUILEN.
ZAYERDA8 27 MAART 1920
Pracht van 'n vrouw.
ON2fE BRIEVENBUS
DE ONGEWOON LAGE
BARO AI BTiERSTAN D.
Gedurende hel regen- en wind weer van
Ide twee eerste niaaaandcn van dit jaar wet'
den ongewoon lage barometerstanden ge
constateerd te Stockholm zelfs 715 in.M.
wat gedurende 59 jaar niet gebeurd was
ï>e laagste "'and was in Zweden 709
m.M. en men n;oet tot 1821 teruggaan
om dit te vinden. In Parijs werd een
record, van 718.1 geconstateerd, betzelf
de cijfer viel eenige tien tallen jaren la
ter te oonstateeren in Schotland. In IS84
daalde de barometer daar tot 694,25 De
laagst bekende barometerstand is die van
22 December 1881, toen bij een cycloon
687.8 geregistreerd werd.
DE SLx-GIiïiE INVLOED VAN GAS
OP DE PLANTEN.
In de „Zeitschrift fur Pflanzenkrank-
heiten" wijst Paul Sorauer op den slechten
invloed, die gas op planten hoeft. Deze
wordt niet veroorzaakt dour hei. gas zeif,
doch door de sterke uitwaseming der
planten, welke door het gas teweeg wordt
gebracht. Begieten helpt niet, „el af
sponzen en overgieten. Ook verdient het
aanbeveling de kamers waar de planten
staan, goed te luchten. Op den duur wen
nen de nieuwere loten wel aan den in
vloed van het gas.
ETN r. N,TÜ JtD VOOR WILSON.
De voormalige secretaris van staat,
iWilliam Mac Adoo, schoonzoon van Wil
son heeft ui de nabijheid van' het Cali-
fornisclie et- IJ e" Santa Barbara grond ge
kocht, welke een prachtig uitzicht op
zee biedi. Hier zullen twee villa's ge
bouwd worden, een voor Mac Aüoo en oen
voor Wilson, als hij zijn functie neer
legt in net Witte Huis.
DE GEFOTOGRAFcmRDE STEM.
In hel Londensene College of Science heelt
prol, Rank'ino een proefnsm.ng gedaan met üe
photophon, een aparaat door Graham Bell
geconstrueerd. Het gelukte niet aileen hel woord
op een lichlstraat over te brengen, doch de
klanken konden zeiis op een be.vegeiiüe film
gefotografeerd en later weer te voorschijn ge
roepen worden. De lichtstraal, die op hei voor
de snelste veranderingen van het licht gevoeuge
st-lenium werkt, richt zich in zijn wisseifng pie
ties naar de menschelijke slem. Bij phonetiseh
lonuerzoek kunnen dergelijke gegeven, veel nul
verschaffen.
GLACE'S UIT HAA1ENMAGEN.
Tijdens het groote leergebrek, dat gedurende
den oorlog ook in Amerika heerscnle, heel
■nen de toevlucht genomen tot de huid van
allerlei zeedieren, als haaien, walvpschen, enz.
Door een chemisch procédé h.e.'t men den
vischreuk welen te verwijderen. Het haaienvel
levert een voortre.iehjk zool- en hovenier, en
uit den maagwand vervaardigt men than- zelf.
glacé-handschoencn.
DE OORSPRONG DER KANKER.
De Matin meldt, dat als resultaat van
proeven, welke verscheidene jaren ge
duurd hebben, de bekend physioloogCham
py, liet Ooilege de France, op die
ren .-priitaten lieeft verkregen, welk© tot
de meening leiden dat het geheim van
den oorsprong van de kanker o-p het punt
staat-, te worden opgelost. Ohampy denkt
dat de theorie dat kanker veroorzaakt
wordt door een nog nog nooit afgezonderd
microbe onjuist is, en dat de ziekte wordt
teweeggebracht door functioneel© oneven
wichtigheid in het organisme zelf.
GEEN SCHEPEN VAN DUIZEND
VOET LENGTE.
In Amerika bestond voor den oorlog
het plan om het vervoer van passagiers
en de mail naar en van Europa te doen
geschieden met schepen van duizend voet
lengte en een snelheid van dertig knoo-
pen per uur. Het eindpunt van de scheep
vaartlijn zou niet New York maar Mon-
tauk zijn, op Long Island gelegen; al
daar zou gedebarqueerd moeten worden
en de reis voortgezet met den spoorweg
Monti ik-New York, waardoor de reis met
eenige uren zou worden bekort.
De Shipping Board heeft nu van de uit
voering van dit plan afgezien omdat de
exploita'.ie van dergelijke groote en
snelloopende booten niet loonend kan zijn
De kosten van een dergelijk schip zouden
bedragen 60 millioen gulden en per dag
zou 17.000 ton kolen verstookt moeten
worden. Toen twintig jaar geleden de
„Deutschland" 23 knoopen liep, kon zo
niet rendeeren, de „Mauritania" maakte 26
knoopen ten koste van 1000 ton kolen
per dag. Afgezien nog van de tegenwoor
dige hooge ledenprijzen, die de kolenreke-
ning zeker viermaal hooger maakt dan
die van vóór den oorlog, is het onverant
woordelijk om zooveel brandstof te ver
morsen, om de reis met een dag te be
korten.
Het is gebleken, dat schepen van 535
voet lengte en ïoopende 17 knoopen,
zijnde gecombineerde passagiers- en vracht
schepen, de meest economische zijn: van
dit type zijn er in Amerika 19 stuks
op stapel gezet,
BORSTKANKER GENEZEN
DOOR BESTRALING.
Volgens liet Ned. Tijdschrift v. Genees
kunde lieeft Dr. Jolles verbonden aan bet
Riotterdamscbe Radio-thearpeutiscbe insti
tuut een patient genezen van borstkanker
door bestraling met Röntgenstralen, radi
um en de hoogtezon. Dr. Jolles is van
meening, dat door een goed doorgevoer
de stralenbeliandeling, e in bepaalde ge
vallen zelfs schijnbaar ongunstig voor
doende kankergevallen volkomen genezen
kunnen worden.
's Jonge dat kan wat worden!
'a Pracht van 'n vrouw! Daar wi!
iedereen wel iets over hooren.... Hoef
c juist geen mal type voor te zijn.
Vergis je niet, waarde lezer.
Ge verwacht misschien de beschrij
ving van zoo'n vrouw in den zin, zoo
als die uitdrukking gewoonlijk wordt
gebezigd.
Mis!
Ik zeg 't u liever vooruit, dan kunt
ge u 'n teleurstelling besparen.
Trouwens, dit heeie verhaaltje zal al
licht 'n teleurstelling zijn, omdat er nu
eenmaal 'n schijntje in zit.
Men ziet er geen ijselijkheden in ge
beuren waaraan men na dagen nog met
'n huivering terugdenkt evenmin dol
le vergissingen of över-kluchtige situa
ties, waarover men zich naar kan gie
ren.
Ook niets, wat tusschen die twee
„uitersten" in ligt.
Er wordt alleen 'n héél sober din
getje in verteld, waarvan men na 't
lezen zal zeggen: „Is dat alles?" Of
waarvoor men ongeioovig de schouders
ophaalt en zegt, dat 't een van die
„zedepreekende-verzinseltjes" is, welke
men in jeugd-onderwiizende blaadjes
aantreft.
Dit laatste is 't niet!
Denkt er dus van wat ge wilt. Maar
laat mii dan vooraf even verklaren, dat
die „pracht van 'n vrouw" (ook de
titel zal verschillenden misschien wat
zonderling voorkomen) werkelijk heeft
bestaan. Ze kan zelfs nog bestaan...,
't is jaren geleden, dat 't gebeurtenisje
plaats had en 'k ben sinds dien tijd
niet meer in dat stadje geweest.
Er was dus 'n vrouw.
Zonder pauw-blauwe of kastanje
bruine oogen. Zonder mystieken ga
zellen-blik!.... Haar oogen waren erg al-
ledaagseh en dus niet, zooals men ze in
boeken leest.
Een van die oogen had zelfs wel zoo
geschikt 'n beet e ande s k nnen s'aan,
want 't was, wat je noemt scheel.
Zonder schoon prof el't Gelaat
was gelig, peikameutachfig en hoekig...
met 'n heeleboel kfisdcras-rirripels.
Zonder bevallige leest.... ze was
klein en liep zelfs wat scheef.
Dan had ze misschien 'n lollig ka
rakter zooals je wel meer hebt met
mensehen. die van aa dsche schoonheid
misdeeld zijn....?
Leuk geestig, allergezelligst, om mee
te praten
Mispoes! Want ze was 'n vrouw van
'n beetje woorden, die weinig .gelegen
heid had genoten,- om zich te oefenen
in de joligheid....;
'n Groote weldoenster dan misschien,
bii wie nooit 'n arme vruchteloos aan
klopte?
Er zijn tijden geweest, dat 'k 's avonds
in de krant direct de faillissementen
nakeek, vreezend, dat zij er nu wel bii
zou zijn.
Maar waar zit 'm dan toch in vre
desnaam die mooiigheid in?
Verzorgde ze misschien met ontroe
rende liefde de zieken of hulpbehoeven
den?
Hm... néé... of, misschien ja. Dat wil
zeggen; ze had haar handen vol aan
haar eigen man, die al driekwart-jaar
verlamd lag, aan alles geholpen moest
worden en nogal vaak last had van
zenuwachtige huil-buien.
Om kort te gaan, er zijn in 't leven
van deze vrouw geen schokkende ge
beurtenissen geweest. Dat wil weer zeg
gen ze heeft nooit iemand gered uit
'n brandend huis, of 'n kind uit 't wa
ter gehaald of met levensgevaar voor
'n aansnorrende auto weggerukt.
Wat ben 'k eigenlijk begonnen: om
voor zoo'n simpel menschje de aandacht
te vragen....?
Afijn'k Heb trouwens vooraf ge
waarschuwd.
Nou maar gauw afmaken ook.
De vrouw had 'n winkel en die win
kel ging slecht.... met den dag boerde
ze achteruit. Want ze had geen verstand
vatt zaken doen.
Toen haar man nog goed was flo
reerde de boel wel. Hij was 'n handig
winkelier, die op goede momenten z'n
voordeel wist te doen met mooie aan
biedingen en zoo.
'n Enkele maal als 't voor hem te
druk werd sprong ze wel eens bii
met 't helpen van klanten.... maar meer
ook niet. Ze had plichten als huïs-
viouwen 't was hém best toever
trouwd.
Z'n ziekte bracht 'n heeie ommekeer.
Ze moest den winkel beheeren en tege
lijk haar man verplegen, buiten de zor
gen voor 't zij het dan kleine
huishouden.
In 't begin had ze er vreemde hulp
bii gehad.... doch daar had ze niets dan
nadeel en onaangename dingen bij op
gedaan.
Ze werd op gemeene wijze beetge
nomen door gewetenlooze menschen,
die wisten, dat ze er geen verstand van
had en haar zaakje volpropten met in
courante artikelen, die 't bedrijfskapi-
taaltje opslokten en voor oud vuil ble
ven liggen.
En allerlei andere omstandigheden
maakten den achteruitgang sneller.
Totdat ze er ten einde raad toe over
ging om ondersteuning te gaan vragen.
Maar „men" ggloofde haar niétze
waren middenstanders ziét u
En op 'n avond zat ze aan 't bed
van haar zuchtenden man in de zwarte
toekomst te staren.... ze wist geen raad
meer.... zou gauw wegens huurschuld
met haar lammen stampen! van 'n maa
op de straatsteenen zitten.
Toen is 't gebeurd ,'t verblij
dende.
Er kwam 'n juffrouw in den winkel
'n vroegere klant, die nog ;n oud
kliekje schuld had staan van voor vele
jaren. Was nooit in staat geweest het
bedrag te voldoen ook buiten schuld
achteruitgegaan.
Maar nou had die juffrouw 'n buiten
kansje gehad.... 'n prijsje uit de loterij,
of 'n erfenisje.... doet er ook eigenlijk
niks toe. Maar ze kwam de oude schuld
betalen't zal 'n veertig gulden ge
weest zijnmaar in 'n tijd, dat zoo'n
bedrag vier of vijfmaal zooveel waard
was, als tegenwoordig.
'n Voorloopige uitkomst dus, waar ze
heelemaal niet op gerekend had.
Wat 'n vreugde.... wat 'n geluk!
Ze was 'n vrouw, die aan gebedsver-
hooring geloofde.... en het dus niet aan
„de toevalligheid" toeschreef. Dat
maakte haar blijdschap nog grooter.
Toen is 't gebeurd.... 't akelige!
Terwijl de gelukkige vrouw wederom
aan 't bed van haar man zat nu
om hem te troosten, op te beuren en
te verblijden met de heugelijke tijding
van die onverwachte veertig gulden,
waarmee ze de achterstallige huur et\
nog 'n paar van de naarste dingen uit
den weg kon ruimen toen sloop er
in 't winkeltje 'n vuile schooier, die
vanaf de donkere overzijde der straat
de betaling had afgeloerd.... en gapte
mét die veertig pop ook nog de paar
guldens, welke dien dag in 't verloo-
pen zaakje waren omgezet.
'n Donderslag, 'n vernielende don
derslag. midden in de vreugde van 't
ongelukkige echtpaar-
Toen is 't gebeurd.... 't andere! En
dit andere is dan ook precies 't heeie
simpele verhaalt,e over 't dito vrouwtje
....kan d'r niks aan doen.
Die alledaagsche oogen, waarvan je
niet eens kon zeggen, welke kleur ze
hadden en waarin nota bene nog
tranen stonden ook! zijn toen plot
seling heel mooi geworden.... met 'n
soort wonderen glans er in, net of er
iets bovennatuurlijks in weerkaatste. De
breede, lip-droge mond, met de kris-
kras-rimpeltjes er langs, deed toen niets
anders, dan met berustende stem zeg
gen: „Wat God doet is welgedaan."
Toen werd alles weer gewoon aan
't kleine, onooglijke vrouwtje
Wat 'n knul.... om daar nou boven
te gaan zetten: ,,'n Pracht van 'a
vrouw."
Vooruit gewaarschuwd
G. N.
öe qeschiedens van Pollux.
(Slot.)
Tegen den avond kwamen wij aan eene nog al
afgelegen boerderij. Gabriël kreeg van de goed
hartige boerin, voor hem en zijne beesten, eenig
voedsel en mocht voor dien nacht in de schuur
slapen, 't Was reeds laat. De boer en de boerin
benevens hun eenigst dochtertje, 't kleine
Jansje, die maar 'n par jaren jonger was dan
Gabriël, schenen naar bed te zijn gegaan, want
alles was gesloten en donker in 't woonhuis.
Alleen Gabriël zat aan den rand der sloot bij de
schuur en mijmerde over zijn treungen toe
stand. Ik zat tegen hem aangedrongen, want
sinds 't gebeurde in de herberg verliet ik hem
geen oogenbfik meer.
„O, Pollux, mijn Hef trouw beest, wat moet
er nu van ons en Mignon worden!'' zeide hij
moedeloos. Ik kon hem niets antivoorden, maar
keek hem bedroefd aan. „Ik ben een arme wees
en bij mij.n land uitgegaan om mijn brood te
verdienen: tot nu toe is dit goed gegaan, maai
boe verder? Hier in Htoland kunnen wij niet
langer blijven, maar waar dan naar toe en wat
te doen?"
Hij zuchtte en veegde met zijne mouw dc
tranen van zijne wangen.
Eensklaps werd onze aandacht afgeleid door
dat we zagen hoe het kleine raam van het dak
kamertje boven de keuken der boerderij helder
verlicht was. Een kleine witte gedaante sloeg
het raam open en riep angstig om hulp.
Met één sprong was Gabriël bij 't huis, bonsde
op de benedenvensters, riep: brand, brand, en
probeerde de keukendeur te openen. Toen dit
niet bieïp, klom hij langs de lindeboomen die
voor het huis stonden naar boven, bereikte zoo
het dak, en liep toen langs de goot naar den
kant van 't kamertje. Hier klom hij voorzichtig
10 raam en zocht dadelijk naar de kleine ge
daante. 't Was hoog tijd dat hij kwam, want het
Vertrekje stond reeds in brand. Hij zag Jansje,
want deze was 't, half bewusteloos op den grond
iggen tilce haar met eenige moeite op en droeg
laar de keukentrap af, grendelde de deur open,
I |W z''n Uewusteloozen last in veiJig-
wii lcsde 4 k'n<4 ne4er, op de plaats waar
rs gezeten hadden, en beval mij op haar
P3-SSCO.
het bonzeT" Wlren boer en boerin, door
geworden en *enster,et? m['n sebl'af, wakker
knechts en meiden °°k de
Waar is de brand" "Y^VzT
iwoar" deevl^ereelWd®rTr 1
'boerin schrok geweldig- S. g'
kamertje van Jansje. Wanhopig X
Wen, en nep terwijl ze de hmdenwr^g O
God, mijn kind; mijn kkidd m!jn WmlT i j
redt haar?" U Jansjet wie
D© vader .wilde biet huls birennw
bov&a vliegen, toen Gabriëël *tiuf
stelde. Onderwijl kwamen de knechts en
meiden met ladisrs en emmers water, en
deden a! hun best om dien brand meester
te worden, wat hun na hard wecken ook
gelukte.
De verheugde moeder liep naar haar
i .'c'htertje toe, dal eindelijk de oogen op
sloeg. Jansje vertelde toen, dat zij onder
liet naar bed 'gaan, bij ongeluk de kaars
had omgèstcüten, waardoor het bedgor
dijn vlam had'gevat; ho-s zij toen door 't
raam om Imlp geroepen had, en van schrik
en angst bewusteloos was neergevallen
Gabriël verhaalde liet overige. Die boer
en do boerin waren den goeden jongen
zoo d ankeaar voor zijne tijdige hulp, dat
hij vooreerst niet weg mocht gaan, maar
met ons op de hoeve moest blijven. Zij
leerden hem toen meer en messr kennen
en besloten, daar hij toch een wees was
b""i vcor goed bij zich te houdien.
a iel nam met dit voorstel genoegen,
onder één voorwaarde echter, dat hij van
mij en Mignon niet zou behoeven te schei,
den. D© boer en boerin hadden daar niets
tegen, en ik vond het lief van G si riël
dat hij in zijn voorspoed ons niet vergat.
Thans weet gij hoe wij op Berkenhoeve
gekomen zijn, en ik kan er nog maar
weinig te vertellen.
Miginon leefde nog een paar jaar, toen
weird ze ziek en stierf. Diaar kwam een
man uit de stad, en nam haar mee. Na
eenige dagen bracht hij haar terug,
weer geheel levend, dacht ik en sprong
haar vroolijk tegemoet; maar jawel, 't
beestje was nog even dood. Die knappe
man uit de stad had liaar opgezet, zoo
mooi dat men denken zou dat zij nog
leefde.
Na een paar jaar werd Gabriël de rech
terhand van den baas: hij was een vlug-ge
knappe jongen .en bleek later een flinke
man .Morgen trouwt hij met ons Jansje
en als ik dit feest heb mogen bijwonen,
dan ben ik tevreden. ;Van dat ik hier
ben is mijn leven kalm en rustig geweest:
't geluk van mijn baas is ook mijn geluk
Ik ben nu oud en zwak, en weldra zul
len ook mij de groene zoden dekken;,
maar ik wensch u een even kahnen en
rustigen ouden dag, en een even goeden
meester, als ik helb'"
Hiermede besloot Pollux de geschiedenis
van zijn leven: 't werd tijd ook, want
zijne keel was droog geworden van het
vertellen, 't Is geen kleinig/heid zoolang
achter elkander zijn. mondje te moeten
roeren.
Intusscihen was het donker geworden.
Snor en Wolf bedankten Pollux voor zijn
aangenaam onderhoud; namen een harte
lijk afscheid van hem, overtuigd dat
Pollux morgen een hoofdpersoon zou zijn,
en zochten toen hunne hokken op.
Lize en haar kroost gingen met Pollux
naar binnen, terwijl de musch met haar
kopje over 't nest, reeds halverwege het
verhaal in slaap was gevallen, 't Had Katar
zeker te lang geduurd.
Ik koop. dat dit met mijne kleine Lezarg
en lezeressen het geval niet is geweest,
en zij, even als ik menschen én dieren
een prettigen dag toewenschen op de
bruiloft van Gabriël en Jansje.
De vorige week heeft er niets ingestaan,
omdat-de krant vanwege, den.feestdag van
Sint Jozef een dag vroeger gedrukt werd..
Ik Wist hot niet en was dus niet klaar. Nu
kan ik ook niet veel schrijven, omdat er
zooveel van de brievenbus instaat en ik
bang ben, d'at er biina niets van 't verhaal
in komt.
Daarom moeten jullie hier maar tevre
den mee zijn en ik beloof jullie die vol
gend© week een reuaenstuik. Dagl
OOM BERNARD.
Meester, 's Maa.ndagsm orgens tegen
Piet: Piet, wat voor Evangelie hadden we
gisteren i,n cte kerk?
Piet. Meester, ik ben niet in mij® ei
gen parochie teir kerk geweest. Ik ben
naar een andere Parochie geweest
Ing. door Johanna Jong, Zijdewind.
DISCIPLINE.
Jantje, binnenstuivend©: Ma.. Ma....
Stil, zie je niet dat pa de courant leest,
dan moet jij je mond houden.
Jantje zwijgt Na een kwartier: (eg, ma-
maatje, mag ik u even wat zeggen?
Neen, pa heeft de courant nog niet uit
Eindelijk legt pa die courant neer.
Nu, Jantje, wat wou je zoo even zeg
gen!
„~utje: De waterleiding in do badkamer
is gesprongen.
Ben plotselinge schrik bevangt allen en
hals over.kop stuiven pa en ma de kamer
uit.
Iugez. door Marie Winter, Helder.
MARIE J. te Halfweg. Bedankt voor
j© mooie ansicht, hoor; ze prijkt i«leren
dag op mijn bureau. Verder de hartelijke
groeten van je drie Heldierisehe vriendin
netjes.
JOHANNA J., te Zijdtowind. En hoe
gaat 't op het oogenibliik met moeder? Wat
zal je het diruik gehad hébben, hè, toen ze
ziek was? J© grapje komt in de krant,
hootr, de volgende week of zoo. En nu nog
maar eens gauw terug schrijven, hoor
Dag!
CATO N., te Haarlem), In je schik met
je plaat? Gelukkig maar hoor, want ik
heb 't graag, diat ik m'n niohtjes en neef
jes 'n pleiaier kan doen. En nu, denk er
om, wat je beloofd liebt, en houdt je woord.
Dag, Oato! (Een van je miodeniohtjes uit
Den Holder vraagit of je familie bent van
v. Maanen.)
E1 i EREN TT AN A J, te Zandvoort. Een
Zomdag ben ik nog in Zand voort geweest,
maar 't was er zoo koud, dat ik maar niet
het Zwart,eveld opgezocht heb. Je boft wel
hè, mot die rebussen. Misschien krijg-je do
volgende week ook wel wat. Je hebt van
die gelukkige mensehen, die altijd winnen.
En daar hoor jij, denk ik, onder en dan
zijn er nog die nooit wat winnen, zooals ik
bijvoorbeeld. Gelukkig maar, dat jij bij de
eersten behoort hè?
GEERTJE KL. TE ZIJPE. - Ik Jas die
van je en ik dacht, .wat is dat nou. Is dat
een brief of is 't een gedicht! Maar 't is 't
alle twee, hè? Wat zal je d'aar je best op
gedaan hebben zeg! Je moet altijd maar
zoo gaan praten, dan zou je net als een
heeie gro-ote Latiinsoho dichter kunnen
zeggen. Al wat ik zeg ie vers. Wie weet
wat je dan wol verdiende. En dan behoef
den de andere zeven heelemaal niets te
doen. Is dat geen idéé zeg!
DORA VAN B. TE HAARLEM. - Vier
zusjes en vier broertjes, dat is ook al acht.
Net als mijn nichtje uit Zijpe. Wat zal dat
gezellig zijn zag, als je zoo allemaal de®
avonds om den tafel zit. En een gepraat
natuurlijk dat hooren en zien vergaat, is
't niet. Doe ze allemaal maar de groeten
hoor en vooral aan mijn naamgenoot. Dag
Dora.
THEO V. TE EGMOND BINNEN. - Je
moest maar 'ns hier op de redactie zoo'n
middagje piano komen spelen zeg. Enfin,
toch ook maar weer niet ook, want dan zou
er niets van werken komen. Maar goed je
best blijven doen, hoor, want dat is toch
zoo echt gezellig, als je muziek kunt ma
ken. Je pianomeester is zeker wel streng is
't niet, maar dat zijn juist de beste. Je zult
eens zien, hu© blij je later bent, dat je zoo'n
meester gehad hebt. Nu Theo, tot een vol
gende keer hoor.
ANNIE R. TE DEN HELDER, Lest,
beet, zou ik haast zeggen. Maar, dat gaat
'niet, want ik houd van alle neefjes en
nichtjes evenveel. Je bent blij met je ink-
st-el, nietwaar? Nu, ze waren ook mooi en
veel succes een volgende keer hoort
TRIEN VAN B. TE WARMERHÜIZEN
't Zal wel 'n flink feest worden hè? Ik
heb ook een kennis in Warmerhuizen ge
had, dlie nu in 't klooster is en die zei, dat 't
er echt gezellig' bij jullie wast Nu je
maakt maar veel pleizier hoor en je moet
me er maar eens veel over schrijven.
MARTHA D. TE DEN HELDER. Wat
heb je pech gehad met je brief hè! Wat
za.l dat gezellig geweest zijn, toen je zwa
ger thuis kwam. Als je in 't buitenland ge
weest beut, dan kan je zoo echt vertellen.
Je raadsels zal ik plaatsen hoor. Nu of de
volgend© week of zoo, maar er in komen
zo" zeker, „Ik moest eigenlijk boos op u
zijn," schreef je;- dat kan je immers took
niet. Ik lach er dan ook maar hartelijk om.
Dag Martha!
MARIE v. E. TE VOORHOUT. Bedankt
voor je mooie kaart, kooir Marie en de
volgende keer waag je zelcer nog eens
een kansje, is 't ai-et?
LIEN EN ALTE B. TE EGMOND.
Jullie zijn hartelijk welkom onder mijn
nichtjes. Nu blijven jullie natuurlijk gere
geld schrijven ook, is 't niet? Ik krijg nog
meer brieven uit Egnion-d hoor. Kijk maar
eens hierboven. Misschien ken je hem wel
MARIE W. TE DEN HELDER. - Ik
dacht al, zou Marie niet meer schrijven
en ik verweet me al, dat ik ook zoo had
kunnen handelen. Maar nee, hoor, er kwam
jiist een ueelo lange brief, waar ik erg
blij mee was. Nu, Marie, als er wat is hoor
hen jij een van de eersten die het te weten
komt, dat beloof ik je. Je zult anders wel
raar opgekeken hebben hé? Je anecdote
komt er in hoor. Dag!
PIET J. TE ALKMAAR, Ik zal er
voor zorgen, dat je geschrapt wordt hoor.
Dag Piet!
Om van ons ruil- en verzamelhoekje gebruik
te maken, zendt men mij maar 'n briefje waar
in duidelijk geschreven staat, wat men wenscht,
rnet verledigen naam en adres. Dan zet ik dat
in de Kinderkrant en de verzamelaartjes weten
dan waar ze elkaar kunnen vinden.
De briefjes moeten in enveloppe gezonden
worden AAN DE REDACTIE VAN DE
KINDERKRANT N A S S A U L A A N 49,
HAARLEM.
Ik heb 38 plaatjes van de Vecht; 33 plaat
jes Bosch en Heide; 22 plaatjes Friesland
en 400 blauwe bonnen, alles van Verkade.
Deze wil ik ruilen voor vreemde postze
gels. Mijn adres is: Ant. van D-eutekom
Hzn., Laagzijde B 79, Sehagen.
Ik heb 8 plaatjes van de Vaderlandsche
Geschiedenis, de nummers van 37, 44, 46, 50, 78,
83, 87 en 91, en 4 Keg's thee-plaatjes de num
mers van 41 46 67 68 69 74 86 96 102 104 107
112 116 en 131 en 19 pïaatj.s van Koorn's
koffie en thee de nummers van 2 3 4 5 7 10 19
26 27 32 39 42 45 46 47 54 58 59 en 81 en ik
heb 27 Hon g's Maizena-plaatjes, de nummers
4 6 13 16 17 26 27 29 32 33 38 39 45 50 56
58 5.9 67 69 70 110 186 268 292 303 316 en 317,
die ik wil ruilen voor Kwatta-soldaatjes, 1 om
één. Mijn adres is Alfra Duin, Molenweg,
Heerhugowaard, N-xird,
Ik wil Kwatta-soldaatjes geven voor
Wapens van Oidenkott, één om één. Theo
Verheggen, Egmond-Binnen,
Ik wil deze plaatjes tuilen. Plaatjes van
de Vecht, No. 64 65 18 36 91 42 86 39 79 45
48 40 21 41 20 2 141 12Ó 71 49 77 34 67 57.
Naardermeerplaatjes No. 89 38 40 28 102 4 93
I2t 103 6 19 4 64, daarvoor wil ik hebben
Vcchtplaatjes No. 1 34567 10 11 15 17 23
28 33 35 38 39 43 46 51 52 53 55 56 59 60 61
62 63 66 70 72 73 74 78 82 84 90 92 94 95 en
97. Theo Spronk, Ridderstraat 7, Haarlem.
Ik heb 140 Kwatta.So.idaatjes, 14 Mono-
polthee-plaatjes. 30 Sunlichtzeepstrookjes en 31
Verkade-bons, welke ik wil ruilen voor van
Dijk's-bonneu, ik geef 1 soldaatje of 1 plaatje
voor I bon.
VVim Goeinans, Rijksstraatweg 16, Schoten bij
Haarlem.