R. OTËUWS» EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD.HLf,ARB
ÖÜITENLANU
SLECHTS tÜN UftUtfP
Verschijnt dagelijks
Bureaus HOF 6, &L&H&AR. - Telefoon; SlSSffiïïS 433-
FEUILLETON.
(Wordt vojrvoigd.j
Het „Defenslerapporf".
Abonnementsprijs:
Per kwartaalf 2,—, franco per post f 2.fi0;
Met Geïllustreerd Zondagsblad f 0.45 hooger.
'MS
Advertentieprijs:
Van 15 regels f 1.25 elke regel mcar f 0,26;
Reclames per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aan
bod" bij vooruitbetaling per plaatsing f 0.60.
Aar» eiie nber.né's wordt cp Esnvresg gratis
een polls verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f SOO,—S
400,-, {200,-, f 100,—160—, f SS,«IS.-
Indien men, na het lezen van de bekende
brochure van Mr. Bomans .Scheuring in de
R. K. Staatspartij zijn meening nog niet
mocht hebben gedeeld, dat er van een a.s.
scheuring in die partij geen sprake is, dat die
partij, samengebonden door een hooger iets,
:lan elk politiek gekrakeel het geloof
alle stormen, hoe groot ook, het hoofd zou
weten tc bieden, dan zal men thans, nu men
gelezen heeft de voorstellen der R.K. Staats
partij op het defensie gebied een der moei
lijkste problemen van den tegenwoordigen
tijd ongetwijfeld met hem voelen en begrij-
|>en, dat de eenheid in de partij niet alleen zal
blijven zelfs op het gebied der defensie
maar mogelijk nog versterkt zal worden.
Zelden heeft men een meer getrouwe af
spiegeling der R. K. Staatspartij gezien, dan
het „defensie-rapport", dat de Commissie
uit die partij ingesteld, de kiezers aanbiedt.
Immers de K. K. Staatspartij, samengesteld
uit personen van eiken rang en stand, uit per
sonen, die over verscheidene punten zeer uit-
eenloepend denken, blijft toch elk verschil
ten spijt altijd weer een éénc en ondeelbare
macht, omdat het hoogste wat die partij sa
menhoudt het Rcomsch Katholieke geloof
zelf een ondeelbare macht vormt.
Hoe uiteen loopend cie meen ingen der Com
missieleden ook warer., toch is men met cén
defensie voorstel gekomen, waarmede een
ieder zij het dan al r;iet „con amore" ge-
no'gen nam.
Bedriegen alle voorteekénen niet, dan zal
het rapport op de a.s. Algemeene Vergadering
van den algemeenen Bond van R. K. JKies-
kriiigorganisaries in Nederland, met overgroo-
te meerderheid (zoo niet met algemeen c
stemmen) worden aangenomen.
En. toch zal het rapport, zuilen de voorstel
len allerminst een ieder naar den zin zijn,
allerminst is tr dan ook reden om over het
rapport, zooals dat voor ons ligt, te juichen.
Zeker, wij kunnen juichen, dat we onze een
heid in ük partij zullen beliouüen, wij kunnen
juichen, onuat de hoop deranucrepartij, uat de
R.K. Staatspartij, op het Defensie puin ver
deeld zou raken, (wat voor buitenstanders
een oogenblik zoo scheen) vervlogen is, dat
de R. iv. Staatspartij bewezen heeft, ae sterk
ste stormen te kunnen weerstaan, zonder dat
aan uitvoerige critiek te onderwerpen, wat me
overigens ook niet mogelijk zou zijn. Neen,ik
wilde gaarne enkele hoofdlijnen bespreken,
om de aandacht te vestigen op die punten,
welke fn. i. nog verbeterd zouden kunnen wor
den, met behoud van het bestaande voorstel,
en enkele andere punten aan critiek onder
werpen.
Ons streven toch mag niet zijn, om maar
alles, wat ons wordt voorgelegd, goed te keu
ren, omdat het van onze eigen partij komt en
hierom maar direct „hoera" te roepen, als
ware'liet onverbeterliik.
men vour een scheuring bevreesd behoeft te
zijn, ongetwijfeld is er reden voor om hierover
te juicuen, maar overigens?
We moeten echter onszelf afvragen Kon
het anders Moc-ten we maar niet al te zeer
inzien, ciat er op defensie gebied, ook bij de
katholiekenuiterste'denkbeelden heerschcn
dat alle denkbeelden in de Commissie ver
tegenwoordigd waren, dat een der leden het
oogenblik gekomen achtte voor Nederland
om tot algeheels ontwapening over te gaan,
een ander algemeenen dienstplicht wilde in
voeren.
Met dit voor oogen, cn er aan denkend, dat
ieder van jongs at aan vol idealen is, maar men
werkelijk niet cud behoeft geworden tc zijn,
0111 tot de ontdekking te komen, dat ideaien
nog spoediger verdwijnen, dan de sneeuw voor
de zon, ol de rock, die duor den wind wordt weg
gedreven, dat we de harde werkelijkheid heb
ben te aanvaarden en theoretische beschou
wingen lioe mooi en goed bedoeld ook
dikwijls voor dc praktijk opzij moeten zetten,
met dit voor oogen, mogen we dankbaar
zijn wat echter geenszins „voldaan" wil
zeggen dat men ons een „ontwerp" heeft
'weten voor te leggen, dat „aannemelijk"
mag worden genoemd en waarvan niemand
in.i. de verantwoording op zich zal durven
nemen, het te verwerpen
"De hoofdinhoud van het rapport mag ik
bekend veronderstellen, de „couciusiën" zijn
bovendien 111 dit blad afgedrukt. Het ligt dan
ook niet in mijn bedoeling het lijvige rapport
van meer dan honderd bladzijden uitvoerig te
bespreken, ot de militaire technische kwestie's
Het rapport gaat uit van de opvatting, dat
we nog niet kunnen overgaan tot afschaffing
van ons leger, dat we tot eigen behoud, ter
onzer verdediging nog een leger moeten be
houden. Evenmin wil he techter algemeenen
dienstplicht, doch handhaving der loting,
eventueel met als correctief het invoeren
van een weerbelasting.
Dc beste uiterste'standpunten, die in de
Commissie waren vertegenwoordigd, n.l. 10
tlians reeds overgaan tot algeheele ontwape
ning cn 20 algemeenen dienstplicht, heeft men
dus niet willen aanvaarden, maar ter wille van
us eenheid hebben deze beide personen, die
de uiterste denkbeelden waren toegedaan,
zich neergelegd hij de meening der overige
leden, die, den bestaanden grondslag handha
vend dezen grondig wensen ten te verbeteren.
Alert -waren het echter eens, dat het geheels
voorstel tn verband met dc nog onzekere toe
standen, slechts als tijdelijk moest worden be
schouwd.
Men heeft dus den bestaan den toestand en
het tijdelijk karakter als grondslag genomen
en zienier m. i. een groote fout, omdat juist
deze grondslag zo'ozcer aanvechtbaar is. Hoe
mooi was het niet geweest, als wij, Katholie
ken, nu eens voor den dag waren gekomen,
met een nieuw soepel systeem, dat zich in ver
schillende richting liacl kunnen uitbouwen.
Het heeft niet zoo mogen zijn, men wil het
oude behouden en verbeteren. Maar met groo-
tcnangst vraag ik mezelf af: is dat mogeiijk?
Kan ons oude, verstokt conservatieve ieger-
iichaam, nog verbeterd worden Het is als
een groot oud huis, dat bouwvallig is gewor
den, ciat reeds enkele zeer bedenkelijke ver
zakkingen heelt vertoond en dat men, in plaats
vi.ii liet radicaal af te breken en cr een mooi
nieuw voor m dc piaats tc zetten, thans we-
derom gaat „oplappen", gaat stutten, zij het
dan cok met de bedoeling dit met zeer zware
palen te doen.
Echter hoe dik deze pok mogen wezen, het
gebouw blijft versleten, de kans van instorten
olijf t bestaan. Het conservatisme zal hoogtij
blijven vieren, „Oorlog" zat haar naam van
„het meest conservatieve departement" weten
te handhaven en de dikwijls met name aange
duide conservatieve hoofden van afdeehngen
die een vermaardheid op dit punt hebben
zullen niet 111 staat blijken plotseling te ver
anderen en het zoo hoog noocuge jongefnssche
maar vooralburgerlijke bloed, het leger
te doen binnendringen.
Ook het tijdelijk karakter van het voorstel
is iets, waar men m. zeer sceptisch tegen
over moet staan. Indien men m Nederland
met een tijdelijken maatregel voor den dag
komt, wil dat steeds zooveel zeggen, dat de
definitieve óf nooit óf eerst na jaren en ja
ren komt. Zaf het anders met het iegervraag-
stuk gaan ik geloof dat de Commissie het,
evenmin als ik, denkt. Haar geheeie voorstel
is over verscheidene jaren verdeeld. Ze ont
werpt een vlootplan, dat in tien jaar nog niet
gereed is (alles als tijdelijken maatregelze
wil convicuen inrichten m de garnizoenen,- ver
korten diensttijd voor hen, die eemge jaren,
voorgeoefend zijn, afvloeien naar de burger
maatschappij van officieren en onderoilicie-
ren, dat slechts zeer geleidelijk kan geschieden
.dat alles uoet me zéér, zéér sceptisch
staan tegenover het tijdelijk karakter, temeer
waar, na invoering van dat tijdelijk systeem,
men weer enkele jaren noodig heelt, om de
werking te beoordeelen en het heele stelsel
aldus veel kans heeft reeds verouderd te zijn
onbruikbaar, alvorens het is ingevoerd
Zij, die de „conclusie's" en mijn artikelen
over „het Legervraagstuk" hebben gelezen,
behoef ik allerminst te zeggen, ik niet vol
daan ben op het punt der Kazerne's. Het
rapport wil noodgedwongen de Kazer
ne's behouden in plaats van ze radicaal uit te
roeien. Zeker er komen verbeteringen. Het
rapport wil n. 1. de gelegenheid geopend zien
om buiten de Kazerne's te overnachten, hetzij
bij ouders of familie of in op te richten convic-
ten van verschillende geloofsovertuigingen.
Ongetwijfeld een groote verbetering, maar
ook hierbij stuit men direct alweer op groote
bezwaren. Wie zal die .convicten (militaire
kostscholen zou men kunnen zeggen) betalen?
Het rapport antwoordt :„de Katholieken uit
de plaatsen, die de vootdeelen der garnizoe
nen genieten Ongetwijfeld aardig bedacht,
maar eenerzijds vraag ik me afmoet er van
de Katholieke offervaardigheid die spreek
woordelijk is ea, waar we, met recht, trotsch
op kunnen gaaa— nog meer gevergd worden,
of heeft ook dasc grenzen en aan den anderen
kantis het nist de plicht van- den staat er
voor te zorgen dat onze jongens in dienst niet
bedorven worden Kan de staat er in de
kazerne's niet voor zorgen (en zijn onmacht
op dit punt is nu zoo langzamerhand toch wel
bewezen), welnu laat hij dan ook de gelden
verschaffen, opdat we zelf die verzorging
op ons kunnen nemen.
Iets anders is, dat pok in de Katholieke
convicten, de controle zeer scherp zal moeten
zijn en.zullen de sbldaten die verdragen?
zullen de meer met aardschc goederen bedeel
den niet rustiftop kamers (z.g.n. „bij familie")
gaan wonen en: daardoor de „gelijkheid" in
dienst (het eeiMgc goede wat va» de kazerne
tot dusverre te zeggejji was) niet- grootendeels
weer worden opgeheven, met al de nadeehge
gevolgen daarvan En ten slotte zij die niet
katholiek zijn ot. niet tot een geloof behooren,
dat een eigen convict inricht, zij komtn toch
weer in dc kazerneterecht. Ook met hen moe
ten de Katholieke jongens omgaan, zij het
slechts in ae caenstusvn en op wacht e. d. en
voor deze zorgt het rapport met, terwijl toch
de hoofdbedoeling moet zijn verheffing voot
allen en niet voor een kleme categorie, wat ui
ue praktijk mogelijk weung resultaat zou op
leveren.
Ook de oplossing van het „aanvoel ders-
viaagstuk" scheukt geen. bevrediging. Men
wil nu het beruepskaaer gaan retourneren uit
uet verlofskaaer. Alweer een verbetering
maar geen atuoende. De verbetering mist
ue waarborgen aat we Ce beste zuilen krijgen
en de rneest hoogstaande mannen. Juist het
tegendeel zal men eerder bereiken. h>e beste
veriofsofltciereh en onderofficieren toch zul-
icn in de burgermaatschappij een heel Wat
uatere positie ot hebben oi kunnen verkrijgen,
uan in oienst -tenzij men ae salarissen wilde
verdrieuubbelea en tiet. lesuitaat zal zijn, dat
men inpiaats van de beste, de slechtste
verlofsofftcieren krijgt, die beroepsofficier
worden.
Ook reeds iu.de mobilisatie heeft men een
poging ut die richting gedaaa, Men stelde
toen voor 40 vnriotsutiicieren de gelegenheid
open beüüfcpsoiïicieien te worden. Van de
5000 verioisotlicieren kwamen slechts 17 liet-
nebbers en dat het de beste waren, zal niemand
uurven bewerenterwijl een volgend
jaar de resultaten nog geringer waren.
Nu wil men-wel de beroepsofficieren en on
derofficieren, die bhjken ruet te volduen, daar
na weer afvoeren naar de burgermaatschappij
om daardoor ook in de hoogere rangen een
uitgelezen corps te verkrijgen maar ook hier-
Dij blijft het bezwaar bestaan, dat' juist de
longere, de luitenants w. o. dus zij, die,
omuat ze niet voldoen, later worden afgevoerd
het meest kunnen inwerken op den troep.
Slechts noode missen we in het rapport een
bespreking van het strafsysteem, waar toch
zeer veel over te zeggen, en alles aan te ver
beteren viel.
Een groot lichtpunt voor „bezuinigers" is
echter, dat bij een zeer globale schatting de
voorgestelde wijzigingen, ten minste een be
zuiniging van 12% millioen per jaar, zullen
opleveren.,
Ik heb hierbij slechts enkele grepen gedaan
om aan te toonen, dat we nu niet direct over
het rapport kunnen juichen. Echter ongetwij
feld Worden er vele cn ingrijpende verbeterin
gen voorgesteld en zou het onverantwoorde
lijk zijn een dusdanig rapport te verwerpen,
te meer waar niemand allicht ccn heter sy
steem er voor in de plaats zou kunnen
zetten.
Zeker zal het rapport dan ook dienen te
worden aanvaard, echter zal cr hierbij op
gewezen worden, welke fouten het rapport
aankleven en alleen door voortdurend het
vraagstuk onder de oogen te blijven zien, is
verbetering te verwachten.
Is het thans nog onmogelijk wat ik gaar
ne wil aanvaarden met iets nieuws voor
den dag te komen, welnu mogen wij katholie
ken er dan met alle macht toe medewerken,
om het bestaande bouwvallige huis te stutten
zoo goed mogelijk, om ervan te maken het
minst slechte wat er nog van te maken is,
mogen wij, reken ng houdend met de harde
werkelijkheid, onze idealen opzij zetten, even
als wij het ook in ons leven zelf zoo dikwijls
moeten doen, hierbij een offer brengend wat
wij gaarne doen aan onze eenheid, die wij
in dez.e tijden voor alles noodig hebben, onder
de krachtige bescherming van ons geloof.
H. KUSTERS.
DE BALTISCHE TROEPEN.
De wjksregreering hooft nu besloten de
Baiiisoho troepen, zoowel de marine-bri
gade Erhard als die in Domineren ver
spreide manschappen, op groote schaal te
koloniseeren. De Pruisische regoering
heelt zich bereid verklaard deze inannou
aan 't ontginnen te zetten van heiden en
aan 't bebouwen van overbodig gewordeu
terreinen voor 't oefenen van troepen en
om hen dan in de geLgenheid te stellen
zieh in deze door hen vruchtbaar ge
maakte gebieden te vestigen. I>e uitge
strekte Pruisische staatsdomeinen, die
vroeger voor do remonte dienden, zijn
eveneons voor deze landbouwkolonies aan
gewezen. De staat wil de op deze terrei
nen aanwezige barakken enz. voor dit doel
gratis afstaan en de onderneming ook
geluciij-k steunen.
Hiermee schijnt het probleem om do
Baltische troepen op vreedzame wijze te
ontwapenen, te zijn opgelost, te meer om
dat zij bereid zijn onder deze voorwaarden
't troepenverbaud los te maken en de wa
pens over te g'oven.
Deze groote kolonisatie-plannen zijn
voorafgegaan door een poging van een ka
pitein met vijftig werkloozen uit Maag
denburg, allen gewezen soldaten en wel
bij Völpke in Bronswijk. Hun aanvoerder
wil, dat de mijnwerkers daar op eigeu
grond een eigen thuis stichten. Hij kreeg
een zeer gewaardeerden medewerker in
den vroegeren luitenant-generaal Löffler,
die na den oorlog zijn ontslag had geno
men om mee to helpen aan het wederop-
bouwen van zijn ineengestort vaderland.
En weldra zag hij in, dat Duitschland al
leen weer gezond kan worden door een
goede oplossing van do sociale kwestie.
Om practisch op de hoogte to komen,
werd hij mijnwerker. Langen tijd was hij
zoo onder de arbeiders als een gelijke be
zig. v
Dezen ontdekten weldra wie hij was en
hielden hem aanvankelijk voor zoo'n lich
telijk verdwaasden idealist, zooals er nu
verscheiden zijn in Duitschland, die zich
in een absoluut nieuw bestaan gooien, eD
't even gauw weer in den steek laten.
Maar deze oud hoofdofficier bleef zóó
lang bij hen, dat hij hun vertrouwen won.
Een van de dingen waartegen hij nu voor
al waarschuwt, is de illusie dat de acht
urige werkdag weer zou kunnen worden
afgeschaft. De werklui houden hieraan
niet zoo hardnekkig vast zegt hij om
dat zij niet met lust werken. Integendeel,
de vreugde in den arbeid neemt overal ge
stadig toe. Maar de achturige werkdag is
voor lien hef evangelie van hun waardig
heid als mensch, dat hen beschermen moet
tegen liet misbruik van hun kracht.
De democratische partij heeft dezen
generaal Löffler in Leipzig een candida-
tuur voor den Rijksdag aangeboden
maar hij heeft bedankt om zich niet in de
politiek te laten demoraliseoreii.
DE CONFERENTIE TE SPA.
Uit Brussel wordt gemeld: Men blijft in
goed ingelichte kringen alhier gelooven,
dat de conferentie te Spa verscheidene
maanden uitgesteld zal worden met het
oog op de samenstelling van het Duitsoha
kabinet en de benoeming van een presi
dent van cle Duitseke republiek.
De Fransche bladen kanten zieh tegen
het Duitseke voornemen om uitstel van de
conferentie te Spa te vragen. Men ver
klaart dit hieruit, dat de regeering te Ber
lijn do deelneming aan die conferentie als
een aanzienlijk succes voorstelde en
wensckt dat de noodzakelijke teleurstel
ling door den uitslag der conferentie pas
na de verkiezingen intrede, welke op 21
Juni bepaald zijn. In die omstandigheden
zou de eonferentio te Spa pas tegen het
begin van Juli kunnen plaats hebben.
Daardoor zou dan tevens de financieelo
conferentie te Brussel worden uitgesteld.
Het „Berliner Tageblatt" zegt, dat hei
gaau van Duitsche vertegenwoordigers
naar Spa doelloos is, indien zij buiten do
eigenlijke onderhandelingen worden ge
houden, gelijk men van Fransche zijd"
Schijnt te weusohen.
ENGELAND EN JAPAN.
Er is te New-York officieel te kennen
gegeven, dat dc verlenging van 't Britech-
Japansch verbond met een nieuwen ter
mijn van 7 jaar zal worden tot stand ge
bracht vóór Juli. De tekst van het ver
bond zal worden medegedeeld aan den
Volkenbond en zal zoodanig geredigeerd
zijn, dat de Ver. Staten er geen aanstoot
aan kunnen nenten.
DE STAKINGEN IN FRANKRIJK.
Het uitvoerend comité van de C. G. T.
heel't eon manifest gepubliceerd, waarin
wordt verklaard, dat zij tegenover de stei-
lo houding van de regoering van oordeel
is het verzet te moeten verscherpen en
daartoe van plan is binnenkort nieuwe
iudustrieele krachten in den strijd te be
trekken.
De Matin" heeft een artikel waarin
mededeeiing wordt gedaan van de belang
rijke rol bij de huidige spoorwegstaking
gespeeld door do civiele mobilisatie, sinds
kort door do regeering georganiseerd. De
ze civiele mobilisatie, welke bedoelt, don
arbeid te laten verrichten door vrijwilli
gers uit de burgerij, schijnt voor de eerst3
maal succes te hebben gehad. Dit succes is
niet te danken aan op stel en sprong g,e-
nomen maatregelen, maar ais een zorg
vuldig van +e voren voorbereid plau. Toen
de staking uitbrak kwamen de vrijwilli
gers met even groote snelheid op als de
soldaten bij een mobilisatie.
DE TUKKSCHE SULTAN NAAR
BROESSA OVERGEBRACHT?
Een draadloos bericht uit Meskou zegt,
t naar het Italiaansch
door IVO,
Voor de kade van Sant» Lucia te Napels
lag een kleine stoomboot, die 's zomers naar
het eiland Gapri vaart Het was kwart voor
'Tien in den morgen, en reeds werd het sein
■.van vertrek gegeven. In een der bootjes, die
tpp het punt stonden van wal te steken,
T.om de passagiers nog juist op tijd naar de
te brengen, zat tusscheu twee door de zon
'gebruinde roeiers een meisje, Zo kon dertig
.laar oud zjjn. Ze scheen voor het eerst
daar in de streek te zijn, .want metveej
(belangstelling nam sa de omgeving op en
jhamerkta heelemael niet, dat een der roeiers
^eeda een paar malen tot haar het woord
|evoeni had. Eerst als de klank van de
FtanscU woorden van do wal tot haar door-
wongen, wendde se bet hoofd om.
i j^ignorine mag ik zoo vrjj zjjn bij U Sn
JEt bootje te helpen? Ik ben te laat geko-
toen en moot nog naar de boot!"
ÜJegene, die deze woorden sprak, was een
151ao, mei gen .vpl zwart baardje, en
donkere oogen, die scherp bij zijn bleek
gezicht afstaken. Hij was slank van gestatte
en droeg in zijn rechterhand een koffertje.
Vragend waren zijn oogen op haar ge
vestigd, terwijl hij op don rand van de kade
staande, haar antwoord afwachtte.
Het meisje wierp een snelle blik om
zzich heen, do andere bootjes waren rce'ds
bezet of vertrokken en geen enkel lag meer
disponibel. Wilde do vreemdeling dus nog op
lijd de boot bereiken, dan moest ze hem
meenamen.
in vloeiend Franscli antwoordde ze beleefd:
„Stap in, mijnheer er is voldoende pLaats
voor twee personen. Haastig stapte hij in
het bootje, dat een der roeiers aan den
wal gehouden had, zette zijn koffferlje iu
den boeg van het bootje neer en ging eigen -
over haar op het bankje zitten.
„Oriep hij uit, „U spreekt zoo vloeiend
Franscli. Ik was bang dat U me niet verstaan
zoudt".
Ze vertrok haar vastgesloten lippen tot
een glimlachje en antwoordde slechts dra
lend: „ja."
Ze was van jongs af gewand geweest, op
reis uiterst voorzichtig te zijn met kennis
makingen.
„Wel eigenaardig," ging de vreemdeling
voort, „ik ben al jeon jaar in Italië, maar ik
ben de landstaal nog hortcmaal met meester."
„Fransch en Italiaansch hebben anders veel
punten van overeenkomst. E11 voor iemand,
die eenigszins bestudeerd is," antwoordde ze
koel, „is het, dunkt mij, loeit niet moeilijk...'
De vreemde liet haar niet uitspreken, doch
zei op openharligen toon: „Ik ben heelemaai
niet bestudeerd
„Signore, Siamo' arrival;riep een der
roeiers.
Hel bootje stiet tegen het schip aau, waar
op zich reeds een aantal passagiers verzameld
had. Ze liet den heer voorgaan, en volgde
hein naar het dek. Een der roeiers droeg
haar bagage aan boord, bestaande uit een
m elkaar gerold plaid en een bruin leeren
koffer, die niet veel grooter dan de hand-
kofler van den jongen man was.
De roeier verwijderde zich, na zijn geld
ontvangen te hebben, met een herhaald:
„Mille grazie Siguoruia, buon divertimento."
De dame zette zich op de bank neer, die
over het dek heen liep en begon weer mei
de omgeving op le nemen. De scheepsbel
klonk nu voor de dorde maal, da schroeven
van de boot begonnen te werken. Een zwerm
halfnaakts jongens zwommen 0111 da boot en
doken naar de geldstukken, welke de pas
sagiers in het kristal heldere water wierpen.
Druipend als poedels kwamen de jongens
weer te voorsch.ju. nel gitzwarte haar plak- stond, bemerkte dat en zei: „Een srhojn en
le hun tegen het hoofd en in hun bruine, bekoorlijk land; alleen heb ik opgemerkt,
natie gezichten blonken hun invoorwitte tan- dat de menschen hier veel aan oogziekten
den, waarlusschen ze de uit het wtaer ge- lijden.
haalde geldslukkeii geklemd hielden. Doch
de niet te voidojne Uioine lazzaroni 1) slaken
hun geldstukken handig achter huil kiezen,
die ze als porlenionnais gebruikten, en rie
pen op klagenden toon: „Per carita Signora,
un ultra monela, un ultra moueta!"
De beweging van het schip verdreef hen
echter weldra cn een ander schouwspel tuin
do opmerkzaamheid van het reisje in be
slag. Een blinde troubadour 2) had zich in
het midden van het dek neergezet. Naast item
stond een Napelsch meisje, in de bonte klca-
derdracht van het land gestoken. Ze hield
een mandoline in de hand en begon daarop
te spelen, terwijl de man met een verdienste
lijke tenorstem een Landlicdje zong, genaamd:
„O, bella Napoli."
Dit tafereeltje verhoogde niet weinig dc
poëtische stemming der omgeving en con
glimlachje ontplooide zieli 0111 haar mond.
Da vreemdeling, die met haar naar de boot
geroeid was en thans ook in haar nabijheid
1) Lazzaroni Italiaansche bedelaar.
2) Troubadour rondreizend minnezan
ger, voornamelijk iu de middeleeuwen.
De dame knikte en voegde hieraan toe.
„Zijt gij medicus, dal u hierin zooveel be
tang stelt 1"
„Neen," zei lij schijnbaar spijtig, maar
direct liet lij er op voigen: „ik heb nog niet
gelegenh. M gehad, u voor uw vriendelijkheid
om me in u bootje op te nemen, te danken
Zijt u een Franyaise
Ze zag hem met groote oogen aan. Ze hield
er niet van ondervraagd tg worden cn zijt
vrijpostigheid deed haar 'onaangenaam aan
„Neemt u rnc nie tkwalijk," zei hij, ter
wijl een diep rood zijn bleeke wangen kleur
de, „ik zou meer verheugd zijn in u een
landgenoote mogen begroeten. Ik gevoel
me zeer eenzaam."
Hij sprak met zulk een kinderlijke verlrou-
vvcliikli.id, dat bij haar het beschermend,
moederlijk imliuct der vrouw werd levendig
gemaakt cn opgewekt.' Wat hinderde het ook.
of ze met hem ecu oogenblik praatteV Hij
was nog jo.ig en scheen niet sterk le zijn
daarbij scheen hij cr behoefte aan te ge'
voelen, zi '1 weer eens vrij en frank in zijn
moedertaal te kunnen uitdrukken.