t. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLt ANTB Woensdag 12 Mei 1920 o BUITENLAND FfcUll.Lfc.TUN. SLECHTS EEN DROOM No. 110 13e Jaargang Verschijnt dagelijks Bureau: HOF ALKMAAR. - T©l©f@on: SSK'fiPfK 433' DE PLECHTIGE OVERBRENGING OER RELIEK VAN SI. BAVÜ TE HAARLEM. Abonnementsprijs: Per kwartaal i f 8,—, franco per post f 2,50} Met Geïllustreerd Zondagsblad 1 0.45 hooger. A d v e r ten tl e p r ijss Van 15 regels f 1.25 elke regel meer f 0,25} Reclames per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aan bod" bij vooruitbelaling per plaatsing f 0.60. Aar» etle ebcnné's wordt op ££sivn=eg gratis een poiis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevsSien tot een bedrag van 1600,-, f400,— f200,-, f300,-, f60,—, f35,— f 15.— Maandagavond, op 10 Mei 1020. bs met stralender! luister door Z. D. H. Mgr. A. J. Gallier, oasen zoozeer beminden Bis schop van Haarlem, omgeven door een stoet van geestelijken, corporaties en dui zenden geloovigen, plechtig de eerbied waardige reliek van St. Bavo, den pa troon der Kathedraal en Beschermheer van Haarlem, naar de nieuwe kathedraal overgebracht. Het is geworden een indrukwekkend en grootseh i'eest tevens! Want ze.g ons, gij duizenden Roomsek- Katholieken en ook niet-Boomseh-Katlio- lieken, die gisterenavond onder de mach tige gewelven van het trotsehe kerkge bouw waart saamgestroomd, zeg ons: werd ooit een keizer of koning met meer liefde en grooter eerbetoon zijn paleis in gehaald, dan de reliek van dezen Heilige Gods, die nu reeds dertien eeuwen zieh verheugt in de beschouwing van Gods Aanschijn? Was niet het devote zwijgen van die duizeudniondige menigte 'welspre kender dan een gedonder van toejuichin gen en liefdebetuigingen? Bang vóór half acht stroomden de ge loovigen in reusachtig aantal naar de ka thedraal, die baadde in den gouden schijn van de avondzonne. In de hooge koepels binnen begon reeds het duister van den nacht te heersehen, maar hier en daar diohtte de zon nog een jubellied op de gouden muren en pilasters en spiegelde zioh in de goudgele steeneu en 't glanzen- 'de marmer, ais om haar luister aan het ■feest bij te zetten. Al dra was er in stoe ien of in banken geen plaats meer, zoodat .een groote menigte een plaats zocht in de -sij- en middengangen, al maar naar voren .dringend om niets van het feestte missen. ,Wat is zoo'n gevulde kathedraal een heer- Tijk schouwspel en een feest op zich zelf! Aan den ingang der katheoraal werden briefjes uitgereikt, waarop de tekst van .het jubellied ter eere van St. Bavo. Maar .al spoedig bleek dat, hoewel men op bijna twee duizend toeschouwers gerekend had, de vooorraad onvoldoende was, om ieder een van het lied té voorzien. Tot in de zij kapellen en de H. Sacramentskapel had men plaats genomen. Het was een roerend schouwspel, die biddenden en wachtenden op den pleehti- gen intocht van Haarlem's patroon. De grootste belangstelling was gecon centreerd om en nabij 't parochiaal altaar, waar rechts van het altaar, de stemmige zwart-witte kleedij der biddende zusters yan het klooster aan de Westergracht een harmonisch geheel vormde met den licht glans en bloemen- en groenpracht aan het altaar. Alle reglementen ten spijt stond hier een dichte menigte geschaard, onver schillig of er een stoel beschikbaar was of niet. Een stemmige orgelmuziek zweefde door de hooge ruimten. De Processie Tot plots alle voetengeschuifel en ge fluister van stemmen verstomde en aller togen zich wendden naar den uitgang der parochiale sacristie, nabij het altaar van het H. Hart. Wijd werden de massie ve deuren geopend en 't kruis van Chris tus trad naar voren, gedragen door den ZeerEerw. heer Borsboom, rector van het H. Josephsgesticht, en geflankeerd door twee flakkerende flambouwen. Eén oogenblik stelde de processie zich op en schreed daarna de kerkruimte in. Vlak achter de reliek schreed JZ. D. [H. Mgr. A. J. Cahier, bisschop van Haar lem. Het was een indrukwekende stoet, waar [de witte gewaden der priesters en mis dienaars, de deftige strikken en zwarte kleedij der leden van Vriendenkring, dis aruidstooi der meisjes, kleur en fleur aan gaven. Bij het altaar gekomen nam de ple baan der Kathedraal de reliek van de baar en stelde haar ten toon op eene verhooging omgeven door lLht en groen. Alsnu zet het koor in de antipkoon „o Kemedium sa'.utis in ora", o genees middel onzer zielen op den levensweg, getoonzet door Philip Boots, waarna Z. D. H. de Bisschop zong het gebed tot St. Bavo „o God die ons verblijdt door de verdiensten en voorspraak van den H. Bavo." Monseigneur met staf en mitra begeeft zich naar de troon en de Hoogeerwaarde Plebaan bestijgt de Ambo om te houden zijn toespraak over gt. Bavo ,en diens reliek. De predikatie. De Hoogeerwaarde spreker begint met een woord van dank te richten tot Z. D. H. den Bisschop, omdat deze zich ge- waardigd had op uen feeMttog van de ver- p.aatsiug der renquie van St. Bavo de de eerbiedwaardige overohjfselen van d.eu H. Bavo zelf over te brengen naar de nieuwe St. Baaf. In het korr wordt nu .weergegeven het heilig leven vail St. Bavo pn verhaald dat de Haarlemmers reeds voor eeuwen St. Bavo vereerden, hoe een wonderbare redding in den nood, waarmedfe volgens de over.evering is gepaard gegaan ,de ver schijning vail St. Bavo boven deze stad, aameiuiijg was vour de Haarlemmers om ie bouwen de prachtige gothieke k&rk in he. midden der scan. De Geestelijkheid van Ge..it sloot met de Haur.en.scke Cl.erge iu 14(2 bij cie voltooiing nor kerü een geestelijk veröond onder S.. Bavo's be scherming en schonk aan deze nieuwe kerk te Haarlem een gedeeiie yan de overblijfselen van St. Bavo, n.I. een ge deelte van een armbeen, onder ue-ott-e van wederzijdsche gemeenschap van goe de werken steeds te onderüuuden. r^e verplaatsing dezer reuquie werd door de Haariemmers steeds herdacht op den 10 Mei. ïvuirn een eeuw iater kwam de storm der reformatie over Haar.eni's kerke, bij welke geiegenheid de praehtige neiü en hare bezittingen overgingen in n^nden van de Calvinisten; waurscninnjk is toen ook veinoren geDaan de redes: vail H. Bavo, door de Geestelijkheid van Gent tonmaat aan Haar.em ai gestaan. Geschiedenis van de Jle- liquie van fat. Bavo. De man, aan wiens goede zorgen wij op de eerste plaats te danken hebben, dat deze reiiqute is bewaard gebleven, is Nicolaas Wiggerius Couseoant, een Priester van het fiaarietnsche geslacht der Couseoanien. tiet fvecrologium harlemenae geeft hem den lof, dat hij was een „ex primis nrauae sader- doiibus'' of zooals Batavia Sacra uit de Ke- latio van la lorre aanhaalt; „iiaelis aliquan- qo in patria operarius', die in ae eerste tijden na de reformatie veel en vruchtbaar heeft gewerkt tot behoud en herstel van het H. Geloof, zoo in Holland als in West-Fries land. In het jaar 1603 trad hij te Keulen in de orde der Minderbroeders, werd tot driemaal toe benoemd tot Provinciaal en stierf aldaar iu het jaar 1628. Hij was het, die in het taar 1583 te Haarlem stichtte de de „Vergaderinge der Maechden in den Hoek" te Haarlem, Ofschoon Nicolaas Wig- gers nimmer een hoogt- waardigheid heeft bekleed in de Haariemsche Kerk. behoorde hij niettemin onder de voornaamste der Geestelijkheid en zoo wordt ons" dan ook ver klaarbaar,waarom juist aan hem opdracht werd verleend, om in het iaar 1573 den kost baren reliquiën-schat van de abdv te Eg- mond voor ontheiliging te vrijwaren en over te brengen naar de stad Haarlem. Het mocht inderdaad Nicolaas gelukken de reliquicn van de abdy te vinden; vol vreugde onder nam hij de terugreis naar de Bisschopsstad en voor alle veiligheid gaf hij de kostbare overblijfselen, waaronder die van den H. A- delbertus, den H. Jeroen en ook deze reliquie van den H. Bavo, vcorloopig ter bewaring aan vrome leeken, teneinde deze later aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. In het jaar 1595 werden de ïeliquiën. in het huis van Dr. Duvius, nagezien, geschift, gerangschikt en van opschriften voorzien. Nicolaas Wiggenns nam de reliquie van den H. Bavo uit den scltrija van de overbiijise- len van den H. Adelbenus. plaatste deze in een aizonüerlijk doosje en voorzag dit met net opschrift, eigenhandig door hem op per kament geschreven: „de S. Bavone. stve de proprii ejus corporis cineritous ccnglutina- tis" d.w.z. overüajlseien van den n. Bavo, of van de assclie van zijn lichaam in vaste massa bijeengevoegd." Bi] een brand in de ao-dy te Egmonti schijnt het gebeente van aen H. Bavo te zijn verbrand, men heeft evenwel de asch zorgvuldig bijeenverzameld en door bijvoeging van een kleefstof deze ge bracht in aen staat in welken ae relikwie thans nog aanwezig is. Nicolaas Wiggers, die ongetwijfeld ais Haarlemmer een bijzon dere devotie had voor den H. Bavo, ntocitt de reliquie van den H. Bavo voor zich be houden en toen hij in het jaar 1663 naar Keulen vertrok, out aldaar zijn intrede te doen in de Orde der Miaaerbroeatis, nam hij de overblijfselen van aen H. Bavo mei zich mede, alwaar zij in het ldoosier van üe H. Clara op bijzondere wiize steeds werden vereerd, het Kathedraal Kapittel van de stad Gent, zeer zeker bevreesd nat de over blijfselen van den H. Bavo zouden komen in lianaen der hervormers: stolde alle pogingen in het werk om de reuquie van aen n. Bavo voor zich te verkrijgen, maar Pater Nicolaas Wiggers weigerde, wij», hij voornemens was de overniijfse-en van den H. Bavo na zijn dood terug te geven aan de haariemscite kerk, want, zoo wordt van hem gezegd, ..ik heb grooien eerbei d voor de haanemscne Kanunniken en het Haariemsche Kaputei en daarom moeien deze overblijfselen hun worden teruggegeven." in het jaat lo2y, één jaar na het overlij den van Pater Nicolaas Wiggerius Gouse- bant, ontvangt een zekere Pater Arnotdus de Witt, zoon van den H. Franciscus,, een bijzondere opdracht van een Deken van hei i laarlemsch Kapittel,. Judocus Catzius, om te onderzoeken, waar zich bevindt de oeken- de relikwie van den H. Bavo. in de maand Mei 1630 vond Paier de Witt de overbliji- se,en van den H Bavo in het klooster van de H. Clara te Keuien en zonder eemg be zwaar werd aan zijn verlangen voldaan deze naar Haarlem terug te brengen, wijl Pator Nicolaas Wiggers inj zijn leven gelast had de relikwie van den H. Bavo aan de Haariem sche kerk terug te geven. Vol vreugde on dernam Pater Arnoldus de Witt den 24 Mei 1630 de terugreis naar het vaderland en kwam den 27 Mei daaraanvolgend, titans in het bezit van St. Bavo's overblijfselen, te Haarlem aan. Op Zonuag onder het Octaaf van Sacra mentsdag', den 2 Juli 1630, zoo verhaalt de officieele acte, bracht Pater Arnoldus de Witt de relikwie bij den Deken van het Haariemsche Kapittel; beiden begaven zioh mi naar de kapel in het huis van Ju docus Catzius, openden het doosje en be vonden, dat de relikwie van St. Bavo met het opschrift van Nicolaas Wiggers Cou- sebaat aanwezig waren. Aan den Haar- lemschen schilder Petrus Gribberus werd nu opdracht gegeven een juiste afbeel ding te maken zoowel van het doosje als van de relikwie met opschrift, daaronder zou dan de officieele acte worden opge steld iu tegenwoordigheid van alle leden van het Haariemsche Kapittel betreffen de de terugvinding dor overblijfselen van den H. Bavo. Den 15 October van het jaar 1630 kwam het Haariemsche Kapit tel bijeen in het huis van Judocus Cat zius aan de Bakenessergracht te Haar lem en nu verklaarde Pater Arnoldus de Witt onder eedc al hetgeen hem bekend was omtrent deze relikwie, van welke ver klaring- een plechtig' stuk werd opge maakt en onderteekend door Pater Ar noldus de Witt en allo leden van het voormalige Haariemsche kapittel. Dit of ficieele stuk is bewaard gebleven en zal thans tegelijk met de relikwie van den H. Bavo in de nieuwe kathedraal van den H. Bavo worden bewaard. In het jaar 1631 werd de relikwie van den II. Bavo aan de goedkeuring onder worpen van Philippus Boveiiius; de Vica ris Apostoiicus der Hollandsche Zending keurde de relikwie goed, bevestigde haar echtheid en verbond aan de vereering de zer relikwie een aflaat van 40 dagen. Sinds dien tijd is de relikwie bewaard gebleven door 't Haarlemech kapittel. Den 7 Juli 1643 vinden wij nog vermeld in de handelingen van genoemd Kapittel, dat de relikwie van den H.Bavo iu „uen Hoek te Haarlem wordt bewaard, verder wor den geen aanteekeningen hieromtrent meer gevonden. In 1851 wordt de statie „in den Hoek" op do Bakenessergracht te Haarlem op geheven; de goederen dezer statie worden i.eeis verkocht, deels verdeeld onder de overige kerken van Haarlem en wordt de ze relikwie van St. Bavo de inventaris der goederen vermeldt onder het hoofd „relikwieën", een doosje met relikwieën, waarschijnlijk van St. Bavo met een per- gament daarbij toegewezen aan den pastoor der parochie van den H. Joseph, tevens Plebaan der toenmalige kathedraal In het jaar 1864 is de relikwie, yan St. Bavo overgezet uit de oude capsula In bet tegenwoordige schrijn; Z. D. H. de Bis schop van Haarlem, Monseigneur Gerar- uus Petrus Wilmer bevestigde nogmaals iu eeu officieel schrijven, dat deze waren de overblijfselen van St. Bavo's lichaam. Dn thans. Monseigneur, is het U wegge legd geworden, de relikwie van den Pa troon dezer kerk en van deze stad, dooi Gods voorzienigheid op zulk een buitenge wone wijze gered en bewaard, op uen feestdag der verplaatsing der relieken van Sint Bavo, op plechtige wijze te bren gen in dezen tempel, alwaar St. Bavo reeus geheel bijzonder werd vereerd en waar thans, dank de goede zorgen van (J. D. H., ook zullen mogen rusten de overblijfselen van den H. Bavo, sive de proprii ejus corporis cineribus congluli- natie. Het Pontificaal Lof. Nadat de toespraak was gehouden, gaf Z. D. H. aan alle aanwezige geloovigen op plechtige wijze een aflaat voor 50 dagen. Dan begon het plechtig Lof, gecelebreerd door Z. D. H. en geassisteerd door den WelEerw. Heer kapelaan Jacobs ais diaken en kape.aan Keijzei als subdiaken; ad mi- tram -aen ZeerEerw. Heer pastoor Meyer; ad baculum door den Z. E. H. Aalberse, rector van het St. Jacobs Gasthuis. Het zangkoor zong het Panis Ange licas; het Regma Coeli van Lotti. het Magnificat van Griesbacher. het Tantum Ergo van De Wit en deed dat op zeer ver dienstelijke wijze. Een machtig moment was het toen het zangkoor het Te Deum van Perosi inzette. Was het toeval of opzet, dat op dit moment juist alle eiectrische lichten in de kathedraal opbrandden? Wat het ook zij, het leek het hoogtepunt der verheerlijking van Sint Bavo, de glorie der strijdend? kerk, een ópzweven om te reiken tot aan dc zegepralende Kerk m den hemel! Het orgel vervulde de nachtdoorwolkte ruimte, waat wierookdamp een warme, blauwige atmosfeer schiep. Dan nog de zegening met het allerheilig ste, een heerlijk moment van diepe gods vrucht: dc- zegenende hoogepriester over die groote, biddende massa! Daarop daverden plotseling de gewelven van het door alle aanwezigen uit volle borst gezongen Bavo-lied van Pater Haagh. Mgr. wijlde al dezen tijd aan het altaar. Toen dc tonen van den laatsten versregel waren weggestorven, verliet Mgr. na even eens de relikwie vereerd te hebben, zegenend de kathedraal door de sacristie. Hierop be gon de relikwievereering door dc geloovigen. üe Uon ierentie te Spa. Aan een medewerker van do „National" heeft minister Jaspar verklaard, dat de conferentie waarschijnlijk tot Juni zal worden uitgesteld. De reden daarvan zijn do Duitscke verkiezingen, daar de Duit- sclie regeering niet tijdens de verkiezin gen aan de besprekingen wil deelnemen. Een andere reden is de gezondheidstoe stand van Lloyd George. België ter conferentie. Uit Spa wordt gemeld: Baron Guillau- me, bestuursambtenaar aan het Belgi sche ministerie van buitenlandsche zaken, is bezig alle regelingen te treffen voor de conferentie te Spa, welker opening 25 Mei is vastgesteld. Voor zoover bet Belgische ministerie van buitenlandsche zaken weet, zal de conferentie op dien datum beginnen. Delacroix, Belgisch minister-president, zal de conferentie presideeren. Hijmaas, minister van buitenlandsche zaken, zal België's andere vertegenwoordiger zijn. Wellicht zal minister Jaspar met ver scheiden andere technische deskundigen worden uitgeuo.odigd te verschijnen. RolinJacquemin, Belgisch hooge com missaris in het door België bezette Duit se lie gebied, zal als algemeen secretaris der conferentie optreden. Het ligt in het voornemen der Belgi sche regeering de hoofden der delegaties iti particuliere villa's onder te brengen, terwijl de rest der delegaties in de ver schillende hotels verblijf zal houden. Voor de dagbladcorrespondenten, die elke dele gatie vergezellen, zullen kamers in het hotel worden besproken. De Frausche de legatie zal haar kamed in 't hotel Ccaïno d'Ür hebben. Het casino te Spa zal gedurende de con ferentie worden gesloten. Voor de correspondenten zullen directe leiephonisehe verbindingen naar Parijs, Londen en Brussel worden aangelegd, als mede speciale telegraafkabels naar deze sleden. Een Duitscke stem. Th. Wolf schreef gistereu in zijn hoofd artikel in het „Berliner Tageblatt" o.a.: „Naar Spa kunnen, moeten en zullen de Duitsehe rijkskanselier en zijn raadgevers gaan, wanneer de conferentie den vorm en de beteekenis behoudt, die men hier op het oogenblik, dat de uitnoodiging ge daan werd, er aan gegeven heeft. Stellig willen wij dat Frankrijk schadelo-cs ge steld en gerustgesteld wordt, maar wij willen niet dat Frankrijk door voort du rende overvallen en miiitairistische aan vallen, door bet op touw zetten van af scheidingsbewegingen en door chicanes ons economisch herstel verhindert en ons daardoor elke mogelijkheid om te betalen ontneemt. Wij willen ook niet dat men anderhalf jaar na het sluiten van den naar het ItaXiaainsch door IVO. 2.) „Ja, ik ben een Franqaise," antwoordde zij. „Ach, dat vind ik heerlijk!" riep hij ver heugd uit „Het doet iemand altijd goed* in 'den vreemde zijn moedertaal te hooren en veen landgenoot te ontmoeten." Ze lachte, en om zijn begeesterend© woor- denvloea eenigszins te Icalmeeren, onderbrak ze hem met de opmerking: „Zie eens, hoe schoon f' Ze wees met de hand naar het vasteland], i Waarvan de boot zich meer en meer verwij derde. Boven de bonte huizenrijen stak Capo di Monte uit, waarop een schoon kasteel 'gebouwd was. Ter rechterzijde verhief zich de grootsche Monte Vesuvfo, waarboven zich rookwolkjes kronkelden. „Ja, heerlijk! Ik zie dit schoon,e panorama 'Voor de eerste maal, en uy" „Ja, ook ik maak voor het eerst een uit- flapje naai- het eiland Capria." s. „Hos aardig," riep hij entliousiastisch uit, „dan zijn wij lutgenooten: ook gij zijl van I-'ranschen oorsprong; en ook gij ziet voor het eersi dit sciiooue eiland, dan zullen we het samen eens goed in oogensoliouw nemen." Wederom zag ze hem aan, als wist ze niel goed, wat ze weer van deze woorden den ken moest, maar ze zag slechts een bijna jon- gensachtigen trek op zijn open gelaat. „Blijft u lang op Capri'f" vroeg ze, in plaats van antwoord te geven. „Een maand tol herstel van gezondheid. Ik heb me overspannen met werk, dat me zeer sympathiek is." Weer werd hij rood en het scheen haar too. alsof dit onderwerp hem pijnlijk was. Haar belangstelling voor den vreemden, jon gen man ontwaakte wederom in haar en haar terughoudendheid latende varen, begon ze met moederlijke welwillendheid van zioh zelf te spreken: „lk ga voor affleiding naar Gabri. Ik heb mijn eenige zus naar Frankrijk moeten sturen ,en nu voelde ik me le Rome zoo eenzaam.,, „U hebt eeu zuster Zijt gij getrouwd?" „Neen, mijn naam is Jeannetle le Fleur." „Wat een schoone naam," riep hij uit. „En gij woont evenals ik te Rome? Merkwaar dig dat we elkaar daar nog nooit ontmoet hebben. Ik woon er al ruim een jaar." „O, Rome is daarvoor veel te groot en ik ga weinig uit lk doe zaken, moet u welen, zei ze lachend, „lk heb de zaak van mijn vader geërfd en zet die nu op zijn won sell voort. „Aha!" Hij zag haar met zijn groote zwarte oogen van terzijde aan en nam hrar op, van haar eenvoudigen zomerhoed cn een voudig donker costuum tot de punten van haar schoenen, waarin naar het scheen twee welgevormde voetjes staken. Dan zweefde zijn blik wederom van haar voeten naar heur gezicht. Het was of hij zich affvroegi. of zij knap was. Iinap? N.... neen. Waarom draalde hij, toen hij dit ontkende. Hij hieici anders niet van dames, die zoo iets geëmanci peerds over zich hadden En toch had zij hem aangetrokken? Had hij niet tegen zijn ge woonte in, opwekter gesproken, dan hem dit- den laatsten tijd mogelijk was geweest? Was dat alleen toe te schrijven aan den invloed van de reis, aan het idee nu eens bevrijd te zijn van den eentonigen tredmo len van zijn beroep. Het meisje had hem intusschen met haar verslandige oogen scherp aangekeken, als wilde ze zijn gedachte lezen. „U verwonden u er over, dal ik zaken doe? Mij lijkt hel de eenvoudigste zaak van de wereld toe," zei ze oprecht. Zijn groote, zwarte oogen kaken haar deel nemend aan, maar hij durfde haar niet le zeg gen, wal hij daclil. Na een jioosje zei mj, ter wijl een licht rood zijn bleek geiaad kleurde: „lk ben ook koopman! Maar ik voel me er niet gelukkig bijHij zuchtte en voegde er dan aan toe. „Wij spreken misschien op Capri nog wei daarover, waarom zou ik me thans dil heerlijk overLochtje bederven? Hoor, daar speelt de troubadour het „Santa Lucia". De blinde zanger begon thans met zijn wel klinkend geluid te zingen: „O mare placido. laslro d'argenlo". Naast Jeannelte zat 'n lief meisje, dat even als zij aandachtig luisterde. Ze sprong bij het ivirein „Banta Lucia" op en zei met een blik op Jeannelte: „Wat bekoorlijk, vindt u niet?" Deze beantwoordde den blik en de woor den met een glimlachje en dat moedigde de kleine aan nader te komen. „Ik hoorde u Fransch spreken," zei ze met een lief stem metje, „en wij zijn ook Fransclien We wonen te Vincemies. Vader heeft in de buurt een landgoed geliad en dat hebben we verkocht." En bij deze woorden zag ze een heer aan, die een jas over den arm had en naar de kust stond te kijken. Hij stond bij een dame, die iets grooter was dan hij en een elegant reiscosLuuni droeg. „Wal iwill ge, iVirgiaie?" vroeg hij het meisje. „Niel waar, vader, wij komen uit Vinoen- nes?" vroeg ze kinderlijk. „Ik vertelde het zooeven aan de dame hier, ze is ook een Franpaise." Virginia wees naar Jeannet, en de heer nam beleefd zijn hoed af, welken groet Jean nelte beantwoordde. „Virginie trok haar vader naar Jeannelte en lachend zei hij: „Mag ik me even voor stellen, mijn naam is Dumonl, landeigenaar." „lk heel Jeannetie la Fleur," antwoortide Zijll. „Neemt u me niet kwalijk, dame," zei Du monl beleefd, „maar daar u ook Fransch spreekt, kunt n misschien ons eenige in lichtingen geven omtrent het eiland Capri, en weet u ©en geschikt holel te noemen.' „Ik reis er ook voor de eerste maal heen Men heeft me echter het hotel Pagano aan geraden. De dame in bet elegante reiscostuum kwam nu ook nader. „Mag ik u even mijn vrouw voorstellen?" En met deze woorden stelde Dumoat zijn vrouw aan Jeannetie voor. „Uw broer?" vroeg de heer Dumont lachend, op den naast haar ÜUend&n Jongen man .wijzend, „l ÏWordf vervolg?!.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 1