tweedf. blad
WIS
hugowaard
en Mag 16 Mei.
IE»LAND
üinstidO 18 Mei.
lOötBïiinyea
iedische Praatjes.
Kroniek van de leek.
ütt sprookje.
OM DEN HAARD
WIE WIL RUILEN.
I
WINKELHUIS.
Bad- en
nnchting.
ONZE BRIEVENBUS
scïriid-Oi*,
In Schilder, bij voor-
luider, loon 75 cent
pbieken geschiktheid
rens
l-Slfleubelmakers.
3MITS, Electrische
Uitgeest.
ZATERDAG 15 IVIEI 1920;
oi Dienstbode.
een klein gezin
Ihuis) een R. K. Dag-
R. K. Dienstbode
lacht.
jPH SCHUT, Hoog
en nieuw Woon- en
|t Werkplaats, groot
iet aanbouw, groot
jiarin Koe- en Paar
de Tuin, gr. 1000 M3.
naar verkiezing, te
hn eigenaar-bewoner,
IJ, Heerhugowaard,
IEBSW0NIKG
nieuw met grooten
lestuin, prachtig ge
it 1N.H. Kanaal to
ct te aanvaarden,
fgiis 86, aldaar.
IADEVMGEN.
gevraagd een goed
l'rumenade wagen,
Ier no. 5269 aan het
|t blad.
rdo Voorkamer.
|roote Qeraeubileerdo
et gebruik van Ken-
tonder no. 5290 aaa
[n dit blad.
hail voor billard
aanbevelend,
toon 1920.
Ie si ai te» vóór 1 Juni.
Utt» TARIEF.
ing is geopend voor
i morgens 7 tot 9 uur,
|van 3 tot uur.
van 's morgens 10
In 's avonds van
Inlielitingen verstrekt
|r J. YAN DIEPEN,
Het Bestuur.
|E KOOP:
Js nieuwe TILBURY,
LUÜ.'» te Limrnen.
|r-: KOOP:
■t-'ws Aar 'appelen,
IVi.LZLN, Obiiam.
[e koop
\a een stel ijzeren
s««> goed als nieuwe
u&itsch grenen
Let. Te bevragen bij
Beer van ueu Polder
üarenkarspoL
li KOOP:
als nieuw
L.WOOittiiJIS
et gescuikt voor pen-
n en sciiuuitje. Direct
ii. Te bevragen bij
tiP, Castricum.
van 's Lanis
eernracht.
kend gemaakt, dat de
ges tot verhooging van
krasiit bit jaar zuller.
udeu van 15 Juli lot
eljke ingezetenen van
m leeftijd die daaraan
oi ta nemen moeten
20 Mei a s. bij cleu
enden Officier der
plaatse aanmelden,
ate* waar geen garni-
.ckient de aanmelding
toemeten datum bij do
r.
maaaöant in liet
■district dea Helder,
JOOTIUAN.
DE TUBERCULOSE I.
Ik stel U titans voor in eenige kecten 't een
en ander mede te deelen over bovengenoemde
ziekte Immers wie Uwer zal zich niet interes
seeren'vuur deze volksvijandin en wil niet iets
meer weten hierover Laat ik dan beginnen U
inede te deelen, dat ik U geen ziekte zou kun
nen noemen, welke meer voorkomt dan de
Tuberculose. Overal waar menseben wonen,
ook daar heerselit de Tubersolose en liceft
zij haar tenten opgeslagen. Dit kunnen we
bijna van geen enkele ziekte zeggen. De Tu
berculose en de mensen zijn dus nader aan
elkander verbonden en de vatbaarheid vooi
den menseh voor deze ziekre is dan ook bij
zonder groot, zoodat het sterttecijter dooi
deze aandoening verooizaakt zeer lioug is.
Om U hiervan een denkbeeld te geven, kan
ik volstaan niet slechts mede te deeien, dat
ongeveei het zevende gedeelte der menschheid
aan tuberculose ten gronde gaat. Nietteger.
staande dit zeer huoge cijfer, dat tot droefheid
stemt, is de tuberculose toch een buitenge
woon goedaardige ziekte.
Ge zult zonder twijfel eenigszins verbaasd
jpkijken 'bij deze laatste mededeeling cn ver
moeden, dat ik ten zoodanige geweldenaai
ben, dat ik met het zevende deel der mensch
heid nog met tevieden ben. Dit laatste is nu
gelukkig niet het geval en erdient dus een
andere verklaring gtzoclit te worden. De
Tuberculose nl. komt zoo verbreid voei
onder demensctien, uat wij allen eigenlijk
lijdende zijn aan deze ziekte en één ol
meer tubeicuh use haarden in ons lichaam
hebben. 1 je menseh loopt gewoonlijk lus
schen zijn 15e en 19e levensjaar een infectie
met tuhercelbacillen up, op een wijze, die
wij later nader zullen bespreken. Zouden
wij nu m staat zijn bij alle meimcheii, gestor
ven aan één of andere ziekte na liun 19e jaai
de verschillende organen te onderzoeken, dan
zouden w.j, piactiscii gesproken, bij allen zou
der uitzondering een giuuter of kleiner tuber-
culeuse haaiu vuiüeu. bij liet meerendeel der
menschen is uie haard of zijn die haarden zoo
klem, dat de meuicus ze tijdens het leven niet
kan aantoonen en wij beschouwen ook een
dergelijk per.-oon met aL tubeiculeu.-, hoewel
hij of zij wel terdege tuberkelbacillen verbuigt
en terwijl deze laatste» ook haai verwoestin
gen hebben aangelicht. Alleen als wij met
onze hulpmiddelen 111 staat zijn de ai-
wijkingen ie constateeren, dan alleen zullen
we iemand voor lijdend aan tuberculose ver
klaren.
Dit is in de praktijl; ook voldoende, want
alleen ui het laatste geval zal de menseh door
gaans klachten hebben, teivvijl 111 't eerste ge-
vai deze ook geen last heell van zijn tubercu-
N /ai mijn optimisme 'J zonder twijfel
duidelijk zijn geworden. Immers, wanneer alle
menschen aan een ziekte lijden in meerdere of
mindere mate en er sterft slechts een zevende
gedeelte, dan zijn wij volkomen gerechtigd
dit een goedaardige aandoening te noemen
Wanneer wij nu verder hierover nadenken,
dan dringt zich onwillekeurig de vraag bij ons
op :„Hoe komen wij allen toch aan die Tuber
culose en waarom is deze ziekte zoo buitenge
meen verbreid onder het menschdom Hei
beantwoorden van deze vraag was niet ge
makkelijk. Immers hoe wilde men dit te we
ten komen in de jaren, toen de oorzaak der
Tuberculose nog geheel in 't duister lag. Lan
gen tijd hebben mannen van den eersten rang
zich hiermee bezig gehouden, tot dat 't einde
lijk aan den beroemden Robert Koch in 1882
gelukte den Tubeikelbacil aan te toonen. Zoo-
ils het bij de meeste ontdekkingen gaat zoo
ging 't ook hier men verwierp Koch's eisch,
die luidde „Alle weefsel, dat de Tuberkelba
cil herbergt is tuberculeus." Het duurde ech
ter niet lang of Koch wist de menschheid tt
doordringen van de waarheid zijner ontdek
king, die daarmede een eind maakte aan alle
tot dan toe bestaande theorieën van de Tuber
culose. Het spreekt van zelf, dat het in die
jaren niet gemakkelijk was een tuberkelbacil
te zien, getuige den strijd, die na Koch's eerste
publicatie is ontstaan. Aileen met bepaalde
ideurmethoden en ons oog gewapend met een
micioscoop (d.i. een instrument met een Len-
zensysteem dat sterk verlicht en vergroot)
kunnen we de Tuberkelbacil zien en bestudec-
n.
Even moeilijk het ruim 30 jaar geleden was
den boosdoener in het vizier te krijgen, even
gemakkelijk zou ik haast zeggen, lukt dit ons
thans. De methoden van onderzoek zijn in den
loop der jaren zeer veel vereenvoudigd en ver
beterd, zuodat 111 onze dagen elke medicus
ustig thuis bmnen betrekkelijk korten tijd
de Tuberkelbacil onder schot kan krijgen.
Ik wil dan ditmaal eindigen met U enkele
maten op te geven van den veroorzaker dezer
ilum gevreesde en veelvuldige voorkomende
aandoening, opdat U zich eenig denkbeeld
kant vormen van de afmeting dezer levende
wezens. De lengte varnert eenigszins en
«hommelt tussclien 1,5 tot 4 duizendste dee
len van een millimeter, terwijl de bieedte
meer standvastig is en ongeveer één twee
duizendste millimeter bedraagt. De vorm om
een Tuberkelbacil is niet volkomen recht doch
heel licht gebogen.
MEDICUS.
UIT DE CHINEESCHE APOTHEEK.
Het moge al waar zijn, dat de Cliineezen
een ueuwen-uude beschaving bezitten, om
trent de geneeskunde beslaan bij hen nog
zuo zonderlinge begrippen, dat wij hun
lueh nog wel eenige estersche beschavii g
op dit punt zouden willen tocwensehcn.
In het Tijdschrift voor Geneeskunde ont
leent de heer J. Koopman het een en ander
aan een Engelsche beschrijving van de ge
neeskunde der zonen van het Hemelsche
Rijk cn bij de lezing daarvan bekroop ons
dankbaarheid, dat de staat ons dwingt in
geval van ziekte de hulp in te roepen van
mannen, die gestudeerd hebben en dat de
door hen voorgeschreven geneesmiddelen
door mannen van kennis worden gereed
gemaakt.
De meeste Chineesche geneesmiddelen
zijn plantaardig, en gewoonlijk onschuldig
genoeg. Peren- eit pruimenmoes spelen een
hoofdrol. Ziehier de vertaling van een Chi-
neesch recept.
„Het slechte weer heeft het lichaam aan
getast het voedsel is in de maag gebleven
het lichaam is warm, de maag is ziekelijk.
De pols is glibberig en' de tong geel. De ge
nezing moet bestaan uit een reiniging van
de maag."
Neem
Houtluizen
Olifantstanden
Sinaasappelschil
Roode zwam van een boomwortel
Bamboebladeren
Ruggemerg van de vleermuis3
Welriekende wortel 2
Dit schijnt een typisch Chincesch recept
tc wezen.
De Chineesche arts behoeft tegenwoor
dig geen examen af te leggen, voordat hij
op dc menschheid wordt losgelaten. Hij
kan eenigen tijd als leerling bij een oudere
collega gaan weiken, maar beslist noodig
is het niet. Zijn welslagen hangt geheel
af van het feit, of zijn eerste zieken blijven
leven of dood gaan.
Dc Chinees heeft eigenlijk niet heel veel
vertrouwen in de kennis van zijn dokter
hij bezit een heilig bijgeloof in het geheim
zinnig onbekende cn dat leycrt zijn escu
Jaap hem vrij wat meer dan de gewone
dokter. Als men nu weet, dat een inlandscli
kwakzalver zicli veel meer laat betalen
dan een arts, dan begrijpt men, hoe diep dc
erbied van den Chinees voor zijn geneeskun
dige is. Immers, niets is den Chinees dier
baarder dan zijn beurs.
Wat nu de apotheken aangaat, alle hebben
een uitbouw, waarin een altaar voor den
God der geneeskunde is opgericht, «1 waar
onophoudelijk wierook wordt gebrand. In
dc winkel zelt zijn planken met blauw» en
witte porceleinen kannen. Over sommige
hiervan zijn linnen deksels gelegd. De voor
naamste geneesmiddelen hierin zijn middelen
tegen ouderdomsgebreken. Deze middelen
bestaan voornamelijk uit stroop van peren.
Ook gestoorde uien en afkooksel van dui
velsdrek zijn zeer geliefd. Indien men nu
bovendien nog weet, dat de Chmeescht
apotheek slechts cén ijzeren lepel bezit,
die zonder schoon gemaakt te worden van
de eene kan in de'andere wordt gestopt, dan
kan men zich een flauwe voorstelling vor
men van de merkwaardige samenvoegingen
van reuxjes en smaakjes, die daarbij voor
den dag kunnen komen. Op de hocgere
Elanken staan kleinere kannetjes met acht-
oekige deksels zij bevatten zaden en plan
ten. De laden in de toonbank bevatten
echter de grootste verrassingen. In de eerste
plaats apenbeentjes. Wanneer men de voe
ten van de jonge meisjes wascht in het
afkooksel van deze beentjes, worden de
voetbeenderen zacht en wordt de pijn bij
het vervormen van de voeten minder. Duur
zijn ze niet. Zij kosten ongeveer 80 cents
(Amerikaansch) per ons. Een andere lade
bevat galblazen van beren. Zij zijn een
voortreffelijk middel tegen oogziekten. Zij
worden tot poeder gestampt en met andere
poeders gemengd op de oogen gelogd. Jam
mer genoeg is dit onfeilbare middel zeer
duur (10 dollar per ons). Maaginhoud van
een tijger a 4 dollar per ons, werkt prompt
i^gen braken, lever van den otter tegen
tuberculose. De hoorn van den rhinoceros
is echter het toppunthet helpt tegen al-
Les helaas, dit middel kost 20 dollar per
ons en is dus alleen voor O. W-.ers te be
machtigen.
Slakken (op ccn bepaalde wijze toebereid)
helpen goed tegen rheumatielc. Verder kan
men voor x dollar 500 hoofdpijnpleisters
krijgen, terwijl patentgeneesmiddelen in oor-
■pronkelijke verpakking in groot aantal
voorhanden zijn.
EEN BRQEDEI VAN 37.50.
Onlangs bevatte „Avicultura" dc mede-
deeijing, dat Mr. Parker te Altoom in de Ver.
Staten, de bekende nutfokker van koekoek-
plymouth-rocks exemplaren heeft, die 325
eieren in 365 dagen legden. Hij biedt thans
broedeieren van die recordlegsters aan 0.137.50
per stuk. Als alle eieren bevrucht zijn en de
helft zijn hennetjes, dan kost één henkuiken
dus bij de geboorte al f75 per stuk. Natuur
lijk worden die dure broed, eieren alleen
gekocht door liefhebbers, die er zelf weer een
record-winst uit zullen trachten te halen door
van de hennen, daaruit voortgekomen, ook
weer broedeieren te verkoopen.
SCHADUW VOOR KUIKENS.
Hoender- en eendenkuikens hebben scha
duw noodig, Men denke cr om de kuikenren
zoo te plaatsen, dat er scliaduwplaatsen in
over blijven. Wanneer de zon haar volle kracht
heeft kunnen de kuikens het cr niet lang in
uithouden en worden mm of meer suf na kor
ten tijd.
KUIKENZAAD.
Het kuikenzaad kan aan kuikens, welke
met de kloek rondkropen, vrijwel uitsluitend
gegeven worden, en vooral gefdt dit voor tar-
wegrutjes en fijn gemaakte haver of een
mengsel tarwegrutjes en fijn gemaakte haver
ol een mengsel daarvan.
Voor vastzittende kuikens is het echter
geen compleet voer en moet het aangevuld
met melk als drinken en beendermeel, opdat
de spier- en beenvorming voldoende voe
dingsstoffen ontvangen.
HOE LANG LEVEN KATTEN?
Deze vraag is niet gemakkelijk te beant»
woorden Tentoonstellingskattcn leven
over 't algemeen niet lang. Die dit ren hadden
ook gewoonlijk een opwindend cn slecht 05
hunne zenuwen werkend bestaan. Van het
eene einde der aarde naar het andere t z >11.
den, van Londen naar Parijs, naar Weencn
en dan weder naar huis, waren de pracht
exemplaren onder dc katten niet erg ie
benijden.
De kat, uitsluitend als muizenvangsici
gehouden, in handen van dikwerf domme
en gierige lieden, gevoed met afval en niet
verzorgd in dagen van ziekte, loeft ook niet
lang. Zulke stumpers zijn soms met 7 a 8
jaren oud en versleten.
Katten behoorlijk gevoed en verzorgd
kunnen heel oud Worden, 19 twintig jaar en
daarboven.
Neemt men nu in aanmerking, dat leeuw,
tijger en panter, do groote verwanten van
onze kleine poes, den leeftijd van dertig, veer
tig en meer jaren kunnen bereiken, inder
tijd werd de leeuw Pompejus in den Londen-
schen Dierentuin zeventig jarendan kan
men -gerust aannemen, dat eeue gezonde,
flinke kat, naar den eisch gevoed, gehuisvest
en verzorgd, wel den leeftijd van vijf en twin
tig jaren zou kunnen halen.
Maar die voeding en verzorging Daaroj
komt het aan.
EEN OUDE HEN.
Op 2 Januari j.l. stierf te Dayville. in dó
Vereenigde Staten, een Spaansclie V itwang-
hen, welke 32 jaar oud was geworden.
In haar eerste jaren was deze ten een prijs-
winster. Toen zij 15 jaar oud was, werd haar
vederpakje na den rui wit. 't Vorige jaar
bracht ze nog een troepje kuikens groot en
legde nog eieren in het najaar.
Hennen van 23 en 24 jaar komen meer
voor doch een hen van 32 is een oud dier.
Nu we vaste voetringen hebben, zal het
gemakkelijker worden om de „oude besjes'
te ontdekken en kan men ook niet zoo smok
kelen met den leeltijd.
EEN SPELING DER NATUUR.
Allemachtig schreeuwde de jongen,
met den opmerkzamen geest." toen hij de
tram instapte.
Wat is er vroeg zijn moeder.
Kijk eens naar dien grappigen man
Niet zoo hard. (luisterde de moeder.
De grappige man zat in den anderen hoek
van dc tram en had zijn hoed naast zich ge
legd, waardoor een Sahara-achtige schede)
aan het licht kwam.
Maar wat hij boven op zijn hoofd miste
torsten zijn wangen en kin in meer dan dubbe
le mate in den vormvan etn rooverhoofd-
mansbaard.
Is ie niet grappig fluisterde de jonger
met den opmerkzanren geest.
Stil kind. Ik zie niets bijzonders aan hem
Niets bijzonders 1 riep de jongen
Maar moeder, ze hebben zijn hoofd onder»
steboven gezet.
a
Als in antwoord op de vraag van het haan-
Ïe ging de tuindeur open, en kwamen de kill
aren naar buiten, wat zij gerust doen kon
den. want nu de wind zich eene poos stil had
gehouden, scheen 't zonnetje weer even vrien
delijk.
Hand in hand wandelden ze door den tuin
en waren erg verdrietig toen zij de schade za
gen die de storm veroorzaakt had. „Och," riep
de kleine jongen, „mijn arme crocussen, ze
,tijn allen geknakt," en :„0," riep het meisje,
„zie eens naar mijn kleinen rozenboom, al
zijn blaadjes zijn zwart gewaaid." „Wat
Lfct tiaar onder den kastanjeboom riep het
jongetje weer, „'t schijnt te leven 1"
De kinderen liepen er naar toe en zagen
op het pad een zieltogende lijster liggen. Stel
lig was lieL diertje door eeno nedervallendè
dakpan gekwetst en daar te land gekomen.
„Och Juhan," riep het meisje, „dat is de
lijster dio zulke mooie licht blauwe eitjes
heeft, in het nestje under de klimplant bij ons
raam." „Ja, «1 nu kunnen er geen kleine
lijstertjes komen, zooals Pieternel gezegd
heeft dat er komen zouden, hoe jammer toch,"
zeide Johan.
„Die leclijke, akelige wind," riep Marietje
uit. En daar zij nog maar een klein meisje
was, begon zij te huilen.
Dit was de tweede maal dat men dien dag
den wind Ieelijke namen gaf. Maar dezen keer
Werd sinjeur er niet boos over. Integendeel,
hij maakte zich klein, schaamde zich en zag
met een langen neus zijn eigen kwajongens-
werk aan.
„Hoor eens," zeide het haantje, „ik dacht
niet dat het zoo erg was wat je gedaan hebt,
m^ar ik merk nu dat het vreeselijk is. Gij hebt
mijne lievelingen boos gemaakt, en daar ben
ik óók verdrietig over. Ga maar heen, en kom
mj niet onder de oogen voor gij alles weer
goed gemaakt hebt, lioort ge 1"
Beschaamd het de wind zich van den kerk
toren glippen en ruischte door den tuin, zoo
dat hij nog even kon zien hoe Johan zijn zusje
troostte en hij hem tot haar hoorde zeggen
„Stil Mieke huil maar niet. Misschien komen
de eitjes toch nog uit. Dan zullen wij voor de
kleintjes zorgen zooals Pieternel voor 011s, en
wij zullen mama bidden dat zij ons helpt.
Mama heeft ge zegd, toen zij nog hier was,
dat de ouders in den Hemel altijd alles weten
wat hunne kleine kinderen doen en hen hel
pen al- zij er om vragen."
„Ja maar, hoe zullen dc eitjes uitkomen, nu
demoeder dood is i" vroeg Marietje.
Toen dacht de windIk weet raad 1 En
verheugd vloog hij naar de zon en vroeg deze
of zij hem helpen wou de lijster-eitjes uit te
broeden.
„Jawel, wind,zeide de zon, tamelijk ver
wonderd dat de wind, die gewoon was eene
tot sche en brutale keel op te zetten, nu zoo
«ederig en zacht om iets vroeg„maar ik kan
woeiljjk bij het nestje het is geheel bedekt
door de bladeren van een wilden wingerd.'
„Is 't anders niet laat dat geen bezwaar zijn.
!k zat 'zuigen dat gij er altijd bij kunt."
Daat nam tie-zon genoegen mede, en be-
1 '1de dat zij vuur zoo lang noodig iedcren dag
a wannen snaai 111 het nestje zou zenden,-
de wolken ei maar niet tu=schen kwamen.
,Maak u niet ongerust, daar zal ik vooi
zorgen, onderwijl hartelijk dank voor üwl
hulp." En hioimcdfe liet de wind, blij als liij
was, zich huider de bolder naar omlaag en in
den tuin van Johan en Marietje glijden. Hij
zette zich op den grond en maakte zachtjes
bolle wangen, zoo zacht dat de menschen
er niets van melkten. Maar de bladeren dei
klimplant konden den aanhoudenden stillen
drang geen weerstand bieden en krulden zicli
naar boven, zoodat de zonnestraal het nestje
bereiken kon en hij de kleine"eitjes koesterdi
met zijne weldadige warmte.
Zoo zorgde de wmd van 's ochtends vroeg
tot 's avonds laat, en gevoelde zich gelukkig
als hij aan het bovenraam twee kinderkopjes
zag, tlie nieuwsgierig in het nestje keken. Lies
nachts hield hij, als iemand die waakt bij een
zieke, den adem in, zoodat de wingerdblade
ren neervielen en het nestje bedekten en tegen
den nachtelijken dauw beschutten.
Kwamen soms de regenwolken aandrijven,
en dreigden zij zich voor de zon te zullen
schuiven, dan stoof de wind eensklaps in vlie
gende vaart naar boven, lioog in de lucht, en
blies de wolken ijlings voor zich uit, zoudat in
een oogwenk het ruim schuongevcegd was.
Had hij op die zaak orde gesteld, dan kwam hij
zich weder rustig nederleggen in den tuin en
hervatte zijn dagelijksche werk.
Eens dat de kinderen 's ochtends buiten
kwamen, zagen zij op het pad, aan den voet
der klimplant, leege eierdopjes liggen. Zij
schrokken en liepen naar hunne kamer, niet
anders denkend of al de eitjes waren uit het
nest gevallen en lagen nu gebroken op den
grond. Maar verbeeld u hunne verbazing toen
zij in 't nestje drie moedernaakte miniatuur-
vogeltjes zagen, die erbarmelijk piepten en
hunne groote gele bekken wijd open sperden.
Van Pieternel wisten zij reeds lang hoe men
lijsters voeden dus gingen zij naar den tuin,
en groeven wormen op, en gaven die de hon
gerige beestjes te eten. Dit duurde geruimen
tijd, en de kinderen werden het oppassen niet
moede, evenmin als de wind, die eiken dag
de wingerdbladeren voorzichtig optilde opdat
de zon de diertjes koesteren kon.
„Wat een heerlijk weer hebben wij dezen
zomer," oordeelde Pieternel, terwijl zij buiten
op eene bank zich in 't zonnetje zat te koes
teren en de zachte wind haar de gerimpelde
wangen streelde.
„Heerlijk warm," zeide zij. „En frisch
meteen. Zoo'n zoet windje mag ik wel."
De wind, die zich hSrinnerde wat zij in 't
voorjaar van liem gezegd had, schudde zoo
vervaarlijk van het lachen dat Pieternel's
voorschoot ervan opwoei,maar hij streek
het dadelijk weer glad, zoodat de oude vrouw
in haar humeur bleef en dit mocht dan ook
wel. De wind had veel achting voor Pieternel
gekregen. Als zij voortaan in den tuin kwam
en op hare bank zat uit te rusten van al het
werken wat zij deed, dan behandelde hij haar
altijd zeer oplettend.
De vogeltjes werden, dank zij de vcreeingde
goede zorgen, al grooter en grootcr, en be
gonnen reeds met de vleugeltjes te slaan. Het
zou niet lang meer-duren, of zij zouden het
nestje uitvliegen.
,,'t Wuiut tijd dat ik opbreek," zeide op
een mjpieu dag de wind en zuchtte :„'t Is
jammer, want ik heb dit plekje en de kinde
ren lief gekregen, ja zelfs de oude vrouw. Ik
zal ten minste van mijn leven haar niet meer
plagen, dat beloof ik. Het eenige wat me hin
dert is, dat de kinderen nooit zullen beseffen
van hoeveel nut ik hun geweest ben. Hoe
zullen zij het te weten komen Zij kennen 1119
llcen onder den naam van leeiijken wind 1"
De wind had ongelijk, want het oogenblik
was niet ver, üat de kinderen begrijpen zouden
noeveel zij hem verschuldigd waren.
Onze getemde buldergast wierp een laat-
Men blik naar zijne kleme vriendjes op dc-
eerste verdieping, die al hun aandacht schon
ken aan de vliegoefeningen der jorge lijsters,
want zij waren nu al zoo groot dat zij kon
den uitfladderen en vroolijk, hoewel nog met
wat moeite, van tak tot tak huppelden.
Eén echter scheen nog niet zoo sterk te zijn
Is de twee anderen. Niet lang had het beestje
rondgevlogen of zijne krachten begaven het,
zoodat het op het pad viel. Juist wilde Johan
xr beneden gaan om den kleinen stumperd
op een tak te zetten, toen Marietje hem ang
stig bij den arm greep en uitriep :„0, de kat,
de kat
En jawel, daar lag, midden in een bedje
bloemen, mejuffrouw poes. Zij bad zich daai
wat gekoesterd, toen zij dicht bij zich het
lekkere hapje gewaar werd en zich al gereed
maakte tot den sprong. Het baatte niet of
Marietje toornig riep -.„Poes, poes 4 stoute
poes 1" en Johan naa,r beneden holde,
poes dook ineen en het volgend oogenblik zou
iet gedaan zijn met deniulpeloozen lijster.
Maar ziet, daar kwam eene nooit gedachte
hulp opdagen.
De wind, die op het kermen van Marietje
óók de kat gezien had en niet velen kon dat
zoo'n ondeugend dier nu zijn bijna volbracht
werk zou storen, plaatste zich tusschen den
vijand en zijne prooi en blies, juist toen zij
springen wilde, de kat zulk eene wolk zand
in de oogen, dat zij verschrikt terugsprong,
iroeste, niesde, en het eerste oogenblik geen
land of poot voor oogen zien kon.Toen kwam
Johan aan, en zette den nog juist van pas ge
redden lijster op een veilig takje,terwijl Ma
rietje in de handen klapte en uitriep :„0 1 die
lieve goede wind, wat ben ik blij, wat ben ik
blij
Vergenoegd rolde de wind zich op, streelde
nog eens voor het laatst de wangen der klei
nen, en vloog toen rechtstreeks naar het haan
tje van den toren, dat hij in al dien tijd niet be
zocht had. Het gezegde van Marietje had hem
buitengewoon veel pleizier gedaan.
Het haantje begon bij zijne nadering heen
en weder te zwieren, en liet den wind zich
met eigen oogen overtuigen welk een gladden
en glinsterenden staart het weer had.
„Dat is braaf van u," risp het den wind toe,
dat gij zoo volhardend hebt goed gemaakt,
wat gij misdreven hadt. Ik heb alles gezien.
Gij zijt mijn oudste en mijn braafste vrind.
Omhels mij, en vergeet dat ik u beknord heb."
De wind omhelsde het haantje van den
toren zoo hartelijk, dat het er geheel van
ronddraaide.
Hartelijk lachte het haantje om zijn on-
stuimigen vriend, en heeft nog lang daarna
dén wind allerlei mooie geschiedenissen van
dc menschen daar beneden verteld.
wat heb ik een rustige week gehad nu die
wedstrijd weer is afgeloopen.
Jongen, jongen, wat waren er weer veel
brieven en briefkaarten met opplossingen.
Jammer, dat er onder al die goede oplos
sers en -sters maar twintig prijzen waren.
Maar enfin, dat zijn toch weer twintig
gelukkigen, niet waar.
Op 't oogenblik echter zijn er nog maat
19 gelukkig, want de naam van een prijswin-
ster is per ongeluk uit de krant gebleven.
En bij deze deel ik aan Cath. Bakker uit
Harenkarspel mee, dat zij ook een boek
gewonnen heeft.
Wel gefeliciteerd hoor.
En nu toonen jullie zeker allemaal, dat
lullie niet alleen aan de kinderkrant mee
uoen, als er een prijsje te winnen is, maar
altijd
En daarom verwacht ik deze week weer
een heel pak brieven van jullie allemaal.
De prijsjes zullen wel binnenkort toege
zonden worden. Mocht 't soms toch nog iets
te lang duren naar je zin, maak je dan maai
niet ongerust hoor, want komen duen ze.
Nu, gedag hoor. Tot de volgende week
OOM BERNARD.
Catotje B. te Haarlem. Jammer genoeg
kwam je oplossing te laat. Twee dagen zelfs
zoodat jij en je broertje niet meer mee konden
doen. Maar enfin, de vorige keer heb je pas wat
gewonnen, zoodat 't eigenlijk niet zoo heel
erg is al heb je dezen keer eens niets, wel
Natuurlijk heb ik graag, dat je broertje
mee doet en ik verwacht, dat hij net zoo'n
ijverige brievenschrijver zal worden als jij
een briefschrijfster bent.
Dag Totje, groeten thuis hoor.
Josephine R. te Haarlem. Ik wed, dat je
neg blij der bent, dat Antoinette een boek
gewonnen heeft, dan wanneer je 't zelf was
geweest, is 't niet
Hoe gaat het nu met haar Je moet me
maar eens goed met haar toestand op de
hoogte houden, want ik stel werkelijk veel
belang in haar en dan krijg ik meteen zulke
lieve briefjes van jou. Dus twee vliegen in
één klap, zeg. En als 't eenmaal zoo ver is,
dat je voor examen naar Eindhoven moet,
dan wensch ik je natuurlijk ontzaglijk veel
succes en zal ik een extra Wees Gegroetjes
voor je bidden, hoor.
Maar, voor dien tijd, krijg ik natuurlijk
zeker een stuk of drie, vier brieven van je, is
't niet
Nu,- Josephine, veel groeten aan jou en
Antoinette hoor en met belangstelling wacht
ik een volgenden brief van je af.
Om van ons ruil- en verzamelhoekje gebruik
te maken, zendt men mij maar 'n briefje waar-
'D duidelijk geschreven staat, wat men wenscht.
met velled 1 gen naam en adres. Dan zet ik dal
in de Kinderkrant en de verzamelaartjes weter
dan waar ze elkaar kunnen vinden.
De briefjes moeten in enveloppe gezonden
worden AAN DE REDACTIE VAN DE
KINDERKRANT N A S S A U L A A N 49,
li AAR I li M.
Ik v..: ruilen Kwatta-Soldaatjes voor
Honing's Alazena-plaatjes. No. 215 214 217
21U 220 223 '224 234 241 2/2 248 249
a.,0 253 256 257 273 275 276 277 281 282 292
295 296 en 306. Ik geef 1 om één. Mfin adres
is: J. M. L. Zoutman Jd., Zuitwijkermeer-
pulder No. 605. bij Beverwijk.
Ik heb Ier Wee's plaatjes, nummer 2 3
17 18 27 31 34 36 38 41 45 60 61 68 en 28
plaatjes van het Maanmannetje, dit alles wil
tjes die ruil ik alleen oor plaatjes van :t
aibum de Dsel. Ook heb ik Oldenkots-wapen-
tjes, die ruil ik alleen voor paatjes van 't
Friesland Album van Verkade. ik wil drie
wapentjes tegen 1 plaatje. Miin adres is: A.
de Neyn van Hoogwerff. Zülvestr. 31, Haar
lem.
Ik heb vreemde postzegels. 8 Amerikaan.-
sche, 4 Zwitsersche. 24 Belgische, 19 Duit.
sche, 9 Engelsche, 37 Fransche, en 18 uil
Italië, die ik wil ruilen, 1 postzegel voor
1 Kwatta-sol'daatje. Piet Jol, EendrachO-
straat 8, Alkmaar.
Ik heb Honing's Maizenaplaatjes, No. .1
6 10 13 15 18 22 27 34 36 37 53 54 en 6S
en ik heb nog 29 omslagen van Bondorps-
reepen, die ik allen wil ruilen voor KwaMa-
soldaatjes. alles 1 om 1. Adres: Jan v. Baar,
St. Pancras. bij de Spoorhalte
Ik wil ruilen. Bosch en Heide No. 2 3
4 8 12 15 16 17 18 19 28 25 33 36 37 4?
43 49 50 54 55 59 64 65 66 SO 109 115 120
121 140 en 141.
Bonte Wei No- 4 6 12 28 25 29 33 ?4 S3
38 41 42 43 44 47 48 49 55 56 52 50 6! 62
64 65 66 67 72 74 107 108 110 111 112
121 1.22 123 125 126 en 131.
Dit wil ik ruilen voor vecbtplaaties No
1 3 4 5 6 7 10 11 15 17 23 28 33 35 33 43
46 51 52 53 55 56 59 60 61 62 63 66 70 7f
73 74 78 81 82 84 89 90 92 94 95 97 93
99 101 105 106 107 108 109 110 111 112
114 115 110 118 119 120 121 123 124 125
128 129 130 131 132 134 137 138 143.
M. v. Hanschek p'a Th. Spronk. Ridder
straat 79
Ik heb 8 plaatjes van de Vadcrlandsche
Geschiedenis, de nummers van 37, 44, 46. 50, 78,
83, 87 en 91, en 4 Keg's thee-plaatjes de num
mers van 41 46 67 68 69 74 86 96 102 104 107
112 116 en 131 en 19 plaatjes van Koorn's
koffie en thee de nummers van 2 3 4 5 7 10 19
26 27 32 39 42 45 46 47 54 58 59 en 81 en ik
heb 27 Honig's Maizena plaatjes, de nummert
4 6 13 16 17 26 27 29 32 33 38 39 45 50 56
58 59 67 69 70 Ito 186 268 292 303 316 en 317,
die ik wil ruilen voor Kwatta-sokiaatjes, I om
één. Mijn adres is Alfra Duin, Molenweg.
Heerhugowaard. Noord.
Ik heb de Delta reclame plaat op een na.
die ik wil ruilen voor 40 kwutta-soldaatjet
en 50 ontbfitkoekbonnen van Delft en Zonen
voor 50 kwatta-soldaatjes. en nog 7 plaatje*
van IJsel, de Nas. 20. 60. 64. 82. 104. 114
en 120 voor Honings-maizenaplaatjes, één
om één. Corneiis Stet, Heernh ug0waar4
V