f. PltElJWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HÓL! J ND No. 117 Vrijdag 21 Mei 1920 13e Jaargang Werkelöostieid. Naar de Eeuwige Stal BUITENLAND JffaUlLLKTON. SLECHTS EEN DROOM Verschijnt dagei 1|ks Bureau: HOF ALKMAAR. Telefoon: 43s' As ONS Abonnementsprijs! Pei kwartaal i f S,franco per P°st f 2.50} Met Geïllustreerd Zondagsblad f 0.45 hooger. Advertentieprijs! Van 1—5 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25j Reclames per regel f 0.75Rubriek „Vraag en aas- bod" bij vooruitbetaling per plaatsing f 0.60. Aat> aïis efaonné'B wordt cp esnvrpag gratie een polis verstrekt, weike hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van fEOO,—f400,—, f 200,-, fiOO,—f80,—, f33,— S 1S.- De arbeidsmarkt weer gezond maken, zie daar wait wij in dezen tijd ahereerst noodlg ïieooen om het economisch leven weer op dreef te helpen, schreven wij een vorigen keer; iviekiigeen zal misschien geglimlacni neb- hen ox zijn schouders neoöen opgenaaid bij het lezen van die opmerking. Jin toen zal 'dat er van moeien komen! Lanen wij eerst nog eens vaststellen, nat de bestaande wan- vernouQing op ne at'bieüsmarkt onhoudbaar is. In Ijmuimen ligt een groote visscuersoe- voiking suil. Lumoat er zooveel te eten is, cat visch een overaod'ig voedsel is geworuenr Wij wenen anen wel beter. De hooge prij zen eer koten voor cue trawlers en ten aeeie ook ne looussiiiging maken de visoivangsi niet loonenü genoeg voor ne reedeis. non fclein gedeelte aer ceschitoare schepen is vol doende om ue Vtsan. welke m iNederiand ge consumeerd vvornt, te vangen. Om ae geüeete visscntisoevolking aan het werk te zetten, zou uitvoer mogemlk moeten zijn. Maar cue lage stand van ae mark houdt den uitvoer tegen. 1 Dus biijtt uien werkeloos! ls dat eigenlijk niet zeer bedroevend in den tegenwooriligen tijd, nu er een zoo groote 'scbaaiscnte aan levensmiddelen is, nu heeie volkeren omkomen van ellende? Lr wordt geacuesseerd naar de Regeering; er wordt gepraat, maar er wordt niet gehan deld. tn nu razen we dezer dagen, nat in Noord-Duuschland. Denemarken en Zweden de visohvangst een ongekende hoogte iieeit bereikt. In de maand April werd alteen in Ham burg en Cuxnaien nt-gen miilioen pond visch aan de markt gebracht en greüg gckodit. Moeten wij naar nu N stil zitten, terwijl de reeos zeer hooge vleescnprijzen stijgen Het is een algemeen beiang. ciiat de Kegee- ring, door net verstrekken van kolen tegen kostprijs, de visohvangst fcvordere, onder be paling. dat een zeer matige winst wordt ge maakt. Vermoeüeüiik zullen aan ook de loo- ■nen een dalende beweging ondergaan. Maar slechts kortzichtigheid kan coarin iets ver keerds zien. Immers, wanneer productie- vernooging bijdraagt lot daling van de aige- meene levenskosten, is loon-daling geen ramp, maar een middel cm den levensstan daard te normaliseer en. Natuurlijk is daarmee slechts een deel van het visscnerij'bedrijf geholpen, omdat export voorioopig onmoigelijk zal blijken. Maar ook .deze geaeeltelijke oplossing zal niet verwaar loosd mogen worden, al zal dan ook opnieuw ■een stevige propaganda onder het motto; „eet visch!" noodig blijken. Van meer bet eekenis lijken ons de andere middelen, waarop den laaisien tijd gezonnen wordt, om de werkloosheid tegen te gaan. Wij bedoelen het eindelijk doorbrekend in zicht, dat de werklooze arbeiders 'in luxe of half luxe-bedrijven gedreven moeten worden naar vakken, waar groote schaarschte aan arbeiders heersoht. Met genoegen hadden wij reeds opgemerkt, dat in de nieuwe steunre geling voor werklooze sigarenmakers be paald is. dat slechts zii mochten worden ge holpen. d,e n.et meer in staat zijn ander wenk te vinden. Het is billijk, dat men siga renmakers op vergevorderden leeftijd niet meer dwingt tot anderen arbeid. Maar de jongeren wil men 'brengen in andere geroepen en terecht.Ongeveer gelijktijdig is men in den Bosch begonnen jonge werkelooze arbei ders op te leiden voor de bouwvakken. En in groole stcden als Amsterdam, Rotterdam en den Haag is hetzelfde in overweging. Laat men dit middel overal aanprijzen; dat de regeerimgen van stad en land toch niets on beproefd laten om het in deze richting te drijven. Daar bereiken ons herhaaldelijk uit de bloembollenstreek en de Hollandsche polders klachten over werkeloosheid. Zijn die jonge landarbeiders, die zwaar werk gewoon zijn, niet uiterst geschikt om het groote tekort aan krachten in de bouwvakken aan te vullen? In de bouwerij is nog voor vele jaren werk; de locnen zijn er boog, hier en daar b.v. in Amsterdam te hoog door de schaarsch te aan werkkrachten. Ln de voorziening in den woningnood is van een eminent belang. Burgemeesters van de plaatsen, waaruit ons nu klachten over werkeloosheid bereiken, doet u best, om de jonge kerels, die graag werken, maar niet kunnen, deri weg te wijzen naar die beroepen, die aanvulling noodig hebben- Er zal een zekere leertijd voor noodig zijn en men zal op deze wijze twee vakken aan- leeren. Maar dat is toch geen naac-ri! Laat men deze goede gedachten nu eens spoedig in dacen omzetten en helpen de geschokte arbeidsmarkt op deze wijze meer in even wicht te brengen. Ln men laie iiet niet bij de bouwvakken; er is iii de richting van overheveling van bet te veel aan werkkrachten uit de luxe bedrijven naar ne noodzakelijke beroepen, waar grooie tekorten zijn, nog zooveel te doen. Vrvolgens kan en moet de Kegcejing ook wat meer spoed maken met de Zui derzeewerken. Op een aezer dagen ge houden congres werd ncor Geskunaigen de voorspelling gedaan, dat binnen enkele jaren de meeste lainaen ook het onze wat de voedselvoorziening betreft, op zich zelf zou den zijp aangewezen. Wii kunnen die groo te plas water d'us best missen en misschien zal He vrij komende bodem ons in de naaste toskomst ontoerekenbare diensten kunnen be wijzen. Regeeren is vooruit zien. Thans is er werk- gebrek. straks misschien voedseigeorek. 'lot de droogmaking van de Zuicerzee is eenmaal hesioten; men takme nu ook niet niet de uit voering maar helpe de vele werklooze handen aan nuttigen arbeid! Ten slotte een enkel woord over de rege ling van de werkloosheid, die altijd zal blij- .ven bestaan. Men kan trachten Ce arbeids markt zooveel mogelijk ie regulanseeren ef' zullen altijd, een aantal werkiieaen blijven, die bij een aigemeene malaise of stepte in een bepaald bedriji niet aan proaucueven arbeid te helpen zijn. De ideale oplossing hiervoor is de wachtgeldregeling, zooals zij tijdens den oorlog gewerkt heelt. Een beorijf, dat ujiOelijiK aan inzinkingen onderhevig is, zal het best geëxploiteerd worden, wanneer de tijdens slapte overbodige wei'kkrachten op wachige.ü gehouden worden. De verhouding tusschen patroon en werkuecer de arceidslusfc. de toewijding aan de onderneming en het een maal gekozen beroep, zuilen er in sterke mate door beïnvloed wordende proauctie zal daardoor van zelf baat vinden. Onlangs is er een staatscommissie benoemd om te on derzoeken in hoeverre het mogelijk zou zijn, dat de ondernemingen voortaan het risico van de werkloosheid dragen. Mocht hier een bevredigende oplossing worden gevonuen, dan was een gewichtige factor van onzekerheid uit het economisch leven weggenomen. Op voorhand van de resudaten van het onderzoek der Staatscommissie kunnen de werkgevers zelf reeds hun gedachten overzulk een voor de rust in de maatschappij zoo be langrijke regeling 'iaten gaan. Vooral de on dernemers, die gedurende den oorlog schatten gouds hebben verdiend en nu hun omzet en afzet zien verminderen en bijgevolg de pro ductie van hun artikel moeten inkrimpen, mogen hier de teekenen des tiids verstaan en bedenken, dat de werknemers die onder een goede coujuncluur groote winsten helpen ma ken, wel eenig recht hebben om bii het keeren van het getij mede te putten uit ge maakte reserves. ii. PLEISTERPLAATSEN. Met een zucht van verlichting verlie ten wii de Italiaansche douanen, ein- deliik waren alle onderzoekingen en for maliteiten verlost en bevonden wii ons op italiaanschen bodem. jWii stoomden naar Milaan, waar wii een kort oponthoud zouden hebben. Het spreekt van zelf, dat onze eerste gang was naar den Dom, waarvan wij reeds zooveel hadden gehoord en welke wii zoo dikwijls reeds hadden afgebeeld, ais een kantwerk van marmer, een mees terstuk der gothieke bouwkunst. De verwerkelijkheidbeantwoordde gehee! aan de verwachting, weik een gezicht dat heerlijke gebouw te zien op het groote plein. De beroemde bronzen deuren, de heerlijk gebeeldhouwde jDilaren werden het eerst bewonderd. .Wii treden bin nen; een onderdrukte uitroep van be wondering van ailen, die met inii waren. Vanuit het schitterende zomicht, kwa men wii in een wijde halfdonkere ruim te, waarin men slechts zag de in-warme kIeuren-fonkeien.de vensters en de oker- kleurige pilaren. Na eemge ^ogenblikken gewenden onze oogen aan de mystieke schemering en konden wii zien al de pracht welke genie en godsvrucht daar had tot stand gebracht. ,Weik een geloof moet er hebben ge- heerscht in die middeleeuwen om liet betrekkelijk gering aantal burgers tot zulk een wonderwerk dn staat te stellen. In de schatkamer zagen wii de be roemde kostbaarheden, de reusachtige kandelaars, kruisen, kelken, de zilveren beelden van St. Caroius Barromeus, het kasuifei en de stool van goudlaken met ornamenten van paanen, een geschenk van Paus Pius X. Ook werd bezocht in de crypte het graf van den H. Caroms, den benoem den Bisschop van Mi,aan. in een met zil ver drijfwerk versierde kapel slaat bo ven het kleine ahaar de zilveren graf tombe. VTi hadden het voorrecht, dat de broeder welke ons begeleidde, hef voorstuk wegnam, zoodat wij konden zien achter g,as, het ongeschonken lichaam van den heilige, gekieed in Bisschoppelijk gewaad. 't Was 12 uur toen wij in Venetië aankwamen, in een fantastische tocht in gondels, moesten wij ons hotel bereiken, een half uur lang voeren wii in het schemerende maan.icht, tusschen de hui zen van die stad in het water. Pas 's morgens konden wii het eigen aardige van deze zc.dzame stad ten volle in oogenschouw nemen. Welk een rijkdom in de kathedraal van St. Marcus met de eeuwenoude zui len bii den ingang. Geheei het plafond is in inozaiek-goud en kleurige figuren, de versiering dei- kerk getuigt van de fijnste smaak en de nauwieuenosie zorg om de kostbaar ste kunsigewroenten van Byzantum daar biieen te brengen. Over het prachtige plein met de tal rijke duiven, komt men in het oude paieis der Dogen, de bestuurders van Venetië, de rijkdom der zalen getuigt van de vroegere we,vaart der stad, maar ook spreken al ae schilderingen zoo duidelijk van de innige baud waarmede het staatkundig en godsdienstig leven waren verbonden. Burgemeester en Paus, bestuurders en beschermheiligen bii elkander. Schitterend ook is het gezicht van de diep biauwe Adriatische zee en onver getelijk blijft het groote kanaal met de paleizen er langs waarlangs wii .gondel den met den roeier welke zijn schoonste liederen zong met de stem van een Caruso. Een fabriek van mozaiek en glaswerk en ook de kantschool werd bezocht. Er lag voor Venetië een Ameri kaansch oorlogsschip, dat de discipline stipt werd onderhouden bleek des avonds: te half 12 klonk een kanonschot en eenige minuten later gingen 4 ma trozen met korte knuppels gewapend over het plein overal in- en rondziende of. er niet een of ander der matrozen aoo gezellig zat, dat liij vergat op tijd aan boord te zijn. er trekkend van Venetië, waar voor het station het beeld staal der On bevlekte Ontvangenis, spoorden wij door de po-v lakte, waar men druk bazig was met hooien en waar ovpral de wijnranken pin de hoornen zich slingerden. Fenara weid gepasseerd, bij Padua een groet aan den H. Antonius, dan bij Bo logna de Apenijnen in, een heerlijk schoon bergland, met schoone dorpen en lachende vergezichten, waar Pistoja ligt verscholen, wat vele historische herinneringen bij ons wakker roept en waar de arno zich kron- keld en wringt tusschen de rotsen, waarover liare blauwe water schuimende voort,Hip pelen. v errassend was het plotseling zien van de parel der Apenijnen „Fiarenza la bella" liet zoo schoone Florence, do stad welke gekend de fabelachtige rijkdom der Me- dici maar ook het harde boeiewoord van bavaiioroia De aanblik van verre was echter mooier dan. van nabij, evenals alle Italiaansche steden zijn de straten som ber ds huizen doodsch en alles grijs van het stof. Het bijzondere van Florence zijn de nusea, weik een rijkdom van schilderijen heb ik daar gezien, de stukken van de grootste meesters en niet in afbeelding maar het origineel: de Madonna .del Gran duca van Rafael, de Madonna del Lede, de madonna van Murillo, van Fiiian. De Kathedraal van wit marmer met blauw en rood marmer ingelegd, de kerk van het H. Kruis met de graven van Michael Angeio, Oherubini,, de grafkapel der Medici een kunstwerk van marnier- uiozaik, oorspionkelijk bestemd voor het H. üraf, vooral het klooster van St: Mano met de kinderlijk naive, en tegelijk won derbaar verheven schilderingen van Fra Angelico op de muren der vroegere kloos tercellen. Het kostte moeite Florence te verlaten doch wij waren vol verlangen ons eind doel te bereiken, nog 6 uur in volle snel trein-vaart. Allen waren vol spanning en verdrongen zich voor <je portierramen orn uit te zien of de koepel van St. Pi eter zichtbaar werd. Een kergketen versperde het ge zicht nog, de trein snelde deze voorbij en ja, ja, daar. wij zagen het heiljgdom der Christenheid. De priesters zongen de psalm: Laetatus seum, „Blijde ben ik om hetgeen tot mij gezegd is", naar hst huis des Hoeren zullen wij gaan. Het is het gezang- dat de Israëlieten aanhieven als zij Jerusalem naderden. De- trein rolt het station binnen. Wij zijn in Rome. B. H. O. H. UIT BUTTSCHLAND. De zwarte troepen. Volgens de Berlijnsche bladen heeft, naar een Wolff-bericht meldt, de apostolische vi caris van de Western Orthodox Church van Amerika en aartsbisschop dezer kerk I. L. Lloyd bij den Franschen ambassadeur tt Washington jusserand een protest ingediend waarin hij aandringt op onmiddellijke wede. legging van de onthullingen over het optre den der zwarte soldaten van Frankrijk tegei. bianke vrouwen in het bezette Duitsche ge bied. Mochten die onthullingen niet kunnen worden tegengesproken, dan zouden zij voor- ai in de zuidelijke staten de thans bestaande goede betrekkingen tusschen de republieken Frankrijk en Amerika zeer schaden. Afschriften van dit protest ziin toegezon den aan de commissies voor de buitenlandsche zaken van het Amerikaansche parlement, aan tal van leden van het congres en aan ver tegenwoordigers der soldatenvereenigiagen van Amerika. Het protest is ook te beschouw- vven als een protest van de Western Ortho dox Church zelf. Veetelling in Pruisen. Het Pruisisch 'bureau voor statistiek pu bliceert het voorloopige resultaat van de vee- telling op 1 Maart gehouden binnen de nieu we Pruisische grenzen. Een vergelijking met den stand op 1 Maart van het vorige jaar toont, dat de veeteelt langzaam aan zich begint te herstellen van den zwaren slag door den oorlog toegebracht. Maar het ver schil met den stand van voor den oorlog is nog geweldig groot. De totale veestapel is sedert 1 December 1919 gestegen van 8.716.710 tot 8.845.582 (1 December 1913 10.449.796). Het aantal melkkoeien is met 63.000 stuks toegenomen Gunsjiger is de ontwikkeling van de scha penteelt. Het aantal steeg sedert 1 December 1919 van 3.489.453 tot 4.016.908. Het aantal varkens is verminderd van 7.565.543 tot 6.215.550 (1 December 1913 15.594.980). Sedert 1 Maart 1919 is echter een vermeerdering te constateeren van bijna 2 millioen stuks. En daar het aantal zeugen niet onbelangrijk is toegenomen bijna 200.000 stuks - kan men spoedig een flinken aanwas verwachten. Het aantal kippen, eenden, ganzen is se dert 1 December 1919 verminderd van ruim 31 millioen tot 29 millioen, vergeleken met 1 December 1913 bedraagt de vermindering ruim 81/9. millioen stuks. Ook het aantal paarden is verminderd1 December 1919 2.412.212. 1 Maart 1920 2.328.241. Duitsclüand's vlottende schuld. De rijksminister van financiën dr. Wirth, zeide in de nationale vergadering diat de ont zettende economische nood van het rijk zoc groot is, dat de vlottende schuld per maand met circa drie tot vier milliard marff toe neemt. De krijgsraden. Daar de werkzaamheden en de recht spraak in het Ruhrgebied van de buitenge wone krijgsraden niet meer aan de gronden, die bii hun instelling voorzaten en aan de rechtsopvatting der rijksregeering beant woorden, heeft de rijksregeering bepalinger afgekondigd, die de werkzaamheden van het Openbaar Ministerie bij de krijgsraden op nieuw regelen en die de vrijlating van talrij ke personen, die zich zonder voldoende gron den of wegens kleine vergrijpen in hechtenis bevinden, bepalen. Ook werden de werkzaam heden van deze rechtscolleges beperkt. De buitengewone krijgsraden zullen, indien dit mogelijk is, worden afgeschaft. De vonnissen door de buitengewone krijgs raden gewezen, zullen onmiddellijk en spoe. dig herzien worden. RUSLAND EN DE RAAD VAN DiEN VOLKENBOND. In zijn laatste te Rome gehouden zit- naar het 11 a 11 a ainsjgh door IVO, S ieannette keek hem verwonderd aan, doch 'jj antwoordde met een kalmte, die hem on aangenaam trof dan wanneer za lief Hg was uitgevallen: c ^Ik hejj pleizier in dan arbeid en voel, dat die noohig is voor een mensch." „Zoo?" zei mj, en spottend voegde hij' er *an toe; ,,En van wie» hebt ge deze inte ressante waarheid?" Ze keek hem met groote oogen aan. Het fovam hem voor, als keek ze hem medelijdend Kan, als behandelde zij hem met zachtheid, die jche nmeer tegenover onwillige kinderen aan den dag legt, terwijl ze rustig antwoordde: „Van mijn ouden'vriend Dr Anavanli. Heb ik je nog njet vau hem verteld?" „Neen, ik heb niet de eer, al „je vrien den" te kemian," Hij zei dit jmet bitteren toon, en zij ver „Mijnheer Charbonnet," antwoordde ze met waardigheid, „ik laat nooit mijn vrienden beleedigen en allerminst Dr. Anavanti Hel schijnt me toe, dat bet voor U beter is dat ik ga en daarom goeden nacht" Za stond op en verdween met vasten tred. x Feüx zag haar na Wat had hij gedaan Hij had haar gekrenkL, haar, die hij hooger schatte dan geen andere vrouw. En waar voor? Was hei van hem jaloezie, of was het een weinig geraaktheid, dat zij hsm als een kind behandelde? Waarom echter behandelde zij ham als een kind; waarom kwam ze herhaaldelijk terug op het leeftijd,verschil lus,chen h6n? Waaio.n noemde zij nein jong, zichzelf oud; waarom? En wie was die Dr. Anavanti? Voorzeker een beminnenswaardig, bekwaam en ernstig .man. Een ware man; geen zwak keling, die niet weet wat iiij wil, die niets is en niets bereikt heeU Hij werd met bitterheid vervuld bij de ge dachten, die hij over zichzelf had. Hij voelde dat hij in de oogen van een vrouw niets was. En daartegenover die Dr. Anavanti Tegenover hem was zij niet onverschillig, niet dat koele, kalme, verstandige wezen. Wat stoof ze reeds op bij de tegen haar vriend gerichte spotwoorden Voorwaar zij beminde hem en hjj haar, want moest men haar niet liefhebben? liet was voor de eerste maal, dat hij het woord lieide met Jeannette in verbinding bracht Tol heden had hij geloofd haar als een vriendin, een zuster te moeten beschouwen. En thans verscheen ze hem als een beminnenswaardige vrouw. Had die Dr. Anavanti nu eerst op dit punt hem de oogeu geopend? Als de bliksem doorflitste deze gedachte zijn brein, doch een oplossing brachten zo hem niet Hij wilde liaar nasnellen en- om vergeving smeeken, maar op hetzelfde oogan- blik scheen het hem to®, dat hel benedein zijn waardigheid was, zich voor haar te ver- nederen_ Terwijl zijn hoofd met deze gjdachten ver vuld waren, traden Dumont en Racine op liet balkon en namen hem in beslag. Het was een schoone dag, Jieannctle was met snelle schreden het hotel uit, den weg opgeloopen, die naar de kust voerde. Ze liép voorbij het huisje, waar het kleine meisje woonde, dat ze eens met het vogeltje in de hand op den weg ontmoet had_ Daar voor aan den tuin had ze dikwijls met het kleine meisje gesproken ®n vermaak geschept in haar verstandige woorden Het kteiiio meis je was de lieveling van de gasten van het hotel, in het bijzonder van Dumont, Racine en Charbonnet. Wederom eindigde naar ge- dachtengang met hem. Weg niet die gedach ten! Ze moest door lichamelijke beweging rust voor haar gemoed vinden. Ze ging de steile helling en moest nauwlettend aclil ge ven, dat ze niet misstapte. Onderaan klotsten de golven tegen den wal van de rots. Het meisje liep zonder vrees de helling af, stapte behoedzaam over de netten, die d® visschers om te drogen hadden uitgespreid, en besteeg een rots, die ver uit in het bruisende water stak. Hier, waar de elementen haar omgaven, moest ze weer haar zelf worden. Het was onmogelijk, ondenkbaar, wat steeds weer met zoetklinkende stem in haar binnenste opklonk. Ze zou weldra dertig jaren oud zijn; ze was een oud meisje, dat niet meer voor de liefde van een man weggelegd was. iVooir de eerste maal dacht ze er over na, dat ze leelijk w,as. Nooit te voren had ze zioh daarover bekommerd. En hij! Zoo jong, zoo schoon, zoo hulpbehoevend! Ze bad er zich zoo aangewend voor hem te zorgen, voor hem te denken, hij had bij haar de plaats van haar zuster ingenomen, doch die zorg voor voor hem was vermengd met een taederhoid, die haar hart met voldoende warmte doch te gelijk met smart vervuld». Jeannette vroeg zich af, of ze niet door «ohzelf bedrogen werd. Ze had zoo weinig ervaring in lief deszaken; ze had zelf nooit een man bemind, zooals de wereld dat „beminnen" noemt. Haar \riend Dr. Anavanti schatte ze hoog. Wat Wat was dus liefde? Ook uit romans kende ze deze harte-toesland niet. Ze had in haar leven nooit romans gelezen, daar er wsl iets nutligers te doen viel. Zon dus, wat haar nu kwelde en tegelijk haar gelukkig scheen tei maken, die veel begeerde en tegelijk veelbe lasterde liefde zijn? Tegen datgene, wat in haar woelde, had ze sfechts een schutse gevonden, en dai was dat ze steeds tot zichzelf zei: ge zijt te oud, te oud. Ze zei het tegen zichzelf; ze had het hem gezegd en wel zoo herhaaldelijk, dat zs hem egkrenkt had. Ze had niet vermoed, dal de schutse, die zij tusschen zich en haar dwaar gevoel wilde oprichten, baar jongen vriend kwetsen moest. Terwijl ze Felix als oen knaap behandelde, had ze hem gekrenkt, bitter gs- krenkt. Nu was alles tusschen hen uit, ook de vriendschap, welke haar zoo gelukkig maakte, ook de zorgen voor hem, welke baat zoo dierbaar en onontbeerlijk geworden Jjrtïb ren Wat was de liefde, de liefde tqt ijrf man? i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 1