f. PltElJWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HÓL! J ND
No. 117
Vrijdag 21 Mei 1920
13e Jaargang
Werkelöostieid.
Naar de Eeuwige Stal
BUITENLAND
JffaUlLLKTON.
SLECHTS EEN DROOM
Verschijnt dagei 1|ks
Bureau: HOF ALKMAAR. Telefoon: 43s'
As
ONS
Abonnementsprijs!
Pei kwartaal i f S,franco per P°st f 2.50}
Met Geïllustreerd Zondagsblad f 0.45 hooger.
Advertentieprijs!
Van 1—5 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25j
Reclames per regel f 0.75Rubriek „Vraag en aas-
bod" bij vooruitbetaling per plaatsing f 0.60.
Aat>
aïis efaonné'B wordt cp esnvrpag gratie een polis verstrekt, weike hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van fEOO,—f400,—, f 200,-, fiOO,—f80,—, f33,— S 1S.-
De arbeidsmarkt weer gezond maken, zie
daar wait wij in dezen tijd ahereerst noodlg
ïieooen om het economisch leven weer op
dreef te helpen, schreven wij een vorigen keer;
iviekiigeen zal misschien geglimlacni neb-
hen ox zijn schouders neoöen opgenaaid bij
het lezen van die opmerking. Jin toen zal
'dat er van moeien komen! Lanen wij eerst
nog eens vaststellen, nat de bestaande wan-
vernouQing op ne at'bieüsmarkt onhoudbaar
is. In Ijmuimen ligt een groote visscuersoe-
voiking suil. Lumoat er zooveel te eten is, cat
visch een overaod'ig voedsel is geworuenr
Wij wenen anen wel beter. De hooge prij
zen eer koten voor cue trawlers en ten aeeie
ook ne looussiiiging maken de visoivangsi
niet loonenü genoeg voor ne reedeis. non
fclein gedeelte aer ceschitoare schepen is vol
doende om ue Vtsan. welke m iNederiand ge
consumeerd vvornt, te vangen.
Om ae geüeete visscntisoevolking aan het
werk te zetten, zou uitvoer mogemlk moeten
zijn. Maar cue lage stand van ae mark houdt
den uitvoer tegen.
1 Dus biijtt uien werkeloos!
ls dat eigenlijk niet zeer bedroevend in den
tegenwooriligen tijd, nu er een zoo groote
'scbaaiscnte aan levensmiddelen is, nu heeie
volkeren omkomen van ellende?
Lr wordt geacuesseerd naar de Regeering;
er wordt gepraat, maar er wordt niet gehan
deld. tn nu razen we dezer dagen, nat in
Noord-Duuschland. Denemarken en Zweden
de visohvangst een ongekende hoogte iieeit
bereikt.
In de maand April werd alteen in Ham
burg en Cuxnaien nt-gen miilioen pond visch
aan de markt gebracht en greüg gckodit.
Moeten wij naar nu N stil zitten, terwijl
de reeos zeer hooge vleescnprijzen stijgen
Het is een algemeen beiang. ciiat de Kegee-
ring, door net verstrekken van kolen tegen
kostprijs, de visohvangst fcvordere, onder be
paling. dat een zeer matige winst wordt ge
maakt. Vermoeüeüiik zullen aan ook de loo-
■nen een dalende beweging ondergaan. Maar
slechts kortzichtigheid kan coarin iets ver
keerds zien. Immers, wanneer productie-
vernooging bijdraagt lot daling van de aige-
meene levenskosten, is loon-daling geen
ramp, maar een middel cm den levensstan
daard te normaliseer en.
Natuurlijk is daarmee slechts een deel van
het visscnerij'bedrijf geholpen, omdat export
voorioopig onmoigelijk zal blijken. Maar ook
.deze geaeeltelijke oplossing zal niet verwaar
loosd mogen worden, al zal dan ook opnieuw
■een stevige propaganda onder het motto;
„eet visch!" noodig blijken.
Van meer bet eekenis lijken ons de andere
middelen, waarop den laaisien tijd gezonnen
wordt, om de werkloosheid tegen te gaan.
Wij bedoelen het eindelijk doorbrekend in
zicht, dat de werklooze arbeiders 'in luxe of
half luxe-bedrijven gedreven moeten worden
naar vakken, waar groote schaarschte aan
arbeiders heersoht. Met genoegen hadden wij
reeds opgemerkt, dat in de nieuwe steunre
geling voor werklooze sigarenmakers be
paald is. dat slechts zii mochten worden ge
holpen. d,e n.et meer in staat zijn ander
wenk te vinden. Het is billijk, dat men siga
renmakers op vergevorderden leeftijd niet
meer dwingt tot anderen arbeid. Maar de
jongeren wil men 'brengen in andere geroepen
en terecht.Ongeveer gelijktijdig is men in
den Bosch begonnen jonge werkelooze arbei
ders op te leiden voor de bouwvakken. En in
groole stcden als Amsterdam, Rotterdam en
den Haag is hetzelfde in overweging. Laat
men dit middel overal aanprijzen; dat de
regeerimgen van stad en land toch niets on
beproefd laten om het in deze richting te
drijven.
Daar bereiken ons herhaaldelijk uit de
bloembollenstreek en de Hollandsche polders
klachten over werkeloosheid. Zijn die jonge
landarbeiders, die zwaar werk gewoon zijn,
niet uiterst geschikt om het groote tekort aan
krachten in de bouwvakken aan te vullen?
In de bouwerij is nog voor vele jaren werk;
de locnen zijn er boog, hier en daar b.v.
in Amsterdam te hoog door de schaarsch
te aan werkkrachten. Ln de voorziening in
den woningnood is van een eminent belang.
Burgemeesters van de plaatsen, waaruit ons
nu klachten over werkeloosheid bereiken,
doet u best, om de jonge kerels, die graag
werken, maar niet kunnen, deri weg te wijzen
naar die beroepen, die aanvulling noodig
hebben-
Er zal een zekere leertijd voor noodig zijn
en men zal op deze wijze twee vakken aan-
leeren. Maar dat is toch geen naac-ri! Laat
men deze goede gedachten nu eens spoedig
in dacen omzetten en helpen de geschokte
arbeidsmarkt op deze wijze meer in even
wicht te brengen.
Ln men laie iiet niet bij de bouwvakken; er
is iii de richting van overheveling van bet te
veel aan werkkrachten uit de luxe bedrijven
naar ne noodzakelijke beroepen, waar grooie
tekorten zijn, nog zooveel te doen.
Vrvolgens kan en moet de Kegcejing ook
wat meer spoed maken met de Zui
derzeewerken. Op een aezer dagen ge
houden congres werd ncor Geskunaigen de
voorspelling gedaan, dat binnen enkele jaren
de meeste lainaen ook het onze wat de
voedselvoorziening betreft, op zich zelf zou
den zijp aangewezen. Wii kunnen die groo
te plas water d'us best missen en misschien
zal He vrij komende bodem ons in de naaste
toskomst ontoerekenbare diensten kunnen be
wijzen.
Regeeren is vooruit zien. Thans is er werk-
gebrek. straks misschien voedseigeorek. 'lot
de droogmaking van de Zuicerzee is eenmaal
hesioten; men takme nu ook niet niet de uit
voering maar helpe de vele werklooze handen
aan nuttigen arbeid!
Ten slotte een enkel woord over de rege
ling van de werkloosheid, die altijd zal blij-
.ven bestaan. Men kan trachten Ce arbeids
markt zooveel mogelijk ie regulanseeren ef'
zullen altijd, een aantal werkiieaen blijven, die
bij een aigemeene malaise of stepte in een
bepaald bedriji niet aan proaucueven arbeid
te helpen zijn. De ideale oplossing hiervoor
is de wachtgeldregeling, zooals zij tijdens den
oorlog gewerkt heelt. Een beorijf, dat ujiOelijiK
aan inzinkingen onderhevig is, zal het best
geëxploiteerd worden, wanneer de tijdens
slapte overbodige wei'kkrachten op wachige.ü
gehouden worden. De verhouding tusschen
patroon en werkuecer de arceidslusfc. de
toewijding aan de onderneming en het een
maal gekozen beroep, zuilen er in sterke
mate door beïnvloed wordende proauctie zal
daardoor van zelf baat vinden. Onlangs is
er een staatscommissie benoemd om te on
derzoeken in hoeverre het mogelijk zou zijn,
dat de ondernemingen voortaan het risico
van de werkloosheid dragen. Mocht hier een
bevredigende oplossing worden gevonuen, dan
was een gewichtige factor van onzekerheid
uit het economisch leven weggenomen.
Op voorhand van de resudaten van het
onderzoek der Staatscommissie kunnen de
werkgevers zelf reeds hun gedachten overzulk
een voor de rust in de maatschappij zoo be
langrijke regeling 'iaten gaan. Vooral de on
dernemers, die gedurende den oorlog schatten
gouds hebben verdiend en nu hun omzet en
afzet zien verminderen en bijgevolg de pro
ductie van hun artikel moeten inkrimpen,
mogen hier de teekenen des tiids verstaan en
bedenken, dat de werknemers die onder een
goede coujuncluur groote winsten helpen ma
ken, wel eenig recht hebben om bii het
keeren van het getij mede te putten uit ge
maakte reserves.
ii.
PLEISTERPLAATSEN.
Met een zucht van verlichting verlie
ten wii de Italiaansche douanen, ein-
deliik waren alle onderzoekingen en for
maliteiten verlost en bevonden wii ons
op italiaanschen bodem.
jWii stoomden naar Milaan, waar wii
een kort oponthoud zouden hebben. Het
spreekt van zelf, dat onze eerste gang
was naar den Dom, waarvan wij reeds
zooveel hadden gehoord en welke wii
zoo dikwijls reeds hadden afgebeeld,
ais een kantwerk van marmer, een mees
terstuk der gothieke bouwkunst.
De verwerkelijkheidbeantwoordde
gehee! aan de verwachting, weik een
gezicht dat heerlijke gebouw te zien
op het groote plein.
De beroemde bronzen deuren, de
heerlijk gebeeldhouwde jDilaren werden
het eerst bewonderd. .Wii treden bin
nen; een onderdrukte uitroep van be
wondering van ailen, die met inii waren.
Vanuit het schitterende zomicht, kwa
men wii in een wijde halfdonkere ruim
te, waarin men slechts zag de in-warme
kIeuren-fonkeien.de vensters en de oker-
kleurige pilaren.
Na eemge ^ogenblikken gewenden
onze oogen aan de mystieke schemering
en konden wii zien al de pracht welke
genie en godsvrucht daar had tot stand
gebracht.
,Weik een geloof moet er hebben ge-
heerscht in die middeleeuwen om liet
betrekkelijk gering aantal burgers tot
zulk een wonderwerk dn staat te stellen.
In de schatkamer zagen wii de be
roemde kostbaarheden, de reusachtige
kandelaars, kruisen, kelken, de zilveren
beelden van St. Caroius Barromeus, het
kasuifei en de stool van goudlaken met
ornamenten van paanen, een geschenk
van Paus Pius X.
Ook werd bezocht in de crypte het
graf van den H. Caroms, den benoem
den Bisschop van Mi,aan. in een met zil
ver drijfwerk versierde kapel slaat bo
ven het kleine ahaar de zilveren graf
tombe. VTi hadden het voorrecht, dat
de broeder welke ons begeleidde, hef
voorstuk wegnam, zoodat wij konden
zien achter g,as, het ongeschonken
lichaam van den heilige, gekieed in
Bisschoppelijk gewaad.
't Was 12 uur toen wij in Venetië
aankwamen, in een fantastische tocht in
gondels, moesten wij ons hotel bereiken,
een half uur lang voeren wii in het
schemerende maan.icht, tusschen de hui
zen van die stad in het water.
Pas 's morgens konden wii het eigen
aardige van deze zc.dzame stad ten volle
in oogenschouw nemen.
Welk een rijkdom in de kathedraal
van St. Marcus met de eeuwenoude zui
len bii den ingang.
Geheei het plafond is in inozaiek-goud
en kleurige figuren, de versiering dei-
kerk getuigt van de fijnste smaak en
de nauwieuenosie zorg om de kostbaar
ste kunsigewroenten van Byzantum daar
biieen te brengen.
Over het prachtige plein met de tal
rijke duiven, komt men in het oude
paieis der Dogen, de bestuurders van
Venetië, de rijkdom der zalen getuigt
van de vroegere we,vaart der stad, maar
ook spreken al ae schilderingen zoo
duidelijk van de innige baud waarmede
het staatkundig en godsdienstig leven
waren verbonden. Burgemeester en
Paus, bestuurders en beschermheiligen
bii elkander.
Schitterend ook is het gezicht van de
diep biauwe Adriatische zee en onver
getelijk blijft het groote kanaal met de
paleizen er langs waarlangs wii .gondel
den met den roeier welke zijn schoonste
liederen zong met de stem van een
Caruso.
Een fabriek van mozaiek en glaswerk
en ook de kantschool werd bezocht.
Er lag voor Venetië een Ameri
kaansch oorlogsschip, dat de discipline
stipt werd onderhouden bleek des
avonds: te half 12 klonk een kanonschot
en eenige minuten later gingen 4 ma
trozen met korte knuppels gewapend
over het plein overal in- en rondziende
of. er niet een of ander der matrozen aoo
gezellig zat, dat liij vergat op tijd aan boord
te zijn. er trekkend van Venetië, waar
voor het station het beeld staal der On
bevlekte Ontvangenis, spoorden wij door
de po-v lakte, waar men druk bazig was
met hooien en waar ovpral de wijnranken
pin de hoornen zich slingerden.
Fenara weid gepasseerd, bij Padua een
groet aan den H. Antonius, dan bij Bo
logna de Apenijnen in, een heerlijk schoon
bergland, met schoone dorpen en lachende
vergezichten, waar Pistoja ligt verscholen,
wat vele historische herinneringen bij ons
wakker roept en waar de arno zich kron-
keld en wringt tusschen de rotsen, waarover
liare blauwe water schuimende voort,Hip
pelen.
v errassend was het plotseling zien van
de parel der Apenijnen „Fiarenza la bella"
liet zoo schoone Florence, do stad welke
gekend de fabelachtige rijkdom der Me-
dici maar ook het harde boeiewoord
van bavaiioroia De aanblik van verre was
echter mooier dan. van nabij, evenals alle
Italiaansche steden zijn de straten som
ber ds huizen doodsch en alles grijs van
het stof.
Het bijzondere van Florence zijn de
nusea, weik een rijkdom van schilderijen
heb ik daar gezien, de stukken van de
grootste meesters en niet in afbeelding
maar het origineel: de Madonna .del Gran
duca van Rafael, de Madonna del Lede,
de madonna van Murillo, van Fiiian.
De Kathedraal van wit marmer met
blauw en rood marmer ingelegd, de kerk
van het H. Kruis met de graven van
Michael Angeio, Oherubini,, de grafkapel
der Medici een kunstwerk van marnier-
uiozaik, oorspionkelijk bestemd voor het
H. üraf, vooral het klooster van St: Mano
met de kinderlijk naive, en tegelijk won
derbaar verheven schilderingen van Fra
Angelico op de muren der vroegere kloos
tercellen.
Het kostte moeite Florence te verlaten
doch wij waren vol verlangen ons eind
doel te bereiken, nog 6 uur in volle
snel trein-vaart.
Allen waren vol spanning en verdrongen
zich voor <je portierramen orn uit te
zien of de koepel van St. Pi eter zichtbaar
werd. Een kergketen versperde het ge
zicht nog, de trein snelde deze voorbij en
ja, ja, daar. wij zagen het heiljgdom
der Christenheid.
De priesters zongen de psalm: Laetatus
seum, „Blijde ben ik om hetgeen tot
mij gezegd is", naar hst huis des Hoeren
zullen wij gaan.
Het is het gezang- dat de Israëlieten
aanhieven als zij Jerusalem naderden. De-
trein rolt het station binnen. Wij zijn in
Rome.
B. H. O. H.
UIT BUTTSCHLAND.
De zwarte troepen.
Volgens de Berlijnsche bladen heeft, naar
een Wolff-bericht meldt, de apostolische vi
caris van de Western Orthodox Church van
Amerika en aartsbisschop dezer kerk I. L.
Lloyd bij den Franschen ambassadeur tt
Washington jusserand een protest ingediend
waarin hij aandringt op onmiddellijke wede.
legging van de onthullingen over het optre
den der zwarte soldaten van Frankrijk tegei.
bianke vrouwen in het bezette Duitsche ge
bied. Mochten die onthullingen niet kunnen
worden tegengesproken, dan zouden zij voor-
ai in de zuidelijke staten de thans bestaande
goede betrekkingen tusschen de republieken
Frankrijk en Amerika zeer schaden.
Afschriften van dit protest ziin toegezon
den aan de commissies voor de buitenlandsche
zaken van het Amerikaansche parlement,
aan tal van leden van het congres en aan ver
tegenwoordigers der soldatenvereenigiagen
van Amerika. Het protest is ook te beschouw-
vven als een protest van de Western Ortho
dox Church zelf.
Veetelling in Pruisen.
Het Pruisisch 'bureau voor statistiek pu
bliceert het voorloopige resultaat van de vee-
telling op 1 Maart gehouden binnen de nieu
we Pruisische grenzen. Een vergelijking
met den stand op 1 Maart van het vorige
jaar toont, dat de veeteelt langzaam aan
zich begint te herstellen van den zwaren slag
door den oorlog toegebracht. Maar het ver
schil met den stand van voor den oorlog is
nog geweldig groot.
De totale veestapel is sedert 1 December
1919 gestegen van 8.716.710 tot 8.845.582
(1 December 1913 10.449.796). Het aantal
melkkoeien is met 63.000 stuks toegenomen
Gunsjiger is de ontwikkeling van de scha
penteelt. Het aantal steeg sedert 1 December
1919 van 3.489.453 tot 4.016.908.
Het aantal varkens is verminderd van
7.565.543 tot 6.215.550 (1 December 1913
15.594.980). Sedert 1 Maart 1919 is echter
een vermeerdering te constateeren van bijna
2 millioen stuks. En daar het aantal zeugen
niet onbelangrijk is toegenomen bijna
200.000 stuks - kan men spoedig een flinken
aanwas verwachten.
Het aantal kippen, eenden, ganzen is se
dert 1 December 1919 verminderd van ruim
31 millioen tot 29 millioen, vergeleken met
1 December 1913 bedraagt de vermindering
ruim 81/9. millioen stuks.
Ook het aantal paarden is verminderd1
December 1919 2.412.212. 1 Maart 1920
2.328.241.
Duitsclüand's vlottende schuld.
De rijksminister van financiën dr. Wirth,
zeide in de nationale vergadering diat de ont
zettende economische nood van het rijk zoc
groot is, dat de vlottende schuld per maand
met circa drie tot vier milliard marff toe
neemt.
De krijgsraden.
Daar de werkzaamheden en de recht
spraak in het Ruhrgebied van de buitenge
wone krijgsraden niet meer aan de gronden,
die bii hun instelling voorzaten en aan de
rechtsopvatting der rijksregeering beant
woorden, heeft de rijksregeering bepalinger
afgekondigd, die de werkzaamheden van het
Openbaar Ministerie bij de krijgsraden op
nieuw regelen en die de vrijlating van talrij
ke personen, die zich zonder voldoende gron
den of wegens kleine vergrijpen in hechtenis
bevinden, bepalen. Ook werden de werkzaam
heden van deze rechtscolleges beperkt.
De buitengewone krijgsraden zullen, indien
dit mogelijk is, worden afgeschaft.
De vonnissen door de buitengewone krijgs
raden gewezen, zullen onmiddellijk en spoe.
dig herzien worden.
RUSLAND EN DE RAAD VAN DiEN
VOLKENBOND.
In zijn laatste te Rome gehouden zit-
naar het 11 a 11 a ainsjgh
door IVO,
S
ieannette keek hem verwonderd aan, doch
'jj antwoordde met een kalmte, die hem on
aangenaam trof dan wanneer za lief Hg was
uitgevallen: c
^Ik hejj pleizier in dan arbeid en voel,
dat die noohig is voor een mensch."
„Zoo?" zei mj, en spottend voegde hij' er
*an toe; ,,En van wie» hebt ge deze inte
ressante waarheid?"
Ze keek hem met groote oogen aan. Het
fovam hem voor, als keek ze hem medelijdend
Kan, als behandelde zij hem met zachtheid, die
jche nmeer tegenover onwillige kinderen aan
den dag legt, terwijl ze rustig antwoordde:
„Van mijn ouden'vriend Dr Anavanli. Heb
ik je nog njet vau hem verteld?"
„Neen, ik heb niet de eer, al „je vrien
den" te kemian,"
Hij zei dit jmet bitteren toon, en zij ver
„Mijnheer Charbonnet," antwoordde ze met
waardigheid, „ik laat nooit mijn vrienden
beleedigen en allerminst Dr. Anavanti Hel
schijnt me toe, dat bet voor U beter is dat
ik ga en daarom goeden nacht"
Za stond op en verdween met vasten tred.
x Feüx zag haar na Wat had hij gedaan
Hij had haar gekrenkL, haar, die hij hooger
schatte dan geen andere vrouw. En waar
voor? Was hei van hem jaloezie, of was het
een weinig geraaktheid, dat zij hsm als een
kind behandelde?
Waarom echter behandelde zij ham als een
kind; waarom kwam ze herhaaldelijk terug
op het leeftijd,verschil lus,chen h6n? Waaio.n
noemde zij nein jong, zichzelf oud; waarom?
En wie was die Dr. Anavanti?
Voorzeker een beminnenswaardig, bekwaam
en ernstig .man. Een ware man; geen zwak
keling, die niet weet wat iiij wil, die niets
is en niets bereikt heeU
Hij werd met bitterheid vervuld bij de ge
dachten, die hij over zichzelf had. Hij voelde
dat hij in de oogen van een vrouw niets was.
En daartegenover die Dr. Anavanti
Tegenover hem was zij niet onverschillig,
niet dat koele, kalme, verstandige wezen. Wat
stoof ze reeds op bij de tegen haar vriend
gerichte spotwoorden Voorwaar zij beminde
hem en hjj haar, want moest men haar niet
liefhebben? liet was voor de eerste maal,
dat hij het woord lieide met Jeannette in
verbinding bracht Tol heden had hij geloofd
haar als een vriendin, een zuster te moeten
beschouwen. En thans verscheen ze hem als
een beminnenswaardige vrouw. Had die Dr.
Anavanti nu eerst op dit punt hem de oogeu
geopend?
Als de bliksem doorflitste deze gedachte
zijn brein, doch een oplossing brachten zo
hem niet Hij wilde liaar nasnellen en- om
vergeving smeeken, maar op hetzelfde oogan-
blik scheen het hem to®, dat hel benedein
zijn waardigheid was, zich voor haar te ver-
nederen_
Terwijl zijn hoofd met deze gjdachten ver
vuld waren, traden Dumont en Racine op
liet balkon en namen hem in beslag.
Het was een schoone dag, Jieannctle was
met snelle schreden het hotel uit, den weg
opgeloopen, die naar de kust voerde. Ze liép
voorbij het huisje, waar het kleine meisje
woonde, dat ze eens met het vogeltje in
de hand op den weg ontmoet had_ Daar voor
aan den tuin had ze dikwijls met het kleine
meisje gesproken ®n vermaak geschept in
haar verstandige woorden Het kteiiio meis
je was de lieveling van de gasten van het
hotel, in het bijzonder van Dumont, Racine
en Charbonnet. Wederom eindigde naar ge-
dachtengang met hem. Weg niet die gedach
ten! Ze moest door lichamelijke beweging
rust voor haar gemoed vinden. Ze ging de
steile helling en moest nauwlettend aclil ge
ven, dat ze niet misstapte. Onderaan klotsten
de golven tegen den wal van de rots. Het
meisje liep zonder vrees de helling af, stapte
behoedzaam over de netten, die d® visschers
om te drogen hadden uitgespreid, en besteeg
een rots, die ver uit in het bruisende water
stak.
Hier, waar de elementen haar omgaven,
moest ze weer haar zelf worden. Het was
onmogelijk, ondenkbaar, wat steeds weer met
zoetklinkende stem in haar binnenste opklonk.
Ze zou weldra dertig jaren oud zijn; ze
was een oud meisje, dat niet meer voor de
liefde van een man weggelegd was. iVooir de
eerste maal dacht ze er over na, dat ze
leelijk w,as. Nooit te voren had ze zioh
daarover bekommerd. En hij! Zoo jong, zoo
schoon, zoo hulpbehoevend! Ze bad er zich
zoo aangewend voor hem te zorgen, voor
hem te denken, hij had bij haar de plaats van
haar zuster ingenomen, doch die zorg voor
voor hem was vermengd met een taederhoid,
die haar hart met voldoende warmte doch te
gelijk met smart vervuld». Jeannette vroeg
zich af, of ze niet door «ohzelf bedrogen
werd. Ze had zoo weinig ervaring in lief
deszaken; ze had zelf nooit een man bemind,
zooals de wereld dat „beminnen" noemt. Haar
\riend Dr. Anavanti schatte ze hoog. Wat
Wat was dus liefde? Ook uit romans kende
ze deze harte-toesland niet. Ze had in haar
leven nooit romans gelezen, daar er wsl iets
nutligers te doen viel. Zon dus, wat haar nu
kwelde en tegelijk haar gelukkig scheen tei
maken, die veel begeerde en tegelijk veelbe
lasterde liefde zijn?
Tegen datgene, wat in haar woelde, had
ze sfechts een schutse gevonden, en dai was
dat ze steeds tot zichzelf zei: ge zijt te oud,
te oud. Ze zei het tegen zichzelf; ze had het
hem gezegd en wel zoo herhaaldelijk, dat zs
hem egkrenkt had. Ze had niet vermoed, dal
de schutse, die zij tusschen zich en haar dwaar
gevoel wilde oprichten, baar jongen vriend
kwetsen moest. Terwijl ze Felix als oen knaap
behandelde, had ze hem gekrenkt, bitter gs-
krenkt. Nu was alles tusschen hen uit, ook
de vriendschap, welke haar zoo gelukkig
maakte, ook de zorgen voor hem, welke baat
zoo dierbaar en onontbeerlijk geworden Jjrtïb
ren Wat was de liefde, de liefde tqt ijrf
man?
i