SLECHTS EEN DROOM
fimm wiss*
Donderdag 27 Mei 1920
13e Jaargang
KIBUWS- EN A.DVERTENT1E BLAD VOOR NOORD-HÓLLA-NB
BUITENLAND
BINNENLAND
FEUILLETON.
,No. 12.
Verschijnt dagelijks
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: Kdmto.2Ï 4S3'
Een fel bestreden wetsontwerp.
BLAB
Abonnementsprijs:
Pet kwartaalf 2—, franoo per post 1 2.50;
Met Geïllustreerd Zondagsblad f 0.45 hooger.
Advertentleprijsi
Van 16 regels f 1.25 elke regel mee? t 0.2&;
Reclames per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aw*
bod" bij vooruitbetaling per plaatsing f 0.60.
Aai» alle abcnné's wordt op aenvrssag gratis een polis verstrekt, welke heri verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van fSOO,—f 400,—f 2©0,—fSOO,—160,—, f38,SIS.— t
De Memorie van Antwoord op bet
yetscmtwerp inzake bestrijding van revo
outionnaire woelingen, is een antwoord,
'dat klinkt als waarschuwend klokgebrom
in de ooren van ben, die om allerlei ge
zochte en dwaze redenen, zich tegen het
wetsontwerp meenen te moeten verzetten
De noodzakelijkheid der indiening' yan
.dit wetsontwerp, waartegen de Socialis
ten en Communisten vooral, zóó hevig te
koer gaan, dat ze er groen en blauw van
aien, blijkt alleen reecLs uit bet feit, dat
geen mindere dan de procureur-generaal
bij den Hoogen Baad van meaning is, dat
.Jen aanslag, die ondernomen wordt met
het oogmerk om den grondwettigen re
gieeringsvorm of de orde van troonop
volging te vernietigen of op onwettige
wijze te veranderen, bier te lande straf
feloos kan gepleegd worden.
En al is nu de Minister van Justitie
in dezen een opvatting toegedaan, welke
van. die van den procureur-generaal af-
Jijkt, zeker is bet. dat de bewerkers van
Ben aanslag als hier boven bedoeld, een
niet geringe kans op straffeloosheid zou
den hebben.
Terecht, zegt de, Minister, dat zoo iets
niet geduld kan worden.
Alle kans op straffeloosheid tegen
>en aanslag op den wettigen regeerings-
yorm, dient uit de wet te worden gelicht.
Wij richten hier tot de vrijzinnige pen
voerders, die zich tegenstanders ver
klaarden van het wetsontwerp, de nuch
tere vraag: Is het dan werkelijk uwe be
doeling, dat aanslagen op de inwendige
veiligheid van den staat, "hier in Neder
land straffeloos mogen geschieden?
Zoo nie.t: wat belet u dan, om u met de
.strekkingen van het wetsontwerp te ver-
eenigenï
Een spoedige behandeling van het
Wetsontwerp is te meer wenschelijk, nu
gebleken is, dat de bepalingen van het
Wetboek van Strafrecht, welke strekken
om aanslagen op de inwendige veilig
heid van den Staat te betengelen, de
meest ernstige leemten vertoonen; dat de
meest bedenkelijke vormen van voorbe
reiding van zoodanige aanslagen in 't al
gemeen straffeloos zijn, samenspanning
alleen uitgesloten; dat de strafbare ver-
Standhouding met het buitenland zich be
perkt tot die, welke de oorlog wil bevor-
deren, d. w. z. die welke burgeroorlog
wil voorbereiden, uitsluit en dat de op
ruiing tot omwenteling feitelijk door de
strafwet niet wordt getroffen.
Waar dit vast staat, meenen wij dan
tolk met den Minister, dat allen, die
■maatschappelijke hervormingen enkel
langs ordelijken weg willen zien tot
'stand gebracht, met de strekking van dit
wetsontwerp hun instemming zullen be
tuigen.
De Communisten, die natuurlijk heel
goed inzien, dat door het ingediende
■Wetsontwerp een leelijke streep door hun
pogingen gehaald wordt om door daden
Revolutie te verwekken, trachten het
ontwerp in miserediet te brengen door
p.m. te beweren, dat de vrijheid van ge-
1 lachte er door aangerand wordt.
Ze weten natuurlijk wel heter.
Niet hen dan ook, maar allen, die zich
ti-eze bewuste leugen van Wijnkoop, Van
itavestejjn Co. op de mouw hebben la
ten spelden, wensehen we hier even uit
den droom te helpen:
De voorgestelde regeling van Minister
Heemskerk laat de vriiheid van gedachte
geheel onaangetast.
Eerst bjj hem of haar, waar de ge
dachte zich omzet in handelingen, wier
misdadig karakter hierboven geschetst
werd, ontstaat strafsehuldigheid.
Dat is duidelijk en logisch.
Er is nog iets, dat toelichting behoeft.
Alweer om de algemeene opinie tegen
het heilzame wetsontwerp in 't harnas te
jagen, trachten de Socialisten en Commu
nisten de menschen wijs te maken, dat bij
aanneming der door den heer Heemskerk
ingediende wetsvoordracht, geen publieke
debatten over staatkundige overtuigingen
meer gehouden mogen worden.
Deze voorstelling van zaken is mislei
dend. dus valsch.
Bedoelde debatten mogen gerust wor
den gehouden, mits men zich daarbij van
opruiing onthoudt.
Terecht betoogt de Minister in zijn Me
morie van Antwoord, dat hij zich op het
feitelijk 'bestaan van een democratisch
staatsbestel mag beroepen, dat geheel
valt binnen het kader eener constitutio-
neele monarchie.
Daaruit volgt, dat het bevorderen van
omwenteling niet slechts verzet is tegen
het wettig gezag, een verzet, dat door
geen enkele regeering wordt geduld, maar
ook lijnrecht ingaat tegen een op demo-
cratischen voet ingericht staatkundig le
ven. Omwenteling is in een democratisch
geregeerd land niet noodig en niet het
middel om de gewenschte politieke en so
ciale hervormingen, waarvoor in het volk
een meerderheid wordt gevonden, in het
leven te roepen.
Met den indiener van het wetsontwerp,
zal geen verstandige man of vrouw van
recht en orde dan ook een beweerd recht
erkennen, om zich hier te lande op om
wenteling voor te bereiden, voor zoover
die voorbereiding althans bestaat in han
delingen, welke bij dit wetsontwerp wor
den gewraakt.
Aan het bevorderen van noodzakelijk
gebleken hervormingen op politiek en
sociaal gebied, staat deze wetsvoordracht
niet in den weg, wel aan het met geweld
opdringen aan ons volk van veranderin
gen, waarvan het in zijn meerderheid niet
gediend is.
Wanneer we ten slotte er nog op wij
zen, dat het gewijzigd ministerieel ont
werp, op allerlei punten rekening hondt
met da in het Voorloopig Verslag ge
maakte opmerkingen, dan meenen wij
van allen, die een geleidelijke, ordelijke
ontwikkeling der maatschappelijke toe
standen wensehen, te mogen verwachten,
dat zij de pogingen onzer Begeering, om
de rcvolutionnaire woelingen in ons land
krachtdadig te breidelen, in woord en
geschrifte, moe dig en beleidvol zullen
steunen.
CARRANZA'S DOOD.
De omstandigheden van den dood van
Carranza zijn nog niet volkomen opge
helderd. Volgens een telegram van den
New-Yorksehen correspondent van de
„Times", zijn er aanwijzingen, dat een
van de aanhangers van. fiarranza in op
stand is gekomen en den president heeft
vermoord. Met Carranza ziin ook zes van
zijn volgelingen gedood. Namen van deze
worden niet gegeven, maar daar men wist
dat de president vergezeld was door eeni-
ge van zijn ministers en door den chef
van zijn staf, ligt het vermoeden voor de
hand, dat deze medeslachtoffers zijn. Ge
neraal Obregon en de andere revolutionai
re leiders hadden nadrukkelijk den wensch
te kennen gegeven dat Carranza onge
deerd zou blijven en dit versterkt de mee
ning, dat Carranza het slachtoffer ge
worden is van een verrader in zijn omge
ving.
Carranza, die ongeveer 60 jaren oud is
geworden, was afkomstig uit Coahuila,
waar hij groot grondbezitter was. Carran
za nam in 1911 deel aan de revolutie van
Madero en vormde op eigen kosten een
afdeeliag cavalerie ter ondersteuning
van de omwenteling. Toeu Madero had
gewonnen, werd Carranza gouverneur
van Coahuila. Niet lang bleef Carranza
den leider trouw, maar het kwam nog
niet tot een openlijko breuk, daar Huerta
alle andere revolutionnaire leiders voor
was en Madero ten val wist te brengen.
Carranza, die zelf een bod wilde doen
naar de heerschappij, verklaarde zich te
gen Huerta en veroverde den staat Du-
rango Zoo vestigde hij in het noorden
een tegenbewind tegen de regeering van
Huerta, die, zocals men zich zal herin
neren, wegens den moord op Madero door
president Wilson in den ban werd gedaan
Voor Carranza gingen de zaken echter
ook al niet voorspoedig; hij raakte in
strijd met den „generaal" Villa en later
ook met Zapata, die eveneens neiging ge
voelden om eens president te spelen. Eerst
in 1915 had Carranza het zoover gebracht
dat hij erkend werd door de Vereenigde
Staten.
Volgens door den Mexicaansehen con
sul te Amsterdam: ontvangen berichten,
zou de moordenaar van Carranza reeds
bekend zijn. Het zou een zekeren Rodolfo
Henen zijn, die de: daad uit persoonlijke
wraakzucht bedresê. omdat zijn vader in
dertijd op hevel van Carranza werd ge
fusilleerd. De nlc-'.'yc regeering heeft last
gegeven den moordenaar te arresteeren
en gerechtelijk te vervolgen.
LIT)YD GEORGE EN DE VOLKEN
BOND.
Op een bijeenkomst van de vereeniging
ter propagandeering yan de beginselen
van den Volkenbond, gisteren gehcuden
to LIandrinod Wells in Wales is een
schrijven voorgelezen van Lloyd George,
waarin deze mededeelt dat het hem leed
doet niet op de bijeenkomst tegenwoordig
te kunnen zijn.
Lloyd George wijst op de ontzettende
gevolgen die .een mislukking van den Vol
kenbond met zich zcu slepen.
Verder zegt hij dat de oorlog met zijn
middelen tot vernieling en vernietiging
zich zoo heeft ontwikkeld, dat de be
schaving een nieuwen oorlog niet zou
kunnen overleven.
Deze mogelijkheid mag niet geriskeerd
worden.
DE TOESTAND IN IERLAND.
Volgens de „Daily Mail" worden nog
acht bataillons meer in gereedheid gehou
den om zoo noodig naar Ierland te wor
den gezonden. In het parlement is onlangs
medegedeeld, dat het aantaL aanwezige
troepen in Ierland 40.000 bedroeg, doch
sedert zijn pr meer heen gezonden. Een
nieuwe leger-order bepaalt, dat elk der
30 regimenten bestemd voor den dienst
in het .Vereenigd Koninkrijk met honderd
man wordt versterkt.
Een officieel rapport betreffende den
toestand in Ierland, bevat een lijst van
honderd nieuwe misdaden, waaronder, de
verwoesting van politiebureaux, plunde
ringen van particuliere woningen, weg
drijven van yee.
PRESIDENT DESCHANEL.
Volgens de „Echo do Paris" is het vol
strekt zeker, dat president Deschanel ge
durende onbepaalden tijd, wellicht een
groot gedeelte van den zomer zelfs, vol
komen rust zal moeten nemen.
CLEMENOEAU AAN 'T WOORD.
De „Gaulois" publiceert een interview
van Capus met Clemenceau. De ex-pre
mier van Frankrijk zeide, dat Engeland
en Amerika altijd reeds een globale af
koopsom hebben gewild en dat hij daar
tegen was, vooral cok, omdat de som,
die de allies wildon, veel te gering was,
slechts 75 milliard in totaal. Veel beter
was volgens Clemenceau het systeem
door de conferentie uitgewerkt, namelijk
de geheele afdoening van al wat Duitsch-
lland wegens verwoestingen moet beta
len in termijnen door de co-mmissio voor
de schadevergoeding vastgesteld. Daarom
gaf hij Poincaré gelijk, toen deze het
presidium van de commissie aanvaardde,
omdat deze dezelfde opinie had over de
Duitsche schuld, waarvoor de bezetting
van het Rijngebied als waarborg moest
dienst doen, en daarom geeft hij hem
ook weer gelijk, dat hij als voorzitter
der commissie j.s afgetreden, nu men dit
systeem heeft opgegeven.
GEMENGDE BUITENL. BERICHTE!*,
De prijzen-verlaging.
Een nieuwe stap in de richting van
redelijker prijzen voor leveits-behoeften is
in Engeland het plan van den voedsel-
eontroleur tot oprichting van handelsra
den dat plan is nu od den weg van
verwezenlijking. Raadgevende lichamen
zijn opgericht met betrekking tot den
handel in jams, groenten en fruit. De
voedsel-coiitroleur Mc. Curdy hoopt dat
ten slotte de handelaars zelf de prijzen
laag zullen ho-uden. zonder wettelijken
dwang.
Tengevolge van het niet-rendeeren
der industrieele bdrijven zijn in de laat
ste dagen in Mannheim arbeiders in
g-roote massa's ontslagen. Hun -aantal
mcec ongeveer 9000 bedragen.
De minister van Justitie van Tsjecho
Slowakije heeft verklaard, dat Hölz niet
aan de Saksische regeering zal worden
uitgeleverd. De minister motiveerde deze
beslissing hierdoor, dat de daden van
Hölz politieke misdrijven waren, en dat
de Duitsche regeering Kapp, Liittwitz en
Ehrhardt ook naar het buitenland heeft
laten vluchten.
Volgens de „Etoile Beige" hebben de
Belgische autoriteiten in het district
Eupen een samenzwering ontdekt, welke
door verdachte personen uit Aken was ge
smeed met het doel het station van Her-
besthal, alsmede het spoorwegviaduct in
de lucht te laten vliegen.
De hooge commissarissen voor België
onderwerpt alle aanvragen om paspoor
ten van do inwoners van Aken aan een
bijzonder onderzoek.
Een uit Klagenfni't te Weenen ont
vangen bericht meldt, dat maarschalk
Boroevic, voormalig aanvoerder van het
Isonzó-leger, tijdens het nemen van een
bad, door een beroerte werd getroffen en
aanstonds overleed.
Mahmoed Moekhtar, lid van de
Turksche vredesdelegatie, is afgetreden
om gezondheidsredenen.
De vredesconferentie heeft aan Duitseh
laad verzocht generaal von Xylander uil
de commissie voor het Saarbekkeu, ont
slag te doen nemen.
EEN STEM UIT DE PRAKTIJK.
De Socialisatie, waarmee docr de So
cialisten als met een tooverwooi'd in do
lucht geschermd wordt, om hun tegen
standers als 't ware te belezen, blijkt lang
zoo mooi niet, als ze door hen, die er
mee te koop loopen, wordt voorgesteld.
Van nabij beschouwd, valt ze zelfs aan
haar bewonderaars uit de verte, de socia
listen, volstrekt niet mee.
Evenals in enkele andere plaatsen van
ons land, zijn ook in Schiedam socialisa-
tie-proefballonnetjes opgelaten, die het
tot geen noemenswaardige hoogte in het
luchtruim konden brengen.
De roode Schiedamsche wethouder, do
Bruin, ontlast ziin bedrukt gemoed er
over in „Het Volk".
Hij schrijft:
„Ln Schiedam is pp forsche wijze een
gemeentelijke winkel in de rijkskleeding
opgericht, er was niets te doen. Was de
bovenkleeding niet aanlokkelijk, de on
dergoederen, die zeer goedkoop waren en
goed van kwaliteit, werden evenmin ge
kocht.
Een klein partijtje der hoog-geroemde
Amerikaansche schoenen van zeer goede
kwaliteit en laag van prijs, werd zeer
sleepend verkocht. Ze waren niet luxueus
genoeg.
Een gemeentelijke wassehei'ij zal op 't
oogenblik een ontzaglijk bedrijfskapitaal
vorderen als straks een vrij hoog ta
rief zal moeten worden gevraagd voor de
wasch, zal er door de arbeidersvrouwen
m.i. geen gebruik van worden gemaakt.
En dan ligt het verschooningsmotief vooi-
de hand: de arbeiders kunnen geen 5
of 6 voor hun wasch betalen!"
Kregel geworden door de mislukking
van al dat gemeentelijk gedoe, verzoekt
wethouder de Bruin, hem voortaaa met
al die soort eisohen van het lijf te blij
ven. Voor de gemeenten worden ze bijna
altijd een financieels strop en de arbei
ders hebben er niets aan.
In Schiedam wordt nog van gemeente
wege visch verkocht tegen prijzen, waar
legen geen enkele particuliere handelaar
coneuireeren kan en de omzet.is bela
chelijk klein.
De heer de Bruin komt dan tot de mis
troostige conclusie:
„In Schiedam is het gemeentelijk land-
bf drijf opgeheven, zonder dat een der
verwoede socialisatie-kampioenen er eeni-
ge belangstelling voor had. Roemlooze
dood.
De gemeentelijke varkensmesterij is
ten grave gedaald. Niemand treurt er om
maar ook bii haar leven had niemand er
belangstelling voor want de Schie
damsche burgerij had er geen cent voor
deel van."
Daar komt nog dit bij.
Nagenoeg al de gemeentebesturen zit
ten op zwart zaad. En voor de verwezen
lijking dier avontuurlijke socialisatie-
plannen is veel geld noodig.
Dat mogen onze socialistische gemeen
teraadsleden wel eens bedenken.
vpaar het 1 taiiaatns^li
\door IVO,
dK
-t. ik
1 In welk een andere slemtning zag zij ze
rug, kalm en tevreden had ze Rome verlaten,
had' ook de scheiding van haar zuster Char
lotte een 'kloof in haa,r leven nagelaten, maar
haar gemoedsrust en opgewektheid hadden er
Joch niet door geleden. En nu na. één maand
Veerde ze als een geheel apder wézén térug.
*£ic was thans verloofd.
Vroeger had da,t woord voor haar een leege
ilank gehad, nu kende ze de zoetheid ervan;
Ju kende ze de vreugde en smart der liefde
En wederom rezen twijfel en die onbewuste on
zekerheid in haar op. Eu weer stelde ze
jich haar toekomst voor met een man die
el jonger was dan zij, en wikte en woog ze
i kbnsen Van geluk. Bij haar ouderen leeftijd
nog, dat zij leelijk, en zonder eenige
was. Ett toch had ze geen gpült van
haar stap. Beminde hij haar niet? En hoe
zoet was het bemind' te worden, juist als
andere meisjes.
Het gillend gefluit der locomotief wekte haar
uit beur droomerijen op. Ze pakte haastig
haar bagage bijeen, terwijl de trein het station
binnenreed. Toen hij stilstond steeg ze uit de
coupé, en volgde den stoet reizigers, die het
perron verliet. Nauwelijks had ze het perron
verlaten of een welbekende stem hoorde ze
naast zien: „Juffrouw Jeannette". Op het
zelfde oogenblik werd ze van haar koffer en
plaid ontlast, en drukte een hand krachtig
de hare.
Ze zag op, ze Voelde,, wie dat alleen zijn kon.
Een krachtige matn van flinke gestalte met
energieke trekken, gitzwart haar en baard boog
zien naar haar over, en begroette haar hartelijk.
Alleen bij zijn slapen waren eenige grijze haren
te zien, die 'hem een ernstig voorkomen gaven.
Bij het zien van Jeannette had de vreugde als
een zonneglans zijn gezicht overtogen
„Dokter Anavanti", zei Jeannette jiarlelijk.
„Welkom te Rome," antwoordde hij met
sympathieke stem.
„Ik heb al een rijtuig besteld, ga maar mee."
„Ge denkt toch altijd aan alles", zei ze ge
roerd. Hoe wist ge, dat ik1 met dezen trein
zou meekomen?"
„Ik ben even bij Sabina aapgeloopeu. Ze ver
telde het mij toen; je trouwe, oude huishoud
ster verheugt zich reeds op je komst."
Ze stegen nu in het rijtuig, dat Dr. Ana
vanti besteld had. Jeannette keek onder het
rijden meermalen om. Alles leek haar zoo
vreemd. Ze zag de Via, Quatro Fontane af,
die af en opgaand naar de Piazza Barberini
veert. Het paliazzo Barberini scheen Jeannette
heden zoo grootsch en nieuw toe; de fontein
op de Piazza had nog nooit zoo machtig
ruisehend in haar boren geklonken. En toen
ze van het plein de drukke Via delf Angelo Cu»
lede doorreden, om vandaar de Barbuino in
te slaan, de straat waar de kunsthandelaars van
Rome wonen, en waar het huis en de winkel
van Jeannette gelegen waren, drukten haar dai
levendig beweeg in de straten, het dooreenge-
woel en geschreeuw in de Stralen, het ratelen
der rijtuigen.
„Alles komt me zoo vreemd voor, alsof ik
jaren ben weg geweest", zei ze.
Dr. Anavanti had haar stilzwijgend gade
geslagen, nu antwoordde hij: „Het is ook
oen eeuwigheid' geleden, sedert gij' weggégaan
zijt, en het werd hoog tijd, da't ge weer terug
kWaaml".
Ze bemerkte niet de leedsrheid, die in dén
klank va,n zijn slem lag, en luchthartig lachte
rij: „En toch was het maar een maand".
„En is het je goed bevallen?" vroeg hij be
zorgd.
„Je ziet er een weinig bleek1 uit. Da zeelucht
schijnt je niet erg opgeknapt te hebben."
Jeannette werd rood. „Vraag me niets, ik za\
je tater wel alles vertellen als we thuis zijn."
Hij keek haar weer aan, maar zei niets.
Jeannette zag weer de bekende winkels, toen
ze in de Via Babuino kwamen. Daar had je
liet atelier v. den fabrikant in kunstbrons Signor
Fabiani. Voor hel raam' stonden de sierlijk
gedreven lampen naar Pompeiaanschen stijl
nog op dezelfde plaats als voor een maand ge
leden. Eenige huizen verder bevond zich hel
huis van den beeldhouwer Perelli.
Perelii stond in de deur van zijn atelier, hij
droeg een zwart mutsje, en op zijn haar zag men
nog do stof van gips en marmer. Hij nam zijn
muts af en riep zijn vrouw toe, die in het
atelier zat, daar heb je Signora Jeannette weer."
De kleine vrouw kwam' naar de deur loo
pen en knikte.
„Wal een aardig paar Oreste", zei 2e tot haar
man". „Het is alsof ze voor elkaar gescha
pen zijn. Waarom zouden ze zoo lang waeh
ten?"
„Jo bent een kind, Piccina", zei hijteedeij
ze zullen zelf wel het beste weten, waarom' ze
wachten. Misschien wel om Signora Gharlottq
die nu weg is v
„Ik begrijp niet, hoe men zoo dom kon zijn",
meende de kleine vrouw. „Ze konden beiden
reeds lang gelukkig zijn".
„Dat komt omdat de Signorina met weet
hoe aardig het is een ouden, boozen man te
hebben", en met deze woorden gaf ze haar
maan een ondeugend tikje op zijn wanj.
Intusschen was Jeannette thuisgekomen, en
met gejubel «Hoor de oude Sabina ontvangen
gewerden. Deze was reeds huishoudster bij den
ouden heer la Fleur, toen Jeannetle nog klein,
en haar moeder gestorven was. Ze had de
beide meisjes zien opgroeien, en als een tweédé
moeder voor hen gezorgd. Doch van Jeannette
hield ze toch het meest, daar ze deze geheel al
leen had opgevoed, en Charlotte meer ondet
de leiding en de zorgen van de oudere zuster
graot geworden was. Dr. Avanti kende z®
eveneens van jong af, en was daarom1 vertrou
welijker tegen hem, dan men anders zou ver
wacht hebben.
Zie had voor deze gelegenheid een heerlü-
ken macronitaart klaar gemaakt, en na de
eerste begroeting zei ze: „U moet hier vandaag
blijven eten", wel wetende, dat z» In vol-"
ping mót haar meeste^i
komen qvi
handelde,