0..K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOL!.AND ;Mo. 134 Zaterdag 12 Juni 1920 13e Jaargang Verschijnt dagelijks Bureau: HOF 6S ALKMAAR. - Teiefoon: redIag tIe"q 3 1l 43a' Door Centraal Europa Een vooze socialistische Knol. Wat de Fers zegt BUITENLAND FEUILLETON. SLECHTS EEN DROOM BL Abonnementsprijs: Per kwartaalf 2,—franco per post f 2.50} Met Geïllustreerd Zondagsblad f 0.46 hooger. Advertentieprijs: Van 1—6 regels f 1.26elke regel meer f 0.25 5 Reclames per regel f 0.76; Rubriek „Vraag en aaa- bod" bij vooruitbetaling per plaatsing f 0.60. Aas» elle ebcnné's wordt op asnvrpeg gratis een polis verstrekt, weike hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van (600,—, (400,—, (200,-, (J00,—(60,—, (3S,— 31 BRIEVEN UIT WEENEN. WEG UIT WEENEN: GEEN SINECURE 1 VAN OOSTENRIJKSCHE EN DUIT5CHE ELLENDE. Zoo 1 En wanneer denkt u weer uit Weenen te vertrekken vroeg mij een collega-jour- nalist van de „Reichspost," met wien ik al spoe dig na mijn aankomst te Weenen bevriend was geworden. Zaterdag 1 Beslist Zaterdag I was het antwoord. Als ik Zaterdag niet vertrek, kan ik onmogelijk op behoorlijken tijd in Holland te rug zijn en het Duitsche reisplan afgewerkt heb ben Zaterdag Dan mag u wel vóórtmaken Dan mag u wel zien, dat u een spoorkaartje krijgt, als u tenminste met een fatsoenlijken D-trein wil reizen en niet overgeleverd wil zijn aan trei nen die „zoo maar eens" vertrekken en „zoo maar eens" aan komen Is daar zóó'n haast bij 't Is vandaag toch pas Donderdag 1 Een kaartje voor een dergelijken trein moet altijd twee dagen te voren worden aangevraagd. Ja! en dan kan 't nog gebeuren, dat u bij die aanvrage een groot aantal kostelijke uren in de rij moet staan, 'n halven, 'n heelen dag 1 Ja, heusoh I Ik raakte onder den indrukja, maar, U begrijpt toch wel, dat ik hier geen dag besteden kan, enkel en alleen om in de rij te staan, om voor Zaterdag misschien (I) een spoorkaartje te krij gen I Vervolgens 'n ietsje deemoedig „zou er geen mouw aan te passen zijn?" Misschien'1 klonk 't ernstig terüg. We zullen eens probeeren, hoe ver we 't hier kunnen brengen met.... protectie, maar 't zal 'n „long way" worden, düar moet u maar op voorbe reid zijn. Om den „long way" te bekorten namen wij een auto en tuften we naar het door den collega- journalist opgegeven adres„Staatsamt für die Presse," alwaar we, na slechts korten tijd geantichambreerd te hebben (we waren jour nalist 1) correct, doch afgemeten ontvangen wer den door Regierungsrath Dr. Kamel. We ver toonden onze papieren en maakten onze bedoe ling kenbaar dat we door zijne bemiddeling graag ten reisbiljet tot München zouden krijgen Regierungsrath keek bedenkelijkJa i ja I maar dat góat niet zoo gemakkelijk, ik zal zien, wat ik voor u doen kanl En hij schreef voor ons een verklaring, dat we dringend naar naar München moesten reizen. Gewapend met die verklaring tuften we naar net door Dr. Kamel opgegeven adres; „Staats amt für's Verkehrswesen," alwaar Regierungs rath Dr. Sohlag ons ontving, de verklaring las, en voor ons na eenig geparlevink een nieuwe verklaring schreef, waarmede we ons moesten vervoegen bij een zekeren Dr. Sonnenfeld in Departement 16, Verkehrsamt, (we zijn heusch vergeten, wat voor 'n gewichtige post die man bekleedde 1die ons nadat er alweer de noodige bezwaren waren geopperd een biljet je overhandigde, waarop wij des middags tot vijf uur een kaartje zouden kunnen bestellen aan het officieele „Verkehrsbüro." We deden 's middags te aangeduide plaat se onze bestelling en vernamen, dat we den vol genden dag prompt om drie uur maar terug moes ten komen, om het reisbiljet in ontvangst te ne men. Aan welke vermaning wij ons wijselijk maar leel stipt gehouden hebben, met het gelukkige jevolg, dat we voor den volgenden dag een spoor kaartje tot München bemachtigden. Zóó koopt men in Weenen „even" een spoor kaartje naar München. Dank zij nog een heeleboel protectie Arme menschen, die 't zónder protectie moe ten doen I We hadden nu een spoorkaartje, en "we kónden naar München reizen. Jawel 1 Ais we maar een omweggetjs wilden maken over Neurenberg of Regensburg en maar des avonds te 11 uur of des nachts te 2 uur in Mün chen arriveeren wilden, ondanks het feit, dat we om 8 uur 's morgens uit Weenen vertrokken I We bedankten er voor, in liet huidige Duitsch- land zóó laat in een ons wildvreemde stad te arriveeren (alle hotels zouden natuurlijk bezet zijn en de nachtelijke veiligheid iaat in Duitsch- jand nogal wat te wenschen overen besloten jOt Regensburg te reizen, daar te overnachten en 's anderen daags zoo vroeg mogelijk naar München dóór eigenlijk terugte stoomen. 't Was juist 1 Mei, toen we uit Weenen vertrok ken, -en 't zij ronduit gezegd we voelden ons opgelucht bij de gedachte, dat we op dien „feestdag" niet in Weenen zouden behoeven te verblijven Die feestdag toch was een dag van algemeene stakingèlles zou dien dag in Weenen stilliggen alle handel, alle verkeer, alle werk.... Alleen de buitenlandscke treinen, alsook enkele goederentreinen tot den allernoodzakelijksten levensmiddelen-aanvoer, zouden er rijden, en aan het feit, dat onze trein een buitenlandsche trein was, hadden wij het te danken, dat wij te ruim aoht uur op den bewusten Zaterdagmorgen van het Weensche station, de West-Bahnhof, vertrekken konden, de prachtige Oostenrijksohe landstreek dóór van Weenen langs St.-Pelten en Linz naar Passau, het Duitsche grensstation. Het was een heerlijke lentemorgen, en de tocht langs den Donau was hier één voortdurende ge nieting van natuurschoon. Onderweg werden wij herhaaldelijk aan het „feest" van den dag herinnerdRood-getooide optochten bewogen zich onder het gezang van socialistische liederen langs de spoorbaan, langs den Donau, en waar ons hier en daar spora disch een trein passeerde, daar merkten wij op, dat de locomotieven Oostenrijk is toch wèl een socialistische staat 1 versierd waren met roode guirlandes en groene kransen. Dat zou in Holland niet gebeuren, hè? merkte een Weensche reisgezel op, die op weg was naar Amsterdam. Vast niet 1 antwoordden wede Hol landers zijn er veel te verstandig voor, dan dat ze het socialisme zóó ver in praktijk zouden wil len laten brengen, dat de Staatsspoorwegen de locomotieven op socialistische feestdagen rood versieren Het medereizend heertje was het niét met ons éénshij had ondanks zijn Weenerschap van het socialisme nóg niet genoeg 1 't Was een erg hard-leersc'n jongmensch waar schijnlijk. Na zonder veel hindernis de Oostenrijksohe en Duitsche douanen gepasseerd te zijn, arri veerden wij in den namiddag te Regensburg architectonisch-schoone Zuid-Duitsche stad met heerlijke kathedraal, alwaar wij den avond niet nuttiger wisten te besteden dan door een uit voering ja den Stadsschouwburg te gaan bijwonen. Teekenend vonden wfj' T af aanstonds voor Duitsche toestanden, dat de groote sctiouwburg- zaal tot op zes verdiepingen stampvol zat en dat wij nog slechts een plaatsje konden bekomen in de duurste loge (10 mark), vlak naast de loge van den vroegeren Beierschen koning. We „troffen" het, dat de dialogen in het spel in plat-Beiersch dialect gezegd en gezongen wer den, we zijn daardoor volkomen genezen van den waan, als zouden wij een aardig mondje Duitsch verstaan.... We verstonden er tenminste geen syllabe van 1 Men heeft ons later getroost met de opmerking, dat ook een Berlijner dat taaltje niet verstaat Dank zij véél voorspoed (1) bevonden wij ons den volgenden dag vroeg in den middag in Mün chen, weiKe stad wij ons gekozen hadden als oriëntatie-tafel voor het Zuid-Duitschland van na den oorlog, van waaraf wij spoedig opgemerkt hebben, dat de ellende van Duitsohland niet veel minder is dan die in Oostenrijk. Wanneer wij beweren, dat de Socialisten, de leiders vooral, bij de propaganda hunner verderfelijke beginselen, de atbeiders knollen voor citroenen irachien te verkoopen, m. a. w. leugens op de mouw trachten te spelden, dan zal wel geen verstandig, waarheidlievend mensch dat tegenspieken. Een knol, beduimeid en vies geworden door het veelvuldig gebruik, maar die de Socialis tische kopstukken zorgvuldig in hun zak nawaren, om hem op meetings en vergade ringen er uit te halen, en aan de ..bewusten" en „zelfsiandigen", mitsgaders aan de geloo- vige arbeiders als een reuzencitroen aan te snieren, is het bekende: wii Socialisten zijn niet tegen den godsdienst; wij denken er niet aan het geloof aan te randen. Ook de groote mogol der S. D. A. P. de heer Troeistra loopt rond met zoo'n knol in zijn zak. In zijn rede van Dinsdag j.l. in de Tweede Kamer, -diepte hij het vooze ding op, en trachtte er reclame mee te maken, zooals Ja cob Hollander op de Maandagmarkt te Haarlem met een in de vuilnisbak thuis be- roorende ontstoken kies. Mijne heeren, riep hij uit, nooit-of te nim mer heeft het Socialisme het geloof willen aanranden. En toen de katholieke afgevaardigde, de heer Wintennans. terecht tegen die leugens protesteerde, schreeuwde de man van No vember 1918 hém toe: „Noem de feiten." We kunnen en zullen aan dit verzoek van den sociahsiischen leider voldoen. lo. „Wij huldigen op godsdienstig gebied datgene wat men Atheïsme noemt." Aldus Bebel in de zitting van eten Duitschen Rijksdag op 31 December 1881. De invloedrijke socialist zeid<_ niet; Ik Be- bel, maar wij, d. w. z. wij socialistenen Atheïsme beieekent: loochening van het he sman van God. 2o. Dezelfde Bebel schreef in zijn werk: Ciinsterctum und Socialistnus, de volgende korte, maar boekdeelen sprekende zinnetjes: „Het Chrfsiendom is de vijand van vrijheid en beschaving. Een echt socialist is tegen allen godsdienst. Chrt&efejom en socialisme staan tegenover elkander als vuur en water.'' 3o. Artseele, een aer socialistische kopstuk ken in België, zeide op 1 December 1884 in de Belgische Kamer: Wanneer men 011s Socialisten viaagt, wat onze godsdienstige denkbeelden zijn, dan antwoorden wij met Liebknechi: Wij zijn godloochenaars. 4o ln het nummer van 14 Juii 1891 van het socialistisch orgaan „Vooruit" te Gent, staat te lezen: „Wij socialisten zijn materia listen, (d. w. z. wij gelooven aan geen deugd, geen ondeugd, geen hemel en geen hel) en ook aan geen God. De Katholieke priesters helpen de dieven om te bedriegen en om de aimen te bes.eien. De .kerken, de kloosters, de kapellen moesten verwoest en in 't stof vergruizeld worden." j We zouden zoo kunnen voortgaan met uit de geschriften en redevoeringen van socia listische voormannen JKnen op te diepen, ter karkteriseernig van ten aan argelooz-e ka tholieken als lokaas toegeworpen knol: wij socialisten zijn ni-et tegen den godsdienst. Voorioopig meenen wij mei hec aangehaal de te kunn-en volstaan. In „De Nieuwe Gicis" van Februari 1903 schreef de socialist Dr. Pannekoek: „Een katholiek, die ernstig voor het socialisme roageert, zal eenmaal voor de keuze ge steld worden, tusschen het Socialisme en de Kerk." Zoo is het. En daaruit blijkt zonneklaar de waarheid van Bebel's bekentenis, dat Chistendom en Socialisme tegenover elkander staan als vuur en water. Maar ook niet minder het hooge en ver lichte inzicht aer kerKelijke overheid in het wezen van het Socialisme, wanneer zij aan hare kin-deien. die in hun kortzichtigheid, te gelijkertijd èn goed Katholiek èn socialist wil len zijn, de genademiddelen van onze Moe der de H. Kerk weigert. DE WARE REDEN. „De ware reden schrijft het orgaan van den- Economischen Bond. „De Loods" waarom thans van socialistische en com- muuisiische zijde zoo verwoed geprotesteerd wordt, is dat de leiders gevaar loopen. mel de strafwet in onzachte aanraking te komen, als zij de massa die niet revoluL-ionnair is, willen opzweepen tot revolutdonnaire daden, als zij van hun invloed misbruik willen ma ken om revolutie uit te lokken." „Wij raken hier de vraag van de ver houding tusschen de persoonlijkheid en de coLeciiviteitde vraag of er nog zoo ieis is als opruiing, als suggestie, als demago gie dan wel of inderdaad de massa spon taan haar denkbeelden vormt en de leiders slechts uiting geven aan wat in de massa leet, zonder op het gevoels- en gedachten- leven der collectiviteit eenigen invloed te hebben. Naar onze besliste meening is de laatste opvatting psychologisch onhoudbaar en wordt zij dagelijks door de feiten weer legd. Het wetsontwerp nu licht zich een voudig tegen het maken van revolutie door de leiders, doch legt overigens aan de ar beidersbeweging geen stroobreed in den weg. „Aansporingen tot politieke werkstaking op den dag van behandeling van dit ont werp," zeide Mr. Troe.stra ongeveer op een te Amsterdam gehouden protestmeeting, „mceten niet van een politieleen spreker uit gaan: als de arbeiders daartoe door de leiders moeten worden overgehaaldis er iets niet in orde.' Precies; daarin ligt de erkenning, dat de leiders de macht heb ben de arbeiders ergens toe over te halen. Anders immers had deze uitlating geen zin." Maar moet de heer Troelstra dan niet er kennen. dat er nog veel minder in 01 de is, wanneer de arbeiders door de leiders worden overgehaald tot omverwerping van de wet tige orde van zaken? Welnu, dan is daar mede feitelijk ook zijnerzijds de aanneming van dit wetsontwerp volkomen gerechtvaar digd. DE OPHEFFING DER VRIJMETSE- SELAAKiLOGE. Het Groot .Oosten der JNederianischc vnjuiei.se.ai ij bevestigt, dat de opheffing der vrijmetse-arij-loges fn Hongarije „he iaas" een .uitgemaakte zaak is. Verder zegt bet, dat de arbeid der loges steeds van phiiautropLch.cn aard was, en dat, daar de leden der orde voornamelijk te vinden waren onder de vooraanstaan de mannean yan maatschappelijke betee- kenis, de ideeën van vooruitgang fn de loges een vruchtbaren bodem hadden ge vonden. ideeën van vooruitgang en arbeid yan pbi.au.ropiscben aard, het overbekende etiket, dat op de loge pleegt geplakt te worden. „Natuurlijk heeft niet daarom de plon- gaaarsehe regeering de loges opgeheven," schrijft het „Huisgezin." Ilaar ideeën pn actie zullen wel van minder onschuidigen aard zijn geweest. indien de vrijmetselarij den vooruit gang wil bevorderen en zich aan wer ken van menschenliefde wijdt, waarom huh zij zich dan in de duisternis en arbeidt zij in het verholene? indien zij niets te verbergen heeft en haar actie het daglicht mag zien, waarom schuilt zij dan weg in het ver- verborgene en omgeeft zij zich met ge heimzinnigheid? Van de Hongaarsche regeering is het een kloeke daad geweest, de vrijmetse laarsloges te verbieden. Natuurlijk is hiermee aan de moge lijkheid van geheime samenkomsten en samenspanning niet de pas afgesneden, maar het feit blijft zijn beteekenis en waarde behouden, dat althans één re geering in Europa dsn moed heeft ge had openlijk te zeggen, dat zij het of- ficieeie bestaan van in het duister wer kende vereenigingen niet gedoogt. Voorzichtigen zijn geneigd te vragen: is het wel verstandig zoo openlijk en zoo vierkantweg tegen de vrijmetseLarij op te treden, en moet men niet voor weerwraak-maatregelen beducht zijn? Als vaststaat en liet staat toch wel vast dat de vrijmetselarij de verklaarde vijand is van den christe- lijken godsdienst en van oudsher denk aan haar optreden in de „vrij making" van Italië de propagandist der revolutie js geweest, dau moge men de gedachten, die haar inspireeren, niet kunnen uitroeien, maai' dan mag men verlangen dat zij openlij k voor het voet licht trede en niet uit duistere kroch ten den godsdienst en de gevestigd© staatsorde belage. Ook de hoop op goedertierenheid behoeft geen richtsnoer te zijn Lij onze houding tegenover de vrijmetselarij: heeft zij, of hebben haar ideeën de macht veroverd, dan hebben wij op geen genade te hopen. In onze dagen van grooten en gewel digen strijd den stiijd van 't Chris tendom tegen allen, die de geestelijke, sociale en politieke revolutie voorstaan moeten wij de tegenstanders tot een strijd met open vizier dwingen en voor al niet meenen, dat een tegenstander, die zich schuil houdt, het liefst en (h(et veiligst met rust gelaten wordt." Daarom verdient de houding der Hon gaarsche regeering, toch reeds van alle zijden besprongen, onze warme sympathie en mag ze anderen als voorbeeld worden voorgehouden. De politieke toestand in Uuitscnland, De Kabinetsformatie. De „Freiheit", het orgaan der onafhan kelijke socialisten, deelt omtrent het standpunt dezer partij inzake het deelne men aan een coalitie-regeering mede: „Zoolang de acht eischen, gestela na den Kapp-Putseh aan de regeer ingspartijen, niet worden vervuld, zouden de onafhan- kelijken niet kunnen besluiten tot d© coa litie toe te treden." De „Vorwarts" het orgaan der meer- ciei'heidssocialisten bespreekt de vraag of de voorwaarden, door de onafhankelij- ken gesteld, de kabinetsformatie zullen vergemakkelijken. Het standpunt, dat de onafkan'-elijken thans innemen, is veel verstandiger dan het oorspronkelijke, want hierdoor kan de verantwoordelijk heid voor het mislukken van een coali tie met de linkerpartijen in de schoenen gesehoven worden van de burgerlijke mid denpartijen. De sociaal-democratische fractie zal de voorwaarden der onafhaa- kelijken aannemen. Beide socialistische partijen zouden dan deze voorwaarden als een gemeenschappelijk program stel len aan de burgerlijke middenpartijen, die, indien zij weigeren dit program te aan vaarden, een negeering moeten vormen zonder sociaal-democraten. Van de acht eischen, onmiddellijk na den Kapp-Putseh door de onafhankelijken, in combinatie met de vakvereenigiugen gesteld, zijn er enkele reeds ten uitvoer gebracht, o.a. het aftreden van de minis ters Noske en Heine. De voornaams to po litieke eischen, die nu opnieuw worden in gediend door de onafhankelijken, met kans van steun door de meerderheidsso cialisten, volgens de „Vorwarts", luiden: verplichting van alle partijen om bij de reorganisatie van de regeermg zich te verstaan met de vakvereenigingen. demo cratiseering' van de bestuurslichamen; ontbinding van alle tegenrevolulionaire troepen: oprichting van een veiligheids- weer uit arbeiders; socialiseeriug van de mijnen en electrieiteitswerken; overne ming vau de kolen- en kalimonopolies door het rijk. Worden deze eischen ingewilligd door het centrum en de burgrlijke democraten dan zijn de onafhankelijke socialisten, volgens de „Freiheit", die het weten kan en möèt, geneigd zich bij de bestaande coalitie aan te sluiten, te zorgen dus voor een groote meerderheid. Tegen alle vroe ger nog enkele dagen geleden af gelegde pertinente verklaringen in! De burgerlijke demoeraten zuilen tegen deze eischen wel niet veel bezwaar ma ken. Van het centrum echter, dut 1 like ning moet houden met de rechtsehe stroo ming in de partij, mag men verwachten, dat het eerst pogingen zal doen een an dere oplossing te vinden, voor het tot deze democratische concessies besluit. Het belangrijke in het bericht zit na- ji&ar het Italia ainsch door IVO, 21. Daar hoorde ze het tuinhek Hfaaien en vaste schreden over het grind komen. Ze zag Dr. Anavanti komen, die weldra voor haar stond. Hij keek iiaar niet zulke stra lende oogen aan, dat ze licht kleurde, en vre-Lgdev?! zei hij tot haar: „Ik verheug me, 'ést jé na snel in beterschap toe neemt c<tk kèb hier een vreugdevolle tijding vcoi meegebrjchl." Hij haalde een brief uit zijn portefeuille en reik ie haar dien over. Het was een kiein rose briefje en droeg op de achter zijde de sierlijke initialen V. D. „Ach, van Virgenie!" zei Jeannette ver heugd. Dr. Anavanti ging zitten in den steel, waarin zooeven Sabina gezeten had. Jeannette opende den brief en las: Capri, 8 Mei 19 Lieve jeannette. Ik heb zoo naar Je verlangd, en ik zou gaarne gekomen zijn, maar ik kon niet. Ik verheug mij ten zeerste dat ge weer gezond zijt. Ock ik heb je zeer heugelijk nieuws mee te deelen. Wij zijn wederom op Capri en raad eens, wien \ve hier ontmoet heb ben den Deen. Dezelfde, die toen het eerst met mij sprak, toen gij Mijnheer reiix... Hier hield Jeannette op, en een lichte bios kleurde haar wangen. De beide laat ste woorden waren doorgestreept. Het goede kind wilde de wond niet wederom openrijten, maar Jeannette ontcijferde voor zichzelf de letters toen. Dan ging ze voort: „waar gij nog zoo om mij gelachen hebt. Hij is thans heelemaal anders en kan een weinig Fransch spreken. Hij heeft me ge- viaagd of ik Kopenhagen een mooie stad vend en daar gaarne zou willen wonen, en neg veel andere dingen meer en hij heeft me gevraagd. Kopenhagen moet een zeer mooie stad zijn, ik zou er gaarne willen wonen. Enfin, in één woord, ik heb hemmijn hart geschonken. Ach Kemel, lieve vriendin, liefde is zoo heel anders dan in de romans beschreven wordt, ze is veel schooner. Groet Sabina van mij en wees hartelijk omhelsd van je innigliefhebbende en gelukkige Virgenie. P.S. Ook de hartelijke groeten van papa en mama. „Wat een aardig hartelijk meisje!" zei Jeannette. „Ja, antwoordde Dr. Anavanti, terwijl hij haar hand greep. Hij zag haar teeder in de oogen en zei: „jeannette,, kunnen wij van haar nog niet leeren? Zoudt ge wihen beproeven met mij gelukkig te zijn?" Ze begreep, wat hij meende; ze had daaraan jui al de eenzame uren van den matsten tijd gedacht, en ingezien, hoe blind zij destijds geweest was. En haar hand rustte nog steeds in de zijne, terwijl ze zei: „Ik ben het niet meer waard; Ik kan je geen heel hart meer aanbieden; gij zijt te goed voor mij „O, dat was slechts een droom van je, toen cp Capri, Nu beginnen we het echte, ware teven." En haar innig omhelzende, drukte hij haar aan zijn hart en zij liet het gewillig toe. Juist kwam Sabina om den Hoek; ijlings trad ze terug, terwijl ze tevreden knikte, en een glimlach verhelderde haar oud rim pelig gezicht! zacht zei ze: „Nu kunt ge rustig het oude Boofd neerieggen, Sabina, je lieveling is bezorgd Mijnheer la Fieur, u kunt tevreden zijn; Sabina heeft haar plicht gedaan." En heimelijk veegde ze de tranen weg, die langs haar gerimpelde wangen liepen. EINDE

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 1