0..K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOL!.AND
;Mo. 134
Zaterdag 12 Juni 1920
13e Jaargang
Verschijnt dagelijks
Bureau: HOF 6S ALKMAAR. - Teiefoon: redIag tIe"q 3 1l 43a'
Door Centraal Europa
Een
vooze socialistische
Knol.
Wat de Fers zegt
BUITENLAND
FEUILLETON.
SLECHTS EEN DROOM
BL
Abonnementsprijs:
Per kwartaalf 2,—franco per post f 2.50}
Met Geïllustreerd Zondagsblad f 0.46 hooger.
Advertentieprijs:
Van 1—6 regels f 1.26elke regel meer f 0.25 5
Reclames per regel f 0.76; Rubriek „Vraag en aaa-
bod" bij vooruitbetaling per plaatsing f 0.60.
Aas» elle ebcnné's wordt op asnvrpeg gratis een polis verstrekt, weike hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van (600,—, (400,—, (200,-, (J00,—(60,—, (3S,— 31
BRIEVEN UIT WEENEN.
WEG UIT WEENEN: GEEN SINECURE 1
VAN OOSTENRIJKSCHE EN DUIT5CHE
ELLENDE.
Zoo 1 En wanneer denkt u weer uit Weenen
te vertrekken vroeg mij een collega-jour-
nalist van de „Reichspost," met wien ik al spoe
dig na mijn aankomst te Weenen bevriend was
geworden.
Zaterdag 1 Beslist Zaterdag I was het
antwoord. Als ik Zaterdag niet vertrek, kan
ik onmogelijk op behoorlijken tijd in Holland te
rug zijn en het Duitsche reisplan afgewerkt heb
ben
Zaterdag Dan mag u wel vóórtmaken
Dan mag u wel zien, dat u een spoorkaartje krijgt,
als u tenminste met een fatsoenlijken D-trein
wil reizen en niet overgeleverd wil zijn aan trei
nen die „zoo maar eens" vertrekken en „zoo maar
eens" aan komen
Is daar zóó'n haast bij 't Is vandaag
toch pas Donderdag 1
Een kaartje voor een dergelijken trein moet
altijd twee dagen te voren worden aangevraagd.
Ja! en dan kan 't nog gebeuren, dat u bij
die aanvrage een groot aantal kostelijke uren
in de rij moet staan, 'n halven, 'n heelen dag 1
Ja, heusoh I
Ik raakte onder den indrukja, maar,
U begrijpt toch wel, dat ik hier geen dag besteden
kan, enkel en alleen om in de rij te staan, om voor
Zaterdag misschien (I) een spoorkaartje te krij
gen I
Vervolgens 'n ietsje deemoedig „zou
er geen mouw aan te passen zijn?"
Misschien'1 klonk 't ernstig terüg. We
zullen eens probeeren, hoe ver we 't hier kunnen
brengen met.... protectie, maar 't zal 'n „long
way" worden, düar moet u maar op voorbe
reid zijn.
Om den „long way" te bekorten namen wij
een auto en tuften we naar het door den collega-
journalist opgegeven adres„Staatsamt für
die Presse," alwaar we, na slechts korten tijd
geantichambreerd te hebben (we waren jour
nalist 1) correct, doch afgemeten ontvangen wer
den door Regierungsrath Dr. Kamel. We ver
toonden onze papieren en maakten onze bedoe
ling kenbaar dat we door zijne bemiddeling graag
ten reisbiljet tot München zouden krijgen
Regierungsrath keek bedenkelijkJa i
ja I maar dat góat niet zoo gemakkelijk, ik
zal zien, wat ik voor u doen kanl En hij schreef
voor ons een verklaring, dat we dringend naar
naar München moesten reizen.
Gewapend met die verklaring tuften we naar
net door Dr. Kamel opgegeven adres; „Staats
amt für's Verkehrswesen," alwaar Regierungs
rath Dr. Sohlag ons ontving, de verklaring las,
en voor ons na eenig geparlevink een nieuwe
verklaring schreef, waarmede we ons moesten
vervoegen bij een zekeren Dr. Sonnenfeld in
Departement 16, Verkehrsamt, (we zijn heusch
vergeten, wat voor 'n gewichtige post die man
bekleedde 1die ons nadat er alweer de
noodige bezwaren waren geopperd een biljet
je overhandigde, waarop wij des middags tot vijf
uur een kaartje zouden kunnen bestellen aan het
officieele „Verkehrsbüro."
We deden 's middags te aangeduide plaat
se onze bestelling en vernamen, dat we den vol
genden dag prompt om drie uur maar terug moes
ten komen, om het reisbiljet in ontvangst te ne
men.
Aan welke vermaning wij ons wijselijk maar
leel stipt gehouden hebben, met het gelukkige
jevolg, dat we voor den volgenden dag een spoor
kaartje tot München bemachtigden.
Zóó koopt men in Weenen „even" een spoor
kaartje naar München.
Dank zij nog een heeleboel protectie
Arme menschen, die 't zónder protectie moe
ten doen I
We hadden nu een spoorkaartje, en "we
kónden naar München reizen.
Jawel 1
Ais we maar een omweggetjs wilden maken
over Neurenberg of Regensburg en maar des
avonds te 11 uur of des nachts te 2 uur in Mün
chen arriveeren wilden, ondanks het feit, dat
we om 8 uur 's morgens uit Weenen vertrokken I
We bedankten er voor, in liet huidige Duitsch-
land zóó laat in een ons wildvreemde stad te
arriveeren (alle hotels zouden natuurlijk bezet
zijn en de nachtelijke veiligheid iaat in Duitsch-
jand nogal wat te wenschen overen besloten
jOt Regensburg te reizen, daar te overnachten
en 's anderen daags zoo vroeg mogelijk naar
München dóór eigenlijk terugte stoomen.
't Was juist 1 Mei, toen we uit Weenen vertrok
ken, -en 't zij ronduit gezegd we voelden
ons opgelucht bij de gedachte, dat we op dien
„feestdag" niet in Weenen zouden behoeven te
verblijven
Die feestdag toch was een dag van algemeene
stakingèlles zou dien dag in Weenen stilliggen
alle handel, alle verkeer, alle werk....
Alleen de buitenlandscke treinen, alsook enkele
goederentreinen tot den allernoodzakelijksten
levensmiddelen-aanvoer, zouden er rijden, en
aan het feit, dat onze trein een buitenlandsche
trein was, hadden wij het te danken, dat wij te
ruim aoht uur op den bewusten Zaterdagmorgen
van het Weensche station, de West-Bahnhof,
vertrekken konden, de prachtige Oostenrijksohe
landstreek dóór van Weenen langs St.-Pelten
en Linz naar Passau, het Duitsche grensstation.
Het was een heerlijke lentemorgen, en de tocht
langs den Donau was hier één voortdurende ge
nieting van natuurschoon.
Onderweg werden wij herhaaldelijk aan het
„feest" van den dag herinnerdRood-getooide
optochten bewogen zich onder het gezang van
socialistische liederen langs de spoorbaan, langs
den Donau, en waar ons hier en daar spora
disch een trein passeerde, daar merkten wij op,
dat de locomotieven Oostenrijk is toch wèl
een socialistische staat 1 versierd waren met
roode guirlandes en groene kransen.
Dat zou in Holland niet gebeuren, hè?
merkte een Weensche reisgezel op, die op weg
was naar Amsterdam.
Vast niet 1 antwoordden wede Hol
landers zijn er veel te verstandig voor, dan dat
ze het socialisme zóó ver in praktijk zouden wil
len laten brengen, dat de Staatsspoorwegen de
locomotieven op socialistische feestdagen rood
versieren
Het medereizend heertje was het niét met ons
éénshij had ondanks zijn Weenerschap
van het socialisme nóg niet genoeg 1
't Was een erg hard-leersc'n jongmensch waar
schijnlijk.
Na zonder veel hindernis de Oostenrijksohe
en Duitsche douanen gepasseerd te zijn, arri
veerden wij in den namiddag te Regensburg
architectonisch-schoone Zuid-Duitsche stad met
heerlijke kathedraal, alwaar wij den avond niet
nuttiger wisten te besteden dan door een uit
voering ja den Stadsschouwburg te gaan bijwonen.
Teekenend vonden wfj' T af aanstonds voor
Duitsche toestanden, dat de groote sctiouwburg-
zaal tot op zes verdiepingen stampvol zat en dat
wij nog slechts een plaatsje konden bekomen
in de duurste loge (10 mark), vlak naast de loge
van den vroegeren Beierschen koning.
We „troffen" het, dat de dialogen in het spel
in plat-Beiersch dialect gezegd en gezongen wer
den, we zijn daardoor volkomen genezen van
den waan, als zouden wij een aardig mondje
Duitsch verstaan....
We verstonden er tenminste geen syllabe van 1
Men heeft ons later getroost met de opmerking,
dat ook een Berlijner dat taaltje niet verstaat
Dank zij véél voorspoed (1) bevonden wij ons
den volgenden dag vroeg in den middag in Mün
chen, weiKe stad wij ons gekozen hadden als
oriëntatie-tafel voor het Zuid-Duitschland van
na den oorlog, van waaraf wij spoedig opgemerkt
hebben, dat de ellende van Duitsohland niet
veel minder is dan die in Oostenrijk.
Wanneer wij beweren, dat de Socialisten,
de leiders vooral, bij de propaganda hunner
verderfelijke beginselen, de atbeiders knollen
voor citroenen irachien te verkoopen, m. a. w.
leugens op de mouw trachten te spelden, dan
zal wel geen verstandig, waarheidlievend
mensch dat tegenspieken.
Een knol, beduimeid en vies geworden door
het veelvuldig gebruik, maar die de Socialis
tische kopstukken zorgvuldig in hun zak
nawaren, om hem op meetings en vergade
ringen er uit te halen, en aan de ..bewusten"
en „zelfsiandigen", mitsgaders aan de geloo-
vige arbeiders als een reuzencitroen aan te
snieren, is het bekende: wii Socialisten zijn
niet tegen den godsdienst; wij denken er niet
aan het geloof aan te randen.
Ook de groote mogol der S. D. A. P. de
heer Troeistra loopt rond met zoo'n knol in
zijn zak.
In zijn rede van Dinsdag j.l. in de Tweede
Kamer, -diepte hij het vooze ding op, en
trachtte er reclame mee te maken, zooals Ja
cob Hollander op de Maandagmarkt te
Haarlem met een in de vuilnisbak thuis be-
roorende ontstoken kies.
Mijne heeren, riep hij uit, nooit-of te nim
mer heeft het Socialisme het geloof willen
aanranden.
En toen de katholieke afgevaardigde, de
heer Wintennans. terecht tegen die leugens
protesteerde, schreeuwde de man van No
vember 1918 hém toe: „Noem de feiten."
We kunnen en zullen aan dit verzoek van
den sociahsiischen leider voldoen.
lo. „Wij huldigen op godsdienstig gebied
datgene wat men Atheïsme noemt." Aldus
Bebel in de zitting van eten Duitschen
Rijksdag op 31 December 1881.
De invloedrijke socialist zeid<_ niet; Ik Be-
bel, maar wij, d. w. z. wij socialistenen
Atheïsme beieekent: loochening van het he
sman van God.
2o. Dezelfde Bebel schreef in zijn werk:
Ciinsterctum und Socialistnus, de volgende
korte, maar boekdeelen sprekende zinnetjes:
„Het Chrfsiendom is de vijand van vrijheid
en beschaving. Een echt socialist is tegen
allen godsdienst. Chrt&efejom en socialisme
staan tegenover elkander als vuur en water.''
3o. Artseele, een aer socialistische kopstuk
ken in België, zeide op 1 December 1884
in de Belgische Kamer: Wanneer men 011s
Socialisten viaagt, wat onze godsdienstige
denkbeelden zijn, dan antwoorden wij met
Liebknechi: Wij zijn godloochenaars.
4o ln het nummer van 14 Juii 1891 van
het socialistisch orgaan „Vooruit" te Gent,
staat te lezen: „Wij socialisten zijn materia
listen, (d. w. z. wij gelooven aan geen deugd,
geen ondeugd, geen hemel en geen hel) en
ook aan geen God. De Katholieke priesters
helpen de dieven om te bedriegen en om de
aimen te bes.eien. De .kerken, de kloosters,
de kapellen moesten verwoest en in 't stof
vergruizeld worden." j
We zouden zoo kunnen voortgaan met uit
de geschriften en redevoeringen van socia
listische voormannen JKnen op te diepen,
ter karkteriseernig van ten aan argelooz-e ka
tholieken als lokaas toegeworpen knol: wij
socialisten zijn ni-et tegen den godsdienst.
Voorioopig meenen wij mei hec aangehaal
de te kunn-en volstaan.
In „De Nieuwe Gicis" van Februari 1903
schreef de socialist Dr. Pannekoek: „Een
katholiek, die ernstig voor het socialisme
roageert, zal eenmaal voor de keuze ge
steld worden, tusschen het Socialisme en de
Kerk."
Zoo is het.
En daaruit blijkt zonneklaar de waarheid
van Bebel's bekentenis, dat Chistendom en
Socialisme tegenover elkander staan als vuur
en water.
Maar ook niet minder het hooge en ver
lichte inzicht aer kerKelijke overheid in het
wezen van het Socialisme, wanneer zij aan
hare kin-deien. die in hun kortzichtigheid, te
gelijkertijd èn goed Katholiek èn socialist wil
len zijn, de genademiddelen van onze Moe
der de H. Kerk weigert.
DE WARE REDEN.
„De ware reden schrijft het orgaan
van den- Economischen Bond. „De Loods"
waarom thans van socialistische en com-
muuisiische zijde zoo verwoed geprotesteerd
wordt, is dat de leiders gevaar loopen. mel
de strafwet in onzachte aanraking te komen,
als zij de massa die niet revoluL-ionnair is,
willen opzweepen tot revolutdonnaire daden,
als zij van hun invloed misbruik willen ma
ken om revolutie uit te lokken."
„Wij raken hier de vraag van de ver
houding tusschen de persoonlijkheid en de
coLeciiviteitde vraag of er nog zoo ieis
is als opruiing, als suggestie, als demago
gie dan wel of inderdaad de massa spon
taan haar denkbeelden vormt en de leiders
slechts uiting geven aan wat in de massa
leet, zonder op het gevoels- en gedachten-
leven der collectiviteit eenigen invloed te
hebben. Naar onze besliste meening is de
laatste opvatting psychologisch onhoudbaar
en wordt zij dagelijks door de feiten weer
legd. Het wetsontwerp nu licht zich een
voudig tegen het maken van revolutie door
de leiders, doch legt overigens aan de ar
beidersbeweging geen stroobreed in den
weg.
„Aansporingen tot politieke werkstaking
op den dag van behandeling van dit ont
werp," zeide Mr. Troe.stra ongeveer op een
te Amsterdam gehouden protestmeeting,
„mceten niet van een politieleen spreker uit
gaan: als de arbeiders daartoe door de
leiders moeten worden overgehaaldis er
iets niet in orde.' Precies; daarin ligt de
erkenning, dat de leiders de macht heb
ben de arbeiders ergens toe over te halen.
Anders immers had deze uitlating geen
zin."
Maar moet de heer Troelstra dan niet er
kennen. dat er nog veel minder in 01 de is,
wanneer de arbeiders door de leiders worden
overgehaald tot omverwerping van de wet
tige orde van zaken? Welnu, dan is daar
mede feitelijk ook zijnerzijds de aanneming
van dit wetsontwerp volkomen gerechtvaar
digd.
DE OPHEFFING DER VRIJMETSE-
SELAAKiLOGE.
Het Groot .Oosten der JNederianischc
vnjuiei.se.ai ij bevestigt, dat de opheffing
der vrijmetse-arij-loges fn Hongarije „he
iaas" een .uitgemaakte zaak is.
Verder zegt bet, dat de arbeid der loges
steeds van phiiautropLch.cn aard was, en
dat, daar de leden der orde voornamelijk
te vinden waren onder de vooraanstaan
de mannean yan maatschappelijke betee-
kenis, de ideeën van vooruitgang fn de
loges een vruchtbaren bodem hadden ge
vonden.
ideeën van vooruitgang en arbeid yan
pbi.au.ropiscben aard, het overbekende
etiket, dat op de loge pleegt geplakt te
worden.
„Natuurlijk heeft niet daarom de plon-
gaaarsehe regeering de loges opgeheven,"
schrijft het „Huisgezin."
Ilaar ideeën pn actie zullen wel van
minder onschuidigen aard zijn geweest.
indien de vrijmetselarij den vooruit
gang wil bevorderen en zich aan wer
ken van menschenliefde wijdt, waarom
huh zij zich dan in de duisternis en
arbeidt zij in het verholene?
indien zij niets te verbergen heeft
en haar actie het daglicht mag zien,
waarom schuilt zij dan weg in het ver-
verborgene en omgeeft zij zich met ge
heimzinnigheid?
Van de Hongaarsche regeering is het
een kloeke daad geweest, de vrijmetse
laarsloges te verbieden.
Natuurlijk is hiermee aan de moge
lijkheid van geheime samenkomsten en
samenspanning niet de pas afgesneden,
maar het feit blijft zijn beteekenis en
waarde behouden, dat althans één re
geering in Europa dsn moed heeft ge
had openlijk te zeggen, dat zij het of-
ficieeie bestaan van in het duister wer
kende vereenigingen niet gedoogt.
Voorzichtigen zijn geneigd te vragen:
is het wel verstandig zoo openlijk en
zoo vierkantweg tegen de vrijmetseLarij
op te treden, en moet men niet voor
weerwraak-maatregelen beducht zijn?
Als vaststaat en liet staat toch
wel vast dat de vrijmetselarij de
verklaarde vijand is van den christe-
lijken godsdienst en van oudsher
denk aan haar optreden in de „vrij
making" van Italië de propagandist
der revolutie js geweest, dau moge men
de gedachten, die haar inspireeren, niet
kunnen uitroeien, maai' dan mag men
verlangen dat zij openlij k voor het voet
licht trede en niet uit duistere kroch
ten den godsdienst en de gevestigd©
staatsorde belage.
Ook de hoop op goedertierenheid
behoeft geen richtsnoer te zijn Lij onze
houding tegenover de vrijmetselarij:
heeft zij, of hebben haar ideeën de
macht veroverd, dan hebben wij op
geen genade te hopen.
In onze dagen van grooten en gewel
digen strijd den stiijd van 't Chris
tendom tegen allen, die de geestelijke,
sociale en politieke revolutie voorstaan
moeten wij de tegenstanders tot een
strijd met open vizier dwingen en voor
al niet meenen, dat een tegenstander,
die zich schuil houdt, het liefst en (h(et
veiligst met rust gelaten wordt."
Daarom verdient de houding der Hon
gaarsche regeering, toch reeds van alle
zijden besprongen, onze warme sympathie
en mag ze anderen als voorbeeld worden
voorgehouden.
De politieke toestand in Uuitscnland,
De Kabinetsformatie.
De „Freiheit", het orgaan der onafhan
kelijke socialisten, deelt omtrent het
standpunt dezer partij inzake het deelne
men aan een coalitie-regeering mede:
„Zoolang de acht eischen, gestela na den
Kapp-Putseh aan de regeer ingspartijen,
niet worden vervuld, zouden de onafhan-
kelijken niet kunnen besluiten tot d© coa
litie toe te treden."
De „Vorwarts" het orgaan der meer-
ciei'heidssocialisten bespreekt de vraag
of de voorwaarden, door de onafhankelij-
ken gesteld, de kabinetsformatie zullen
vergemakkelijken. Het standpunt, dat de
onafkan'-elijken thans innemen, is veel
verstandiger dan het oorspronkelijke,
want hierdoor kan de verantwoordelijk
heid voor het mislukken van een coali
tie met de linkerpartijen in de schoenen
gesehoven worden van de burgerlijke mid
denpartijen. De sociaal-democratische
fractie zal de voorwaarden der onafhaa-
kelijken aannemen. Beide socialistische
partijen zouden dan deze voorwaarden
als een gemeenschappelijk program stel
len aan de burgerlijke middenpartijen, die,
indien zij weigeren dit program te aan
vaarden, een negeering moeten vormen
zonder sociaal-democraten.
Van de acht eischen, onmiddellijk na
den Kapp-Putseh door de onafhankelijken,
in combinatie met de vakvereenigiugen
gesteld, zijn er enkele reeds ten uitvoer
gebracht, o.a. het aftreden van de minis
ters Noske en Heine. De voornaams to po
litieke eischen, die nu opnieuw worden in
gediend door de onafhankelijken, met
kans van steun door de meerderheidsso
cialisten, volgens de „Vorwarts", luiden:
verplichting van alle partijen om bij de
reorganisatie van de regeermg zich te
verstaan met de vakvereenigingen. demo
cratiseering' van de bestuurslichamen;
ontbinding van alle tegenrevolulionaire
troepen: oprichting van een veiligheids-
weer uit arbeiders; socialiseeriug van de
mijnen en electrieiteitswerken; overne
ming vau de kolen- en kalimonopolies
door het rijk.
Worden deze eischen ingewilligd door
het centrum en de burgrlijke democraten
dan zijn de onafhankelijke socialisten,
volgens de „Freiheit", die het weten kan
en möèt, geneigd zich bij de bestaande
coalitie aan te sluiten, te zorgen dus voor
een groote meerderheid. Tegen alle vroe
ger nog enkele dagen geleden af
gelegde pertinente verklaringen in!
De burgerlijke demoeraten zuilen tegen
deze eischen wel niet veel bezwaar ma
ken. Van het centrum echter, dut 1 like
ning moet houden met de rechtsehe stroo
ming in de partij, mag men verwachten,
dat het eerst pogingen zal doen een an
dere oplossing te vinden, voor het tot
deze democratische concessies besluit.
Het belangrijke in het bericht zit na-
ji&ar het Italia ainsch
door IVO,
21.
Daar hoorde ze het tuinhek Hfaaien en
vaste schreden over het grind komen. Ze
zag Dr. Anavanti komen, die weldra voor
haar stond. Hij keek iiaar niet zulke stra
lende oogen aan, dat ze licht kleurde, en
vre-Lgdev?! zei hij tot haar: „Ik verheug
me, 'ést jé na snel in beterschap toe
neemt c<tk kèb hier een vreugdevolle
tijding vcoi meegebrjchl."
Hij haalde een brief uit zijn portefeuille
en reik ie haar dien over. Het was een
kiein rose briefje en droeg op de achter
zijde de sierlijke initialen V. D.
„Ach, van Virgenie!" zei Jeannette ver
heugd. Dr. Anavanti ging zitten in den
steel, waarin zooeven Sabina gezeten had.
Jeannette opende den brief en las:
Capri, 8 Mei 19
Lieve jeannette.
Ik heb zoo naar Je verlangd, en ik
zou gaarne gekomen zijn, maar ik kon niet.
Ik verheug mij ten zeerste dat ge weer
gezond zijt.
Ock ik heb je zeer heugelijk nieuws mee
te deelen. Wij zijn wederom op Capri
en raad eens, wien \ve hier ontmoet heb
ben den Deen. Dezelfde, die toen
het eerst met mij sprak, toen gij Mijnheer
reiix...
Hier hield Jeannette op, en een lichte
bios kleurde haar wangen. De beide laat
ste woorden waren doorgestreept. Het
goede kind wilde de wond niet wederom
openrijten, maar Jeannette ontcijferde voor
zichzelf de letters toen. Dan ging ze voort:
„waar gij nog zoo om mij gelachen hebt.
Hij is thans heelemaal anders en kan een
weinig Fransch spreken. Hij heeft me ge-
viaagd of ik Kopenhagen een mooie stad
vend en daar gaarne zou willen wonen,
en neg veel andere dingen meer en hij heeft
me gevraagd.
Kopenhagen moet een zeer mooie stad
zijn, ik zou er gaarne willen wonen. Enfin,
in één woord, ik heb hemmijn hart
geschonken.
Ach Kemel, lieve vriendin, liefde is zoo
heel anders dan in de romans beschreven
wordt, ze is veel schooner.
Groet Sabina van mij en wees hartelijk
omhelsd van
je innigliefhebbende en gelukkige
Virgenie.
P.S. Ook de hartelijke groeten van papa
en mama.
„Wat een aardig hartelijk meisje!" zei
Jeannette.
„Ja, antwoordde Dr. Anavanti, terwijl
hij haar hand greep. Hij zag haar teeder
in de oogen en zei: „jeannette,, kunnen
wij van haar nog niet leeren? Zoudt ge
wihen beproeven met mij gelukkig te zijn?"
Ze begreep, wat hij meende; ze had
daaraan jui al de eenzame uren van den
matsten tijd gedacht, en ingezien, hoe blind
zij destijds geweest was. En haar hand
rustte nog steeds in de zijne, terwijl ze zei:
„Ik ben het niet meer waard; Ik kan
je geen heel hart meer aanbieden; gij zijt
te goed voor mij
„O, dat was slechts een droom van je,
toen cp Capri, Nu beginnen we het echte,
ware teven."
En haar innig omhelzende, drukte hij
haar aan zijn hart en zij liet het gewillig
toe.
Juist kwam Sabina om den Hoek; ijlings
trad ze terug, terwijl ze tevreden knikte,
en een glimlach verhelderde haar oud rim
pelig gezicht! zacht zei ze:
„Nu kunt ge rustig het oude Boofd
neerieggen, Sabina, je lieveling is bezorgd
Mijnheer la Fieur, u kunt tevreden zijn;
Sabina heeft haar plicht gedaan."
En heimelijk veegde ze de tranen weg,
die langs haar gerimpelde wangen liepen.
EINDE