SCHOLD EN BOETE No. 159 Zaterdag 10 Juli 1920 13e Jaargang B -t.NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HÖL! ANTS5 Wat de Pers zegt BUITENLAND FEUILLETON, Verschijnt dagelijks BureauHOF ALKMAAR. - Telefoon: 438 Veroordeeling van eigen stelsel. Op naar Den Bosch! De Conferentie te Spa. Abonnementsprijs! P«t kwartaal i f SS,—, franco per post f 2.60} Met Öeiliustreerd Zondagsblad f O.té hooger. Advertentieprijs* Van 1—6 regels f 1.86 elke regel meer f 0,96, Reelames per regel f 0.76; Kubriek „Vraag on bod" bg vooruitbetaling per plaatsing f 0.60. Aaur» alle abcitné's wordt op senvrssg gratis een polls verstrekt, welke hen verzekert togen ongevallen lot een bedrag van 1600,—, 1400,—, 1200,—, 1100,—, 180,—, 136,— SIS.— tes*™ 't Is eigenaardig dat van eën van socialisten ,wèl voorzien Dagelijksch Gemeentebestuur ials het Amsterdamscne de eerste en de krach tigste actie is uitgegaan om de broodkaarten afgeschaft te krijgen, dat juist in Amsterdam „de proef" zonder broodkaarten genomen werd, en dat het de socialistische wethouder De Miranda was, die prat gaande op het succes met de genomen proef in den Am- sterdamschen Raad met voldoening mede deelde, dat de proef schitterend geslaagd was en dat men het ook elders maar eens zonder die geld-kostende, nergens-toedienende en per slot van rekening toch maar vervelende brood kaarten probeeren moest, nu toch de levens middelenpositie het ge-peuter met die bon netjes niet langer nood-zakelijk maakte. Eigenaardig is het ook,' dat de broodkaar ten-afschaffing den sociaal-demokraten ovei 't algemeen zoo welkom bleek, en dat we b. v. in meerdere gemeenteraden juist door socialisten het plan hoorden opperen en vcr- dedigen om het Amsterdamsche voorbeeld ten deze te volgen. g 't Heeft op ons den indruk gemaakt, dat de socialisten, door te ageeren tegen het brood- bonnenstelsel, nu dit door de omstandigheden niet langer absoluut geboden was en volgens hen derhalve zóóveel bezwaren mèt zich bracht, dat men het stelsel alleen onder crisis- dwang gedoogen kon, een vernietigend vonnis gestreken hebben over de praktische moge lijkheid van het stelsel, dat wij krachtens hun leer in den idealen toekomststaat zullen aioeten volgen ten aanzien van de zoo cerlijk(? mogelijke verdeeling per hoofd der arbeids producten. Och 1 lieve mensch In den socialistischen toekomststaat zullen we niet alleen bonnen hebben voor brood, suiker boter, enz., in dien heilstaat zal héél ons leven noodzake lijkerwijze moeten staan in het teeken van bon en kaartdan krijgen we niets meer zonder bon Wat toornen de heeren sociaal-demokraten thans tegen den overlast, tegen de niet te ver mijden onbillijkheid en ongerechtigheid en last not least ook tegen de noodelooze onkosten van alléén maar broodbonnen Als ze hun heilstaat nog beleven, dan zal dat alles noodzakelijkerwijze duizendmaal srger zijn, voor zoover wij een en ander met ons niet socialistisch brein tenminste kunnen en moeten bevroeden Hoe.immers zal men anders kunnen contro- lecren, of de één niet méér neemt en ver bruikt dan de ander, wanneer niet voor alle mogelijke gebruiksmiddelen een bon wordt ingeleverd. Alles, wat de afzonderlijke mensch en het huisgezin in de meest verschillende levens omstandigheden dagelijks noodig heeft, zal .op bonnen bekomen moeten worden, daar geld toch uit den booze is en tot „kapitalisme" voert. En wanneer nu alleen een bonnenstelsel voor de verdeeling van brood reeds zóóveel bezwaren en kosten met zich mee brengt, dat de heeren socialisten thans maar liefst zoo gauw mogelijk van die bonnetjes bevrijd wil len worden, hoe zullen wij dan de bezwaren en de kosten van de duizend-en-één bonnen stelsels in den toekomststaat weten te over winnen Er zit blijkens de huidige houding der sociaal demokraten ten opzichte van het bonnenstelsel niets anders op, dan dat ze iets heel anders, iets heel nieuws bedenken. Nu weten wij wel, dat de verdeeling dei- arbeidsproducten over de afzonderlijke leden van den toekomststaat volgens welken maatstaf slechts één van de vele vraag stukken vormt, welke opgelost dienen te wezen, alvorens men zich aan een socialis tischen heilstaat waagt, en dat de door ons bedoelde bonnen-kwestie alweer slechts een onderdeel mag heeten van het verdee- lings-vraagstuk. Er is dus nog gróóter werk aan den winkel, alvorens over dergelijke „futiliteiten" kan Worden nagedacht. Niettemin zou 't wel actueel zijn, indien de heeren voor déze futiliteit thans alvast eens een oplossing wilden naar voren brengen. Met bonnetjes is 't onmoge;ijk werken hoe eerder de bonnetjes verdwijnen en hoe eerder de distributie-bureaux worden opge heven (die zullen in een socialistischen staat toch vóór alles noodig zijn des te beter, zeggen de socialisten thans. Zóó moet de verdee ing per hoofd der ar beidsproducten derhalve niet plaats hebben Maar.hoe Asm well Een oproep tot het Sobriëtas-Congres van Woensdag en Donderdag ii12 Augustus is juist geen benijdenswaardige taak. Want kan hij wel succes hebben Wij hebben pas 'n paar sociale congressen achter den rug. En het leven is zoo druk tegen woordig, er valt al zóóveel te lezen, te be spreken, te vergaderen, dat men heusch niet ter afleiding een gang na?r een congres be hoeft voor te stellen. En dan een Sobriëtas-Congres 1 Een door snee-katholiek, zelfs al is hij drankbestrijder, heeft gauw zijn bekomst van anti-alcoholische toespraken, evenals van alcoholvrijen wijn. Een enkel glaasje, nu ja, dat kan er door, maar dan ook basta 1 En toch waag ik 't, met allen aandrang zelfs, onze vooraanstaande sociaal-voelende mannen en vrouwen toe te roepen neemt even uw zaKkalender en zet een dikke blauwe schrap bij Woensdag en Donderdag ii en 12 AugustusDie dagen moat u vrij houden voor een bezoek aan Den Bosch 1 Weet u wel, wie op ons eerste Congres, het Utrechtsche van 1898, aanwezig waren Niet slechts Z. D. H. de Aartsbisschop met een groote schare geestelijken, maar Dr. Schaepman en Mr. Borret, President van den Hoofdraad van Vincentius, Dr. Nolens natuurlijk Jhr. Ruijs verder de gebroe- ders Regout, Baion van Wijnbergen de groot- industriëel Vlekke, ook dames als de begavfde Jonkvr. Leonie van Baerle, in één woord, zoowat allen, die toen in het voorste gelid stonden der katholieke beweging of voelden, dat daar eenmaal hun plaïts zou wezen. Allen begrepen, dat zij bij een nationalen aanval op het alcohlisme ten minste als belangstellen den niet mochten ontbreken. D har voor was het verband dezer volksellende met het gansche katholieke leven al te duidelijk. Dat verband is sindsdien niet losser ge worden. Misschien nog 'n beetje vaster. Want het alcoholisme hangt ten nauwste samen met genotzucht en ontucht. En waar die twee in de laatste jaren zóó ontzettend zijn toegenomen, dat een man als Professor Ude de zedeloosheid ten onzent nóg stuiten der vindt dan in Oostenrijk, dar r is bestrijding van het alcoholisme zoo actueel als maar iéts zijn kan. Het woord van Z. H. Pius X :„Onder de sociale werken is er geen van meer dringen den raad," geldt dab ook thans zeker niet minder dan zes jaar geleden. U vindt dat misschien overdreven, even als dat ander woord van Pius X, dat „dc maatschappij door het alcohoüsme bedreigd wordt in haar gewichtigste belangen," maar.... moet u dan niet naar Den Bosch toe, om de zaak te onderzoeken Als men dergelijke, woorden "van hoogstaande mannen verneemt wanneer men iemand als Kardinaal Mercier in allen ernst ho<-ct verklaren, dat de alconol ook nü nog méér verderf aanbrengt dan de butste gruwelijke oorlog {plus pernicieux que cette guerre qui decime 1'Europe)dan mag men niet eenvoudig de schoude- ophalen en glim lachend doorloopen, maar moet men als de Barmhartige Samaritaan even stilstaan en volgens dienzelfden Kardinaal drie dingen doen examiner, compatir, agir. Onderzoeken hoe erg de wonde en boe ze te genezen is. Deernis hebben z'n christelijk hart laten spre ken en niet zéggen daar hob ik niets mee uit te staan. Handelende handen uit de mouw steken en practisch helpen, al kost dat een offer aan de menschelijke begeerlijkheid. Het eenigste offer, dat thans van u ge vraagd wordtisii en 12 Augustus naar Den Bosch te komen. Trouwens, uw aardsche loon zal niet uit blijven. Congressen zijn inderdaad soms saai en taai, maar wie dat op die vangSobriëtas zou toepassen, die kent onze historie niet. Utrecht, Nijmegen en Roermond het laatste was wel niet nationaal, maar toch een Sobriëtss-idnd waren-.alle uiterst gezellig en Den Bosch zal daarop geen uitzondering maken. 't Is waar, wij missen de leiding van onzen éénigen Eere-voorzitter, den man, die So- bnëtas feitelijk gemaaxt heeft en uitgebouwd, maar z'n geest is er toch. Wij hebben niet te vergeefs 20 jaren z'n tengels gevoeld. En dan hij zelf komt er ook En zoo zijn verschijning vroeger de troepen xon electriceeren, het zal er zeker niet minder op geworden zijn, nu hij bij onterugkomt als de nuchtere bestrijder en overwinnaar eener .waanzinnige ïevolutie. Moet ik nog meer zeggen Wij gaan op naar Den Bosch, de stad der Lieve Vrouwe, naar onze zuidelijke broeders en zusters, die zoo gemoedelijk de gastvrij heid beoefenen kunnen, dat vreemden ter stond vrienden worden. Wij gaan op naar die heerlijke oude Sint Jan, waar we ons zoo één gevoelen met alle Roomsche geslachten, die ons sinds eeuwen zijn voorgegaan en waar we Pater Borro- maeus zullen hooren, ons aller vriend, die immer het juiste woord weet te spreken, dat echo's wekt van Roomsche geestdrift, liefde en blijdschap. Wij gaan op ter viering van het zilveren jubilé der Katholieke Drankbestrijding, van die kleine plant, die vóór 25 jaren in Twent- schen bodem gepoot, onder Gods milden regen en zonneschijn uitgroeide tot een breedge- takten boom, neen, tot een heel plantsoen in den lusthof van ons katholiek vereenigings- leven. Maar dat zijn allemaal bijzaken die niet beslissend moeten zijn. Hoofdzaak is dat Sobriëtas te 's-Bosch iets gaat doen wat noo dig is. „De wereld in haar voegen Dreunt van een zwaarder storm dan ooit haar assen droegen." zong Schaepman van den strijd, dien de Islam ontketende tege i het Kruis, maar mag gerust herhaald worden van den strijd, dien het moderne heidendom voert tegen den Per soon en de leer van onzen gezegenden Heiland en de heele Christelijke beschaving, die daar op gebouwd is. De wereld gaat dood aan genotzucht, egoïs me, zedenbederf. „Zoo God niet tijdig tus- schenbeide komt, schijnt de ondergang der menschelijke samenleving nabij te zijn." Dat heeft Z. H. Benedic.tus XV gezegd in zijn Vredesencycliek, en men moet wel blind zijn om dat niet in te zien. Zeker, redding L nog mogelijk maar toch niet met halve middelen. We moeten front maken over de heele linie van het katholieke leven inwendig en uit wendig massaal, met volksbewegingen en zelfverloochening en naastenliefde moeten daarbij nummer één zijn. Zonder dat gaat 't niet. Maar welke beweging verdient dan méér aanbeveling dan de drankbestrijding, waai zelfverloochening en naastenliefde scheiing en inslag zijn Wier succes besliste voorwaar de is voor een grootsch succes der zedelijkheids- en stands- en vakbeweging, en waar men een organi atie heeft van 100.000 mannen en vrouwen die kant en klaar staan, om op te trekken voor elke andere katholieke beweging waarin me i ze lanceeren wii Gezonde Katholieke Real-politiek vordert, dat kolossale, in 25 jaren bijeengegaarde kapi taal niet ongebruikt te laten. Hier ligt een schat voor het grijpen, die voor al wat goed is in de eerstvolgende 10 jaren honderdvoudige vrucht kan voortbrengen. Zoo mogen dan onze beste mannen en vrou wen op Woensdag en Donderdag 11 en 12 Augustus op het appèl in Den Bosch niet ont breken Ons Doorluchtig Episcopaat zal er in den geest tegenwoordig zijn. Het heeft het Con gres Z'n zegen geschonken. Onze Eerste Minister zal er wezen, cn om hem heen de oude en jonge garde uit al onze Kruisverbonden .en Mariavereenigingen. Ook het Buitenland zal niet mankeeren. Wij hopen althans er Prof. Ude te zien, den kloeken Oostenrijkschen kamper tegen drank zucht en ontucht. Maar laten nu ook onze binncnlandsche apostelen, onze werkers en wericsters op welk katholiek veld ook van openbare actie, niet schitteien door afwezigheid Ja, Dames en Heeren, wij gunnen u gaarne de zoo welverdiende rust, maar na Den Bosch. Daar zijt U allen noodig. Heel Sobriëtas verlangt vurig u daar te zien. Niet slechts voor, zich, maar voor de gansche Katholieke zaak, voor den triomf van Christus, waaraan zij met U gaarne haar beste krachten en den invloed vaji al haar legioenen zou wijden. 'Mag ik sluiten met een bekend woord Sobriëtas „verwacht, dat iedereen zijn plicht zal doen." Dr. ALPH. ARIENS. ROOKENDE JONGE DAMES. Ia 't „Tijdschrift voor R.-K. Ouders en Opvoeders" wordt er in een artikel over „De opvoeding in verband met den tijd geest" op aangedrongen dat de ouders er voor zullen waken, niet door hunne toe geeflijkheid oorzaak te worden, dat hun kinderen verkeerde gewoonten van onzen tijd overnemen. Het Tijdschrift schrijft o.m.: „Ik heb hier het oog op de zooge naamde vrije manier van zich bewe gen onzer jongelui. Door de sport te beoefenen b.v. worden onze kinderen gezond en sterk. Gemakkelijk echter nemen, vooral onze meisjes, gewoon ten aan, die haar zeker niet tot eer strekken. We moeten onze jonge da mes niet laten opgroeien als halve jongens, die al het teere en vrouwelij ke verliezen en er eer in stellen niet voor jongens onder te doen in li chaamskracht en vlugheid. Deze soort van emancipatie zit in de lucht tegen woordig. En tooh, de vrouw blijft' vrouw, al doet ze al haar best den man nabij te streven. Vindt gij zc inte ressant, de jonge dames, die onver schillig voor kleeding, ruw en luid spreken over alles, die roeken als een jongen en niet meer in 't geheim. Meer en meer kan men ze tegenwoor dig in het openbaar waarnemen, do jonge dames met- de cigaret in den mond of in de hand, u met 'n noncha- lanten blik aanziend, om toch vooral maar den indruk te vestigen, dat 't niets bizonders voor ha.a.r is. Vroeger, ze weten het, deden zulks alleen in het openbaar do vrouwen, die ze zelf ver achten, doch wier allures ze graag overnemen. M.i. is dit verschijnsel hier aan te wijten, dat onze meisjes en jon gens door de veranderde maatschap pelijke toestanden veel meer dan vroe ger met elkaar in aanraking komen bij studie, arbeid en ontspanning. Hieraan is niets te veranderen, doch daarom moeten onze ouders hare doch ters er van doordringen, dat de wereld- sehe man heel graag met zulke geë mancipeerde dames schertst, zich amu seerden flirt, doch dat hij als vrouw, als moeder van zijn kinderen, toch veel meer de vrouwelijke vrouw waardeert. En onzen aankomenden jongens kan men het ook niet genoeg inprenten dat ze in dit opzicht zoo degelijk zijn als mogelijk is. Als de jonge man over de andere sexe begint te denken en te spreken, dan kan de moeder, die de liefde van haar jongen kent, de vader, die zijm vertrouwen bezit, juist in de liefde tot moeder of zusster een geschikte aanlei ding vinden hem te leeren, wat er in de vrouwen te respeeteeren most zija, in welk opzicht zij gewaardeerd moe ten worden. Niet als een sportkameraad een part ner bij oefeningen in lichaamsvaardig heid moet hij het aankomend meisje waardeeren. Hij moet zich a muse er en met z'n vrienden, tot de leeftijd komt, dat hij er rijp voor is de vrouw te beschouweD als een gezellin van den man, voor wier bezit hij het over heeft zioh iets te ontzeggen, geen moeite schroomt, om haar later te kunnen geven wat haar toekomt, een vaste rustige plaats in 't gezin, zonder dat 't noodig blijkt, dat ze zelf haar aandeel draagt ia het fourneeren van inkomsten aan het ge zin." Duitschland capituleert, De crisis is voorbij. De Duitsehers heb ben gesloten de ontwapeningseischen dei- Entente te teekenen. Reeds Donderdagavond was het duide lijk, dat de Duitscrers zich aan de befpa- lingen der Entente zouden onderwerpen. In de eerste beraadslaging der Duitsche delekatie werd echter besloten, toch te Berlijn het oordeel van de rest van den ministerraad te vragen. Te Berlijn was men hevig ontsteld en maakte men ern stige bezwaren, maar besloot ten slotte toch de beslissing aan de delegatie over te laten. Dit stond gelijk met de goedkeu ring van de onderteekenio g van ret pro tocol. Daartot werd ook in een nu vol gende zitting der delegatie met algenree- ne stemmen besloten. jtVrÜ naar het Engelsen van A S. §.wan| Geautoriseerde vertaling (6 „Ja, Clara, zoo k'unt gij spreken, maar een moeder denkt er anders over," ant woordde Lady Eleanor, en ze wrschte haar oogen af. „Je hebt er eenvoudig geen idee van hoe hardvochtig en on gevoelig Arthur is, vooral tegen Geoffrey „Kom kom, Lady Eleanor", trachtte Clara te glimlachen, „houd u tödi flink en wees niet dadelijk zoo heel ongerust over het lot van een volwassen jongen man! Alles zal zeker goed terecht kómen en dat spoediger dan gij denkt". „Ik geloof het niet, Clara, Maar kun je nog niet een halven dag blijven? Ik yind het in deze omstandigheden zoo vree- sejijk om alleen gelaten te worden. Er is niemand die mij cenige vriendschap of sympathie toont ais gij niet hier zijt. Zelts Bryan's gelaat staat strak' en hard jKiodra in ,!t oesprek dc naam yan zijn broe der maar genoemd wordt. Misschien is hij wel blij dat de crisis die toch een maal komen pipest, eindelijk uitgebroken is. Zijti kansen en zijn toekomst worden nu aanmerkelijk beter". „Lady Eleanor, u mag niet onbillijk wor den jegens Bryan," sprak Clara blozend. „Bryan is boven zulke lage berekeningen hoog verheven. Ik begrijp uw verdriet, maar het mag u toch niet onrechtvaardig maken jegens den anderen zoon." „Dat is ook zoo, maar je weet niet, wat ik te verduren heb. Nu, als je bepaald gaan wilt, moet ik straks maar een wandelrit gaan maken, want alleen hier blijven is me bepaald onmogelijk." Clara bood niet aan Haar te vergezellen, zofoals ze anders stellig gedaan zou hebben. Zij snakte er naar alleen en thuis te zijn. Haar eigen huis scheen haar op het ©ogen blik het eenige plekje ter wereld, waar ze zich op haar gemak zou kunnen gevoelen. Vóórdat ze een oogenbiik later naar haar kamer ging, om toilet te maken voor haar rit, voelde ze zich onweerstaanbaar heen getrokken naar de kamer waar ze dien nacht een ongelukkige voor een misdaad bewaard bad. Het tooneel van dien nacht scheen haar, nu de zonnestralen zoo zacht en en yriendelijk' naar binnen .vielen, haast niet meer dan een booze droom, en ze vroeg zich af, of het gebeurde van dezen nacht dan toch wel werkelijkheid geweest was.. t Ze was niet erg op de hoogte met al de kostbaarheden, die Mr. Faussit hier bijeengebracht had, maar het scheen haar toch toe alsof er in de kast nog iets ont brak' alsof ze er den afgeloopen nacht niet geheel in geslaagd was de sporen van den reeds half uitgevoerden diefstal te doen verdwijnen. Dat drukte haar, en ze was blij, toen het oogenbiik van vertrek kwam en ze de met zulke onaangename herinneringen vervulde atmosfeer van het oude huis kon verlaten, voor den helderen zonneschijn daarbuiten. L VIJFDE HOOFDSTUK. JL Clara kwam volgens belofte ongeveer twaalf uur thuis en werd door Haar vader hartelijk verwelkomd. „Ik hoop dat je pleizierig: uitgeweest bent, kindje", sprak hij, „ofschoon ik moet zeggen dat je er minder goed uitziet dan gisteren." „Pleizierig was het eigenlijk Tïeeljemaal niet, papa", antwoordde ze openhartig. ,Om u de waarheid te zeggenyan het begin tot het einde een allerakeligste dag geweest." „Ja, ik had voet bij stuk moeten houden, en je niet moeten laten gaan. Het is veel beter geen slapende honden wakker te maken, en hoe minder wij den eersten tijd onze oude vrienden op Branethorpe Hall ontmoeten, hoe beter." „Ik geloof dat u gelijk hebt", antwoord de Clara. „Hoor eens meisje", sprak' de vader hartelijk, „ik kan mijn nieuwsgierigheid best bedwingen, maar het zou wellicht goed voor je zijn, je eens uit te spreken, en daarom als je me soms wat te vertellen hebt ik ben klaar om te luisteren." „Och, eigenlijk valt er niet veel te ver tellen. Ik ben er immers maar zooi kort geweest. Geoifrey, is nu voorgoed .weg," „Heb je hem nog gezien?" Clara bloosde, en haar vader die Haar meende te begrijpen doch integendeel op een geheel verkeerd spoor was klopte haar vriendelijk op den schouder. „Beste kind", sprak hij, „denk niet dat ik je een verhoor wil afnemen. Je weet dat ik het meest volledige vertrouwen in je stel. Maar wat zie je toch akelig bleek. Ik Kad je niet moeten laten gaan." „Ik heb sl©chl geslapt wider, na al öe klachten, die ik van lady Eleanor moest aan- booren." „Eén ding toen, Clara. Ik hoop, dat Je je tegenover Geoffrey heel gereserveerd hebt gehouden?" „Zeker, vader," antwoordde ze met een lichte huivering, want het hinderde haar, dat ze niet geheel open tegenover haar vader kon zijn. „We hebben elkaar niet eens de hartd gedrukt bij bet afscheid." „Goed zoo kind, het is nu eenmaal niet anders Geoffrey Faussit heeft alle aanspraken op den omgang met fatsoenlijke menschel! verbeurd. Het is een vreeselijke geschiedenis, die heel licht nóg erger had kunnen afloo- pen. Maar als hij nu voorgoed weg is, dan is., den Hemel zij dank, de zaak daarmee nu voorgoed afgeloopen. Hebben ze daarginds nog plannen gemaakt voor zijn toekomst?" „Hij gaat naar Canada," antwoordde Clara aarzelend. „Arm Canada! Al wat hier niet deugen wil trekt daarheen. Nu, we zullen kopen, dal er daarginds nog een man van hem groeit. En nu moeten wa zien, dat we weer wat kleun op je wangen krijgen. Ik heb op he# oogenbiik wel tijd voor een uitstapje van een week of drie. Zullen we naar Nizza gaan oï naan Cannes, .wat denk je?" -»SJ? 1 w V V I fWordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 1