SCHOLD EN BOETE
No. 159
Zaterdag 10 Juli 1920
13e Jaargang
B -t.NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HÖL! ANTS5
Wat de Pers zegt
BUITENLAND
FEUILLETON,
Verschijnt dagelijks
BureauHOF ALKMAAR. - Telefoon: 438
Veroordeeling van eigen stelsel.
Op naar Den Bosch!
De Conferentie te Spa.
Abonnementsprijs!
P«t kwartaal i f SS,—, franco per post f 2.60}
Met Öeiliustreerd Zondagsblad f O.té hooger.
Advertentieprijs*
Van 1—6 regels f 1.86 elke regel meer f 0,96,
Reelames per regel f 0.76; Kubriek „Vraag on
bod" bg vooruitbetaling per plaatsing f 0.60.
Aaur» alle abcitné's wordt op senvrssg gratis een polls verstrekt, welke hen verzekert togen ongevallen lot een bedrag van 1600,—, 1400,—, 1200,—, 1100,—, 180,—, 136,— SIS.—
tes*™
't Is eigenaardig dat van eën van socialisten
,wèl voorzien Dagelijksch Gemeentebestuur
ials het Amsterdamscne de eerste en de krach
tigste actie is uitgegaan om de broodkaarten
afgeschaft te krijgen, dat juist in Amsterdam
„de proef" zonder broodkaarten genomen
werd, en dat het de socialistische wethouder
De Miranda was, die prat gaande op het
succes met de genomen proef in den Am-
sterdamschen Raad met voldoening mede
deelde, dat de proef schitterend geslaagd was
en dat men het ook elders maar eens zonder
die geld-kostende, nergens-toedienende en per
slot van rekening toch maar vervelende brood
kaarten probeeren moest, nu toch de levens
middelenpositie het ge-peuter met die bon
netjes niet langer nood-zakelijk maakte.
Eigenaardig is het ook,' dat de broodkaar
ten-afschaffing den sociaal-demokraten ovei
't algemeen zoo welkom bleek, en dat we
b. v. in meerdere gemeenteraden juist door
socialisten het plan hoorden opperen en vcr-
dedigen om het Amsterdamsche voorbeeld
ten deze te volgen. g
't Heeft op ons den indruk gemaakt, dat de
socialisten, door te ageeren tegen het brood-
bonnenstelsel, nu dit door de omstandigheden
niet langer absoluut geboden was en volgens
hen derhalve zóóveel bezwaren mèt zich
bracht, dat men het stelsel alleen onder crisis-
dwang gedoogen kon, een vernietigend vonnis
gestreken hebben over de praktische moge
lijkheid van het stelsel, dat wij krachtens
hun leer in den idealen toekomststaat zullen
aioeten volgen ten aanzien van de zoo cerlijk(?
mogelijke verdeeling per hoofd der arbeids
producten.
Och 1 lieve mensch In den socialistischen
toekomststaat zullen we niet alleen bonnen
hebben voor brood, suiker boter, enz., in
dien heilstaat zal héél ons leven noodzake
lijkerwijze moeten staan in het teeken van
bon en kaartdan krijgen we niets meer
zonder bon
Wat toornen de heeren sociaal-demokraten
thans tegen den overlast, tegen de niet te ver
mijden onbillijkheid en ongerechtigheid en
last not least ook tegen de noodelooze
onkosten van alléén maar broodbonnen
Als ze hun heilstaat nog beleven, dan zal
dat alles noodzakelijkerwijze duizendmaal
srger zijn, voor zoover wij een en ander
met ons niet socialistisch brein tenminste
kunnen en moeten bevroeden
Hoe.immers zal men anders kunnen contro-
lecren, of de één niet méér neemt en ver
bruikt dan de ander, wanneer niet voor alle
mogelijke gebruiksmiddelen een bon wordt
ingeleverd.
Alles, wat de afzonderlijke mensch en het
huisgezin in de meest verschillende levens
omstandigheden dagelijks noodig heeft, zal
.op bonnen bekomen moeten worden, daar geld
toch uit den booze is en tot „kapitalisme"
voert.
En wanneer nu alleen een bonnenstelsel
voor de verdeeling van brood reeds zóóveel
bezwaren en kosten met zich mee brengt, dat
de heeren socialisten thans maar liefst zoo
gauw mogelijk van die bonnetjes bevrijd wil
len worden, hoe zullen wij dan de bezwaren
en de kosten van de duizend-en-één bonnen
stelsels in den toekomststaat weten te over
winnen
Er zit blijkens de huidige houding der
sociaal demokraten ten opzichte van het
bonnenstelsel niets anders op, dan dat ze
iets heel anders, iets heel nieuws bedenken.
Nu weten wij wel, dat de verdeeling dei-
arbeidsproducten over de afzonderlijke leden
van den toekomststaat volgens welken
maatstaf slechts één van de vele vraag
stukken vormt, welke opgelost dienen te
wezen, alvorens men zich aan een socialis
tischen heilstaat waagt, en dat de door
ons bedoelde bonnen-kwestie alweer slechts
een onderdeel mag heeten van het verdee-
lings-vraagstuk.
Er is dus nog gróóter werk aan den winkel,
alvorens over dergelijke „futiliteiten" kan
Worden nagedacht.
Niettemin zou 't wel actueel zijn, indien de
heeren voor déze futiliteit thans alvast eens
een oplossing wilden naar voren brengen.
Met bonnetjes is 't onmoge;ijk werken
hoe eerder de bonnetjes verdwijnen en hoe
eerder de distributie-bureaux worden opge
heven (die zullen in een socialistischen staat
toch vóór alles noodig zijn des te beter,
zeggen de socialisten thans.
Zóó moet de verdee ing per hoofd der ar
beidsproducten derhalve niet plaats hebben
Maar.hoe Asm well
Een oproep tot het Sobriëtas-Congres van
Woensdag en Donderdag ii12 Augustus is
juist geen benijdenswaardige taak. Want kan
hij wel succes hebben
Wij hebben pas 'n paar sociale congressen
achter den rug. En het leven is zoo druk tegen
woordig, er valt al zóóveel te lezen, te be
spreken, te vergaderen, dat men heusch niet
ter afleiding een gang na?r een congres be
hoeft voor te stellen.
En dan een Sobriëtas-Congres 1 Een door
snee-katholiek, zelfs al is hij drankbestrijder,
heeft gauw zijn bekomst van anti-alcoholische
toespraken, evenals van alcoholvrijen wijn.
Een enkel glaasje, nu ja, dat kan er door,
maar dan ook basta 1
En toch waag ik 't, met allen aandrang
zelfs, onze vooraanstaande sociaal-voelende
mannen en vrouwen toe te roepen neemt
even uw zaKkalender en zet een dikke blauwe
schrap bij Woensdag en Donderdag ii en 12
AugustusDie dagen moat u vrij houden
voor een bezoek aan Den Bosch 1
Weet u wel, wie op ons eerste Congres, het
Utrechtsche van 1898, aanwezig waren
Niet slechts Z. D. H. de Aartsbisschop met
een groote schare geestelijken, maar Dr.
Schaepman en Mr. Borret, President van den
Hoofdraad van Vincentius, Dr. Nolens
natuurlijk Jhr. Ruijs verder de gebroe-
ders Regout, Baion van Wijnbergen de groot-
industriëel Vlekke, ook dames als de begavfde
Jonkvr. Leonie van Baerle, in één woord,
zoowat allen, die toen in het voorste gelid
stonden der katholieke beweging of voelden,
dat daar eenmaal hun plaïts zou wezen. Allen
begrepen, dat zij bij een nationalen aanval
op het alcohlisme ten minste als belangstellen
den niet mochten ontbreken. D har voor was
het verband dezer volksellende met het
gansche katholieke leven al te duidelijk.
Dat verband is sindsdien niet losser ge
worden. Misschien nog 'n beetje vaster.
Want het alcoholisme hangt ten nauwste
samen met genotzucht en ontucht. En waar
die twee in de laatste jaren zóó ontzettend
zijn toegenomen, dat een man als Professor
Ude de zedeloosheid ten onzent nóg stuiten
der vindt dan in Oostenrijk, dar r is bestrijding
van het alcoholisme zoo actueel als maar iéts
zijn kan. Het woord van Z. H. Pius X :„Onder
de sociale werken is er geen van meer dringen
den raad," geldt dab ook thans zeker niet
minder dan zes jaar geleden.
U vindt dat misschien overdreven, even
als dat ander woord van Pius X, dat „dc
maatschappij door het alcohoüsme bedreigd
wordt in haar gewichtigste belangen," maar....
moet u dan niet naar Den Bosch toe, om de
zaak te onderzoeken Als men dergelijke,
woorden "van hoogstaande mannen verneemt
wanneer men iemand als Kardinaal Mercier
in allen ernst ho<-ct verklaren, dat de alconol
ook nü nog méér verderf aanbrengt dan de
butste gruwelijke oorlog {plus pernicieux que
cette guerre qui decime 1'Europe)dan mag men
niet eenvoudig de schoude- ophalen en glim
lachend doorloopen, maar moet men als de
Barmhartige Samaritaan even stilstaan en
volgens dienzelfden Kardinaal drie dingen
doen examiner, compatir, agir. Onderzoeken
hoe erg de wonde en boe ze te genezen is.
Deernis hebben z'n christelijk hart laten spre
ken en niet zéggen daar hob ik niets mee uit
te staan. Handelende handen uit de mouw
steken en practisch helpen, al kost dat een
offer aan de menschelijke begeerlijkheid.
Het eenigste offer, dat thans van u ge
vraagd wordtisii en 12 Augustus naar
Den Bosch te komen.
Trouwens, uw aardsche loon zal niet uit
blijven.
Congressen zijn inderdaad soms saai en
taai, maar wie dat op die vangSobriëtas zou
toepassen, die kent onze historie niet.
Utrecht, Nijmegen en Roermond het
laatste was wel niet nationaal, maar toch een
Sobriëtss-idnd waren-.alle uiterst gezellig
en Den Bosch zal daarop geen uitzondering
maken.
't Is waar, wij missen de leiding van onzen
éénigen Eere-voorzitter, den man, die So-
bnëtas feitelijk gemaaxt heeft en uitgebouwd,
maar z'n geest is er toch. Wij hebben niet te
vergeefs 20 jaren z'n tengels gevoeld. En dan
hij zelf komt er ook En zoo zijn verschijning
vroeger de troepen xon electriceeren, het zal er
zeker niet minder op geworden zijn, nu hij
bij onterugkomt als de nuchtere bestrijder
en overwinnaar eener .waanzinnige ïevolutie.
Moet ik nog meer zeggen
Wij gaan op naar Den Bosch, de stad der
Lieve Vrouwe, naar onze zuidelijke broeders
en zusters, die zoo gemoedelijk de gastvrij
heid beoefenen kunnen, dat vreemden ter
stond vrienden worden.
Wij gaan op naar die heerlijke oude Sint
Jan, waar we ons zoo één gevoelen met alle
Roomsche geslachten, die ons sinds eeuwen
zijn voorgegaan en waar we Pater Borro-
maeus zullen hooren, ons aller vriend, die
immer het juiste woord weet te spreken, dat
echo's wekt van Roomsche geestdrift, liefde
en blijdschap.
Wij gaan op ter viering van het zilveren
jubilé der Katholieke Drankbestrijding, van
die kleine plant, die vóór 25 jaren in Twent-
schen bodem gepoot, onder Gods milden regen
en zonneschijn uitgroeide tot een breedge-
takten boom, neen, tot een heel plantsoen in
den lusthof van ons katholiek vereenigings-
leven.
Maar dat zijn allemaal bijzaken die niet
beslissend moeten zijn. Hoofdzaak is dat
Sobriëtas te 's-Bosch iets gaat doen wat noo
dig is.
„De wereld in haar voegen
Dreunt van een zwaarder storm dan ooit
haar assen droegen."
zong Schaepman van den strijd, dien de
Islam ontketende tege i het Kruis, maar mag
gerust herhaald worden van den strijd, dien
het moderne heidendom voert tegen den Per
soon en de leer van onzen gezegenden Heiland
en de heele Christelijke beschaving, die daar
op gebouwd is.
De wereld gaat dood aan genotzucht, egoïs
me, zedenbederf. „Zoo God niet tijdig tus-
schenbeide komt, schijnt de ondergang der
menschelijke samenleving nabij te zijn." Dat
heeft Z. H. Benedic.tus XV gezegd in zijn
Vredesencycliek, en men moet wel blind zijn
om dat niet in te zien.
Zeker, redding L nog mogelijk maar toch
niet met halve middelen.
We moeten front maken over de heele linie
van het katholieke leven inwendig en uit
wendig massaal, met volksbewegingen
en zelfverloochening en naastenliefde moeten
daarbij nummer één zijn.
Zonder dat gaat 't niet.
Maar welke beweging verdient dan méér
aanbeveling dan de drankbestrijding, waai
zelfverloochening en naastenliefde scheiing
en inslag zijn Wier succes besliste voorwaar
de is voor een grootsch succes der zedelijkheids-
en stands- en vakbeweging, en waar men een
organi atie heeft van 100.000 mannen en
vrouwen die kant en klaar staan, om op te
trekken voor elke andere katholieke beweging
waarin me i ze lanceeren wii
Gezonde Katholieke Real-politiek vordert,
dat kolossale, in 25 jaren bijeengegaarde kapi
taal niet ongebruikt te laten. Hier ligt een
schat voor het grijpen, die voor al wat goed is
in de eerstvolgende 10 jaren honderdvoudige
vrucht kan voortbrengen.
Zoo mogen dan onze beste mannen en vrou
wen op Woensdag en Donderdag 11 en 12
Augustus op het appèl in Den Bosch niet ont
breken
Ons Doorluchtig Episcopaat zal er in den
geest tegenwoordig zijn. Het heeft het Con
gres Z'n zegen geschonken.
Onze Eerste Minister zal er wezen, cn om
hem heen de oude en jonge garde uit al onze
Kruisverbonden .en Mariavereenigingen.
Ook het Buitenland zal niet mankeeren.
Wij hopen althans er Prof. Ude te zien, den
kloeken Oostenrijkschen kamper tegen drank
zucht en ontucht.
Maar laten nu ook onze binncnlandsche
apostelen, onze werkers en wericsters op welk
katholiek veld ook van openbare actie, niet
schitteien door afwezigheid
Ja, Dames en Heeren, wij gunnen u gaarne
de zoo welverdiende rust, maar na Den Bosch.
Daar zijt U allen noodig. Heel Sobriëtas
verlangt vurig u daar te zien. Niet slechts voor,
zich, maar voor de gansche Katholieke zaak,
voor den triomf van Christus, waaraan zij met
U gaarne haar beste krachten en den invloed
vaji al haar legioenen zou wijden.
'Mag ik sluiten met een bekend woord
Sobriëtas „verwacht, dat iedereen zijn
plicht zal doen."
Dr. ALPH. ARIENS.
ROOKENDE JONGE DAMES.
Ia 't „Tijdschrift voor R.-K. Ouders en
Opvoeders" wordt er in een artikel over
„De opvoeding in verband met den tijd
geest" op aangedrongen dat de ouders er
voor zullen waken, niet door hunne toe
geeflijkheid oorzaak te worden, dat hun
kinderen verkeerde gewoonten van onzen
tijd overnemen.
Het Tijdschrift schrijft o.m.:
„Ik heb hier het oog op de zooge
naamde vrije manier van zich bewe
gen onzer jongelui. Door de sport te
beoefenen b.v. worden onze kinderen
gezond en sterk. Gemakkelijk echter
nemen, vooral onze meisjes, gewoon
ten aan, die haar zeker niet tot eer
strekken. We moeten onze jonge da
mes niet laten opgroeien als halve
jongens, die al het teere en vrouwelij
ke verliezen en er eer in stellen niet
voor jongens onder te doen in li
chaamskracht en vlugheid. Deze soort
van emancipatie zit in de lucht tegen
woordig. En tooh, de vrouw blijft'
vrouw, al doet ze al haar best den
man nabij te streven. Vindt gij zc inte
ressant, de jonge dames, die onver
schillig voor kleeding, ruw en luid
spreken over alles, die roeken als een
jongen en niet meer in 't geheim.
Meer en meer kan men ze tegenwoor
dig in het openbaar waarnemen, do
jonge dames met- de cigaret in den
mond of in de hand, u met 'n noncha-
lanten blik aanziend, om toch vooral
maar den indruk te vestigen, dat 't
niets bizonders voor ha.a.r is. Vroeger,
ze weten het, deden zulks alleen in het
openbaar do vrouwen, die ze zelf ver
achten, doch wier allures ze graag
overnemen. M.i. is dit verschijnsel hier
aan te wijten, dat onze meisjes en jon
gens door de veranderde maatschap
pelijke toestanden veel meer dan vroe
ger met elkaar in aanraking komen
bij studie, arbeid en ontspanning.
Hieraan is niets te veranderen, doch
daarom moeten onze ouders hare doch
ters er van doordringen, dat de wereld-
sehe man heel graag met zulke geë
mancipeerde dames schertst, zich amu
seerden flirt, doch dat hij als vrouw,
als moeder van zijn kinderen, toch veel
meer de vrouwelijke vrouw waardeert.
En onzen aankomenden jongens kan
men het ook niet genoeg inprenten dat
ze in dit opzicht zoo degelijk zijn als
mogelijk is.
Als de jonge man over de andere
sexe begint te denken en te spreken,
dan kan de moeder, die de liefde van
haar jongen kent, de vader, die zijm
vertrouwen bezit, juist in de liefde tot
moeder of zusster een geschikte aanlei
ding vinden hem te leeren, wat er in
de vrouwen te respeeteeren most zija,
in welk opzicht zij gewaardeerd moe
ten worden.
Niet als een sportkameraad een part
ner bij oefeningen in lichaamsvaardig
heid moet hij het aankomend meisje
waardeeren.
Hij moet zich a muse er en met z'n
vrienden, tot de leeftijd komt, dat hij
er rijp voor is de vrouw te beschouweD
als een gezellin van den man, voor
wier bezit hij het over heeft zioh iets
te ontzeggen, geen moeite schroomt,
om haar later te kunnen geven wat
haar toekomt, een vaste rustige plaats
in 't gezin, zonder dat 't noodig blijkt,
dat ze zelf haar aandeel draagt ia het
fourneeren van inkomsten aan het ge
zin."
Duitschland capituleert,
De crisis is voorbij. De Duitsehers heb
ben gesloten de ontwapeningseischen dei-
Entente te teekenen.
Reeds Donderdagavond was het duide
lijk, dat de Duitscrers zich aan de befpa-
lingen der Entente zouden onderwerpen.
In de eerste beraadslaging der Duitsche
delekatie werd echter besloten, toch te
Berlijn het oordeel van de rest van den
ministerraad te vragen. Te Berlijn was
men hevig ontsteld en maakte men ern
stige bezwaren, maar besloot ten slotte
toch de beslissing aan de delegatie over
te laten. Dit stond gelijk met de goedkeu
ring van de onderteekenio g van ret pro
tocol. Daartot werd ook in een nu vol
gende zitting der delegatie met algenree-
ne stemmen besloten.
jtVrÜ naar het Engelsen van A S. §.wan|
Geautoriseerde vertaling
(6
„Ja, Clara, zoo k'unt gij spreken, maar
een moeder denkt er anders over," ant
woordde Lady Eleanor, en ze wrschte
haar oogen af. „Je hebt er eenvoudig
geen idee van hoe hardvochtig en on
gevoelig Arthur is, vooral tegen Geoffrey
„Kom kom, Lady Eleanor", trachtte
Clara te glimlachen, „houd u tödi flink
en wees niet dadelijk zoo heel ongerust
over het lot van een volwassen jongen
man! Alles zal zeker goed terecht kómen
en dat spoediger dan gij denkt".
„Ik geloof het niet, Clara, Maar kun
je nog niet een halven dag blijven? Ik
yind het in deze omstandigheden zoo vree-
sejijk om alleen gelaten te worden. Er
is niemand die mij cenige vriendschap
of sympathie toont ais gij niet hier zijt.
Zelts Bryan's gelaat staat strak' en hard
jKiodra in ,!t oesprek dc naam yan zijn broe
der maar genoemd wordt. Misschien is
hij wel blij dat de crisis die toch een
maal komen pipest, eindelijk uitgebroken
is. Zijti kansen en zijn toekomst worden
nu aanmerkelijk beter".
„Lady Eleanor, u mag niet onbillijk wor
den jegens Bryan," sprak Clara blozend.
„Bryan is boven zulke lage berekeningen
hoog verheven. Ik begrijp uw verdriet,
maar het mag u toch niet onrechtvaardig
maken jegens den anderen zoon."
„Dat is ook zoo, maar je weet niet, wat
ik te verduren heb. Nu, als je bepaald gaan
wilt, moet ik straks maar een wandelrit
gaan maken, want alleen hier blijven is me
bepaald onmogelijk."
Clara bood niet aan Haar te vergezellen,
zofoals ze anders stellig gedaan zou hebben.
Zij snakte er naar alleen en thuis te zijn.
Haar eigen huis scheen haar op het ©ogen
blik het eenige plekje ter wereld, waar ze
zich op haar gemak zou kunnen gevoelen.
Vóórdat ze een oogenbiik later naar haar
kamer ging, om toilet te maken voor haar
rit, voelde ze zich onweerstaanbaar heen
getrokken naar de kamer waar ze dien nacht
een ongelukkige voor een misdaad bewaard
bad. Het tooneel van dien nacht scheen
haar, nu de zonnestralen zoo zacht en
en yriendelijk' naar binnen .vielen, haast
niet meer dan een booze droom, en ze
vroeg zich af, of het gebeurde van dezen
nacht dan toch wel werkelijkheid geweest
was.. t
Ze was niet erg op de hoogte met al
de kostbaarheden, die Mr. Faussit hier
bijeengebracht had, maar het scheen haar
toch toe alsof er in de kast nog iets ont
brak' alsof ze er den afgeloopen nacht
niet geheel in geslaagd was de sporen
van den reeds half uitgevoerden diefstal
te doen verdwijnen. Dat drukte haar, en
ze was blij, toen het oogenbiik van vertrek
kwam en ze de met zulke onaangename
herinneringen vervulde atmosfeer van het
oude huis kon verlaten, voor den helderen
zonneschijn daarbuiten. L
VIJFDE HOOFDSTUK.
JL
Clara kwam volgens belofte ongeveer
twaalf uur thuis en werd door Haar vader
hartelijk verwelkomd.
„Ik hoop dat je pleizierig: uitgeweest
bent, kindje", sprak hij, „ofschoon ik moet
zeggen dat je er minder goed uitziet dan
gisteren."
„Pleizierig was het eigenlijk Tïeeljemaal
niet, papa", antwoordde ze openhartig.
,Om u de waarheid te zeggenyan het
begin tot het einde een allerakeligste
dag geweest."
„Ja, ik had voet bij stuk moeten houden,
en je niet moeten laten gaan. Het is veel
beter geen slapende honden wakker te
maken, en hoe minder wij den eersten
tijd onze oude vrienden op Branethorpe
Hall ontmoeten, hoe beter."
„Ik geloof dat u gelijk hebt", antwoord
de Clara.
„Hoor eens meisje", sprak' de vader
hartelijk, „ik kan mijn nieuwsgierigheid
best bedwingen, maar het zou wellicht goed
voor je zijn, je eens uit te spreken, en
daarom als je me soms wat te vertellen
hebt ik ben klaar om te luisteren."
„Och, eigenlijk valt er niet veel te ver
tellen. Ik ben er immers maar zooi kort
geweest. Geoifrey, is nu voorgoed .weg,"
„Heb je hem nog gezien?"
Clara bloosde, en haar vader die Haar
meende te begrijpen doch integendeel op
een geheel verkeerd spoor was klopte
haar vriendelijk op den schouder. „Beste
kind", sprak hij, „denk niet dat ik je een
verhoor wil afnemen. Je weet dat ik het
meest volledige vertrouwen in je stel. Maar
wat zie je toch akelig bleek. Ik Kad je
niet moeten laten gaan."
„Ik heb sl©chl geslapt wider, na al öe
klachten, die ik van lady Eleanor moest aan-
booren."
„Eén ding toen, Clara. Ik hoop, dat Je
je tegenover Geoffrey heel gereserveerd hebt
gehouden?"
„Zeker, vader," antwoordde ze met een
lichte huivering, want het hinderde haar, dat
ze niet geheel open tegenover haar vader kon
zijn. „We hebben elkaar niet eens de hartd
gedrukt bij bet afscheid."
„Goed zoo kind, het is nu eenmaal niet
anders Geoffrey Faussit heeft alle aanspraken
op den omgang met fatsoenlijke menschel!
verbeurd. Het is een vreeselijke geschiedenis,
die heel licht nóg erger had kunnen afloo-
pen. Maar als hij nu voorgoed weg is, dan is.,
den Hemel zij dank, de zaak daarmee nu
voorgoed afgeloopen. Hebben ze daarginds
nog plannen gemaakt voor zijn toekomst?"
„Hij gaat naar Canada," antwoordde Clara
aarzelend.
„Arm Canada! Al wat hier niet deugen wil
trekt daarheen. Nu, we zullen kopen, dal er
daarginds nog een man van hem groeit.
En nu moeten wa zien, dat we weer wat
kleun op je wangen krijgen. Ik heb op he#
oogenbiik wel tijd voor een uitstapje van
een week of drie. Zullen we naar Nizza gaan
oï naan Cannes, .wat denk je?"
-»SJ? 1 w V
V I
fWordt vervolgd.)