Bo. 15. in, Cos- loenen, Men, «edeponeerd. fi>R. NIEUWS. EN ADVERTENT!BBLAD VOOR NOORD-HÖLLAN'B SCHULD m BOETE .HL) No 160 Maandag 12 Juli 1920 13e Jaargang Wat de Pers zegt BUITENLAND FEUILLETON. profiteer© Varihas telen Skmaar. Bepareeren. t Versohljnt dagelijks Bureau i HOF 9, ALKMAAR. - Telefoon i Kt"*™ ,33" Het keerpunt. de uitsluiting in de bouw vakken. nederland en de uultsqiie kolenleveeingen. Oe Conferentie te Spa. G le lunchroom m steeds ingestaan. |/ijk. )8, Amsterdam. ilf ons pakje Mmê O.— IcHAGEN, N. lï'c-rïi ik kelen. BLA B> Abonnementsprijs! Per kwartaalf 8,—, franco per post f 2.6Qj Met Geïllustreerd Zondagsblad f 0.45 hooger. Advertentieprijs! Van 1—ft regels f 1.25 5 elke regel meer f Reclames per regel f 0.75Rubriek „Vraag en as» bod" by vooruitbetaling per plaatsing f O.SO. -s' Awe olie ebenné's wordt cp senvrsag gratis een polls verstrekt, welke hen verzekert tegen ongeveiien tot een bedrag van f600,—, f 400,t 200,—, (100,—180,ISS,— I IS. j.'i'. .j r——f •Het Bureau voor Statistiek der Gemeente 'Amsterdam publiceert sinds eenige jaren ook de uitkomsten van een driemaande- iijkscli onderzoek naar de uitgaven van ar beidersgezinnen. met daaraan verbonden (berekening van de stijging van de kosten ran bet levensonderhoud sedert 1911. Ofschoon men met statistische cijfers al- did zeer voorzichtig moet zijn en ook op de cijfers van bovenbedoeld bureau in den aanvang wel eens voorbarige conclusies wer den getrokken, kan zulk een statistiek toch zeer leerzaam zijn. vooral wanneer een on derzoek naar een bepaalden toestand regel matig over een langen tijdsduur wordt voort gezet. De vergelijkende kracht der getallen Vint dan daardoor in waarde. -Nu heeft de uitkomst van het jongste on derzoek over de week van 6 Maart tot 3 'April ons onder meerder opzicht bevredi ging gebracht. Indien men n.m. rekening houdt met de levenswijze, zooals die zich tegenwoordig onder den invloed van zekeie verschuivingen ui het gebruik voordoet, dan valt nog eeni- ge stijging van den levensstandaard tus- ,8chen December 1919 en Maart 1920 waar ie nemen. Neemt men echter als grondslag de levens wijze, zooals die in 1911 werd vastgesteid, dan blijkt, dat de tegenwoordige levensstan daard in zulke mate is verbeterd, dat hij in het geheel beschouwd, weder on het peil 'Van vóór den oorlog is gekomen. In onder- Meelen afdalend, blijkt den toestand nog gunstiger. In verhouding tot de verhoogde inkomens is n.m. de huurpijs sinds 1911 wei nig gestegen, zóó weinig. daf in 1911 een twee maal grooter deel van het inkomen aan huur werd besteed dan thans. Dat an- iere deel wordt dan, blijkens het onderzoek, besteed voor voeding en genotmiddelen. Zoo gaf het Amsterdamsche onderzoek aan. dat ,in Maart j.l. in de arbeidersgezinnen veel meer eieren werden gebruikt dan in Decem- ber j.l., ja zelfs aanmerkelijk meer dan in ,1911. Nu kan men zeker niet dankbaar genoeg zijn. wanneer blijkt, dat ia ons land lang zamerhand de normale levensverhouding terugkeert; zelfs zou met groote erkentelijk heid moeten worden vernomen, dat het le. ■venspeil van een zoo belangrijke klasse on zer samenleving als die der handwerkers aan ,het stijgen is. Echter, iedere kant heeft zijn tegenkant en het is goed tijdig op de scha duwzijde van het boven aangegeven ver schijnsel te wijzen. Wij wezen reeds op de gunstige verhou ding der woninghuren tegenover de inkom sten. De huurcommissies wisten huuropdrij- ving van bestaande woningen tot nog toe tegen te gaan. Maar op den duur zal hierin 'Verandering komen. Huurders van nieuwe huizen en bewoners van woningen, gebouwd met Rijkssteun, heb ben het reeds ondervonden, dat de wet van vraag en aanbod haar rechten laat gelden. Geieidelijk-aan zullen de huren gedreven worden naar een hoogte overeenkomend met de sterk in waarde vermeerderde huizen, of ainders gezegd met de waardevermindering van het geld. Een tweede aanwijzing leveren de prijs stijgingen van boler en melk der laatste da gen. De boterprijzen waren de laatste maan den gedaald tot ongeveer 60 pet. boven die van vóór den oorlog, terwijl alle andere eerste levensbehoeften met 100 en meer pro centen zijn gestegen. Gevolg een ongekende toename van het boterverbruik. zóódat het verbruik de productie zeer sterk nadert. In 1919 werd gemiddeld ruim 100.000 K.G. boter meer gebruikt dan in 1916 (het jaar. dat er nog veel O. W. werd gemaakt en er nog geen rantsoeneering was). En in 1920 zal als we op dezen voet door gaan gemiddeld weer 150.000 K.G. meer gebruikt worden dan in 1919. De laatste week van Juni (de vorige maand) werden 1.040.171 K.G. boter ver bruikt en 1.173.231 K.G. geproduceerd. Wanneer men nu bedenkt, dat de Holland- sche boter een graag gevraagd artikel, een bij uitstek geschikt ruilmiddel is. dan volgt daaruit aanstonds, dat de toestand niet nor maal is. Immers, blijft het binnenlandsch gebruik op dezen voet doorgaan, dan "komt er weldra botergebrek in plaats van over schot om uit te voeren. Prijsstijging is dus uitvoer, op straffe van onze welvaart te ver der te verwachten. Hetzelfde zouden wij kunnen aantoonen van de kaas. waarnaar in Duitschland te gen zeer hooge prijzen weer sterke vraag is. En geen Regeering kan zulke prijsstij gingen tegen houden door belemmering van uitvoer, op straffe onze welvaart te ver woesten. Nu wij op een keerpunt van de crisis staan en het leven zijn normalen loop wil hernemen, dienen vrschijnselen als boven aangegeven tot alle lagen der bevolking door te dringen. De distributietijd heeft de meesten onzer op een te sterk rantsoen gesteld; in de ma gere jaren van 1916 tot 1918 hebben wij te kort aan veel noodigs gehad. Een ieder dient er echter voor te waken, dat de thans inge treden vrijheid van gebruik wederom niet voert tot andere abnormaliteiten. „Of we van dieize uitsluiting: veei succes verwachten?" vraagt „Ons Eigendom." Gedachtig het spreekwoord: „Met onwillige honden.zien wij meer heil in import op groente schaal van goede werklieden uit het buitenland niet name uit Duitschland. De regee ring overweegt zulks, naar wij nreenen te weten. Maar de Regeering behoeft hier niet veel te over-wegen, en wat misschien oök veel gemakkelijker voor (haar is ook niet veel te doen. Al leen de pas-beletselen wegnemen, iweJike dezen import thans nagenoeg onmogelijk maken, en wij zijn ear. Want is die baan eenmaal vrij. dan lijken ons de ondernemers in oma bedrijf nog pienter genoeg om te zorgen, dat ze binnen korten tijd in overvloed over geschoolde krachten uit Duitschland kunnen beschikken. Een duizendtal voor Amsterdam, dito voor Rotterdam, dito voor Den Haag, die daar ter plaats© onderbrengen in haastig te bouwen gezaLlenJruiaen, waar ze teweens in d'en kost komenen weg is d© nood aan werkkrachten in het bouwbedrijf, weg ook al het gekanker en gezeur. De Duitscher krijgt hier goed eten, wat hjj in zijin vaderland niet heeft en vrouw en kinderen kan hij in verband met den lagen stand der markenkoers no,g een ruim weekgeld' toezenden. Wij helbben in dien oorlog de pTacihifc- organisatie"*mogen bewonderen van de directie van „Nationala Grondbezit" te 'e-Ga-avenhage, die in ©en ommezien hare gebouwen met eertinrichting, etc. voor de Engelsche krijgsgevangenen deed verrijzen. Wat toen kon verricht worden voor die krijgsgevangenen, kan tihans met heel wat minder moeiten en zorgen geschieden voor de in te voeren Duitsehe gezellen in de bouwbedrij ven." Dus: aangepakt, gecontracteerd: in Duitschland met de gezellen en de Regeering voor een fait accompli geplaatst. Dan komt er nieuw bloed in het bedriiif. en de geest gaat weer de brute kracht ovierheersehen, die nu in blinden wedloop, opgehitst door enkele ziekelijke overspannen theoretici, al les ondersteboven wil werpen tot groot, on berekenbaar maatschappelijk nadeel. De correspondent van cle „N. R. Ct." te Spa bericht, dat tijdens de onderhandelin gen, die Vrijdagmiddag ie Spa gevoerd werden tusschen de vertegenwoordigers der geallieerden eenerzijds en de Duitsehe af gevaardigden anderzijds, inzake de kolen- leveranties van Duitschland. de heer Mille- rand aan de Duitschers verweet, dat zij ko len hadden afgeleverd 0. a. aan Nederland, niettegenstaande een protest van de Com mission des Réparations. „De Fransche Minister-President ver weet hun verder dus heet het het bekende krediet van 200 miliioen gulden bij Nederland te hebben aangevraagd. ,-Hadt gij ons er om verzocht." zoo zeide hij, „dan zouden wij het u ook gaarne verleend hebben en u levensmiddelen heb ben geleverd." Deze uitval moet te Spa levendig op zien hebben gebaard en zal dit wellicht in ons land niet minder doen. „De Tijd" noemt de uitlatingen van den heer Millerand niet erg duidelijk en weet ze niet overeen te brengen met de omstandig heid, dat de Regeering ons herhaaldelijk be treffende den invloed" der Entente op de Duitsehe koienleveranues aan ons land heeft gerustgesteld in de Kamerzittingen van 1 en 2 Juli. „De houding van onze Regeering, zegt het blad, schijnt wel correct te zijn. al blijft het jammer, dat wij de „schriftelijke ver klaring van de „Commission des Répara tions" nooit te zien hebben gekregen, moge het dan zijn, dat zekere égards in acht moesten worden genomen. Maar een duide lijke en meer gedetailleerde regeeringsver klaring schijnt, na hetgeen te Spa ge schiedde, wel gewenscht." „Die wenschelijkheid klemt te meer, daar zekere elementen te Spa bij een gelegen heid als deze niets zullen verzuimen, om Nederland zoovel mogelijk te schaden en bij de Entente-mogendheden kwade kan sen te doen beloopen. Dat Frankrijk achteraf betreurt, niet zelf een Krediet-overeenkomst met Duitsch land te zijn aangegaan, mag niets af doen aan ons belang, om die eenmaal gesloten overeenkomst uitgevoerd le krijgen, ook wat aangaat de kolenleveranties. ten aan zien waarvan de „Commission des Répara tions" ten volle door Nederland schijnt erkend." De dag van Zaterdag is voor heel de wereld een zeer spannende geweest. Het heeft toch maar een haar gescheeld of de Duitsehe gedelegeerden hadden de onder handelingen afgebroken en waren onverrich ter zake huiswaarts gekeerd. Ook nu nog is het zeer onzeker boe de binnenlandsche toestand in Duitschland zich straks ont wikkelen zal. Maar. was het te Soa reeds tot een botsing gekomen en had Duitschland geweigerd verder te gaan. dan zouden de gevolgen niet te overzien zijn geweest. Lloyd George toch heeft met niet minder aan met de bezetting van het Roergebied (Duitscli- land's voornaamste steenkoiengébied) ge dreigd. Het had er dus veel van, dat we op nieuw oorlog gingen voeren, terwijl men te Spa den vredestoestand wilde vastleggen! Het ging over de kolenleveringen door Duitschland waarbij volgens Duiische op vatting Millerand eischen had gesteld, die niet waren na te komen. Tot dit besluit was de Duitsehe delegatie blijkbaar Vrijdagavond gekomen. Men besloot het Zaterdag dian maar op een crisis te laten aankomen, doch zou dan, alvorens onverrichier zake heen te gaan. nog even twee buldoggen op de En tente afsturen. In die stemming begon Zaterdag de con ferentie. Stinnes. de bekende Duiische mijn eigenaar en Hue. de vertegenwoordiger der Duitsehe mijnwerkers hielden beiden op de conferentie een donderrede. Vooral Stinnes was zeer fel. Toch waren de Duitschers zoo diplomatiek vooraf te ver klaren, dat hun deskundigen voor zich. zelf spraken en dat de delegatie hun meening niet onderschreef. Na den Duitschen Minister oimons voer de Stinnes het woord. Deze stond op om, zooals hij het uitdrukte, de afgevaardigden van de tegenpartij vast in de oogen te zien. Delacroix, de voorzitter der conferentie, stond toen op en zeide. dat het vrede is. Stinnes verklaarde, dat de Duiische mij nen tot dusver al het mogelijke gedaan heb ben om de bondgenooten tevreden te stellen. De eischen der entente zouden de opbrengst der mijnen slechts terug laten gaan, daar de pogingen van de Duitsehe mijneigenaars door de militaire voorwaarden van het pro tocol van 9 Juli ten zeerste benadeeld zou den worden. Onlusten zouden niet uit kun nen blijven, welke zouden moeten leiden tot vermindering van de opbrengst, waarvan de bondgenooten weer liet nadeel zouden ondervinden. Stinnes sprak op buitengewoon scherpen toon. niet diplomatiek, maar zoo. dat het in druk maakte. Na Stinnes sprak Hue, die zeide, dat de mijnwerkers door de hongerblokkade hun lichaamskracht hebben ingeboet. Ondanks dat zijn zij bereid meer kolen naar boven te brengen. Zij doen overwerk, doch zijn vastbesloten vast te houden aan den zes urendag. Het kolenvraagstuk is een internationaal probleem dat alleen door internationaal overleg opgelost kan worden. De vertegen woordigers van de Duitsehe mijnarbeiders waren gaarne naar Spa gekomen om daar aan mede te werken, doch de diplomaten rond de groene tafel konden niets beslui ten tegen den wil der arbeiders in. Hij sprak de hoop uit, at de bondgenooten zakelijk werk in commissies mogelijk zouden maken, waardoor het herstel van Europa inderdaad bereikt zou kunnen worden. Hue sprak in eenvoudige, duidelijke taal en heel rustig. Zijn woorden maakien op de conferentie grooten indruk. Vou Simons, de minister van buitenland- sche zaken verklaarde, dat. naast juridische, ook practische bezwaren zich tegen de be sluiten der bondgenooten verzetten. De Duitsehe afvaardiging zou bereid zijn om bepaalde voorstellen nopens het kolenvraag stuk en de schadeloosstelling te doen, ten einde de aanspraken van de tegenstanders zooveel mogelijk tegemoet te komen zonder de bestaansmogelijkheid van Duiischland in gevaar ie brengen. Van Duitsehe zijde was men voornemens met dit doei naast de kolencommissie nog drie commissies in te stellen, voor de finan- cieele. de technische en de economische vraagstukken. Laatstgenoemde commissie dient zich bezig te houden met Duitsch- lands arbeidsverrichtingen en de internatio nale geldvraagstukken in het algemeen. Het kolenvraagstuk is daarvan de hoofdzaak en dat kan niet opgelost worden van Duitsehe zijde zonder overeenstemming met de werk gevers en. werknemers. De ontspanning. De algemeene verwachting was. dat de Entente van geen buigen zou weten en dat het dus 'barsten zou. Miaar des middags gebeurde het onverwachte. Millerand heeft toen een rede gehouden, die overliep van beminnelijkheid. Hij dankte Hue veor zijn gematigde en verstandig© woorden, verder dankt© 'hij Simons dat deze uitdrukkelijk had verklaard niet te maken te hebben met de toespraak van #S tinne®. Hij wilde zich echter ttiiet officieel tot de deskundigen richten omdat deze nie'S de ambtelijke vertegenwoordigers van Duitschland waren, maar tot die ver tegenwoordigers der regeering. Daarop ver- klaarde Millerand dat de gedelegeerden be reid waren de argumenten aan te hooneu tegen haar beslissing in de kolenkwestie en dat zü daarvoor besprekingen tusschen do vakmenschen wilden laten plaats vinden. Deze konden dan onder elkaar d© noodige ■wiizigingen overwegen.. Dan verzekerde hiji, dat de entente geenszins den w ensch had Duitschland te straffen, maar dat zij hoopte, dat die welvaart van dit rijk spoedig weer haar oude hoogte zon hebben bereikt. De entente was zich bewust, dat Duitschland veer Europa niet alleen noodig maar 0ok noodzakelijk was. Het herstel van Dnitschland was een be hoefte voer Europa en daar wilde de Enten te uit alle macht aan meewerken. Millerand sprak de hoop uit, dat de toekomstige be sprekingen tusschen de verschillend© landen van zoo vreedzaam mogelüken aard zouden zijn. en dat het gelukken zou alle punten van wiriiving verwijderd te houden. Vender sprak hij ziin goed© wensohen uit voor de tegen woordige Duitsehe regeering. waarin die landen der entente vertrouwen hadden, en waarmede deze meenden een werk van her stel en vriendschap te kunnen verrichten. Verder hoopte hij nog .dtat de commissi© van deskundigen wel tot overeenstemming zou komen. Er werd medegedeeld dat ze waar schijnlijk Zondagmiddag om half zes haai rapport zou uitbrengen; Llöyd George drong nog in het bijzonder op spoed aan. Daarna nam Simons het woord. Hij siprak in niet minder hartelijke woorden d!an Mil lerand. Hij sprak de hoop uit, dat men er thans reeds toe zou komen om een vast plan op te stellen veor de sommen, die Duitschland betalen moest. Wij moeten weten wat de werkelijke schulden worden. De onzekerheid daaromtrent is niet alleen verderfelijk voor ons. maar voor alle lan den van Europa. Het moet thans mogelijik zijn een jaaa-liitsehe eom te bepalen, die Duitschland moet afdragen en ook (hot ■totale kapitaal. Hij wees er echter op. dat er een element van onzekerheid is, doordat de rijksgren zen nog niet bepaald zijn. Vorder wees hij er op, dal DuitsMand behoefte had aan dfe' hulp van andere landlen, maar hier riep Lloyd George er tussehendoorin diien toe stand verkeeren we allemaal. Simons zei dat Duitschland volstrekt hulp noodig had (Vrij naar het Engelseh van A S. gwanj Geautoriseerde vertaling1 17 „Ik zou wei graag op reis gaan, papa, maar het is een beetje erg van u om Enge land le verlaten vóór de jachttijd gesloten Sis." „Och, die loopt toch haast af, kindlief, en bovendien komt zooiets niet in aanmerking tegenover de zorg voor jou gezondheid La<fy Gresley informeerde gisteren buitengewoon vriendelijk naar je. Ze gaat aanstaanden Maan dag naar Cannes, Zou je zin hebben om met haar mee te reizen ik volg j© dan zoo- Mra ik hier de meest noodige schikkingen 'gemaakt heb." - Clara's gelaat straalde van vreugd©, „'O papa, graag. Lady Gresley is altijd zoo goed voor mij. En kunnen we dan niet haar I11 iiclzelfde holel logeeren?" liet was nu oati Clara's vader om te kleu ren. maar het jonge meisje bemerktp ar niets Tan, „Wij zullen ae gasten zijn van lady Gras- Iey's broeder," antwoordde hij. „Ik gja nu dadelijk schrijven om alles te regelen." „Dan zal ik ook een. klein briefje schrijven aan lady Gresley om haar te bedanken", sprak het meisje opgewekt. Lady Gresley - was de weduwe van een diplomaat in Voor-Indië. Zo had vijftien jaar in het verre Oosten geleefd en was eerst na den dood van haar echtgenoot naar Engeland teruggekeerd. Op ©en afstand van negen mijlen van Feleste had ze een een voudig landhuis gekocht, ©n ze beoefende daar een rustige gastvrijheid, waarvan ieder die haar bemkmelijken eenvoud leerde ken nen, m©t groot genoegen gebruik maakte. Ze was vijf-en-vteertig jaar, maar zag er jonger uit. Haar vermogen was wel niet groot, doch het stelde haar toch in staat onbezorgd te leven. Ze kwam dikwijls te Feleste, en Clara en haar beide broeders bielden spoedig beef veel van haar. rpwee dagen ta» da gebeurtettfeseü op Braruethoirpe Hall kwam ze GLara bezoe ken. De beer Ancrley was niet thuis, maar bet jonge meisje pmtvüng baar allerhar telijkst. „De heb van j0 vjader gehoond dat ie de volgende weefc möt mij mee zepst, kind 's teg» weet m j genoegen ja me daarmea doet. En zou je denken dat je broers in de vacantia ook voor een veertien dagen naar Cannes zouden willon tarnen?" „•Vraagt u het hun maar eens", lachte Clara. „Als papa hun reisgeld wil geven Zijin zie dadelijk van de partij. Maar is het niet een beetje veel gevergd van uw broo diers gastvrijheid?" „Maak je daar niet ongerust over, kind lief. Mijin broer heeft zijn huis tóch aJitijd vol gasten. Het is nu eenmaal te Cannes bijzonder aangenaam, en de meest zwakke en terloopsehe invitatie wordt steeds aan genomen. Als jullie dus niet komt, zouden toch anderen je plaatsen innemen, en mijjn brper heefb jelui verreweg he,t liefst." „AIS het zoo is mogen wijf natuurlijk geen bezwaren meer makietn. "Jammer dat papa er niet is. Eln hij' komt niet voor te gen dien avond thuis ook". «Ik ben om jou gekomen, kindlief", sprak Lady Gresley ernstig. „Je ziet er in het geheel niet goed uit en hebt eenigp weken vacantie Hard popdig, Ik hoor dat die dwaze Geoffrey Ijaussit een dommen streek uitgehaald heeft en dat zijn vader mi besloten is voorgoed die ham- den van hem af te trekken", mQa0 ia ook zoo", hBveatigdje „Waarschijnlijk is hij op het ooganblik reeds op weg naar Canada," „Nu, ik hoop dat je je maar niet meer om dien deugniet bekommeren zult", sprak Lady Gresley met groote bezorgdheid in den toon van haar stem. „Denk maar lie ver eens over Rryan, Dat is een vrij1 wat betere kerel." Clara stond pp. „Neem me niet kwalijk" sprak ze, „ik vergeet heel eh al de thee die u zoo graag drinkt. Hoe laat denkt u Maandag te gaan? Het is wel erg kort en ik heb niet eens behoorlijke klperen voor de Riviera". „Ik wou in Londen den middagtrein ne men. Als het noodig is kun je te Niziza nog wel wat kleeren koopen. Ik heb daar een heel; goedie costumier©, die niet al té duur ist Maar denk er om, dat we daar ginder een heel W us tig eai ongedwongen Leven zullen ledden, en dat je ejr maar een enkelen keer in groot toilet zult ber hoeven te verschijnen Je vader hepft ook rust noodig. Hij; 'heeft me verteld wat er den laats ten tijd al van hem gevergd is, en dat is werkelijk meer dan men met (rie den van een man kan verlangen". „Ja, papa werkt hard, maar hij' is daar bij 'altijd zoo vroolijk dat je er haast niet aan (denkt da' hli aich zou kunnen over werken." Het jonge meisje was diep ge troffen door Lady Gresley's bijzondere bezorgdheid, maar nóg vermoedde ae niet dat daar heel veel verklarend© redenen voor waren. Tioen zie dien avond haar vader van het aangenaam bezoek vertelde dat ae gehad had, knikte hij' bevestigend. „Ik wist er al van", zei hij'. „Ik heb haar op haar terugweg met den auto ont moet, en ik ben een eindweiegs met naar meegereden", „Heeft ze u verteld dat ae Frank |en Denis ook zou uitnoodigen „Ja, dat aei zie", antwoordde naar vader, en voor de eerste maal merkte Olara nu iets bijzonders op in den toon van zijn stern. „Papa, ik geloof dait u buitengewoon ver moeid Zijlt," sprak ae. „Wilt u njet een kalf uurtje gaan liggen om wat' op te knappen?" „O neen, daar lieb ik op het oogen blik üeusch geen behoefte aan", antwoordde hiji met een zenuwachtig lachje, „kom lie ver ©ven op mijin studiekainer, kind. Ik Heb iets met je te bepraten". ÏWordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 1