briek.
tbijtkoek.
DEN HELDER
tot een
d genot
19 P.
eren van
I
gNIo 162
Woensdag 14 Juli 1920
13e Jaargang
ft.ft. MTRtTWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOÓRD~HQLlUNn&
FEUILLETON.
SCHULD EN BOETE
BUITENLAND
ing en
voldoet, is
Omstreken
idniiPki
Verschijnt dagelijks
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon
Openluchttheater te
Valkenburg.
De Comerentie te Spa.
n,
bemalen van
windmolen,
n 2 en 5 P.K.
kap, 2 LAND-
roor Boot en
-Ziekenhui».
1LEND,
V erdronkenoord.
Oosterburgerstr«at.
TnTiwrrvr-A
iS
EREND
12 juli.
4Ss/s
5«
6o
75 Vl»
77%
86 5/u
9*
loo'/l»
6
13V*
's*
15
i^U
58'/i«
mi
831<
1805/a
131
KDttX
■3 )uU*
302V1
397I/4
839l4
23814
376
-93
Ó733/4
86
23S*
'85
535
367V1
564K
399%
'83s/*
304
16711/1»
2IO
225
279^1
250I4
2961/,
38'/j«
'°5
90
8u/ii
'6)4
a o)4
497/S
73/4
io6i/j«
130
IS9.,
1081/
ONS BLA
Abonnement «pril»:
Per kwartaal: f 8,—, franco per post f 2.60}
Met Geillustreerd Zondagsblad f 0.46 hooger.
REDACTIE5©!^ 4S3'
AdvortentCeprlles
Van 1—-6 regels f 1.25 elke regel meer f 056}
Reclames per regel I 0.75Rubriek „Vraag en aas-
bod'1 by vooruitbetaling per plaatsing f 0.60.
wordt op aenvr»aB gratie een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ontvallen tot een bedrag van <600,t 400,-, 200,-, «100,-, <60,--, «36,- MB--
Don Quichot op de bruiloft
van Kamacho. blijspel in
f drie bedrijven door Pieter
Langendijk, „Het Schouw
tooneel".
,,Het Schouw tooneel'1 leeft en streeft
voorwaar onder zeer gelukkig gesternteI
Het ééne succes volgt het andere.
Thans heeft het tooneelgezelsciiapdat
eich dank zij vooral „De Paradijsvloek"-
vertolking in korten tijd een heel bijzon
dere gerenommeerdheid verwierf en dat dus
een naam te behouden en te.verliezen
heeft, alweer een schoon succes aan de reeds
behaalde toegevoegd: in het openlucht
theater te Valkenburg hebben de >,Selioaw-
tooneelërs Zondag, onder begunstiging van
het best denkbare weer: geen regen, geen
zon, geen wind. „Don Quichotgo
zóó. diat het stuk van den 17den eeuwschen
Pieter Langendijk een veel-eisckend 20ste
eeuwsch publiek enthousiast wist te stem
men.
't Was van de .,Sohouwtooneel"-leiding
een gevaarlijke onderneming: een blijspel op
te voeren in de open lucht; en op onzen ver
ren trt-intocht van 's lands noorden naar
's lands zuiden hebben wii er telkens en tel
kens onze gedachten over laten gaan: of
de opvoering van een grappig stuk (want
„Don Quichot" is meer grappigheid dan...
ilb'sped!) im God's grootsche, geweldige na
tuur niet een «rofonaUe van die natuur zou
bii'ken. -u er niet iets stuitends voelbaar
i jc onvermijdelijke botsing van
lïeL kluelitigo met het verhevene.
Vooral nu het openlucht-theater te Val
kenburg zoo geweldig imponeerend brok na
tuur was. en nu we in ,.Don Quichot" iets
zuiver kluchtigs moesten verwachten.
Want dat Pieter Langendijk's „Don
Quichot" een „blijspel zou wezen, gelijk de
affiches en de programma's vermeldden, dat
wilde er bij ons niet in:
„Don Quichot" heeft uiterst weinig van
een blijspel tenzij dan de hekeling van
Renaissance dwaasheden in latiniseeren-
do dichters, tenzii de hekeling van de toen
maals in zwang gekomen Fransclie deftig
heid, tenzii misschien ook de aan de kaak-
stelling van mallotige ridderschap in den
held Don Quichot het spel kenmerkt zich
door een te onvolmaakt gemis aan éénheid
en door een al te luchtige conceptie, dan
dat wij het niet (vooral nu daarin allerlei
kluchtspel-middeltjes zijn aangewend) met
alle recht en reden onder de kluchten zouden
rangschikken.
.,Don Quichot" is hier en daar een dood
gewone „sottemii": de vecht- en vansel-
seènes ontbreken niet, de bespottelijk ge
ëxalteerde typen en de knecht-khiehtmaker
evenmin.
Wat doét dat er echter toe?
W aiaxom zouden we„Don Quichot" niet
als klucht.... aanvaarden?
Dankbaar aanvaarden zelfs!
Niet alleen als een brok Oud-VadeTland-
eche Litteratuur, doch tevens vooral 1
als een geestige en als zoodanig meesterlijke
weergave van een brok volksleven in de
achttiende eeuwl
Voor één ,,Don Quichot" laat het dan
„maar" een kluchtspel wezeu geven wij
graag vijf-en-twintig g-ewiohtig-doende
moderne „blijspelen," of hoe de hedendaag-
sche auteurs hun tooneelproducten believen
te noemen, cadeau!
De gezonde, kostelijke, zuivere humor, de
échte geestigheid, het oer-comiseli effect
men zoekt het tevergeefs in de gecultiveerde
IVrij naar het Engelseh van A. S. §wanj
Geautoriseerde vertaling
i9:
Zij sprak deze woordten cenigszins aar
zelend het was als de echo van iets dat
'al jaren lang in haar hart geleefd had,
sinds den tijd, dat zij als jong meisje eon
bezoek gebracht had aan haar broeder,
ki'ie zijn 1-even wijdde aam die verpleging
der Dondenscke armen
„Dat verbaast mij zeer, kindlief", was
bet antwoord- baars vaders, „'bijna even-
-zeer als wanneer ge mij gezegd badt dat
tre in bet klooster wildet treden."
„O, meen, daar denk ik beelemaal niet
Wer,' 'sprak Clara haastig. „Toch is het
*en mooi leven. AI de zusters zijn er heel
gelukkig in het zich geven aan anderen,
ïf denken geen oogeniblik meer aan zich
^elf".
/.De heer Aneriley begreep dat het hart
Ifijmer dochter dieper gewond was,
ianvi»4-
toonel-litteratuur. ook in kluchtspel-littera
tuur, onzer dagen.
Wij voor ons, wii kunnen afgezien van
eeltige voor onze twintigste-eeuwsche ooren
al te ruwe platheden „smullen" aan een
Langendijksche „Don Quichot", en^ wij
hébben er Zondag aan gesmuld, dank zij de
voortreffelijke, de onverheterlijk-juiste en
sckoone vertolking door ..Het Schouw-
too-neel," o-ndanks de plechtige, do ver
heven, d-e stille stemming, waarin de groot
sche na-tuur-entourage den bezoeker van het
Rotspark-too-neel, ondanks hemzelf brengt.
Want het zii hier geconstateerd, dat. is erg
meegevallen: het pijnlijk contrast, dat wij
meenden te moeten vreezen. het contrast
tussohen klucht-grap en natuur-erns-t
't Was zelfs gelukkig, dat de spelers c.\er
een uitgestrekt en bergachtig tooneel be
schikten zii konden zich thans aan
schouwd d-oor het publiek op zóó groote
afstand,en van elkander bevinden, als naai
ons inzicht gevergd w-ordit door Langendijk 8
kluchtspel, en diit buitenkansje verschaf
ten de rotshoogten, b.v. eenen Don
Quichot, d-at hij daardoor in de gelegenheid
was, meermalen door Don Quiciiotsche
poses buiten het spel om. het comiseh effect
te verhoogen
Maar daarover straks!
Voor wie ,,Dou Quichot" van Pieter Lan
gendijk nie-t kennen, diene. dat het de dra
matische verwerking is van enkele hoofd
stukken uit het beroemde werk „Don
Quichot" van den zestiend-e-eeuwsehen Span
jaard Miguel de Cervantes Saav-edra.
't Is echter geen simpele bewerking, voor
het tooneel, welke Langendijk van Cervan-
te's verhaal, betreffende „Don Quicho-t's"
lotgevallen op de bruiloft van Kamacho
leverde: Langendijk heeft het oorspronke
lijke verbaal geheel in zich opgenomen, in
zijn Hollandschen geest verwerkt, daaraan
verschillende dramatis personae toege
voegd. en ten slotte een eigen schepping
geleverd, waarin hij zijn tijd meesterlijk en
luimig teekende, zóó,, als hij dien Oud-
Hollandschen, ietwat ruwen, maar geaioede-
lijlten, blijgeestigen en voor ons zoo aantrek,
kelij-ken tijd zag met zü.n. oogen:
Kamacho, een rijke en kortelings nog
rijker geworden boer, 'n tamelijk gedegene
reerde type, die veeel houdt van lekker eten,
is verliefd op de edelvrouw Quiteria. de
dochter van den adellijken landman Leon-
tius, en zal dank zij z'n geld, waarvooi
Quiteria's vader het meeste respect meent
te moeten hebben op den dag. waarop het
spel spoelt, met Quiteria, die niets van 'm
hebben moet en integendeel verlangt te
trouwen met den adellijken, doch tamelijk be
rooiden Basilius, in den echt verbonden wor
den.
Maar zoover komt het niet: Quiteria weet
gelegenheid te vinden, Kamacho te ontwij
ken voor een onderhoud met Basilius, die
haar voorstelt samen te vluchten, dit
stuit echter af op haar eerbaarheid en de
maatregelen v-an haar vader, die toevallig
ongezien getuige is van het onderhoud der
gelieven.
Dan verschijnt Don Quichot (de schermer,
in-den-wind) met zijin „schildknaap S-anche
Panche ten tooneele. Don Quichot met zijn
verdwaasd verstand ziet Kamacho voor Rid
der Splandor, Quiteria voor een prinses van
den blo-ede. Vetlasoupe, den kok v-an het
bruiloftsmaal voor een Hottentotschen
Prins en tenslotte alle in het spel begrepe-
nen tezamen voor booze toovenaars aan, die
Quiteria in bun macht hebben en die door
hem, den ridder, moet worden bevrijd.
Allerlei vermakelijke misverstanden zijn
hiervan het gevolg; speelsch-vernuf-tige
woordspelingen zijn scherm g en inslag,
en kluchtig verloopt het spel. waarbij b.v.
dan hij in zijn luchthartigheid gemeend
had1.
„Nu, beste kind', we zullen nog wel eens
zien," s-prak hij met groote hartelijkheid
in den toon van zijn stem. „Ik zal je ge
luk natuurlijk in. geen enkel opzicht in
den weg staan. Op het oogenblik is het
voornaamst© dat je eens voor een poosje
Feleote verlaat om eens ergens rostig in
de zon te liggen. Je hebt me heel, heel
gelukkig gemaakt, liefste, en noch ik
noch lady Grasley zullen dit gemakkelijk
vergeten."
Bij deze woorden sprongen Clara de
tranen in de oogen en ze wendde zich
haastig af, om het haar vader niet te
doen bemerken.
„Ik ga dadelijk aan lady (Presley schrij
ven", sprak ze opgewekt, „en ik zal haar
stellig een beetje beknorren, omdat ze
mij hiervan niets gezegd heeft. Weten dfe
jongens er al iees van?"
„Ik zal ze vandaag nog schrijven. Als
ze het even prettig opvatten als jij, zal
ik niets meer te wensehen hébben."
„Maar pa, waarom zouden ze niett
(Ten slotte hebt gij- toch het recht om te
beslissen over uw eigen levensstaat en
het is stellig waar, dat gij het den laai
de held Don Quichot en zijn .schildknaap"
telkens een pak slaag oploopen. wat Don
Quichot niet verhindert, na afloop van der
gelijke „massages" telkens nog in snoevende
taal te verklaren, d-at ie toch zoo'n gewel
dige ridder is....
Dan weer ziet Don Quichot in Basilius
den meedoogenden koning Arsipanpan, die
hem in zijn nood te hulp is gesneld. en
hij stelt zich dus aan de zijde van Bastilius,
wanneer deze gebruik maakt va-n een Hst om
Quiteria aan Kamacho afhandig te maken,
als Basilius nl. doet. alsof hij zich dood
steekt en quasi-stervend als laatste gunst
verzoekt vóór zijn spoedigen dood nog met
Quiteria te mogen huwen, wat mede op
aansporen va-n den pastoor door Kamacho
goed gevonden wordt, „omdat Basilius
slraks toch dood gaat" en hij dan toch
direkt met de weduwe kan huwen.
Zoodra ziin echter de trouw-woorden niet
uitgesproken, of Basilius vliegt overeind,
om zijn bruid, zijin v-an hem nie-t meer te
scheiden vrouw in de armen te snellen.
Zoodat de bruiloft van Kamacho tenslotte
de bruiloft van.... Basilius wordt!
Uit deze korte weergave van het stuk
blijkt afdoende, dat we 't hier te doen heb
ben met een klucht. echter met een klucht
van de beste soort.
De regisseur heeft liet stuk ook geheel als
klucht opgevat.
Dank zij die juiste opvatting van het stuk
door den knappen artistieken leider Adr. v.
d. Horst en dank zij de voortreffelijke
kluchtspelers, waarover hii blijkens deze uit
voering ia zijn „Sehouwtooneel" beschikt, is
Don Quichot te Valkenburg een mooi suc
ces. zóó, dat wij ons er slechts over mogen
verheugen, dat hier de „stoutheid" begaan
werd een spel van vroolijkheid (zoo geëigend
voor een zomervacantie-pu'bliek!) te geven
in de open lucht.
Ko van Dijk heeft als Kamacho recht op
onze grootste erkentelijkheid: hii levert een
onnavolgbaar komische creatie van Langen
dijk's rijken, epicuristibchen enonbe-
duidenden boer.
Vervólgens Ezerman als Don Quichot:
wij hadden ons geen meer „idealen" Don
Quichot kunnen droomen. comiscli-ridderlijk
en lachwekkend-fier (in de gegeven omstan
digheden) was steeds zijn optreden, zijn pose.
Paul Karsten als Basilius. Stine van der
Gaag als Quiteria. voldeden uitmuntend.
evenals in meer bescheiden rollen P.
Balledun als vader van Quiteria. mevrouw
Tobi—van der Lugt Melsert als de gezellin
van Quiteria, Carel Rijken als vdiend van
Basilius. Pierre Mols ais kok Vetlasoupe. C.
Lageman als de Pastoor (het optreden
van den Pastoor in het klucht-milieu was
absoluut niet hinderlijk; den heer C. Lage
man onze hulde!) en van Warmelo als
meester Jochem. Een afzonderlijk woord van
waardeering voor Joh. Kaart, die ais San
ctie Panche, „schildknaap" van Don Qui
chot. d-e .zotternij'1 ten top wist te voeren,
de logica van het kluchtige tot in het uiter
ste doorvoerde!
Gewagen wij (en slotte nog van de keu
rige, historisch-zui-vere, prachtige aanklee
ding en coslumeering. waaraan geen kosten
of moeiten zijn gespaard.
Het publiek toonde zich voor het gebodene
recht dankbaar en toen de artisten na af
loop van het spel in plaats van achter de
bosschages te verdwijnen ('n aardige gedach
te, herinnerend aan gemoedelijkheid in vroe
ger tijden tusschen publiek en spelers!) tus
schen de rangen van het publiek de breede
trap opstegen, toen werd het applaus tot
een enthousiaste bejubeling.
Wèl verdiend!
Moge „Don Quichot" door velen gezien
gaan worden; het deizen is erg duur
en tóchmen zou daarvoor alleen een
reisje welhaast een vacantie-reisie naar het
eenig-schoone Valkenburg gaan maken.
'n Kleine opmerking: we zijn het „Sehouw
tooneel" erkentelijk voor de fijngevoeligheid,
dat het den hier en daar ruwen en platten
tekst van Langendijk's „Don QuichoE'
kuischte, maarzou nóg niet een en
kel regeltje er uitgewerkt kunnen worden?
L. S.
DE POOLSCH-RUSSISCHE OORLOG.
Volgens oen officieus Pooteeh nieuws
bureau beistaat er voor Warschau g-een ge-
va aT. De bolsjewistische voorhoede staat nog
125 kilometer van de meest oostelijke ves
tingwerken <ïer hoofdstad. 1 och worden
deze -vestingwerken ree-dis versterkt. Moer
dan 10.000 man zij-n hiermee benig.
Uit Warschau wordt daarentegen aan die
„Frankf. Zt.g." gemeld, dat in het noorden
van Wilna d© boJsjewikisohe ruiterij roe-as
is binnen gedrongen. De rood© troepen rijn
over die Wiliia getrokken.
Doehno, aan d© spoorlijn naar Leimberg,
is reeds door d© Russische ruit .ij bezet.
De Russen zetten de beidie operatieve be
wegingen bij Wilna en bij Lem-berg dus
krachtig voort.
De j.Voss Zt'g." verneemt uit Wars-chau,
dat volgens daar o-ntvangen -berichten d-e
oostelijke forten van Bresit-Litovsk doo-r de
bolsjewistische, artillerie worden beschoten.
Berlijnsche bladen ontieeneen aan „den
Kommuniist". bet origaan van die Oekrajien-
soh-e sovet-regeering de vredesvoorwaarden,
die die Russische sovelet-repu-bliek aam Polen
wil stillen. Deze lui-dlen:
lo. Polen doet afstand vain al zijn. aan-
spraken o-p Wilna, Minsk. Grodno-, Chol-m,
Po-leaië. Over de na-tionale toekomst van
deze gebieden zal de sovjet-re-ge-ering be
slissen in. overeenstemmaiing met den wil deT
bevolking.
2o. Het Pooleobe leger zal worden afge
schaft en vervangen door een volksmilitie.
3o. Polen betaalt d© oorlogskosten aan
Rusian-d in industrieproducten en machines.
4o. Over dien rog-eeri-ngsvorm va,n Polen
beslist, binnen één jaar na het onderteeke
nen van den vrede, het Poolsche volk door
volksstemmdiLg. Tot zoolang oefent een
volksregeering het bewihid.
&o. De sov j et-regeer ing laat gedur ende
'12 jaar haar militaire reserves op Poolsch
ge-bied.
6o. De Poolsohe steenkolenmijnen komen
onder coartircde van een door die soyjet-regee-
ring te benoemen commissie.
De sovjet-regeering heeft Ihj'kbaar het
vredesverdrag van Versailles er eens goed
op nagelezen en wil nu de entente bewijzen,
d-ait zij zich ook in staat voelt op enitente-
manieT een vred'e te dictee ren, teekent het
,,Hbld." hierbij aan.
In het Britseh© Lagerhuis is gisteren ge
vraagd of van d'e Sovjet-regeering reeds
antwoord was ontvangen en de heer Be-nor
Law verklaarde daarop, dat- de Sovjet-rogee-
ring de voorwaarden vain de Briteche regee-
rin-g had aanvaard en dat dus overeenstem
ming was bereikt over die beginselen, vol
gens welke over handelsovereenkomsten zal
wo-rden onder-ha-ndeld.
D-e heer Bonar Law bevestigd© eveneens,
dat de Britsche regeering, na ov-erleg en
naar hij meende met goedkeuring van de
geallieerden, aan de Sovjet-regeering voor
stellen heeft gedaan voor een onmiddelljj-
ken wapenstilstand- tusschen Rusland en
Polen, welke dam zou worden gevo-lgd door
een vredesconferentie tusschen Rusland en
de rand-staten.
Dr. Simoua oyer de -ontwape
ning van Duitschland.
De correspondent van de „Intransi^eant"
heeft een onderhoud gehad met dr. Simons,
-die hem heeft verklaard dat d-e beslissing
der geallieerden in zake de demobilisatie
onuitvoeibaar is.
De toekomst zal dit zelf den geallieerd-en
toonen.
Wij kunnen niet zonder gewelddadige mid
delen ontwapenen, zeide Sim-ons. De mannen
door ons belast gewap-ender hand hun wa
penbroeders te demobiliseeren. zouden zelf
gedemobiliseerd zijn. De geallieerden zullen
duidelijk inzien welke fout ze hebben begaan
door ons te verplichten het contingent Rijks-
weertroepen te verminderen. Wij hebben geen
zwarte troep-en. We zullen trachten onze ver
plichtingen na te komen, maar het staat voor
mij absoluut vast. dat van ons een onmoge
lijkheid wo-r-dt geëischt.
Verder toond-e Simons zich tevreden over
de resultaten op de conferentie i-ereikt.
Zij zijn uiisteken-d voor ons, zei-de hij, na
Vej^ailles hadden wii niet zooveel kunneu
verwachten. Ik vlei mij den geallieerden eenig
vertrouwen te hebben ingeboezemd. We heb
ben met de benoeming van vier commissies
even zoovele successen verkregen. De eersle
voor d-e kolende tweede ter bestudeering van
het herstel -der verwoeste gebieden: de derde
voor de levering der indust-rieele producten,
de vierde voor de schadeloosstellingien.
Wat de kolen betreft moet d-e Fransche in
dustrie op denzelfden voet als de Duitsclie
worden behandeld. België is reeds welvarend
genoeg.
De a.s. finiaiicieelc conferentie.
Op die bijeenkomst gisteren van den-
Raad van den Volkenbond verklaarde de
heer Balfour, dat' de raad de meded-eelingen
had gehoord van de heeren Leon Bourgeois
en Delacroix over de schikkingen gemlaakt
voor de financieele conferentie tee Brussel op
23 Juli. De heer Delacroix was gemachtigd
aan Duitschland een uitnood-iging te zenden,
zoo-dra hii bericht had over de te Spa geno
men beslissingen ten aanzien van de vast
stelling van de door Duitschland te betalen
schadeloosstelling en de wijze van betaling.
De eischon van België.
De „Soir" meent te weten, dat België, be.
halve 8 pCt. en volledige erkenning van zijn
recht van prioriteit, een vrij redelijk aandeel
krijgt van alles wat de geallieerden te wach
ten hebben van Oostenrijk. Hongarije en Bul
garije -aan geld, grondstoffen en goederen.
De eischen van Roemenië.
De correspondent van de Libre Belgique"
te Spa meldt dat de koning van-Roemenie aan
de heer Delacroix als voorzitter der conferen
tie een protest heeft gezonden tegen het aan
deel van 1 pc. aan Doemenië toegewezen bij
de verdeeling der Duitsche schadevergoeding.
Een incident.
De „Etoile beige" meldt uit Spa, dat
Maandag tegen 11 uur 's avonds de corres
pondent van het Wolff-bureau zich in een
café bevond in gezelschap van den Duitschen
oud-minister vn koloniën Dernburg. Daar zij
Duiisch spraken protesteerden de andere be
zoekers en een Belgisch officier, die reeds aan
den vertegenwoordiger van het Wolff-bureau
had gevraagd niet in het café te komen, ver
zocht hem heen te gaan. Eenige bezoekers be.
moeiden zich met het geval; de Duitsche.
journalist kreeg een slag met een wandel
stok.
De correspondent van 't „Hbl." schrijft,
dat ld it incident blijkbaar is uitgelokt
door overdreven patriotisme van enkele
Belgische burgers en officieren lanciers
die zich naar het schjijnt geërgerd heb-
sten tijd heel eenzaam hebt gehad. Ik sta
er voor in dat Frank en Denis u in het
geheel niet zullen teleurstellen."
Terwijl ze dit zei, had ze zich al voor
genomen, om zelf hun een paar regels
te schrijven, dat ze de med-edeeling van
vaders plannen met groote hartelijkheid
eu sympathie moesten begroeten, evenals
zij zelf. Ze wist wel, dat het eenige wat
de broers in deze zaak wellicht minder
aangenaam stemmen kon, de gedachte
was, dat zij, hun zuster, door de verschij
ning van een nieuwe vrouw des huiz.s,
wellicht wat op den achtergrond zou ge
raken.
Deze dag, die met zooveel moeilijkhe
den begonnen was, kreeg d-us een geluk
kig einde en Clara ging vermoeid maar
opgewekt naar bed en sliep den droo-m-
loozen slaap van een onschuldige na
tuur.
Den volgenden dag ging haar vader al
vroeg naar D-urham om lady Gresley te
bezoeken en Glara liet haar poneywagen
tje voorkomen om naar Branethorpe te
rijden. Opzettelijk vermeed zij de scha
duwrijke laan, die haar langs den aan-
genaamaten kant Branethorpe Hall zou
den tóbben doen naderen^, ae hield den
gr-ooten weg, die langs leelijke, kleine
dorpen voerde, waar de huizen in eento
nige rijen naast elkander stonden, met
geen andere afwisseling, dan de reusach
tige stapels kolen en met al de zwarte
somberheid, die nu eenmaal onafscheide
lijk is aan de groote kolemmijnenindn-
strie.
Het leelijkste dorp in den omtrek was
wel Catley, dat ongeveer een kwartier
van de Branethorpe-schachten verwijderd
lag. Het bestond uit één lange straat
met een haast oneindig aantal kleine
huisjes, een paar winkeltjes van haast
onbeschrijflijk uitzicht, twee kleine ka
pellen van rooden steen, een school en
verscheidene herbergen. Sommige der
huisjes zagen er beter uit dan de andere;
deze waren vaa schooine -gordijnen en
aardige vensters voorzien en zelfs was
hier en daar een zwakke poging gedaan
om er een tuin aan te leggen. Het meest
op een' gezellig en aangenaam verblijf
leek ongetwijfeld de woning van Aaron
Fletcher.
Clara keek er met heel veel belang
stelling naar.
Juist, toen zij de deur naderde kwam er
een jonge vrouw, die hij den ingang van
de deur stond, haastig het tuinpad op.
alsof ze Clara wilde spreken.
Deze aarzelde een oogenblik, want ze
kende het meisje in het geheel niet, maai
er was in het optreden van dit arbeiders
kind iets zóó vertronwvols en zoo naief-
om-kulp-vragends, dat 't haar diep trof.
Ze leek ongeveer drie en twintig en ze
was netjes gekleed een donkerblauwe
japon, een held-er wit kraagje, en een
zwart zijden schortje, dat alles stond haar
uitmuntend. Zoo te zien leek ze wel de
kamenier eener deftige dame en ze maak
te een indruk van netheid en orde, die
iedereen bevallen moest. De aangename
uitdrukking van haar gelaat en haar fij
ne trekken troffen Clara, Ze hield de ten
gels in en zag het meisje vriendelijk
aan.
„Wenseht u mij te spreken," vroeg ze.
„Ja miss, U bent miss Anerley van Fel
eote, nietwaar?"
„Zoo heet ik, ja en ut"
„Mijn naam is Annie Fletcher. Mijn va
der is meesterknecht in mijn n-o. 3 te Bra
nethorpe)
D
(Wordt vervolgd)