R.K. 'NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND Het Zwaneneiland <No 125 Dinsdag 14 September 1920 13e Jaargang Wat de Pers zegt BUITENLAND - EHl JLLLETON. ABONNEMENTSPRIJS Bureau; HOF 6, ALKMAAR- - Teleüoon: REDACTIE 033. ADVERTENTIEPRIJS s Opleiding tot vrouw. ONS PER KWARTAAL: f2.—, FRANCO PER POST f 2.50 MET OE1LLUSTREERD ZONDAOSBLAD f 0.50 HOOOER. VerschÊjnl dagelijks. ADMINISTRATIE 433. VAN 1-5 REOELS f 1.25; ELKE REGEL MEER f 0.25} RECLAMES PER REGEL f 0.75; RUBRIEK „VRAAG EN AANBOD" BIJ VOORUITBETALING PER PLAATSING f0.60 Aan alle abonné's wordt op aanvraag gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van t 500.—, f 4G0. -f 200. f 100 f 60 - 35. f 15. Het is dikwijls tot zelfs in' eigen kring gelaakt, dat de Katholieke lei ders van het onderwijs zoo strenge te genstanders van coëducatie waren, dat is, dat zij over het algemeen vasthielden aan afzonderlijke scholen voor jongens en ivoor meisjes. Vooral in de laatste tientallen van jai- jsen, was een sterke toeloop van vrou welijke leerlingen naar de middelbare ach o hm, H. B. S. en Gymnasium, waar te nemen, gepaard gaande met de groo- Ïïre neiging en de grootere noedzake- jkheid voor de vrouw om zich een zelf standige levenspositie te scheppen. Sin juist tegen gemengde opvoeding op die middelbare scholen was in Roomsche krin gen afkeer en verzet waai' te nemen. Dat heet dan natuurlijk niet modern, reactionair, preutsch, niet op de hoogte S'an zijn tijd enz. Een eenvoudig bericht in de bladen dezer dagen bracht ons weer eens voor de zooveelste maal tot de overtuiging, dat, wie niet aanstonds met don waan Van den dag meeloopt, maar vast houdt .aan welgevormde beginselen, op den duur ftltijd gelijk krijgt, eigenlijk de meest tooderne meniseh van zijn tijd is. Er bestaat in ons land een vereeniging tot bevordering van het onderwijs in kin derverzorging en opvoeding. De afdeeluig Rotterdam d ier vereeniging heeft in haar Btatuten als doei van haar streven opge komen: te bevorderen, dat hij het onderwijs rekening worde gehouden met de behoefte pan kennis van gezondheidsleer van de |eugd, en b. dat bij het onderwijs van de vrouwe- Sijke jeugd rekening worde gehouden met tennis en kundigheden, die in het bij dSonder vo.or de vrouw vau be-teekenis zijn. En nu wilde het bestuur wel eens we tten, in hoever het onderwijs in de Maas stad aan dat doel beantwoordde. liet zond 'daartoe aan de hoofden van scho len voor voortgezet en meer uitgebreid lager onderwijs, aan de directeuren en directrices van scholen voor nijverheidsr onderwijs aan meisjes, middelbare scho- 'en; gymnasia enz. een vragentij at en con strueerde uit de ingekomen antwoorden een achttal stellingen, dis een bedroe vend resultaat van de vorming onzer .vrouwelijke schooljeugd na het twaalfde j'aar laten zien. Diie stellingen n.m. luiden: 1 1. Een zeer klein aantal meisjes ont vangt nog na den twaalfjarigen leeftijd een vorming op scholen, waarvan voor haarzelve, haar gezin en de maatschap pij invloed ten goede is te verwachten; 2. De opleiding aan clie scholen voor oudere meisjes is óf eenzijdig vrouwelijk, omdat zij voor het allergrootste deel in handen is van leerareasen, óf overwegend mannelijk; omdat bijna uitsluitend leer aren les geven; 3. De vorming is eenzijdig intellec tueel. Het onderwijs in gymnastiek wordt óf niet gegeven, óf komt niet geheel tot zij n recht 4. De leerlingen onzer gemengde mid' delbare scholen krijgen geen les in eenig vak van vrouwe Ljke vaardigheden; voor de andere is dikwerf dat ondierwijs, nog vetl te schooLsch; 5. Onderwijs in koken enz., wordt aan geen enkele school gegeven dan aan een pi'.,d,r, betrokken bij het nij verheidsonder,- 'n,.s voor meisjes; Op die nijverheidsscholen is geen tijd of een klein aantal uren uitgetrokken Voor het algemeen vormend onderwijs; 7,. Hygiëne wordt bijna nergens aan de meisjes onderwezen; 8. Op een paar scholen slechts en dan. neg terloops wordt belangstelling gewekt voor maaisohappel jke vraagstukken, waarvoor normale meisjes belangstelling kunnen en mogen hebben. iVvat blijkt hieruit? Dat er van de op voeding van het meisje tot vrouw op school weinig of niets terecht komt; dat de gulden regel van den ouden wijsgeer: „niet voor de school, maar voor het le ven, lee-ren wij," voor onzen tijd niet schijnt geschreven te zijn. Eigenlijk was deze enquête overbodig. Wij weten het allen immers wel, dat de eenige eisch, welke aan de middelbare scholen gesteld wordt, deze is: den eer- ling, oo-v het meisje, af te richten voor een dipl ma, waarmede zij óf wel naar de Universiteit kan óf wel een betrek king op een handelskantoor kan krijgen. koo'n diploma is natuurlijk voor jon gen en meisje gelijk; dus. heeft men ook geen gelegenheid om met de vorming van het (mei-sje tot vrouw, met bijzondere vrou welijke eigenschappen, aanleg, gemoeds leven enz. rekening te houden. Wat een en ander nu met den aanloop van onze beschouwing te maken heeft? Dit: dat zij, dia altijd in beginsel tegen gemengde opvoeding waren, althans de grondstof ivoor verbetering hebben vast gehouden. iZcolang men zelfs in begin- seL ide noodzakelijkheid niet erkent van afzonderlijk onderwijs voor jongens en mei?lies, gat van een meer vrouwelijke vorming der vrouwelijke jeugd na het twaalfde jaar niets terecht komen. Maar ook practisch he ft men in onze kringen ai heeL wat meer bereikt, oan de uitslag van bovenvermelde enquête zou doen vermoeden, Wanneer het onderzoek b.v. ook eens tot onze Patronaten voor meisjes werd uitgestrekt, zou men tot heel andere, resultaten komen. Alles bijeengenomen geeft inmiddels he i.otteirciamsebe verslag ©en treurig beeld van onzen tijd. In deze eeuw van verlichting, de eeuw van het kind, in een tijd waarin het meer dan ooit noodig is menschen met karakter, menschen uit- é'ón-stuk te kweeken, te vernemen, dat heel hot uitgebreid lager en middelbaar onderwijs aan de vrouwelijke jeugd zijn eigenlijke doel mist n.m. te vormen voor het leven. Bij de vele reorganisatieplannen van het onderwijs, die in dc lucht hangen, mag hieraan vcoia.l wel de aandacht wor den gewijd. DE OVEREENKOMST MET DU1TSCH- LAND. Naar aanleiding van het bericht, dat h'et cred-ietverdrag. tusschen Nederland en Duitschland gesloter. door de Nederla,nd- sche regeering nog niet is geratificeerd verzekert de „N. R. Courant," ctat dit komt doordat de Duitsche regeering de onze tot op dit oogenblik niet in staat gesteld heeft het te ratifioeeren. In een. hoofdartikel, getiteld: Duitsche trouw, laat het blad een scherp licht vallen op Duitschland's houding in dece voor beide land-en zoo belangrijke zaak. „Ofschoon de Duitschers, naar men zoo zeggen zou, de voornaamste be langhebbenden zijn bij dit verdrag, leg gen zij volstrekt niet gelijke haast aan den dag om de overeenkomst te vol trekken, als onze regeering in zoo ver wonderlijke mate heeft getoond bij de parlementaire, behandeling. Eenigen tiid geleden reeds hebben wij aan Duitsche zijde verschijnselen waar genomen, die erop vvozen, dat men daar niet haastig gestemd was. Het komt ons thans geweusckt voor. hierop de aandacht te vestigen. De lezer weet, ölat wii nooit bewonderaars geweest ziin van dit verdTag. Nu het echter doorgedreven is, gaat het niet aan, om redenen, die geheel buiten de overeen komst liggen, de ratificatie te chica- neeren. Tracht de Duitsche regeeriug dit. niet te doen? Wil Duitschland op het oogenblik nog wel door ons geholpen worden? vraagt de „N. R. Gt," „Hel Duitsche keizerrijk heeft ons stee-da, ook nog tijdens den oorlog, zeel uit de hoogte behandeld. Het heeft in dertijd wetten ever Rijntollen gemaakt alsof geen verdrag met Nederland be stond. Het voerde tegenover onze vee invoer een protectiepolitiek. met mid delen, waarbij goede trouw ver te zoeken was. De herinneringen uit den oorlogstijd zijn nog verseh. Wii hoeven slechts aan het willekeurig nietig ver klaren van contracten te herinneren. Wii hadden gehoopt, dat het thans anders zou ziin geworden, maar het volk der republiek heeft ons verder teleurstellingen gebracht. Contracten in marken afgesloten werden vernie tigd, en een hooger bedrag in guldens werd geëiseht. Toen het getii kenterde, -werden d-e contracten in guldens ge- sloten weer niet erkend. Zelfs van Duitsche zijde heeft men toegegeven, dat daarbü vaak misbruik is gemaakt van de omstandigheden. De beleende anededeelingen. door mi nister Simo,ns -aan een onzer medewer kers te Spa ;ge.d'aan, getuigden van een eigenaardige minachting voor een ver drag dat Duitschland zelf gewenscht en gesloten hfid op een wijze, die het volkomen verantwoordelijk er voor maakte en waarvan bovendien de rijks kanselier lat-er de vervulbaarheid ineen merkwaardig schrijven erkende. Het is ons heaend, dat onze regeering een voortdurendan strijd te voeren heeft, om te bereiken, d-at Duitschland ziin verplichtingen nakomt. Zij heeft soms meer zorgen gehad met de kolen- leverantie, ten-gevolge van volkomen willekeurige handelingen der Duitsche regeering, d-an zij terwille van den lieven vredle heeft wil-len openbaar maken. Fatsoenlijke, en hun land en het onze welgeainde Duitschers zien met toenemende ongerustheid, hoe het vertrouwen, dat hier nog in Duitsch land bestaat, stelselmatig verder schijnt te worden ondermijnd. Vindt men thans in Duitschland, nadat men het credietverdrag gesloten heeft, het zaakje misschien reeds min der goed geworden Ziin er Duitschers, die het tractaat overbodig zij-n gaan achten, nu er op de. aan de Entente geleverde, steenkool oredieten worden verleend, of die hoop koes-teren op een zaakje met Amerdkaansche financiers en die daarom het verdrag me-t ons weer in den steek willen laten? Er schiinen zonderlinge stroo-mingen te Berliin aan den gang." Niet terwille van. het verdrag interesseert het Rott-erdamsche blad het antwoord op deze vraag, maar tor-wille van den goeden tiouw. ,,Ook wii zullen woldra aan de onder handelingen te Brussel gaan deelne men. De zorg voor Duitschland zal daarbii een belangrijke rol spelen. De onderhandelaars moeten weten, wat een afspraak met Duitschland waard is." Het blad besluit aldus! „Het is noodzakelijk, voorzichtig te worden, Wii gaan naar Brussel, om te onderhandelen met een staat, die zijn moreel en politiek evenwicht blijkbaar nog niet voldoende heeft teruggevonden om te beseffen, dat chicaneeren en het ontwijken van verplichtingen nu, ziin eigen levensbelangen schaden." DE POOLSCH-RÜSSISCHE G0RL0G, Van het front. H-ot Pc-o-Lsche legerbericht van 11 dezer luidt: De vijand herhaaldle zijn aanvallen Aan het overige gedeelte van het front en op liet zuidelijk gedeelte van het fronit, die echter voor hem bloedig werd afgeslagen, bij Bresrt-Liitowsk kwamen oozie troepen al vechtend vooruit en bereikten d-e linie aan de Osipowoa-rivier. Aanvallen van het ï-oodle leger op hot spoorwegstation Sh-abinlca werden onder zware verliezen voor den vijand afgeslagen. Aan -li-et overige gedeelte van het front plaatselijke gevechten en levendige verken ning. Uitstel vertrek der Poolsche gedelegeerden. D.e Pool-sohe delegatie heeft haar vertrek naar Riga moeten uitstellen wegens de mooiliikhe-den van het transport over zee. De regeering heeft zich tot de Entente-autori teiten gewend om het vertrek der delegaie, d'at waarschijnlijk Woensdag zal plaats heb ben. te v-ergem-akkeliiken en te bespoedigen. Polen en Littauen. Volgens'een bercht uit Kof no hebben do Polen in de richting van Soewaliki troepen geconcentreerd en zijn nieuwe aanvallen op de Lithausche troepen begonnen. Eveneens ziin nieuwe aanvallen ot> de Lithausche stel lingen 'bii Qramasy en het front bij Mariain- pol gedaan. Tot nu toe werden de aanvallen afgeslagen. BELANGRIJKE VERKLARINGEN VAN MILLERAND. Na de beëindiging van de eerste conferentie met Giolitti, heeft Millerand achtereenvolgens Itaiiaansche, Eugelsche, Amerikaansche en Frar,- sche journalisten ontvangen, wien hij de vol gende verklaringen deed. Onze gesprekken werden op een zeer hartelij- ken en vertrouwelijk'en toon gevoerd. Wij waren het natuurlijk er over eens, dat overeenstemming tusschen Italië, Engeland en Frankrijk onmis baar is, niet alleen in het belang van de drie verbonden mogendheden, maar vooral ook voor de handhaving van den wereldvrede. Het is dui delijk en het behoeft geen nader betoog, dat een einde moet worden gemaakt aan den oorlog. Daarom rieden wij Polen gematigdheid aan, wei- Ken raad Polen geneigd schijnt op te volgen. Ook moet het verdrag "van Versailles worden toegepast, evengoed als dat van St. Germain en alle andere, want zij vormen een geheel, het eene kan niet onuitgevoerd blijven zonder dat de an deren daardoor worden getroffen. Ik ben het in dit opzicht volkomen eens met het standpunt, te Luzern ingenomen; zij moeten met gematigd heid worden nageleefd door de overwinnaars, maar tevens met loyauteit door de overwonne nen. De resultaten van de hervatting der handels betrekkingen tusschen Italië en Sovjet-Rusland spreken duidelijke taal: 4000 ton graan van sleohte kwaliteit werden in het geheel geleverd aan onze vrienden te Rome. Bovendien ben ik er lang niet zeker van, dat de sovjettistische handelsagenten, waar zij werden toegelaten, niet een geheel andere zaak behartigden (dan alleen het aanknoopen van handelsbetrekkingen). Het eenige artikel, dat Sovjet-Rusland kan uitvoe ren, schijnt wel zijn propaganda. En dat is e'en artikel, waarvan ik den invoer in Frankrijk niet wensch te begunstigen. Verder hielden wij ons bezig met de regeling van andere hangende kwesties, inzonderheid die van de Adriatische Zee. Daarin is onze positie -duidelijk omlijnd. Engeland en Frankrijk te San Remo-, hebben nadrukkelijk erop gewezen, dat noch Engeland, noch Frankrijk het recht heeft van de twee betrokken partijen de regeling over te nemen van de kwestie, die hen geschei den houdt. Wij kunnen en moeten echter pogi gen doen, om onze Itaiiaansche en Zuid-Slavi sche vrienden te overtuigen, dat de belangen van hun eigen landen en van de wereld gemoeid zijn met een zoo spoedig mogelijke regeling, in een geest van gematigdheid en billijkheid, van dit reeds te lang hangen-de geschil. Ook zijn wij het er over eens, dat het beste middel om te doen zien, dat een nauwe entente moet bestaan tusschen Frankrijk en Italië, is deze te verwe zenlijken door concrete verdragen en zoodoende te bewijzen, dat de overeenstemming tusschen beide mogendheden volkomen is. Reeds het verdrag van Turijn van 1917 mach tigde Italië tot 'uitvoeren, tot een waarde van meer dan een milliard. Onder het mmisterie- Orlando werd een conventie geteekend, waarbij de emigreerende Italianen voor de wet gelijk werden gesteld met Franschen, welke overeen komst een voorbeeld is van een liberale regeling. De twee regeeringen zijn nu besloten in deze richting voort te gaan. De plannen van Giolitti komen overeen met de mijne; wij willen beiden aldus handelen, 0111 door daden den wensch van beide volken naar eenheid te doen uitkomen. Aangaande de conferentie te Genève verklaar de Millerand: Tot deze bijeenkomst werd be sloten te Spa op 7 Juli 1.1. en nochtans werd zij tot dusver niet gehouden. Ook thans nog is he' onmogelijk uit practisohe overwegingen, haar te doen plaats vinden vóór de financieele confe rentie te Brussel op 24 September. Aan den an deren kant hebben België en Frankrijk gewezen op het belang, dat zij zouden hebben bij eet hervatting door de commissie van herstel van haar taak om de kwesties te bestudeeren, waar na de regeeringen zouden moeten uitmaken, wat zij te doen hebben. Giolitti verzette zich in geen enkel opzicht tegen deze zienswijze. I11 uitsluitend economisch opzicht werd van Itaiiaansche zijde de kwestie van de verdediging van de Duitsche schepen en de levering van phosphaten door Frankrijk ter tafel gebracht; door Frankrijk de kwestie van de Lombardi sche spoorwegen te regelen vslgens het verdrag van 1919- Ook over die vraagstukken bleek eer zelfde opvatting te bestaan. DE TOESTAND IN IERLAND. Betoogingen. Tienduizend ueusonon woonden Zondag de betooging bij te Glasgow in verband met den Ienschen toestand. De sprekers be klaagden er zich bitter over dat d-e Britsche arbeiders er niet in geslaagd waren een flinke houding aan te nemen betreffende Ierland, zooals zij het hadden gedaan ten opzichte der munitie voor Polen. Een der gelijke demonstratie werd ook gehouden te Southward, in het Zuiden van Londen. Politie-be wapen ing. De bewapening -der lersche rijkspolitie met het laatste modelgeweer en krachtige revolvers gaat nu zéér vlug. Een deel van het nieuwe bewapenings-plan is het verstet ken van stalen borstplaten voor politie mannen, die een gevaarlijke taak hebben te vervullen; die platen worden gedragen onder de uniformjassen. De mannen in de kazernes worlen thans voorzien van stalen „over-alls", te gebruiken in geval een aan val op de kazernes wordt gedaan. - *1 ,Vru naar het Fransch van L. Luault. 16'. Inderdaad in die oogenblikken, dat hun lokken zioh eom3 vermeng den, waren zij, heiden ueeri.jic schoon, met hun stralends blikken, hun frissr'ie, ha'f re- opende lippen en de bevalligheid hunner Qou- ding. Wel is waar was herman bleek, o:... r zijn trekken hadden niet dat vale, 't welk op den eersten aanblik aan ziekte denken doet, 1e wijl ook tén opzichte van Wilhelmina, al leen h^is eherpe oog van een ervaren arts, Zich niet doo-r haar oojenschijnlijk gezonde ■tinl zou laten misleiden. Hoe langer zij na dachten, des te meer begonnen zij' in hun binnenste de akefjSe mededeelingen van dok te- Snvarus e'n majoor Ornulf in twijfel te tie hen, tót zij le1 laalslé alles vergaten, om zich bijna jelakkig tc gevoelen. T en Herman de stukken van den gehrokcp .•'e 1 ede heli: rlijk aan elkaar gespijkerd *1 pkonde .1 had, gaf hij hem vroolijk feci end aan Wilhelmina „Waarlijk, gij zult moeten erkennen, me juffrouw, dat ik daa-r een meesterstuk lever de, en hulde brengen aan mijn ver);uft." „Ik breng daar gaarne hulde aan en ben er dankbaar voor," hernam het jónge meisje. „Niets belet mij nu op mijn gemak de terug reis aan te nemen." „Nu reeds," hernam Herman met schrik. „Als dat ftel geval is, moet ik u verklaren, dat m'n werk nog veel beter had kunnejn zijn ik zal het u toonen." „Ik dank u zeer, mijnheer, mijns inziens kan het niet beter gedaan worden." Onder deze woorden nam zij snel de riem en legde hem zoover mogelijk buiten zijn be reik. Maar of zij hierbij wat te veel van haar krachten had gevergd, of dat die avondlucht en de nevel haar bevingen, zij kreeg e^ps- klaps een hevige hoestbui. Herman zuchtte en werd treurig gestemd. Eensklaps legde bij de hand op het hart, als gevoelde hij naar hevige pijn. Nu schrok Wilhelmina op haar Leurt en zeide: „Ilebt gij pijn? het komt mij voor, dat gij onwel werdt." „Wel neen, stellig niet," zeide hij. ,Maar gij," vrceg hij merkba 1. ongerust, „gij ziel er -zelf uit alsof gij niet wel zijt." „Integendeel, ik heb mij nog nooit zoo we) keyonden als. u'v." „Des le beier ,vvant zooals gij mij zelf ge zegd hebt, moet gij u uithoofde van uw leer gesteld zeer in acht nemen." „Nu, dat is waar, maar ik heb hierin mis schien wel wat overdreven, en waarlijk, ik zou mij zeer gelukkig achten, als degenen, in wie ik belang stel, zich in een even goeden gezondheidstoestand mochten verheugen." Zij slaakten een diepe zucht. „Wat mij betreft," zeide Herman, „ik be treur hel dikwijls, dal de goede God mij met de gezondheid en levenskracht, die Hij mij gaf, riiel levens do macht schonk, daarvan een deel af fe slaan ten behoeve van een wezen, dat in dit opzicht minder door Henj is begunstigd." Daarna wendden beiden liupi blikken van elkaar af, als wilden zij de verschillende licht effecten aanschouwen, die de ondergaande zon op de wolken tooverde, terwijl zij voor elkaar het diep medelijdend gevoel poogden te Ver bergen, dat huil hart deed trillen en zich o.p bun bewogen gelaat weerkaatste. Ja, de droge 'hoest van Wilhelmina, de pijn lijke gewaarwording van Herman^ hadden loijseling de schoone illuisiëp jn nevel doen .erdwijnen en hen tot de treurige werkelijk heid teruggebracht. „Denk er om, dat zij teringachtig is," blies ecu onbarmhartige stem hem in hel cor. „Vergeet niet, dat hij een hartkwaal heeft," hoorde zij zich in den geest toeroepen. En om elkanders gedachten niet te :ate#i raden, drongen zij met geweld de tranen terug, die in hun oogen opkwamen. Daarom iwlide hun onderhoua niet meer vlotten. De opgeruimde stemming was verdwenen. Wilhelmina piaakte er ten laatste een einde aan, en na haar scliuitje zwijgend Lifligs en door het riet gestuurd te hebben, wenkte zij hem treurig mei de hand het afscheid toe. Maar met eenige riemslagen had Herman haar ingehaald en zeide zacht: „Mag ik een verzoek tot u richten, mejuf frouw „Zeker, mijnheer, en ik zal het ook inwil ligen, als het in mijn vermogen is." „Het betrett een sentimenteelen inval. Gij weet, ik heb' geen zuster, mejuffrouw Wilhel mina en toch zou ik er zoo gaarne een be zitten; welnu wilt gij mijn zuster zijn?" Het jonge meisje scheen verbaasd. Doch Herman vervolgde: „Een zusier naar don geest. Die verwant schap zal u weinig verplichtingen opleggen. Als gij mij niet vergeet, wanneer ik ver van 11 ben en mij een lachje schenkt in uw bijzjjn, dan hen ik reeds tevreden. En vergeef mij deze sombere gedachte, die sleedslals ik voor iemand vriendschap of Uefdg gevoel bij raii opkomt, misschien omdat al degenen, die ik het vurigst heb bemind, de eeuwige rusi leeds zijn ingegaan, als een van ons bij' toeval op jeugdigen leeftijd sterven moet, za'l de andere de verplichtingen op. zich nemen, zijn nagedachtenis in oere te houden en nu en Uan hij zijn graf te gaan knieren. Nu gij'weet, waar toe gij u verbindt, vraag1 ik u andermaal: „Mejuffrouw, wift gij mijn zusier wezen „Uw zuster," herhaalde Wilhelmina treurig, want zij leidde hieruit af, dal Herman een voorgevoel had van zijn naderend einde. „Maar wij kennen elkaar nauwelijks. Wij wa-> ren nog slechts driemaal ©n nog wel toe?, vallig bij elkaar." „Genegenheid kan duurzaam zijn, al is zij slechts een dag oud. Zijt gij dit niet met mij eens?" „Ik weet het niet, maar. ik geloof bet, want „Onze vriendschap zal duurzaam zijn," .vol tooide Herman, „Welnu jie°m mij* dan als broeder aan." Na een oogenblik van besluiteloosheid, ant woordde Wilhelmina, die de kracht ruis tec, hem wiens dagen geteld waren, deze kuische en kinderlijke vertroosting te onthouden: „Komaan, mijnheer, ik wil in den geest uw zuster zijn en jteem u voor broeder aan. Maar van harie hoon "ik- dat wii onze aangenomen/

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 1