R-K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND
Zwaneneiland
Zelfbedrog.
Mo 230
Vrijdag 1 October 1920
13e Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS:
PER KWARTAAL i f2.-, FRANCO PER POST f 2.50
MET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD f 0.50 HOOGER.
Verscfsijist dagsly ks.
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: ^dactie^P m
ADVERTENTIEPRIJS:
Wat* de Pers zegt
BUITENLAND
DE P00LSCH RUSSISCHE ÜCïtLQG.
UULlUJilON
OAS
VAN 15 REGELS f 1.25; ELKE REOEL MEER f 0.25 j
RECLAMES PER REOEL f 0.75; RUBRIEK „VRAAG EN
AANBOD» BIJ VOORUITBETALING PER PLAATSING f 0.6C
Aan ai ie abonnè's wordt op aanvraag gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevaiien tot een bedrag van t 500.f 400.-, f 200.f iöO—f 60—, f 35.—, f 15.
Dezer dagen schreven wij, dat men van de
Internationale financieele Conferentie, welke
thans in den Haag gehouden wordt, geen plot
seling herstel van het geschokte financieele
evenwicht en bijgevolg geen oplossing van het
duurtcvraagstuk of vermindering van werk
loosheid moest verwachten. Wanneer echter
lets in staat zou zijn, om aan de Conferentie
toch nog, zij het dan niet een dadelijk voelbare,
dan toch blijvende beteekenis te geven, dan
is hot wel de Woensdag door een der vice-presi-
denten, tevens Nederlander, Mr. Vissering, pre
sident van de Nederlandsche Bank, gehouden
i rede. Hierdoor zijn opeens alle vraagstukken,
welke op het oogenblik dagelijks in onze hoof-
\den branden, aan de orde gesteld. Met een
glashelderheid, welke bewondering afdwingt,
heeft deze financieele specialiteit, wezen, ge
volg en oorzaak van de scheeve geldverhou-
ding der laatste jaren, uiteengezet. Onze plaats
ruimte laat niet 'toe, daarvan uitvoerige ver-
slagen op te nemen. Wij zouden echter een
belangrijk feit van den dag verzwijgen, wanneer
wij niet vermeldden wat Mr. Vissering als oor-
zaak van de huidige duurte en als middel om
daar in de toekomst af te komen, heeft aange
wezen.
Te meer, waar hij zijn denkbeelden in krasse,
opzienbarende bewoordingen heeft grnit, die
zeker een felle polemiek zullen uitlokken.
Wat men er echter ook tegen aan moge
voeren, de verdienste er'van is de moed, waar
mee 'n overtuiging rondborstig werd uitgespro
ken. Tegenover groote kwalen benooren groo
te middelen te worden toegepast en een der
oorzaken, waarom de na-oorlogswecën zoolang
blijven voortduren is misschien juist hot weife-
'jen en aarzelen der leidende persoonlijkheden.
Als het meest krasse in mr. Vissering's rede
op de Brusselsche conferentie trof ons zijn hel
dere uiteenzetting van het zelfbedrog, waar
aan de wereld op het oogenblik lijdt en de op
lossing, welke hij gaf van wat voor velen nog
een raadsel blijft, dat n. m. de loonen maar
altijd worden verhoogd en zij voor het meer
dere geld niet meer kunnen krijgen dan vroeger
Als een der oorzaken van de waarde-vermin-
ring van het geld, gaf Mr. Vissering aan, het
te veel uitgeven van papieren geld, waardóór
"o. v. in Oostenrijk zulk een totale ontredde
ring is ontstaan.
Ten onrechte geeft men de circulatiebanken
daarvan de schuld, door te zeggen, dat zij niet
.meer papier moeten uitgeven, dan de goud
voorraad toelaat. Hun macht was onvoldoende
om de vermeerdering tegen te gaan. De schul
digen zijn Staat en Gemeente. Staat en Ge
meenten eischten van hun "Inwoners steeds
meer bijdragenof daartoe schreven zij lee-
lingen uit op langen termijn, óf wel zij gaven
schatkistpromessen uit die door het publiek
werden genomen. De geldmiddelen ter betaling
werden verkregen, hetzij uit overgelegde gei
den, hetzij door beleening of verrekening bij
Ie banken en de circulatie-bank. In deze laat
ste gevallen werd de nieuw geschapen Staats- of
gemeenteschuld betaald, met eveneens nieuwe
biljetten der circulatie-bank. Deze vertegen
woordigen echter geen nieuw geld en geen
nieuwe waarde doch slechts een vermeerdering
van het aantal schuldbekentenissen van een
zelfde lichaam en vormen dus volkomen schijn-
geld, dat zeer misleidend was. Tenslotte edhterr
moest wel duidelijk worden, dat het zoozee-
vergroote bedrag in zijn geheel niet meer waar
de had dan het vroeger uitstaande veel gerin
gere bedrag. De gemeenschap bleef zijn salaris
sen in dit papiergeld van steeds dalende eigen
waarde uitbetalen, waardoorde tractementen
feitelijk ver beneden de in normale tijden ge
contracteerde bleven. Particuliere lichamen
stonden slechts in zooverre in een andere po
sitie, dat zij zelf hun inkomsten konden maken.
Hun uitgaven en ontvangsten geschiedden in
hetzelfde geld. Voor hun inkomsten waren
een schuldbekentenis af, die later moest worden
afgelost met de gelden der individueele leden
der zelfde gemeenschap, die deze schuldbekente
nissen als een actief aannamen. Zij aanvaarden
dus een actief, dat op den duur voor een deel
hun eigen passief zou blijken te zijn 1
Het duidelijkst meende de spreker dit te
kunnen waar maken, met de in Mei uitgegeven
Hollandsche gedwongen leening.
Wie moet do rente* opbrengen en de gelden
voor aflossing der schuldbekentenissen
Dezelfde staatsburger, die bij de ontvangst
zijner obligatie meent een actief te verkrijgen
in den vorm van een vordering op zijn staat.
De geheels gedwongen staatsleening is een
groote misleiding. De belegging, waaraan men
denkt mede te doen, is ten slotte niets anders dan
een verkapt belastingbiljet voor een vermogens-
afgifte in ééns.
Deze belastingdaad wordt weggemoffeld
door een ingewikkeld systeem van schijnbare
terugbetalingen, jaarlijks, vanwege den staat
aan de houders dier obligatiën, nadat hij eerst
de gelden voor rente en aflossing van dezelfde
personen bij wijze van jaarlijksche belasting
zal hebben geheven.
Aan dit zelfbedrog doen zelfs de helderste kop
pen der natie mee
Bijna ieder individu vervalt in de dwaling,
als zou de staat iets anders zijn dan hij zelf.
Iets dat van hemzelf los staat en dat hij als
een goed debiteur kan aanvaarden. Daarbij
vergeet hij, dat hij slechts een deel is van die
gemeenschap en dat hij dus in de activa maar
vooral in de passiva van die gemeenschap'moet
deelen.
In het geldwezen en bij de loonactiën, op
den toestand daarvan gegrond, vindt men de
zelfde wegmoffeling. Zoodra een individu zich
bevindt als loon- of salaris-trekker tegenover
den staat of de gemeente, acht hij het in zijn
belang telkens meer betaling te eischen.
Ook hier maakt men zich aan zelfbedrog
schuldig. De ontvanger van het te goeder trouw
betaalde in waarde gedaalde geld, voelt pijnlijk
dat de koopkracht daarvan in vergelijk met
vroeger zeer verminderd is. Hij vindt zich te
genover het duurtevraagstuk geplaatst,aan
welks gevolgen hij tracht te ontkomen door
hooger salaris te vragen en teruggang in prijs
der waren te eischen. Wat het eerste aangaat
word-t zijn salaris juist zooveel vermeerderd
als de vermindering van het courante betrouw
bare geld bedraagt en de daarmee correspon-
deerende prijsstijging der goederen, dan zal
dit hem in dezelfde positie terugbrengen 'als
hij in Juli 1914 innam. Daarmee is de werk
nemer echter niet tevreden. Hij wil niet alleen
relatief maar ook absoluut meer verdienen.
Hij streeft naar verbetering van zijn levens
standaard. Afgezien nog van een hooger prijsno-
teering van het in waarde verminderde geld,
zijn vele goederen ook werkelijk duurder ge
worden, voornamelijk ten gevolge van produc
tie-vermindering door de vernietiging van vele
economische goederen. Logisch ware het dus
alle krachten in te spannen tot vermeerdering
der productie, tot herstel van het verlorene,
doch wonderlijk genoeg doen de werknemers
juist het tegendeel. Zij eischen korter arbeids
tijd, waardoor de productie voorshands achter
uit zal gaan.
Hun eischen zetten zij kracht bij door sta
king. De verloren werkuren vertegenwoordigen
milliarden waarde in geld. Arbeidsschuwheid
doet in de derde plaats de arbeidsprestatie ver
minderen en dus ook de productie,
In hun strijd tegen de duurte gebruiken de
werknemers verschillende averechtsche midde
len. Zij jagen een profijt na en vernietigen eerst
zelf de werktuigen om ertoe te geraken. Zij
stellen eischen aan de gemeenschap over het
geen zij zelf niet hebben willen en kunnen be
reiken. Zij spreken de gemeenschap aan. ver
getend dat zij daarvan zelf het grootste deel uit-
prestaties geleverd, die recht gaven op beta-1 maken. De gemeenschap moet voor prijsda-
ling. Staat en gemeenten gaven echter slechts j ling zorgen. Zij moet daarvoor toelagen geven,
de goederen inkoopen en ze beneden inkoops
prijs weer aan de burgers afstaan. Waar komt
het geld voor dit alles vandaan Niet uit be
sparing of nieuwe productie want die ontbre
ken dus uit kunstmatigen geld-aanmaak. Er
moeten weer schuldbekentenissen worden afge
geven en dit nieuwe betrouwbare geld, tegen
deze schuldbekentenissen gestort, helpt verder
mede om de waarde van het teveel uitgegevene
te bederven. De goederenprijzen moeten in ver
band met de nog verder gaande waarde-vermin
dering andermaal worden verhoogd en zoo heeft
deze heele actie tegen ae duurte .slechts tot
eenig gevolg een noodzakelijke toeneming van
het euvelwaarde-vermir,dering van het geld,
op zichzelf geen oorzaak, doch gevolg.
Allerwege roept men om herziening van het
geldwezen, alsof daarin de oorzaak van depre
ciatie en duurte zouden 'liggen, doch men ver
geet dat do eerste niet op zichzelf staat, doch
een gevolg is eenerzijds van de handelingen van
's-lands en stedelijke regeeringen, anderzijds
van die der individuen, bepaaldelijk van de
werknemers.
Nu weten wij wel, dat bovenstaand betoog
van Mr. Vissering voor c-cn deel eenzijdig is
dat voor het „zelfbedrog" verzachtende om
standigheden zijn aan te voeren, dat, -wanneer
de arbeiders meer gaan produceeren er beter
waarborgen moeten zijn tegen te groote op
voering van bedrijfs-winsten der ondernemers
en andere fouten, waartoe het kapitalistische
voortbrengingsstelsel in zijn tegenwooraigen
vorm voeren kan.
Maar dat neemt niet weg, dat de heldere
uiteenzetting van de oorzaak der tegenwoordige
duurte en het- eerste en voornaamste middel
om tot een gezonden toestand te geraken, op
zich zelf juist is en dat Rijks- en Gemeente-
overheid en alle leic .,de personen van ons
economisch leven goed zullen doen, rekening
te houden met de uitspraak van een zoo bij
uitstek deskundig man dat alle debat over
verbetering van geldstelsels en internationale
wisselkoersen volkomen nutteloos is, zoolang
de kwade invloeden, welke boven genoemd
zijn, als de eerste oorzaken vaa alle ellende
niet zijn weggenomen.
hoop verlevendigen, dat zijn beleid er toe
zal bijdragen, dat Nederland de eervolle
plaafg, welke het onder de koloniale mo
gendheden inneemt, ook bij de onzekere
staatkundige verhoudingen van onzen tijd
ongerept behoudt.'1
D'E NIEUWE LANDVOOGD VAN
NEÜ.-INDIö.
Over Mr. D, l'ock, den nieuwen Gouverneur-
Generaal van Insulinde, schrijft de „N, Crt,"
o.tn.
„Een jarenlang verblijf op Java-heeft
hem in de gelegenheid gesteld, om den
volksaard der Indonesiërs, waarvan de ver
re westerling zich zeifs uit de incest nauw
keurige beschrijving nooit een volkomen
juiste voorstelling schijnt te kunnen maken,
grondig te leeren kennen.
Bekendheid met de geschiedenis van on
ze koloniale politiek, waarin hij zelve, als
minister van Koloniën, een schakel heeft ge
vormd, zal hem weerhouden van een be
stuursbeleid, waarin aan de leerstellingen
van westersche politieke dogmatiek de ver
vulling van den eisch der geleidelijke ont
wikkeling van volk en völksinstellingen op
geofferd wordt.
De voortvarendheid, de drang naar daden,
ten slotte, waarvan hij in ziju leiding van
de werkzaamheden der ICamer zoo volop
blijk heeft gegeven, zal hem tot een stuw
kracht maken hij het treffen en uitvoeren
der ingrijpende wijzigingen, welke in de
verhouding van moederland en koloniën
noodzakelijk blijken.
Ervaring kennis en werkkracht ze zijn
de drie eigenschappen, welke den tot het
liooge tmht geroepene sieren en welke de
De onderhandelingen.
Naar uit Warschau bericht wordt, zegt
een bericht uit Riga van het officieele Pool-
sclie Telegiaafagentschan. daL de wapen
stilstand op zijn laatst 3 Ocfoner geprocla
meerd zal worden. Niettegenstaande dit
gnstige vooruitzicht is de stemming in
Warschau nog onbehagelijk. De tegemoet
koming van de Russische onderhandelaars,
bijna over de geheele linie schiint verdacht.
Men maakt er zich in Poolsche regeerings-
kringen ongerust over. dat .loffe tot nu toe
feitelijk de belangrijkste kwestie der onder
handelingen op handige wijze aan de dis
cussie hoeft .onttrokken. De Russische on
derhandelaars spreken eigenlijk alleen
over den wapenstilstand en de demarcatie
lijn ten oosten, van de z.g. Curzonlinie en
Üosl-Galiciëmet iets anders laten zij zich
door allerlei handige manoeuvres niet in
liet wantrouwen in Warschau wordt nog
versterkt door 't feit. dat van allo zijden be
richten inkomen omtrent nieuwe Russische
troepenconcentraties en dat de jongste Mos
kousche en Petersburgsche bolsjewistische
bladeu, mot de „Prawda" aan het hoofd
nog steeds over de vernieuwing van Wit-
Poien ,en de zegevierende versterking van
het Westelijk front spreken
HUT CONFLICT IN DE HUN-
INDUSTRIE.
f De medewerker voor arbeiderszaken van de
„Daily Telegraph", schreef in het nummer van
Woensdag, dus vóór het mislukken der confe
rentie tusschen mijneigenaars en mijnwerkers,
dat de onderhandelingen weinig opschoten, daal
de mijnwerkers hun eisch handhaafden, dat er
een loonsverhooging van 2 sh., i sh. en 9 pence
per dag moest worden gegeven onderscheid.elij-k
■voor volwassenen, jeugdige werklieden en jon
gens; werd deze voorwaarde ingewilligd, dan
waren zij bereid het hunne te doen ter uilvoe
ring van een redelijk plan om de productie te
verhoogen. De mijneigenaars gaven daartegen
over te kennen, dat zij niet in staat waren een
eisch inzake loonsverhooging in te willigen, al:
daarmede niet gepaard ging een verplichting
van de zij-de der arbeiders om meer kolen te pro
duceeren.
Vermoedelijk zijn hierop de onderhandelingen
afgesprongen,
l ater meldde Reuter nog: Aan het slot der
conferentie tusschen mijneigenaars en mijnwer
kers werd meegedeeld, dat na een langdurige
discussie de mijneigenaars een plan voorlegden
voor een regeling der loonen in de toekomst, ge
grond op de productie, welk voorstel door de
mijnwerkers niet werd aanvaard. Daarna dien
den de mijnwerkers eigen voorstellen in voor een
regeling der loonen thans en in de toekomst in
verhand met de productie, die niet door de mijn
eigenaars werdefï aanvaard. Gisterenavond zou
den beide partijen afzonderlijk aan de regee
ring verslag uitbrengen.
Lloyd George drong hij de mijnwerkers-gede
legeerden aan op een nieuwe conferentie met de
mijneigenaren.
De mijnwerkers deelden echter Lloyd George
mede, dat zij geen heil zagen in een nieuwe be
spreking.
De medewerker voor arbeiderszaken van de
„Daily News" noemt het een belangrijk feit, dat
de discussies beide partijen tot overeenstemming
hebben gebracht inzake de behoefte aan een ver
hoogde productie en inzake de noodzakelijkheid
van maatregelen om deze te bereiken.
De eigenaars erkennen openhariig, dat zij een
even groot aanbel moeten hebben als de mijn
werkers in een gemeenschappelijke kracht6in
spanning en er schijnt geen plaats voor twijfe'
te zijn in de meening van vooraanstaande
mijawcrkersleiders, dat als de huidige verwikke
ling inzake de loonen uit den weg kan wordei.
geruimd, er hoegenaamd geen moeilijkheid meer
zal worden ondervonden om door samenwer
king tot een vruchtbaar resultaat te komen.
DE TOESTAND IN IERLAND.
Nieuwe ongeregeldheden te Belfast.
Te Belfast Reeft de begrafenis wan
drie Sinn Feiners, die bij de jongste
onlusten gedood werden, aanleiding ge
geven tot ongeregeldheden. Be militairen
werden te hulp geroepen; er werd. op
hen in de straten geschoten en er werd
met steenen naar lien geworpen. Zij be
antwoordden het vuur; er werden twee
personen gedood en vier - gewond.
Uit andere deelen van Ierland komen
eveneens berichten over ongeregeldheden.
Nieuwe wandaden.
Een ^.politic-patrouille viel bij Ternpie-
rnore- 'In een hinderlaag. Een politiebe
ambte werd gedood, een gewond; een der
de wordt vermist.
Te Lundrum, iii het graafschap Tippe-
rary, werd een officier, die een patrouille
commandeerde," ernstig gewona. Te Drimc-
league, in het graafschap Gork, werd een
sergeant aangevallen; hij word door vijf
kogels ekwetst: zijn toestand is ernstig
Tc v loughjordan, in het graafschap Tip-
perary, werd een sergeant ontvoerd in
een automobiel.
De plundering vau Mallow.
De schade, Dinsdagavond bij do pLundie-
ring van Mallow veroorzaakt, wa® niet td
wijten aan „Black and Tans," maar aan
gerégelde troepen. Zij bedraagt 120.000
pond.
CACHIN EN DE BOLSJEWIKI. 1
Gacliin, die met Fro-ssaxd naar Rusland
is geweest en van oordeel was, dat de Fran-
sche soe. zich beslist bij de derde interna
tionale moes-ten aansluiten. heeft thans te
Rijssel op een contradictoire conferentie,
georganiseerd doo-r de Noord erf edieratio,
erkend, dat de Russische revolutie talrijke
slachtoffers heeft gemaakt; naar zijn meer
nino- moet de soc. partij in de huidige om
standigheden oen nieuwe tactiek aanvaar
den.
Het vroegere socialistische kamerlid
Mayéras, die viiandjg 3taat tegenover Mos
kou, heeft daarop gewezen OP de veu-ande-
ring van inzicht van Oachin over do bol
sjewistische revolutie, waarbij hij de de
loyale praktijken van de leiders der sovjet»
aan d-e kaak stelde, die o.s. het bekende tele
gram van Frossard - (over aansluiting bij
Moskou) hebben vervakcht.
DE WERKLOOSHEID.
De Duitsche Riiksministe'r van Arbeid,
Braun, die tot het- houden van besprekin
gen met de Saksische regeering omtrent de
kwestie der werkloosheid naar Saksen is
vertrokken, heeft aan een vertegenwoordi
ger van de pers verklaard, dat de kwestie
d-er werkloosheid in Duitschland niet vol
doende in het openbaar bekend®is en spe
ciaal in Saksen noodzakelijk geregeld moot
worden. Wij hebben in Duitschland min
stens een miliioen menschen, die in het ga-
heel geen werk hebben, en dan nog 1 Y%
2 miliioen die slechts met beperkte arbeid!»-
uren kunnen werken. De regeering heeft,
om in dezen noodtoestand te voorzien, ae»
ministeries opgedragen een program tü>t
vermindering der werkloosheid te ontwer
pen. De beraadslagingen zijn nog niet afgo-
loöpen, maar één ding is zeker: Duitsch
land zal niet kunnen ontkomen aan oen atL-
v- Arij naar bgt Fransch van 14 Eu .tuil.
"W.'-
,,'i wijfeit gij aan mijn moed," hernam Wii
helmina hooghartig. „Waarlijk dit is onnoo-
tidig, want ik ben dpn schrik gpheei te boven.
Ik ben -er op voorbereid alles, wat het ook
zijn moge, te vernemen; ja, ik gevoel, daf
mijn hart krachtig genoeg is, om zonder te
''breken, mijn doodvonnis aam te hooren."
'i „Welnu, het zij dan zoo," hernam Herman
thans, nu hij eindelijk zijn ontroering mees
ter was. „Maar eerst moet gij mij zeggen,
Wiihelmina, wejp geheim op mijn leven drukt,'
Want ook ik heb sombere woorden moeten
hooren. Ook mij is een spoedige dood voior-
spield. Ten hoogste verbitterd, omdat ik mijn
plan, eerst over een jaar te huwen, niet wilde
laten varen, heeft Aurelia Freisburg mij als
jen vloek naar het hoofd geslingerd: „Over
gen jaar, ongelukkige, zult ge reeds dood
lijn," Al is het waarschijnlijk slecihts de kreet
Kfer .wraak, toch weergalmt hij in mijn ooren
«Is de stem der- waarheid. Over een jaar! Be-
'lrÜRt gij dat .wel, Wiihelmiua? Dat wil zeg
gen: binnen liel tijdsverloop dat gij noodig
achtfet om de gevoelens van Aurelia jegens
mij op de proef te stellen!"
Op tiaar beurt bleef Wiihelmina sprakeloos
van verbazing en-schrik. Wat er mei Herman
voorgevallen was, geleek zoo volkomen op
hetgeen liaar was overkomen, dat haar ang
stige twijfel nu voor zekerheid plaats maakte.
„Ja, 1111 begrijp ik het," riep zij uit. „Twij
fel er niet meer aan lierman, gij zoowel als
ik zijt verloren. De wetenschap heeft ons
opgegeven; de doodsengel strekt reeds zijn
koude, zwarte vleugelen over 011s uit. Men
trachtte nog voordeel, te trekken uit het wei-
nigje leven, dat ons nog wacht. Laat ons
daarom God dank zeggen voor de verijdeling
hunner verfoeilijke plannen en oris gelukkig
ach%n, dat wij die woekeraars ontkomen, die
slechts vriendschap huichelen uit hebzucht en
z-elfs speculeeren op den dood!"
-„Gij hebt gelijk, Wiihelmina," zeide Her
man, onder den invloed van de hartstochte
lijke .woorden van liet jougie meisje. „Wan
hoop zij verre van ons! Laat ons gerust de
toekomst aanzien. Als het werkelijk ons lol
moet zijn in de lente van het leven te wor
den weggenomen, welaan, dan zullen wij met
vreugde de ketenen zien verbreken, dié ons
hier beneden aan zulke lage wezens verbon
den en onze zielen zuilen samen haar vleu
gelen uitslaan om iu hooger gewesten ver-
eenigd te worden. Laat ons dus moedig w-
zeii! Spreek ronduit Wiihelmina; ik zweer
u het eveneens le doen."
Wiihelmina dacht ten oogenblik na en
zeide toen plechtig en diep;
„lierman ,gij hebt eeu hartkwaal, die reeds
zoozeer voortgewoekerd heeft, dat er geen
genezing meer voor is."
Herman ontving die lijding mei kalmte en
als ware zij slechts de bevestiging vaa een
vermoeden, dat hem aeeds lang bezig nield.
„Ik ben er weinig door verrast," zeide hij
met een treurig lachje, „want ik had daar zoo
vaak pijn."
„Wat geefi gij mij een schoon voorbeeld,"
riep Wiihelmina uil, „Gij beeft niet en uw
oog blijft rustig. Nu is het uw beurt tol
spraken, ik zal oven dapper zijn ais gij
spreek, ik luister." 1
Het moedige meisje boog haar bevallig
kopje achterover. Onbevreesd zag zij hem jy
dia o ogen. Maar' haar lichaam beefde en zon
der dat zij het wist, kwamen er tranen in
haar oogen. Dit alles ontging Herman niet
en hij aarzelde. Hij slam-elde eenice woor
den, met de bedoeling zijn vriendin gerust te
stellen. Mttar deze viel hem snel in de rede
cn zeide ernstig, bijna gebiedend:
„Gij hebl beloofd, Herman, mijn voorbeeld
te volgen; doe hei uu; ik eiscli het! Gij moogl
of kunt mij niet om de tuin leiden. Ik bei;
daartoe le mcodig en gij -te eerlijk."
Herman zag in, dat hij mocsl toegeven,
„Welnu," zeide hij, „weet dan, arme engel,
dat gij de tering hebt. Slechts een wonder
zou u nog kunnen redden."
Wiihelmina rilde, echter minder van schrik
dan van bewondering.
„Ben ik teringachtig," hehraalde zij ouge-
loovig. „Zijl gij ey wei zeker van, dil goed
verslaan te hebben? 0# zonderling! Ik
meende altij'd een sterke borst te hebben én
do zwakke piek, die mij eenmaal doodeu zat;
elders te moeten zoeken. Teringachtig! Ik
begin te gelooven, dal de weLcuschap er niet
achtejr is; zij is menseiielijk en bijgevolg
feilbaar."
Een lievige hoestbui belette haar voort te
gaan, haar wangen werden pen oogenblik
hoog geklemd en daarna overtoog een vale
bleekheid haar gelaal. Zij waggelde. Herman
ving liaar m zijn armen op en leidde haar
naar de hut, 0111 haar de gelegenheid Le geven
lo gaan zitten eri tevens om haar te bemoedi
gen tegen den opkomenden misi. De zon had
zich ach!,ei' de wolken verscholen, maar de
hemel was helder. Sterren flikkerden aan den
Iraiis, en zoete geuren door een zoel windje
zachtjes voortgedreven, stegen uit het ge
boomte op.
W iihelmina kreeg weldra haar geestkracht
terug. - 0
„Ja", hernam zij, met die opgewektheid zoo
eigen aa.11 teringlijders, „ja, dc wetenschap
heeft gelijk. Ik mag er niet meer aan twij-
len, mijn longen worden langzaam verleerd,
de ademlialing begint ing reeds le begeven.
Ach! mocht ik hier in het gezicht van dien
heerlijken sterrenhemel voor altijd insluime
ren. Maar dit zou wel wal ontijdig zijn! Ik
berust in mijn lol, en foch zou ik tiet be
treuren, dal de oulknooping reeds zoo nabij
was. Ik heb u nog zooveel \p zeggen^ jjer-
man. Ja, ik beken het en waarom zou ik
het voor u verzwijgen, nu mijn leven tea
einde spoedt liet zou mij zwaar vallei^
vóór u d°ze wereld voor altijd te verlaten.
Zoo gaarne ving ik le gelijk mei u de groote
reis aan.
Herman zat aan haar voelen en zag angstig
tot haar 'op. Toen zij zweeg, zeide nij vol
diepen weemoed:
„Als gij aan mijn hart den geesl glaaft, zou
liet, geloof ik, ophouden met luóppea. Wiihel
mina. Stel u gerusl. Ik heb cca voorgevoel
dat wij, wanneer hei ook zij, op. hetzelfde
oogenblik dit onderinaansche zuilein verialou.
Met het hoofd legen Hermans saliouder ge
leund genoot zij n;eL volle teugen van zij'rt
woorden. Een ongekend, heerlijk gevoel door
stroomde haar borsl en voelde zij haar hart
van innerlijke vreugde zachtjes beven.
ySlót yplgt),