R.-K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND
De kleine Pilatus
!o Z42
0e Anonymiteit in de Pers.
BUITENLAND
Vrijdag 15 October 1920
2e Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS t
Verschijnt dagelqks^
BureauHOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: SSSSSm" m
ADVERTENTIEPRIJS
Wat de Pers zegt
FEUILLETON.
AD
PER KWARTAAL» f2.FRANCO PER POST I 250
MET OE1LLUSTREERD ZONDAQSBLAD f 0.50 HOOOER.
VAN 1-5 REGELS f 1.25; ELKE REOEL MEER f 0.25 j
RECLAMES PER REOEL f 0.75; RUBRIEK „VRAAG EN
AANBOD" BIJ VOORÜ1TBETALING PER PLAATSING f0.60
V
Aan alla abonné'a wordt op aanvraag gratis aan polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van t 500.—, f 400.—, f 200.—, f 100 f 60 f 35.—, f 15.-
Gelijk onder de nieuwsberichten is gemeld, zal
de Nederlandsche Journalistenkring a.s. Zater
dag voor het eerst sinds het beslaan onzer dag.
bladpers een journalistiek congres houden. Dit
feit moge al voor de dagbladschrijvers zelf van
beteekenis zijn; het moge blijk geven van de
kracht hunner vereeniging; van de grooler wor
dende waardeering ook van hun werk, nu autori
teiten, waaronder drie ministers, in 't eere-comité
hebben zitting genomen en belangstelling voor
deze samenkomst ook buiten den eigen kring dei-
betrokkenen valt waar te nemen toch wettigt
'dit alle» nog niet om aan deze journalisten-bij
eenkomst meer aandacht te wijden dan aan een
tongres van geneesheeren, juristen, tooneelspelers
of musici. Integendeel zou bescheidenheid eer no
pen tot zwijgen over deze eigen zaak. Dit zou
ook onze gedragslijn zijn, wanneer op dit eerste
journalistieke congres geen ander onderwerp
Werd behandeld dan thans op den eersten con
gresdag aan de orde komt, n.m. „de economische
positie van den geestelijken werker". Maar de
hoofdschotel der agenda, bestaat juist uit twee
jp unten, waarbij het lezend publiek zelf betrok
ken is. Waarover dus a.s. Zondag op het con
gres in Rotterdam wordt beslist, is uwe zaak, le
ver en daarom een enkel woord over de dan te
houden inleidingen en voorgestelde conclusies.
Het eerste is: „de anonymiteit in de Pprs". In
Ons Nederlandsch dagbladwezen is het regel, dat
fedactioneele artikelen, berichten en verslagen
'óngeteekend zijn. 't Is altijd monsieur X, die
aan 't woord is; of liever nog, 't persoonlijke ken-
toeken ontbreekt geheel en de schrijver van een
Artikel, oen beschouwing, een interview, spreekt
'Wet van „ik" maar van „wij".
De Nederlandsche dagbladlezer is daaraan ge-
Jvoon geraakt; de courant is voor hem geworden
de meening van een collectiviteit; hij hoort er uit
jfle stem van velen; 't is het orgaan, dat de pu
blieke meening leidt en weergeeft tegelijk.
De twee inleiders, die a.s. Zondag op het jour
nalisten-Congres dit onderwerp der anonymiteit
kullen behandelen, staan lijnrecht tegenover el
kander; de een zegt: met opheffing der anonymi
teit staat of valt het gezag van de pers; de an-
der meent, dat „de geschiedenis der dagbladpers,
In haar ruimsten omvang, bewijst, dat de anony
miteit steeds een dekmantel is geweest voor leu
gen, laster, kwaadspreken, onrustsloken"!
De laatste heeft de meeste kans met zijn be
loog de groote massa achter zich te krijgen.
Ètg aan de menschen met den Quitschen ge
schiedschrijver von Treitschke: „Als de eenvou
dige lezer in zijn courant de woorden vindt: „Wij
Waarschuwen Ruslanddan denkt hij aan
Ben demonische macht; .wist hij echter, dat er
'Ulemand anders achter zit dan Veitel Itzy ot
Christian Miiller, dan zou hij er eenvoudig om
lachen. Zoo ontstaat een bedenkelijke indruk op
gcdachtelooze lieden alleen door de anonymiteit.
Men moet toch aan een gekkenhui» denken,
Wanneer men het moet aanzien, dat menschen,
die zich zelf verbergen, de roeping zouden heb
ben al het verborgene aan het licht te brengen.'
Met deze en dergelijke sophismen kan men
gemakkelijk den indruk wekken, dat het dwaas,
belachelijk, ja gevaarlijk is, dat het geschrevene
in de dagbladen niet wordt onderteekend.
Men zegt:
Laat het toch niet heeten, dat het „De Maas
bode", de „Nieuwe Rotterdammer", „Het Volk"
is, die een regeering bestrijden, een campagne
voor of tegen een gewichtige maatregel voeren,
die invloed uitoefenen op bet publiek. Maar laat
onder de beschouwing staan: het is meneer Mul
der of Jansen, die dit of dat beweert en heel het
beloog is tot de proporties van een persoonlijke
meening teruggebracht.
En toch is deze redeneering absoluut valsch.
De Nederlandsche dagbladpers, welke zulk een
uitmuntende plaats in de wereld inneemt, lieeft
andere beginselen. Een leidend artikel in een
ïourant is zelden een vluchtige persoonlijke mee
ning, maar heel vaak het resultaat van studie en
saraenspreking, van langdurig onderzoek en ern
stig wikken en wegen. De redactie van een blad
vormt een geheel, een gemeenschap, waar de mee
ningen dagelijks door onderling overleg en dooi
1 einvloeding van gratis gegeven of gevraagde ad-
viezen van buiten tot stand komt. De courant
krijgt op deze wijze haar karakter, haar rich
ting, ook in de wisselwerking van de voortduren
de aanraking tussclien redactie en lezers.
Wij spreken nog niet van de vele artikelen, die
gezaghebbende personen van tyd tot tijd in be-
paaide bladen publiceeren en welke op het juis.
tu moment van groot belang op de vorming der
publieke opinie kunnen zijn; artikelen die niet
gepubliceerd zouden worden, wanneer de voor
aanstaande schrijver zijn naam bekend moest
maken.
Wij spreken nog niet van den velen, gewichti-
gen arbeid, die aan een courant moet worden ver
richt in den vorm van verslagen, onderzoekingen,
bewerking van rapporten, vertalingen, het in een
enkelen greep samenvatten van uitgebreide be-
toogen en verhandelingen, het zoeken naar den
kern en het verwijderen van allerlei franje, de
arbeid van de „stille werkers", die door ophef
fing der anonymiteit voor enkele rubrieken,
als minderwaardig zou worden an -merkt door
liet publiek. f
Zooals men ziet, zit er aan de anonymiteit der
pers zeer w 1 vast; wij stipten slechts enkele
punten aan.
De inleiders van het congres gaan o.i. beide te
ver, waar de een de absolute anonymiteit, de an
der de andere de onderteekening van alle redac
tioneel stukken wenscht.
Maar onze sympathie gaat toch liet meest naar
den eerste. Wij achten het een belang van de
Nederlandsche dagbladpers, dat de thans be
staande toestand onveranderd blijft; dat een dag
blad als courant, als orgaan, zijn eigen karakter
en beginselen blijft behouden; dat de redactie een
eenheid blijft vormen en een blad niet de staal
kaart wordt van duizenderlei persoonlijke mee
ningen.
Dat de onderteekening van critische verslagen,
voornamelijk over' kunst, de teekening van arti
kelen van specialen aard, aan dit algemeen be
ginsel geen afbreuk doet, spreekt natuurlijk van
zelf. Als het congres maar besluit voor handha
ving van het tegenwoordige Nederlandsche stelsel,
zal het aan het dagbladwezen en het lezend pu
bliek den besten dienst bewijzen.
k-enn-en, weet, dat hij den presidialen
hamer voortreffelijk weet te kantoeren.
Zijn scherpzinnigheid en koelbloedig
heid komen hlem daarbij uitnemend te
De uitzonderingen op dezen regel zijn in
ons land zeer gering.
DE NIEUWE VOORZITTER DER
TWEEDE KAMER.
Mr. Dr. Kooien zal, na bekrachtiging
door de "Koningin van de voordracht der
Kamer, d;en heer Rock op den voorzitters-
zetel der Tweede Kamer opvolgen.
Het is geen gemakkelijke taak, welke
deze katholieke afgevaardigde daarmede
op zicli neemt.
Aan den voorzitter der Tweede Kamer
werden, in dezen tijd vooral, liöoge ei-
schen gesteld, en dit zal er niet minder
op worden, wanneer straks weer de ver
kiezingen in 't zicht geraken en de par
tij- en propaganda-drift ook in het par
lement tot uiting komt.
En meer en veel meer dan gewone
mate van kracht en bekwaamheid eener
zij d;s, van tact en uithoudingsvermogen
anderzijds zat dan van den mau, die de
debatten heeft te Leiden en in het rechte
spoor te houden, worden gevergd.
Er valt niet aan tie twijfelen, of Mr.
Kooien lieeft daarvoor de noodige eigen
schappen tsclwrijft het „Centrum," die het
weten kan.-
„Wie hem in and-ere, zij 't dan minder
zware voorzitters functies, mocht leeren
Bovendien is hij in hfet bureau dei-
Kamer geen vreemdeling meer, terwijl
hij als afgevaardigde op een dienst
staat van ruim vijftien jaren kan wij
zen.
Zoo kent hij de Kamer, eii dat Üe
Kamer ook hem kent en h!em waar
deert, blijkt uit de stemming, waarbij
hij terstond aLs nummer één op de no
minatie werd geplaatst.
De Kamer deed een keuze, welke,
naar onze vaste overtuiging, een -zeer
gelukkige mag heeten en die li/aar in
d-e gelegenheid zal stellen, onder de
nieuwe leiding evenzeer met bekwamen
spoed te werken aLs onder de vorige.'
Van treuzelen en tijd-verspillen zal
bij president Kooien geen-sprake zijn."
De „N. Rott. Grt," schrijft over Mr.
Kooien als aanstaand voorzitter der Twee-
do Kamer o.m. het volgende:
„Of en in hoeverre (afgezien dan van
zijn andere bezigheden, welke belem
merend kunnen werken) de heer Koo
ien mr. Eock op bevredigende wijze
zal vervangen, dient te worden afge
wacht. De Kathloüekc afgevaardigde is
een goed jurist en een bezadigd man;
van zenuwen schijnt hij niet veel last
te hebben, maar luet is de vraag, of
hij op oogeublikke-n van beroering en
onrust zoo försch zal kunnen optre
den, als helaas in de tegenwoordige
Kamer noodzakelijk is. Op. die vraag
zouden wij niet gaarne? een ontkennend
antwoord géven, maar aan een ojivoor-
wa r. -eL.k bcvjy.igëni beso teid wagen
wij ons toch niet."
Het „Handelsbl." geeft het
oordeel
volgende
„De Tweede Kamer zal weldra, voor
'de tweede maal in de laatste tien jaren
reeds, een Koomschen voorzitter hv b-
ben. Wij herinneren ons nog zeer goed,
hoeveel ongerustheid de benoeming van
d-en heer Vau hispen wékte" in streng-
protestaiitsche kringen. Hoeveel meer
zal men zich in die kringen dan nu
ongerust maken, nu niet alleen de
Eerste, maar ook de Tweede Kamer
een Roomsch presidium zal hlebbeh en
ook de voorzitter van den ministerraad
tot dezelfde partij behoort. Maar een
en ander is slechts de redelijke uit
drukking- van de werkelijkheid; de
machtspositie, waartoe de katholieken
in ons land zijn gekomen. En die po
sitie hadden ze toch, al zat er nergens
een van hen in hlet „geoto-elte de-r
e-ere."
De heer Kooien zal dus- d-e volgende
week aLs eerst-voorgedi-agene wel tot
praai dent benoemd worden. Wij zullen
zeker niet beweren, dat de Kamer, ge
geven de moeilijkheid waarvoor ze
stond, een betere keus had kunnen
doen. De heer Kooien heeft in elk ge
val een groote mate van kalmte in
zijn voordeel en dat zal hem misschien
door vrij wat lastige Oogeftblikken heen
helpen. Wij hopen, cl-at h,ij zoo goed
mogelijk zal slagen."
Mü^WERKEfiSSTAtü^G iN ENGELAND,
Hot resultaat van hef referendum, dat gisteren
in de conferentie der mijnwerkers werd mede
gedeeld, is als volgt: 181.428 vóór het voorstel
der mijneigenaars, 635.093 tegen.
Officieel wordt medegedeeld, dat de mijnwet-}
kersconferentie besloten heeft, dat de termijn der
stakingsaankondigingen 16 October zal afloopen.'
pen.
(Dit besluit der mijnwerkersconferentie betee-
kent, dat tot de staking besloten is, die dun
Maandag begint.
Het denkbeeld, om den looneisch aan een on
partijdig scheidsgerecht voor te leggen waarop
alle verwachtingen op een vreedzame regeling
waren 'gebouwd als liet voorstel der mijneige
naars werd verworpen heeft blijkbaar geen
ingang kunnen vinden, want dit zou een nieuwe
verlenging van den termijn der slakingsaankon-
disingen hebben meegebracht.)
DE TOESTAND IN IERLAND.
De kwestie van zelfbestuur in hel
Lagerhuis.
Zelfbestuur voor Ierland zal het eerste onder
werp van bespreking uitmaken in het Lagerhuis,
wanneer het Parlement Dinsdag a.s. zal bijeenko
men.
Het Comité van Ministers, eenige, maanden ge
leden benoemd, om Zich bezig te houden met
een „Home Rule"-wetsonlwerp, kwam gisteren
bijeen ter bespreking van de amendementen, wel
ke de regeering voorstelt in te dienen. De mi-
nislerieele plannen in verband met de te nemen
maatregelen zullen, naar verwacht wordt, hellen
door het kubinet behandeld worden.
Gemeld wordt, dat de regeering geen onver
zoenlijke houding zal aannemen ten opzichte
van voorsteilen, welke gedaan zuilen worden tij
dens de behandeling van het ontwerp, mits zij
niet de fundamenteeie grondslagen, welke er in
zijn vervat, in gevaar brengen. Deze zijn: le.
dat de bevolking van zes Ulster-districten admi
nistratief niet zal worden gebracht onder een
alzonderlijk Iersch Parlement; 2e. dat de reser
ves, welke zijn gemaakt met het doel de levens
belangen van het Vereenigd Koninkrijk te behar
tigen, niet verzwakt zuilen worden.
De Regeering en de lersche spoor
wegen.
De correspondent van de „Daily Mail" te Du-
blin is in staat uit onaanvechtbare bron mede te
deelen, dat de regeering vastbesloten is een eind
le maken aan den onbevredigenden toestand op
de lersche spoorwegen en de spoorwegen te no
pen hun gewone functie van openbare middelen
van vervoer te vervullen en alle vervoer, zonder
onderscheid, te doen geschieden.
Sir Eric Geddes heeft dit volkomen duidelijk
gemaakt toen hij zich in Dublim bevond. Van de
spoorwegen zal worden geëischt, dat zij troepen
en legermaieriaal vervoeren en als zij, ten gevol
ge van dit vervoer, zooveel beambten verliezen
dat het vervoer er onmogelijk door wordl, dan
zullen de betrokken lijnen worden stopgezet en
zal de regeering een aulodienst inrichten voo>
zoover dit in haar eigen belang vereischt wordt.
Blijven de spoorwegen in gebreke hun ver
plichtingen na te komen en houden zij dienten
gevolge op te werken, dan zal de regeering in
staat zijn te weigeren aan de aandeelhouders divi
denden te waarborgen. Dit is een gedragslijn,
waaraan de regeering niet definitief gebonden is,
maar zij zal er zoo noodig toe overgaan.
De lersche spoorwegen zullen nu, naar gemeld
wordt, de beambten ontslaan, die weigeren trei
nen te bedienen, waarmee troepen en munitie
vervoerd worden. Tot dusver zijn die beambten
alleen maar geschorst.
KARDINAAL MERCIER OVER HET SOCIALE
VRAAGSTUK.
Kardinaal Mercier heeft Maandagavond te
Brussel voor de Waalsche studenten een rede
gehouden over het sociale vraagstuk, waarin hij
o.m. het volgende zeide over de verhouding van
den arbeid tot het kapitaal: „Gij zult hebben te
onderzoeken, in welke mate men, in het alge
meen belang, het aantal der eigenaars kan ver
menigvuldigen, Voorts zult gij de verdeeling van
de landelijke eigendommen tot het voorwerp
uwer studie maken." De bewoners van het platte
land worden aangetrokken door de stad, en
loopen weg van de akkers. Gij zult onderzoeken
in welke male men den werkman aandeel in de
winsten kan toeslaan; gij zult een onderzoek
wijden aan bet „auctionariaat," aan de deelne
ming van de werklieden in hel bestuur van de
ondernemingen."
NA HET 1TALIAANSCHE ARBEIDSCONFLICT.
De „Malin" verneemt uit Rome, dat de justitie
te Turijn er in geslaagd is licht te verspreiden
over den moord op den voorzitter van den Na-
lionalislischen Boud, Sonzini, en den gevange
nisbewaarder Scimula, tijdens de bezetting der
fabrieken door de arbeiders. Sonziui werd in
dertijd ter dood veroordeeld door een roode
arbeidersrechtbank. Hij werd met Scimula in de
nabijheid van het kerkhof met revolverschoten
gedood.
De politie zet de uasporingen voort naar an
dere moorden in dienzellden tijd gepleegd.
DE BERLUNSCHE COURANTEN STAKING
OPGEHEVEN.
Gistcrenochtend werd in een drukbezochte
vergadering van stakers en uitgestotenen der
counuitenbedrijvcu van Berlijn liet verslag van
de stakingsleiding over het verloop en het resul
taat der onderhandelingen van beide partijen in
liet rijksministerie van arbeid uitgebracht. Hier
op volgde een langdurige discussie, waarbij een
groot aantal sprekers vóór de aanneming van
de bij de onderhandelingen getroffen overeen
komsten en voor de beëindiging van de staking
opkwam. Een motie van de stakingsleiding,
welke het aannemen der voorwaarden aanbeval,
werd met een overweldigende meerderheid aan
genomen. In een andera motie danken de
stakende beambten Be arbeiders voor hun soli
dariteit.
Gisterochtend werd in alle bedrijven de ar
beid hervat; om technische redenen konden de
couranten echter gisterenavond nog niet uitko
men. Hedenochtend zouden echter alia weer
verschijnen.*1
De overeenstemming omtrent de opheffing
vau de Berlijnsche courantenslaking en uitslui
ting werd bereikt op de volgende grondslagen:
De employés krijgen een toeslag van 10 tot
12 de jonge employés van 15 terwijl dc
gehuwden bovendien nog 2.5 ontvangen.
Alle arbeiders en geëmployeerden worde-:*, weiier
aangenomen. De stakingsdagen worden aan dc
employés niet uitbcraatd; de arbeiders ontvan
gen voorloopig 75 van hun loon voor de
stakingsdagen, terwijl over de overige 25 een
beslissing zal worden genomen door een scheids
gerecht.
DE INTERNATIONALE ECONOMISCHE
CONFERENTIE.
Den tweeden dag der vergadering van de In
ternationale economische conferentie, welke te
Londen wordt gehouden, was het onderwerp
aan de orde: „Noodmaatregelen op internatio
naal financieel gebied met betrekking tot den
wederopbouw."
Dc voorzitter der conferentie. Lord Parmoor,
waarschuwde er legen, dat Engeland, als het
geen maatregelen neemt, het komende jaar zelf
in moeilijkheden zou komen. Ais noodzakelijk
middel tot verbetering noemde hij de herziening
van het vredesverdrag en een verzoening tus-
schen de naties. Men moest niet alleen praten
over reconstructie maar ook handelen. Hjj pleit
te voor een werkelijken volkenbond, waarin
alle mogendheden zouden vertegenwoordigd
zijn; aldus zou men een lichaam hebben, welks
crediet boven verdenking stond. De Volkenbond
moest worden gebezigd om het wereldcrediet te
verbeteren.
De lieer Hugo Simon critiseerde de vredes
voorwaarden, voor zoover zij Duitschland
raakten. Als de Duitschers het bedrag kenden,
dat van hen gevraagd werd, zou dit zoowel in
belang van de Entente als van den Duitschen
handel zijn.
Duitsclitand moest blijk geven van oen groo-
tere productie, teneinde het buitenland er toe
te brengen crediet te verschaffen. Er waren
voorbeelden van overproductie in Duitschland,
o.a. schoenen en hemden. Millioenen Duitschers
Novelle van P. Louis Coloma.
11.
Slaap en moeheid bevingen hem eindelijk
kort voor het aanbreken van den dag en toen
de zusier de eerste rondte dééd, vond zij
liem nog slapend uret liet medaillon der Onbe
vlekte Maagd in de iiand, twee groote tra
nen in de oogen en een zacht lachje op de
lippen.
7.
Eerst na zonsondergang verliet Gabriel het
hospitaal, want hij liad het vurig verlangen,
zich te verbergen, gelijk de schuldige zich
in het donker gelieft te huilen, uit vrees,
dat men zijn gewetensangst raden kan.
Met snellen tred verwijderd» hij zich van
de plaats, waar hij begonnen was zijn schuld
ta boelen en wendde zich naar het instituut,
.waar hij ze geheel hoopte uit te delgen. Maar
hoe meer hij het insiiluut padeide, des te
langzamer werd zijn gang, zonder dat hy
wist waarom; zijn moed verdween en dui-
«euden twijfels kwelden hem an wekten aen
zekere onrust, een zekere bitterheid in hèin
op, die zijn goeae voornemens opzagen als de
bodem van de woestijn het sap van een
plantHoe listig is de geest der duister
nis en met welk «n sluwheid pleegt hij het
gevaarlijkste van zijn nelten de menschebjke
zwakheid en onbestendigheid ic leggen: isel
uitstellen van een goed voornemen.
Het scheen Gabriel niei noodig, noch ver
standig, zich zonder dwang aan een vreem
den paler loc te vertrouwen; reeds meende
hij thuis zijn lange afwezigheid onder een
nietig voorwendsel ta kunnen verklaren en
daar ta kunnen uitvorschen, of zijn moeder
van het avontuur gehoord had, om dan later
te biechten, wanneer hij een vreemden pries
ter zou vinden, wien hij zijn naam niet be
hoefde te noemen. Er waren er zooveel in
Sevilla en het zou hem gemakkelijk zijn, er
een te vinden I Bovendien dacht hij, zijn tred
steeds meer vertragend;* dat bet reeds laat
en bet instituut reeds gesloten was en het
een domheid zou zijn, op dezen Lijd iemand
te storen.
Deze hoop veranderde Gabriel geheel yaji
gedachten, want zij gaf hem de mogelijkheid
zijn drang, die item naar het instituut d.rong,
met zijn innerüjken tegenzin in overeenstem
ming te brengen, dia hein, hoe meer hij iiel
huis naderde, steeds meer behesrsohié. Eèn
j rijtuig, dal hem deu weg versperde, was voor
hem een voorwendsel, ien omweg te ma
ken; twee kijvende vrouwen gaven hem aan
leiding een poos stil te staan, daar hij wilde
zien, wie ia den strijd gelijk kreeg; en on
danks alles bevond hij zich vroeger dan hij
dacht voor de deur vau het instituut. Hij
vond liet wijd geopend, een met pakken be
laden dienstman zocht zijn last hij den hoek
weder in orde te brengen. Gabv.el's voelen
dreven hem, hij wist zelf niet hoe, en ic
plaats van in de vooriial (e treden, schreed hij
verder; maar op hetzelfde oogenbiik dwong
hem een van die episoden, die in de nauwe
stralen van Sevilla in het geheel niet zeld
zaam zijn, terug le treden en in liet portaal
van het huis zijn toevlucht te zoeken, wan
neer hij niet ten onderste hoven geloopen
witde worden. Een rijtuig, dat aan het vierie
einde van de straat een draai maakte, en die
ezel van een waterdrager, die van den an
deren kant kwam, sloten den met pakken
beladen dienstman in. In een oogenbiik was
een menschenmassa verzameld, waar net ge
schreeuw van den koetsier, de slem van den
boven uit klanken. Gabriel wachlte ongfedul-
ezeldrijver en tie vloeken van den dienstman
dig ap de gelegenheid, den voet weder op
de straat te kunnen zetten, toen een grijs
aard, door hest leven opgasqhrikt, uan de deur
van hel instituut verscheen en bij Gabriel's
aanblik verheugd uitriep: „Gabriel, Goddank,
dat ik je hier zie!,. Uw moeder had den
paier-rector reeds haar bezoek aangekondigd
en wij hebben ze verwachtKom u maar
mee rit zal u dadelijk aandienen
„Neen, neen, broeder Bernardo," riep Ga
briel tot liet uiterste verward uit. ,,Het is
reeds laat en ik zou liem maar storen."
„Wat iaat? Het is toch nog geen acht uur.
Hij zal met de knapen in de kapel zijn en
het Marialof doenKom maar binnen, .Ga
briel, ik zal 't hem dadelijk berichten."
En de goede broeder Bernardo, die Ga
briel nog van het andera instituut kende en
die bier het ambt van portier vervulde, voer
de hem -half tegenstribbelend naar dé ont
vangzaal. <r
Gabriel zette zich neer, zonder goed te
weten, y t hij doen moest; zijn hart klopte
heftig bij ieder geruisch ete wederom wus
zijn ziel vervuld met een bitterheid, die alle
goede voornemens te niel deed.. Toen kwam
de gedachte bij hem op, bij den pater-irector
slechts een beleefdheidsbezoek af té leggèn
en zoo snel mogelyk afscheid te nemen.
„Het is zoo het beste," zeide hij eindelijk
tot zich zelf, „misschien weet mijn moeder
niets en zoo kan haar ook alles verborgen
blijven,Eu wat liet biechten aangaatdat
dat breng ik later in ordeeen anaeren
keer..
De pater-rector liet op zich wachten en
de tijd viel Gabriel ontzaggelijk lang.
Plotseling troffen dje tonen van een ver
orkest zijn oor, dat een heilig gezang
preludeerde... Gabriel beefde toen hij "dé
eerste accoorden hoorde en zijn heete ziel
soliean in zijn oog-en te liggen, als werd
hij doior die zachte tonen aangelokt. Het
orkest herliaaldje de eerste maten en angst
en bitterheid vwd wenen langzaam uit
Gabriel's ziel, gelijk, bij het eerste mor
genkrieken .die donkere nachtschaduwen'
verdwijnen.
Meerdere knapenstemmen, rein en zal-
verhelder, als tot een enkelen luchtotraal
vereenigd, zongen daarep:
„Kpimt, o komt allen
Om strijd met bloemen
Met bloemen voor Maria.'
Dj® pnze Moeder is",
„Die onze Mopdeir is", herhaalde Ga-
blriel met zachte stem en een snikken ont
snapte aan Zijn lippen, tejrwijl hjj! do hon
den tegen dia" borst drukte. Dan hoorde hij
een andere stem, helderder ©n téédóndéf
tjan de andjeoien. -
'i (Slot j