TWEEDE. BLAD.
Woensdag 5 Januari 1921
Wroeging
Provinciaal Nl@uw§
Ons Blad.
door
OU1LLAUME DUBOIS.
Nu is iiii Lasig dood; daarom kan ik
xlfn laven verhalen een droevig, don-
Ifler fevec van tnenschenxebuid en men-
gcli.enleed.
Hit was een oude man. Niemand wist
jeagénlifk hoe oud ie was; men noemde
hem slecht» den oude van de heideTiut.
Daar. waar de wiidc\ stille heide één
,wordt niet de gewelven van den hemel
dom. .stond zijii woning. En iederen
avond, wanneer de zariften der klokken
over de heide trilden, kon men hem
daar zien zitten met droomerige oogen
over de verre verte van de groote heide
starend
De heide is niet dood.
Door duizend aderen bruist het leven
in haar, wanneer de zonnestralen over
haar heen schitteren en lachen, wanneer
zie uit al de kleine bloemen do zwoele
bedwelmende lucht zuigen en deze ver
der dragen over de glanzende, blakende
beide. Daar gaat een geklingel door de
Jjucht, bijna onhoorbaar en toch zoo
luid .voor hem. die het begrijpt. Me
nigeen wandelt voort, zonder het te
jhiooren, maar wanneer er een met groo
tje smart over de heide gaat, hoort lifv
het zachte geluid en dan echoot het na
in zivn zuchtend, gekweld hart, dat den
waren grondtoon zoekt uit de duizend
Vlei'warde stemmen daar buiten en de
Wilde smart lost zich op in de zachte,
mistige melodieën der groote natuur.
En zoo werd de "heide zijn troostende
fee.
Eli wanneer dan de schemering over
de heide zweeft dan ziet jnen een stille,
ieenzame figuur, een vrouw. Zii draagt
leeii griizen, nevelkleurigen mantel, die
gr-ooter en grooter wordt en overal'blijft
haken waarheen ze haar schreden wendt
(totdat de gebeele heide bedekt is.
Dat is de vrouw der heide, die zich
hult in dit nachtgewaad om te gaan
Sluimeren.
(Wee hen. die het wagen haar in den
slaap te storen, niet letten op den
nevelrniantel en in de nachturen óver
dec vlakte gaan.
De oude kende de stille, ble-eke vrouw
met den grijzen mantel'. lederen avond
ziat hij op de vermolmde bank voor
zijn hut en keek naar haar. hoe zii zich
ter ruste legde. En wanneer zii reeds
lang den dichten sluier over de vlakte
had gespreid, -zat hii nog, en staarde over
de zwijgende, droomende heide.
En menigeen, die met den stervenden
avond hem voorbijging, gebogen onder
dien last van een zwareu werkdag,
mocht den grijsaard wel' benijden om
zijn vreedzame rust.
Maar ik wist anders.
Ik had vaak bit hem gje/.eteiu meer
Jan al die anderen. En dan .werd de
oude somtijds bespraakt; hii sprak van
de wonderen der natuur., de stille, zwij
gende wonderen, welke door.de men-
schen achteloos worden voorbijgegaan,
omdat hun blik verduisterd is door de
zwarte schaduwen, die om hun hoofd
kringen: .de donkere zorgen van het
dagciijksch leven.
Hii sprak tot mii .van hem, daar hii
wist. .dat mijn ziel hongerde naar de
firóóte geheimen, welke de geweldigs
schepping bergt, .welke zich als een
grondeloos diepe afgrond vertoonen aan
het vorschend menschenoog.
Van zich zelf sprak hii echter niet.
En toch, wanneer ik hem aanzag, ais
hi, daar neerzat, over de heide starend
met groote, starre oogen, dan zag ik,
dat een groot leed, waarover hii tot
niemand had geklaagd, hem kwelde.
En ik wist ook, dat hii geen vrede
had
Eens het was op gen zoelen zomer
avond dat ik bii hem was gekomen
"pm afscheid te nemen heb ik het
hem gevraagd.
Hii schrok niet; schijnbaar had hij
die vraag verwacht. Slechts bewoog zijii
hand afwerend.
Toen zwegen wc.
De zon zonk langzaam en haar laatste
stralen golden den ouden man aan mijn
zijde, op wiens zilveren haar ze vielen
als droppels goud.
To,en kwam de schemering en de hei-
devrouw begon haar geruischloos ge-
zweef.
To,en wendde zich de oude man tot
mij. „Ik wist het", zei hij, „dat n eens
zoudt vragen. En waarom zou ik het u
niet vertellen? Lang, langer dan een
inenschenleeftijd gaat over de heide de
ti;d, waarvan elk uur mii een kwelling
is". Hit wees met de hand naar de don
kere vlakte. De oude staarde droef voor
zich uit. Toen sprak hii verder, zachtjes,
als sprak hit .tot zich zelf:
„O, ik heb de heide lief gehad om
haar groote. zwijgende schoonheid.
iToen was ik nog een jongeling en het
onstuimige bloed van mijn vader vulde
inijn aderen. En hem hebben ze op
n dag thuisgebracht op .een baar, als
strooper doodgeschoten. Mijn moeder
was een zieke, zwakke vrouw, die den
slag niet kon verdragen. Ze 'hebben
beiden tegelijk begraven.
En toen ik bit hun lijken stond, is
een groote haat dn mii opgestegen tegen
ziin moordenaar en tegelijk een vrees
voor het rampzalige beroep yan mijn
vader. Maar het wilde bloed was sterker
,jüan mijn vrees. Het liet me gleen rust,
.totoat ook ik het geweer ter hand nam
En spoedig hebben ze mij geketend
en ik besloot mii op den man te wre
ken. die mijn vijand geworden .was, om
dat hit' zijn plicht had gedaan.-
Toen kwamen weken vol wilde ver
twijfeling vol duistere vvraakgedachten.
En dan stond ik weer op de zon
nige. bloeiende heide en dronk met den
groot-en, onlcschbaren dorst van het
smachtende hart de bloes emgeurige
lucht. Maar den eed heb ik niet ver
geten.
Ziet u daar in de verte het woud?
Daar heb ik op .hem gewacht; want
hii 'moest over het smalle voetpad kó
men. dat over de hei loopt. En hij
kwam ook. O. .ik weet nog juist, jh'oe
't was. 't .Was 'n jonge man, en hit
kwam als bloeiende, lente over de snor-
genfrissche heide geloop-en. Het zon
licht speelde om hem. Ik zag pog, hoe
hi, een vrool'ijken groet zond naar het
verre jagershuis, en toen:.,., toen heeft
een schot over de vlakte geklonken....
Gezien heb ik niets meer, toen de
rook was weggetrokken. Eenige gorge
lende zuchten vernam' ik.
Toen was het stil. Een diep zwijgen
he-erschte vol pijn. Hoe lang ik tiaar
gestaan héb, wat ik gedacht heb, jk
weet het niet. Slechts dit weet ik, dat
het mii verwonderde hoe stil toch eigen
lijk tie heide is. Alles een rustige, zwij
gen de vlaktege-en 'beweging, alles
dood.... dood! Ook de man op, de< doode
beide was dood, en ik.... ik Had mii ge
wroken.
Een Satans-eb lachen gilde dsor liet \Voud
Ik' schrok. Wat \v,as d'at voor 'n lach? Nog
nooit had ik zoo gedaan. 11: sloop het
woud in. Alles stil, spookachtig! stil.
Toen kwam het. Langzaam, ijskoud kwam
het in mijn hart: die wroeging. Hoor, wat
was dat? Had niet iemand geroepen? Dui
delijk hoorde ik: moordenaar.
Toén ben ik het woud ingesneld mét
waanzinnige haast
Ik had "het van mijn jeugd af gekend nu
kende ;ik het niet meer. Alles was vreemd.
Ik' wist niet, waarheen ik liep.
Slechts verder, verder.
Lang zal ik rond geloopen hebben; toen
raakte .ik met den vo.et in iets verward; ik
viel. Hét waren de geweerruimCn, waar
over ik' was gestruikeldIk' stond aan
den zoom van het woud.
Toen kwam er rust over mij. Niemand
h,ad de daad gezien, 't Kon wel een on
geluk was overkomen. Uit het d'orp ging
slingerde ik' het geweer weg en nu waren
er geen getuigen meer dan de verra
heideen die zweeg; eeuwig. Zoo was
het dus geschied.
Mensdhen vonden hem en verwonderden
zich. dat den voorzichtigen man een on
geluk was overkomen. Uit lïvet dorp ging
men naar de heide. De priester bad, de
mensciien baden en ik bad mee. Ik zag
de jonge vrouw in haar vreeselijk'e smart
e.n ik bleef bij haar staan. Ik hoorde de
mens'chen den ijverigen, .plichtgetrouwen
man beklagen en ik klaagde mee. Allen
gingen huiswaarts. Die laatste, die daar
nog sto-nden, -waren de jonge vrouw en ik.
Toen Zij ging, bleef ik niet langer staan,
maar ben voortgegaan, aldoor verder, daar
ik d-e heide niet meer lief bad, met haar
groote vreeselijke zwijgen".
De oud'e zweeg: en staarde naar den
witten nevel, 't W,as nacht geworden en
boven ons stond de maan, in wier zilveren
glansi fcl'e heide leek' ,op een eindel-ooza
slapende zee.
Ik zag den ouden ongelukkig,en man
aan nVijn zijde; hij had het hoofd in de
hand gelegd en op zijn gerimipeld gielaat
lag- smart.
Hoe dikwijls had hij hier gezeten,
terwijl om- hem de heide sliep: hij alleen
-met zijn rustelooze hart, d'at geen vrede
kon vinden.
Bewogen nam ik' zijn hand. „Arme man,
wat heb je veel geleden."
Hij lachte droef. „Meent u dat?" zei
hij. „O ja, het was vreesdij®! maar dit was
niet het einde. Het andere was ook ver
schrikkelijk."
En weer k'eek bij zwijgend voor zic-h uit,
als liet hij de beelden van vervlogen dagen
zijn geest voorbijtrekken.
„Ziet u", begon hij1 dan, „dat kwam
zoó. loen ben i'k de wereld ingegaan om
daar alles- te. vergeten, ik' heb den zwaarsten
arbeid gezocht en ik' heb bovenra,ensch-elijk
gezwoegd van den morgen tot den avond.
Alles was ij-del. Maanden, jaren gingen en
den vrede brachten ze niet. Zoo ben i:k
een eenzame man geworden.
Tol op een helderen lentedag.
Lang bad ik liefde voor liaar in het hart
gedragen, maar ik had niet gewaagd het
haar te zeggen, omdat zij zoo rei-n en
onschuldig was.
Tenslotte heb ik' liet toch' gezegd- en
ze beloofde mij m'n vrouw te worden.
Toen heb- ik voor de eerste maal weer
gejuicht en de sombere herinneringen sche
nen weggevaagd.
En dat was mijn tweede groote schuld,
dat .ik bet argelooze, trouwe meisje bedro
g-en heb, haar gedwongen heb met mij mijn
weg- te gaan, den eenzamen, donk-eren
weg, d-ien ik toch alleen te gaan liad.
En spioed-ig is ze mijn vrouw geworden...
Hebt u wel 'ns gehoord dat de moorde
naar naar de plaats gaat waar hij zijn
misdaad pleegde? Zioo was liet ook met
mij, Ik. word naar de hei-de getrokken
naar de donkere, stomme hei,, die ik' eens
den rug toekeerde.
fijoo zij ii we dan weer naar' nfijri land
gegaan, jk en mijn vrouw.
Daar iporde ik. pp 'n dag, toen ik op
bet veld werkte, -de doodsklok van do na-
burigo dorpskerk luiden. Tloen ik opkeek
zag ik mat een oude man in mijn nabijheid
zijn hped afnam en s til'biaC Ik ging naar
hem toe en vroeg: „Voor wie wordt er
geluid?"
„Tiet ds vpor de houtvesters vrouw, wier
nian enkele jaren geleden in do bei-de een
o-ngeluk kreeg. Do 'arme vrouw, ze heeft
armoedige jaren •achter zich. Ik geloof dat
ze van hónger is gestorven".
Ik voelde -dat ik bleek werd, hoe het
bloed naar het hart drong. „Jouw scihuld"
Ik liet de sp-a'do vallen on wankelde dpor
.de velden; sleobts als van verre fcoarde Sk"
de kljokken en daar tussehen klonk tel
kens: „Jpiuw Bohuld".
(Hoen stond Sk .aan den zppm van het
wpu-d en Zag naa-r de heide. En over het
paid aag ik een man in een groen kleed
en een wond aan de borst. En achten; hem
kwam een bleeke vrpiuw, zoo bleek, als
slechts hpnger en droefheid kan makciu
De man viel neer en de man hief beide
handen dreigend op en het was mij, alsof
ze riep: „Jóuw schuld. Jouw schuld".
Het wals nacht, toen ik thuis kwaïrj,
een nacht ao-nder steijren.
Ik vlond geen slaap. Altijd stonden de
gestalten v|opr mij, die door mijn schuld
den dood gevonden hadden, on daartus
schen. -mijn vrouw zooals ze mij- aanzag
toen ik 'salvo,n-ds laat huiswaarts kteerlde"
(Ijjen. ben ik van hem heengegaan. Ik
ging dpo-r tien awoelen, gewrigen, zwij
genden zomernacht en ik dacht aan den
-ouden oenzataen man met het witte haar
en liet hart zonder vrede, dat naar eeuwi
ge rast haakt.
Jaren waren voorbijgegaan toen ik weer
in het -doirp kwalm en naar don oude
van het heid-ehuisje vroeg.
T|aen zeiden ze mij dat hij gestorven
was en dat mijn vrouw lang vóór hem
was heengegaan.
Hij had een vreemdeling, die in het
water was geloopen gered en wals zelf
verongelukt.
Aldus werd zjjn vurigste wensch ver
vuld, na jaren van wee en wroeging.
ANNA-PAULONX/NA. Ver g a d -e
ring; van den Raad dezer gemeente
op Woensdag 29 D-ec. 1920, d-es namid
dags te 1 -uur in de Raadszaal'.
Na de behandeling, der ingeko
men verzoeken en verdere - stukken
is aan de orde het voorstel
van den be-er Jansen om terug te komen
op liet besluit waarbij .aan alle georga
niseerde 60-jarig-en die werkloos zijn
fl.60 per dag uit te keeren. Hierbij is
to-en ook bepaald dat wilde men voor
-èen-e -uitkeering in aanmerking .komen
op 1 Nov. 1919 lid moest zijn van
een organisatie.
D-e he-er Jansen zo,u deze datum wil
len zien verleggen en wel zoodanig, dat
ieder werkman boven 60 jaren nog de
gelegenheid had zich te orgaiüseeren.
Verder stelde de heer Jansen voor de
bepaling in de Alg-em-eene Politiever
ordening dezer gemeente waarbii- .het
verboden is uit gebouwen kunstlicht op
den openbaren we-g te doen schijnen,
te doen vervallen.
De heer Jansen wijst er in zijp toelich
ting op. dat dieizJe bepaling is opgeno
men om te verhinderen d,at paarden van
dat licht zouden schrikken, doch nu alle
voertuigen van licht mo-eten zijn voor
zien is deze bepaling overbodig .gewor
den.
B. en Wi. stellen vo-or deze bepaling
te doen vervallen.
Ue heer Stammes, meenl, Jat de dikwijls
zwakke verlichting der voertuigen niet het
meermalen sterkere licht uit de winkels kun
nen doen verdwijnen, wat dan voor de paar
den dog schrikaanjagend blijft.
De Voorzitter merkt op, dat hel licht van
fietsen-en het veelal verblindende licht der
outo's veel erger is voor de paarden.
Het voorstel wordt hierna algemeen goed
gevonden.
De heer Jansen zegt aangaande ziju eerste
voorstel, dat de Raad zich op een onzuiver
standpunt heeft gesteld. Er zijn verschillende
personen, zegt spr„ vooral onder de ouden, die
het niet hebben ingezien, dat organisatie goed
voor him was, zij hebben de organisatie al Lij d
beschouwd als een lichaam, dje het alleen om
bun contributie te doen was. De tijd is hun
te snel gegaan en daarom wil spr. deze men
sciien nog in de gelegenheid stellen zich aan
te sluiten en hun dan ook van gemeentewege
hij werkeloosheid een uitkeering van f 1.60 per
dag loc te kennen.
De heer Looij zegt zich lo herinneren een
klein berichtje in de courant te hebben ge
lezen, dal de Minister alsnog uitkeering wil
verlcênen aan ■personen ouder dan 00 jaren,
die zicli alsnog aanmelden bij de werkeloo-
zenkassen lot liun 65 jaar toe.
De Voorzitter zegt, dat B. en AV. zich hou
den aan huil advies bij het vroegere voorstel.
De Minister laat de GO-jarigen los, het is
Rijkswerk, dus dient bij het Rijk te worden
aangedrongen en ligt het niet op den weg van
de gemeente om bij te springen.
I>e heer Jansen zegt, dat hij het in de
vorige vergadering genomen besluit een
zekere categorie een uitkeering krijgen en nu
vindt spr. het hard voor die enkelen die er
buiten staan. Het js spr. bekend, dat er éen
of twee zijn, die niet georganiseerd zijn en
boven 60 jaar en thans werkeloos zijn, deze
krijgen niets; personen die onder het geno
men besluit vallen hebben zich lot op dit
oogcriblik nog niet aangemeld, een bewijs hoe
weinig bezwaar liet voor de gemeentekas is:
bovendien wat schaadt liet laatstgenoemden,
wanneer ccrstgenoemden ook krijgen uitge
keerd. Spr. wil niet, dat het een propaganda
middel voor de organisaties wordt en dat gaat
er nu veel op gelijken. Spr. wil daarom de
gelegenheid geven zich vóór X Februari a.s.
aan te sluiten en zoodra ze lid zijn van de
zelfde rechten te doen profiteer-en als hen,
die reeds 1 Nov. 1919 lid waren.
De heer Keuris zegt het niet eens te zijn
met den heer Jansen, dal de Raad zich hij' het
vorig besluit op een onzuiver standpunt
stelde. Spr. vraagt, waarom gaat iemand in
een organisatie? Natuurlijk om betere locstan
den -te verkrijgen. Nu zijn er personen, die
nergens aan meedoen, een ander laten voor
gaan, om' tenslotte toch van die organisa
ties te profiteeren. De personen, die op 1
Nov. 1919 lid waren der vereeniging, hebh-ën
geloond iets ie willen doen vo-or hun lotsver
betering, doch deze zijn buiten hun schuld
uitgesloten en voor ben is het besluit der
vorige vergadering genomen- en dit acht spr.
een zuiver standpunt.
liet voorslel-Jansen wordt nu aangehouden
tot een volgende vergadering, tol meer be
kend zal ziju van heigeen de Minister wil.
Hierna volgt een voorstel van B. en W.
tol hel: vaststellen eener verordening tot ver-,
naai van bijdragen van deze gemeente ge
vraagd door andere gemeenten voor onderwijs
aan kinderen wier -ouders of verzorgers hier
wonen.
Voorgesteld wordt te vel halen van ouders
clie een inkomen hebben van beneden f 1000
nihil, van f 1000 tot f 1500 12 pCt., van f 1500
tot f2000 25 pCt., van f2000 tot f2500 50 pCt.,
van X 2500 tot f3000 75 pCt. en boven f3000
de geheele bijdrage.
Van het Gemeentebestuur van Alkmaar is
bericht ingekomen, dat de gevraagde bijdra
gen boven liet schoolgeld gevraagd worden.
De ouders der leerlingen, die eldters school
gaan, zullen dus evengoed schoolgeld moeten
betalen, al wordt van de gemeente eene bij
drage gevraagd. Dit is ook het geval wanneer
de kinderen te Alkmaar wonen, zooals met
J. Rpelofs het geval is, indien de ouders
alhier wonen. Tevens wordt.gelezen een brief
van hel Gemeentebestuur van AVicriii'ger-
waard, waarin wordt medegedeeld, dat ge
tracht wordt een billijker regeling van deze
bijdrage te verkrijgen, waarmede het Dage-
ljj-ksah Bestuur dezer gemeente heeft inge
stemd. In verband hiermede wordt bovenge
noemde verordening voorgesteld.
De heer Keuris deelt naméns zijn partij
genoot mede, dat zij zich in hoofdzaak kun
nen vereenigen met dit voorstel, doch de
eerste twee ldassen willen wijzigen in f 1300
tot flGOO en van f 1600 lot f2000.
De heer Rczelman zegt wel iets voor deze
wijziging te gevoelen, doch wil de laagste
klasse dan brengen op f 1200. Spr. zégt, de
meeste flinke arbeiders zijn legen f1200 aan
geslagen, die wat meer is f 1300 of f 140D, de
zulken betalen dan 121/2 pCt. van de bijdrage,
doch f 1200 en daar beneden blijft vrij.
De lieer Keuris vindt dit ook billijker en
hierna wordt hel voorstel met algemcenc
stemmen aangenonm.n.
Hierna komt in behandeling een voorstel
van B. en W. tot verhooging van do beloo
ning van den Deurwaarder der plaatselijke
belastingen.
B. en AV. stellen voor boven het geldend
tarief f 1.toe te kennen voor de teekening
van elk dwangbevel aan belastingplichtigen
van deze gemeente en f5.voor de tenuit
voerlegging van het dwangbevel.
De Voorzitter zegt in verband mot hel voor
stel van den lieer Jansen in de vorige ver
gadering' om den Deurwaarder der plaatselijke
belasting den jaarwedde te garandeeren van
f200.—, thans B. en AV. voorstellen bovenge
noemd tarief, zij zijn v,an oordeel, .dal een
der." lijk tarief den' Deurwaarder 'zal aanmoe
digen, meer dan bij het voorslel-Jansen. Het
betreft een niet aangename werkkring en deze
moet ook naar prestatie worden bezoldigd.
He. heer Jansen informeert of het de bedoe
ling is, dat ook lot verkoop moet zijn over-
gegaah of dat de f 5 reeds worden toegekend,
zoodra het beslag ligt.
De Voorzitter zegt, dal dit recht beslaal
zoodra iiel beslag is gelegd.
Algemeen wordt nu het voorstel goedge
keurd.
Tn behandeling lcom't nu een voorstel om
de .gratificatie aan den rijksveldwachter met
f 109.— te verhoogen over het jaar 1921..
Dn Voorzitter zegt, dat bij de begrooUng
voor den rijksveldwachter eene gratificatie
is vastgesteld voor- 1921 van f 100.Dc in
komsten van den rijksveldwachter, die nog
het 'minimum-salaris geniet, beloopt ruim
I' 11O0, terwijl hij eene woning moet huren van
1 1.50 'per week en iu den zoniet- komt er
voor den tuin nog' iels bij. Daarom stellen
P> en AV. de gratificatie voor.
Do heer Stammes acht het een vencecrd
argumenl, dal hij mot zijn salaris niet toe
•can, Dat is niet onze schuld zegt spr. doch
van hel Rijk. AVij moeten 011s dan ook af
vragen, is de belooning voldoende voor oe
diensten in deze gemeente bewezen; en dap
komt' liet spr. voor, dat hel te laag is, hij
heeft al eens geinformeerd en is hem geble
ken, dat het niet voldoende was.
Spr. is dan ook vóór eene verhooging
maar d,aii ook alleen over den lijd, dat hij
hier is, als de veldwachter gedcïaehecra is,
wil spr. dat deel van de gratificatie inhouden.
Dc voorz. zegt veel te gevoelen voor het
voorstel Stammes, nis een Rijks-Veldvvachler
gOdetacheerd wordt, krijgl hij daarvoor ook;
reeds exlra vergoeding.
Spr. zegt, dat de heer Stammes echter
een -verkeerde conclusie heeft gelrokken uit
iiet argument van B. en AV. Niet omdat
de Rijks-Veldwachter niet rond kan komen
met zijn salaris, maar omdat het salaris in
verband met de hoogc woninghuur te laag is.
Areelal moet cte gemeente zorgen voor een
woning en derhalve is dc schuld niet bij
het Rijk 'maar bij de "gemeen le, omdat zij
een te duur huis dóór den Rijks-Veldwach
ter laat bewonch.
Hierna komt ter tafel een verzoek van
zooals dc heer Stammes voorgesteld had,
met algemeene stemmen aangenomen.
Hierna oiernt ter tafel een verzoek van
J. Koppel om onderhands te huren de ber
men van den toegangsweg naar het spoor
wegstation voor f 20.— per jaar gedurende
3 jaren.
De voorz. zegl, dat B. en AV. den huur
prijs weder op f 25.— hadden gesteld, doch
Keppcl wenschte dan niet meer te huren,
dc tuingrond -ligt te laag en heeft overal
veel last van de kinaeren.
Hierna wordt met algemeene stemmen be
sloten hel dan maar voor f 20.per jaar
te verhuren aan Keppël, omreden hel doca-
hem ook heel goed gebruikt wordt.
Door liet gemeentebestuur te Wieriugen
was een klacht van ccnige reizigers ingezon
den omtrent dc slechte verlichting te Van
Ewijksluis,
De Voorzitter heeft den toestand met' den
gem.-opzichter opgenomen en hij acht plaat
sing van 2 lantaarns noodig. Volgens be
komen inlichtingen was liet voorgekomen, dat
vreemde reizigers den weg niet konden vin
den van het tram-station naar de Wieringer-
boot. Spr. zou daar een lantaarn willen laten
plaatsen bij het café van J. Keuris en een
bij den toegang naar de kluft over den dijk.
De heer Looij vindt, dat de plaatsing bij
Ghr. Hoogmoed" meer noodig is en zou die bij
L. de Jong willen verplaatsen.
Hierna wordt goedgevonden 2 lantaarns
Ie plaatsen en aan B. en W. over "le laten
waar deze geplaatst zullen worden.
Aan de agenda wordt na goedkeuring nog
ioegevoegcl het benoemen van twee armvoog
den, wegens periodieke aftreding van de hec-
ren S. Speels eg; J. Lihïjte.nbergk. Hterija w«>
den de heeren Speets én Llndeubergh herleef
zen resp-, met 10 en 9 stemmen, 'één stehl
was uitgebracht óp den lieer J. Berguiah
Bij de rondvraag zegt de heer Jansen, dat
tegenwoordig door den Minister bij Ged. Sta
len der verschillende provincies wordt aan-,
gedrongen 041 vereeiiiging van gemeenten, o.m
deze -meer draagkracht te geven. Verschillende
voordeden worden door zoodanige combina
ties verkregen; in verschillende pro vindes
zijn er dan ook al oenjge tot stand gekomen
of m voorbereiding. Hij heeft gedaclit aan de
mogelijkheid tol vereeniging van deze ge
meente met de gemeente AVicriugervvaard. Dit
zou tot besparing op de besluurskosten aan
leiding geven. Op de jaarwedden van burge
meester, secretaris en ontvanger, rekening
gehouden mot verhooging der traktementen in
de groolere gemeenten en met aanstelling van
een 2en ambtenaar ter secretarie, zou toch
nog. f3000 bespaard worden. Nu zou dit in
den eersten lijd mogelijk wegvallen, omdat
wachtgeld zal moeten worden uitgekeerd,
doch later wordt dit voordeel ten voile ge
noten. A'crder is een reuzen* besparing te vin
den in administratiekosten. Vele werkaamlie-
den moeten voor heide gemeenten gebeuren
en kunnen met dezelfde moeite geschieden,
of de gemeente 4000 of 5000 inwoners zal
tellen. Dat vereeniging mogelijk is, bleek
reeds uit het beslaan gedurende 3 5 4 jaren
van de Brandstoffenconiniissic voor beide
gemeenten, welke nimmer tot moeilijkheden
aanleiding heeft gegeven.
Aterder is medegedeeld, dat clectrificatie
van deze gemeente afhankelijk wordt gesteld
van de medewerking van dc gemeente AA'iéi'in-
genvaard. Bij vereeniging zou clectrificatie
beter geregeld kunnen worden en werd ook
meer draagkracht verkregen. Wat de uitge
strektheid betreft, kan ook geen bezwaar
hceten, immers de afstand van het raadhuis
tot de Kooij is ongeveer even ver als van liet
raadhuis lot de Kreil. Do Krcil is slechts
een paar honderd meiers verder.
Een en ander geeft hem vrijheid voor le
stellen B. en AA', op le dragen slappen te
doen bij den Raad van AVieringerwaard cn
oij Ged. Stalen.
Dc heer Looij is van meeiimg, dal het
administratief voordcel niet zoo groot zal zijn.
De lieer Jansen zegt wel niet zooveel .van
het secrelaricwerk le weten, doch er wel zoo
veel mee bekend te zijn, dal het niet zooveel
verschil maakt met veel werkzaamheden of
die geschieden voor -1000 of 5909 inwoners.
De lieer Keuris zegt, dat de bezuiniging
heel begrijpelijk voorkomt, de clectrificatie
zou veel gemakkelijker tot stand komen, meD
zou vlugger lol een besluit kunnen komen.
De Voorzitter zegt: eene vereeniging van
gemeenten wordt krachtens de gemeentewet
ontworpen door Ged. Stalen,, dus dient „een
voorstel als door den lieer Jansen gedaan,
aldaar aanhangig gemaakt. Noodzakelijk,
althans hoogst gewcnscht, wil het mij echter
voorkomen, dit voorstel direct met de ge
moeide Wieringerwaard te hesp-reken. AVat
toch is het geval? A'aal: worden uil dei-gelijke
voorstellen verkeerde conclusion gelrokken en
de gemeente, waarvan het initiatief uitgaat,
de bedoeling toegedacht, de andere ^emccnle
of gemeenten te willen anuexeeren en waar
dit in liet onderhavige geval evenmin de be
doeling van den voorsteller en dc and-ere spre
kers als van het gemeentebestuur is, dient
dit althans de gemeente AVieringerwaard vóór
alles kenbaar gemaakt, l'icr mag ajlcen gel
den het algemeen cn financieel belang der
beide gemeenten en of nu Wieringerwaard
Anna-Paulowna zalverkrijgen of omgekeerd,
Atma-P-aiilowna zal worden uitgebreid met
AVieringerwaard doet niets ter zake, evenmin
de vraag of bij vereeniging dc nieuw te vor
men gemeente den naam zal dragen Anna-'
Psulowna of genoemd zal worden AVieringer
waard. Het eenig doel moet zijn, het dienen
dei' algemeene cn bijzondere belangen der
beide gemeenten.
Dit vooraf tot goed begrip der zaak.
En dan wil ik wel zeggen, dat het ook mij
voorkomt, dat eene vereeniging der heide ge
meenten belangrijke voordcelen kan bieden.
Da uitgestrektheid der gemeente kan geen
bezwaar zijn, de heer Jansen, in dezen wel
competent, deelde mede, dat de Kooij hoek
ongeveer even ver van ons gemeentehuis is
gelegen als hel meest afgelegen gedeelte van
Wieringerwaard daarvan is verwijderd; 00V
noemde do heer Jansen de quaèstie der-
Brandstoffen-eommissje, die voor beide ge
meenten ingesteld, afdoende heeft bewezen,
dat de uitgebreidheid aan hel gebied eene
goede uitvoering der voorschriften uiel in
den weg slaaL
De door den voorsteller genoemde bespa
ring der bestuurskosten zullen in de 1 oe-komist
bij de oprichting van electricileits- cn water
leidingbedrijven steeds grootcre nfmctirige.ii
gaan aannemen cn ook ben ik het niet den
heer Jansen eens,, dat in éen vereenigde ge
meente clectrificatie cn waterleiding minder
moeilijk tot stand te brengen zou ziju; bekend
is, dat het Provinciaal Electriseh Bedrijf de
clectrificatie dezer gemeente afhankelijk slell
van de medewerking van AVieringerwaard.
Beide gemeenten hebben, dunkt mij, nage
noeg dezelfde belangen en ziju heide van be
hoorlijke draagkracht, welke door vereeni
ging versterkt.
Verschillende ingezetenen van Wieringer
waard hebben hier hun landbouwbedrijven
en kan de wijze waarop- deze gemeente bc-
stuiu'd wordt, hun dus niet onverschillig zijn.
temeer niet, daar zij krachtens het pas gewij
zigde artikel 244a der Gemeentewet alhier
als foreus belastingplichtig zijn en hier voor
twee-derde gedeelte van hun aanslag zullen
hebben bij te dragen. Vermoedelijk zal de
gemeente Wieringerwaard slechts twee-der
den van den aanslag mogen vorderen,, zoadat
die gemeente daardoor schade lijdt, terwijl
bedoelde ingezetenen toch voor vier-derdo
gedeelte schatplichtig zijn. Feiten^ welke nï.L
vóór vereenigiiig der beide gemeenten pleiten
en wel aantoonen, dat voor eene vereeniging
der beide gemeenten behalve vele algemeêiiÉ
ook belangrijke bijzondere belangen zouden
gebaat zijn.
Ik kan mij dan ook wel voorstellen, dal
eene vereeniging der gemeenten Anna-Pau-"
lowna en Wieringerwaard, -welke vele voof-
deelen biedt, vrij algemeen zal worden lo»-
gejuicht en geloof wcU mede uit naam der
wethouders te spreken, wanneer ik zo& dal
het gemeentebestuur niet onsympathiek tegen
over ilct voorste* staat.