ft f A11 JË.9 m^J. ljBL JU W R -K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND Bureau: HOF 6# ALKMAAR. Telefoon Wat de Pers zegt FEUILLETON BUITENLAND tfo. 309 Vrijdag 7 Januari 192* 13 e Jaargang ABONNEMENTSPRIJS VERSCHIJNT DAGELIJKS. ADVERTENTIEPRIJS: Bureaucratius onder het mes. BERGAFWAARTS. 5 M Ij! li De wetiergevonden - dochter PER KWARTAAL VOOR ALKMAAR f 2.-, BUITEN i 2.50 MET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD f 0.50 HOOÜER. ADMINISTRATIE 433. REDACTIE 633. Van 1 (ot 5 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25; Reclames per regel f 0.75; Rubriek Vraag en Aanbod" bi) vooruitbetaling per plaatsing f 0.60, Aan alle abonnè's wordt op aanvraag .gratie een polls verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500.—, t 400.—f 200f 100. - t 60,—, f 35.—, t 15.— Het gebeurt niet vaak, dal ile eeue huis vrouw tot een andere zeyU „mijn uilgaven Rjin te groot; ik kan niet rondkomen; komt gij ?ens kijken, wat er hij mij te bezuinigen valt!" Hel „haas in eigen huis" sluit zeker in, dal ai cm suid, maar dan ook niemand, zich bemoeit met onze interne aangelegenheden. Het mag dan ook ais een zeldzaam feit wor den beschouwd, dat onze Regeering een com missie van personen, meerendeels slaande bui ten het ambtelijk leven, heeft benoemd met de opdracht om eens le onderzoeken, hoe er aan le departementen vah algemeen bestuur wordt jewerkt, wat daar le veranderen en le bezui nigen valt. Dal zuLks niet alleen wenschelijk, maar hoog aoodig is, daaraan twijfelt niemand. Wij hebben nu vijf jaren van de meest in grijpende staatsbemoeiing achter den rug; een tijd, waarin Vadertje Siaat voorschreef wat en hoeveel wij moesten eten en drinken, waarmee wc ons moesten kleeden, hoeveel licht wij piociUen branden, hoeveel kachels we mochten Roken, een tijd van je reinste staats-albediliing. En Slaat wij weten hei uit droeve erva- ting wil in deze niets anders zeggen dan gmblenarij. Want geen bemoei- en bedilzucht tonder ambtenaren. Wat gebeurd is, was noodzakelijk, al danken wij den Hemel, dat de benauwenis van ons is ^weggenomen. Met de opheffing van de crisisbemoeiingen is Achter zoo maar niet de Staatshuishouding tol haar oude proporties teruggebracht. Hel gaat tr nice als niet iemand, die cenige jaren" weel derig geleefd heefl op een groot kasteel en nu .wrplicht is te bezuinigen. Hij kan wellicht cenige bedienden afdanken, nu het geven van groole jliners gedaan is, zoolang hij in dat groote huis blijft zitten, zal hij vast houden aan oude ge woonten en gebruiken en zal van .werkelijke be- minigi.jg weimg komen. Zoo juist zag onze minister-president dit in, loen hij in de rede, waarmee hij de hier be- 3 oei de Staatscommissie installeerde, zeide, dal in ruimen kring tegenwoordig de vraag gesteld Wordt, of op de jaarlijksch terugkeerende en Wassende millioenen voor de ambtenarij geen besparing mogelijk is, maar dat degenen, die Tclf dagelijks in die ambtelijke beslommeringen zitten en den gang van zaken van te nabij ga deslaan, niet de aangewezenen -zijn om een af doend antwoord op deze vraag te geven. „Het is daarom zei de premier tot de com missieleden Van groote beleekenis, dat man nen, vreemd aan eiken sleur, met frisschen blik onze waarlijk niet eenvoudige administratie aan een diepgaand onderzoek zullen gaan onder werpen. Hoe zwaar deze arbeid ook zij, indien deze er toe vermag te leiden, dat onze berooide schatkist van niet volstrekt noodzakelijke uit gaven wordt ontheven, dan zal het thans leven de cn niet minder het komende geslacht u groole erkentelijkheid verschuldigd zijn." Zoo is het inderdaad. Maar er is meer: er is nóg een andere reden, waarom mannen buiten de Regeering staande, Bureaucratius aan den tand moeten voelen, een reden, uiteraard door den Minister-president niet genoemd. Nederland mag over bel alge meen over zijn ambtenaren niet klagen. Spe ciaal op het stuk van betrouwbaarheid en on omkoopbaarheid steekl ons ambtenaarscorps gunstig af hij het buitenland. Echter heeft het Haagsche ambtelijke leven ticli wel op een wijze ingericht, die niet strookt met den noodzakelijker, eenvoud van dezen tijd. ■Ingrijpen in dat rustige, kalme beslaan, dit waagt geen enkel departementshoofd. Het gaat een Minister als een kok in een groole keuken: wanneer zijn maats hem niet gezind zijn, wan neer deze het vuur laat uilgaan, gene het deeg laat mislukken, een ander een hand zout in een zoet gerecht gooit, brengt hij niets bruikbaars ter tafel, ook al is hij nog zoo'n kunstenaar in zijn vak. Een Minister weel, dal hij met zijn ambtenaren goede vrienden moei blijven. Een krachtmensoh als oud-minisler Treub heefl eens een departementale omwenteling op op touw gezet, maar het werd dan ook een revolutie, aan welker gevolgen geen ander zich wagen durft. Daarom is het goed, dat mannen buiten de Regeering en de ambtelijke practijk dit zware karwei ter hand nemen. Nergens ter wereld en in geen beteren tijd kon een dergelijk werk ondernomen worden. Want geen volk is zóó afkeerig van overdreven amblenaarsbemoeiing als het Nederlandsche en geen tijd is meer geschikt om alles, wat niet strikt noodig is, af te snijden dan de tijd van de vredescrisis, waarin wij nu zijn aangeland. Ia „Het Volk" v,an 3 Jan. wijdt de hoofdredacteur Mr. Troelstra, liet nieuwe jaar in met een artikel, waarin Iiij een taaltje uit zijn pen laat vloeien, dat voor liet gekrijsch van Wijnkoop, Colly, Lis- ser c.s. map. weinig behoeft onder te doen. Mr. Troelstra laadt natuurlijk de schjuld der toenemende werkiocshieicl op den breer den rug van lipt Kapitalisme, wat hem niet veel hoofdbrekens kost en schuift ais eenig redmiddel uit den nood waarin de Maatschappij verkeert, de „Socialisa tie" naar voren. Als hij datook niet deed, dan zou iedereen en lijij zelf het eerst en meest verbaasd er over staan. Van „Socialisatie" drooman al de rood.e leiders en. h[Un „bewuste" volge lingen, al weten zelfs die Leiders niet, wat er gesocialiseerd kan worden en of de socialisatie voordoe Lig of on voordeei lig voor de arbeiders zal wezen. Jicli|ter, de arbeiders moeten in de „stemming" worden gehouden en daarom gaat Troelstra maar eens geweldig te keer tegen hpn, die ernstige bedenkingen op peren tegen lipt troetel-idee der rooden: de Socialisatie. Hel is de moeite waard, even naar zijn getier te Luisteren: „D,an barst de bende los der chaos scheppers, die de wereld, zichzelf, ons allen hebben te gronde gericht. Zij honen én smalen en krijten: Geen ge vaarlijke proefnemingen, geen onbezon nen stelsels zonder .ervaring, neen, rust... orde. En mocht liet moegetergde volk balsturig worden, de Burgerwacht, Vrijwillige Landstorm, Anti-ixevolutie- reciijtspleging. En op de .achterhaald de „democratie", met hpre nieuwe priester ressen, de domgehpuden vrouwen uit de bewalmde keukentjes der kleine huisjes, die Godp getrouw blijven, ook als de :man vervalsch,t aan den socialisti- schpn Satan, die in de hel liiervoor- maals de roode vlammen stookt... Als dat geen sterk gepeperde kost mag liceten, dan worden we direct socialist Maar de peper, die we geproefd heb ben en die nog op lipt puntje van onze tong brandt, heeft onze nuchtere bezin1 ning geenszins op den loop gejaagd. En daarom herinneren we ons opper best, dat nog maar hp©l kort geleden, een geleerd partijgenoot van den heer Troel- s.tra, de heer ft. Kuyper, in „Het Volk" schreef „Ieder partijgenoot, die een klein beetje het geestelijke leven van zijn tijd meeleeft, zal na lezing van het Sor cialisatie-Happort wel heseffen, dat een enorm aantal moeilijke vraagstukken er aan de socialiseeringsta.ak, waar voor wij stiaan, vastzit. En laat ons nu eens eerlijk antwoorden op de vraag, hoeveel personen, zelfs van het kader van partij- en vakbeweging, deze vraag stukken, ik zeg niet onder de knie hpbben want dat is zelfs maar bij enkele theoretici het geval, en.... zelfs bij dezen niet maar er althans min oi meer in georiënteerd zijn. Het ant woord valt, geloof ik, niet mee." I" I Keen, lipt antwoord valt niet mee en wie de verstandige taal va,n den liper Kuyper mot het „Trahnner geschrijf' van den heer Troelstra vergelijkt, kan het oesluit trekken, dat hpt met den leider der 8. I). A. F., in snelle vaart, bergaf waarts gaat naar... den G.oinrhivnistisohen poel, waarin David Wijnkoop zich zoo uek,agelijk gevoeLt. gelukkig kunnen constatearen, dat de gods dienstzin onder onze arbeiders toeneemt en het materialisme, voor zoover dat er was, den bons krijgt. MATERIALISME. Oppervlakkig gesproken zou men zeggen, dat ellende en sinart, de menschhcid moest vermor zelen, doen inkeeren in zich2elf en de hand om hulp naar boven uitstrekken. Daaruit trekt „Criticaster" in de „Resb." hel besluit, dat, toen de oorlog velerlei rampen over de wereld uitstrooide, menigeen dacht:-nu zal de inensch wei spoedig beter worden. Die zoo dacht, dacht verkeerd. „In plaats daarvan brak de zinnelijkheid eerst voorgoed door. Hel materialisme, dal geleidelijk aan in aanzien verloor, scheen alle krachten in le spannen om het verloren terrein le herwinnen. Eu nog altijd stormt er een vlaag van zinnelijk begeeren door de we reld. De inenschen, alle rangen van hoog tot laag, Ialeiv zich door de rnalerieele lusten begoochelen. Zelfs degenen, die aan God ge loovcn cn diis weien, dal al liet aardsche eigenlijk nieis beiuekent, 'IStcu zich nog maar al te vaak door zinnelijke genietingen over winnen. Er zijn er, die beweren, dal vooral ook onder onze arbeiders het materialisme troef is. Men kan vaak uitingen opvangen als: al w%.-r looneischen, die menschen zijn nu nooit tevreden, ze gaan heetemaal op in rnalerieele verlangens. Nu moet ik belaas wel toegeven, dat ook onder de arbeiders, evenals onder de ande re klassen, een bepaald percent getiolslaven huist. Maar dal hel materialisme, bel aldoor en ten koste van hoogere belangen streven naar aardsch genot, meer voorkomt bij de arbeiders dan bij anderen, ja, dat heel de arbeidersklasse er door aangetast zou zijn, die bewering kan alleen voorkomen bij hen, die de arbeiders niet kennen. Het materialis me heefl bij onze werklieden geen voedings bodem. De lijden zijn er nog al naar. Is het eigenlijk geen boon, le spreken van materia lisme, als een arbeider, die alles geeft wal hij heeft, zijn arbeidskracht, daartegenover ook iels meer verlangt dan een hongerloon? Zijn uitzonderingen daargelaten de loo- nen over 't algemeen dan zóó boog, dat de gezinnen toph al niet genoeg dcelen in het aardsche tranendal, moeten ze al niet ge noeg missen, zoodat ze niet zouden pogen, door eerlijke middelen een beetje verlichting te brengen in de financicelen druk, die hen steeds en steeds blijft bezwaren? Hebben de arbeiders niet den plicht, te beproeven hun toekomst te verlichten?" „Criticaster" zegt tenslotte: lo. dat uit het feit, dat men naar hooger loon sreeft, absoluut niet te concludeeren valt, dal er materialisme aan 't woord is; 2o.'dat we uit andere feiten DE VERSPLINTERDE SAMENLEVING. ;We knippen uit li.ct „Ov. Dgbl." JVat tegen den 8-urigen dug is in te brengen is o.i. niet liet denkbeeld van karteren werktijd, maar wel, hpt eenvormig patroon, dat den arbeid in alle bedrijven en in alle omstandighe den in eenzelfde keurslijf knelt. De middeleeuwen waren op dit punt veel praktischer. 'Zij zochten het meer in de vrije feestdagen met voorafgaan- te vigilies en lieten den-werkdag langer oi' korter worden naar gelang den tijd des jaars de behoeften van het bedrijf, en zoo' - voort. .Wanneer wij titans in ons land met den 8-urigen dag in het gedrang zouden komen wat nog afgewacht moet wor den dan zal dit zijn, omdat men in andere landen andere regelingen treft. .Waaruit men zien kan dat de inter nationale regeling, waarmede de Kerk vroeger de menschen leiden kon, ook onder Stoiieüjk opzicht zegenrijk werk te. Een geboden feestdag was bindend voor allen en overal. Dat hieilzaain juk is evenwel verbrij zeld. Toen de Hervorming de levens eenheid stuk sloeg en de heiligen uit bande, gingen de heiligendagen van zelf. Tb,ans ondervindt men dat in een versplinterde samenleving men moeilijk een gezag kan vinden sterk genoeg om voor pveral geldende besluiten te tref fen. HET CONFLICT TU8SCHÉH ÜUiTSCHLAHD EU Ui GEALLIEtHOEti De houding van Frankrijk en Engeland. Tegelijkertijd dat de Fransche regeering dc ge allieerden in kennis stelde van de öpla, welke zij aan Duitschland had gezonden over de ontwa pening, had zij voorgesteld zeer spoedig een bijeenkomst der geallieerde cerste-minislers te houden om het eens te worden over de jegens Duitschland aan te nemen houding. Toen de geallieerden dit voorstel gunstig op namen, stelde Leygues aan de Engelsche rogee- ring voor om tusschen 7 en 12 Jan. te Parijs bijeen te komen. Het kabinet te Londen ant- woorde dat het gaarne aan de uitnoodiging van Leygues gevolg zou geven, doch de eerste minis ter en de minister van builenlandsche zaken konden den 7den Jan. niet weg. Daarom werd 19 Jan. voorgesteld, welke datum ook de Fransche regeering en de overige geallieerden schikte. Leygues de Fransche Minister-president heeft tegen Parijsche correspondenten van Londensche bladen verklaard, dat hij den zeer stelligen in druk had, dat Duitschland ten slotte het tractaat van Versailles stukje voor beetje zou uitvoeren, vooral omdat het Duilsche volk zelf'voorstander is van ontwapening. De Times meldl op het beste gezag: Het is de opvatting van het Brilsche ministerie van builen landsche zaken, dat er geen werkelijk verschil van inzicht beskuit- tusschen de Engelsche en Fransche regecringcn ten aanzien van het beleid, dat men tegenover Duitschland zal hebben te volgen, ofschoon er verschillen van meening he slaan ten aanzien van het gerucht, dat men moet hechten aan erkende tekortkomingen van Duitschland hij dc vervulling van zijn verplich tingen onder bepaalde hoofden. Er is alle reden om aan le nemen, dat wanneer de opperste raad bijeenkomt, deze verschillen van meeniug met het grootste gemak geregeld kunnen worden. De Valera. De Times meldt, dat de Valera le Manchester verblijf heefl gehouden en daar gecoulfèerd heelt met leiners van Sinn-Fein. Hij-heelt te Man chester zelfs openlijk over straat geloop en. Ongeregeldheden. Üflicieel wordt gemeld: Ten gevolge van een hinderlaag, waarin soldaten hij New-inarkei in het graafschap Cork, gevallen waren, zijn vijf huizen, waaruit men de aanvallers had zien vuren, op last van den militairen gouverneur ver niet.!. Gewapende Sinn-Feiuers hebben do belasting ontvangers van den graafschapsrnad vun Duhtin bezocht, die ontslag hadden genomen uiodat de graufschapsraad overgegaan was lol Dail Eireann, en hun fondsen op hun eigen naam hij een bank gedeponeerd hadden. Dc: Sinn-Feiner» dwongen de ontvangers cheques vooi ten uiinsie 10.090 pd.st. le teekenen en hielden beu gevan gen lot die geïnd waren Vrede o;i komst? De Duhlinsche correspondent van de Times zegt: De gematigde Sinn-Feiners gclooven uu dal de voornaamste leiders van de partij, ook do Valera, bereid zijn om over een regeling te pralen op den grondslag van de liberale amen dementen op de Home-Rule-wet, met name op financieel gebied. Het feit dat die opvatting heerscht, is op zichzelf al een goed voorteeken. "Het is een bewijs dat het land vrede verlangt en dat waarschijnlijk slechts een kleiue minderheid van extremisten een redelijke schikking als ver raad tegenover de republikeinsche zaak zou be schouwen. 2 Deze wensch, dien het zoogenaamde lersclie parlement Dail Eircanu niet kan ncgeeren en dien bet misschien volkomen bereid is om te eerbiedigen, heefi een spoorslag gekregen door de zakelijke wijze waarop Noord-Ieriaud maatre gelen treit voor de instelling van zijn nieuws parlement. De Londensche bladen voorzien binnen eeiiige dagen een vergadering van Dail Eireann meC machtiging van de Engelsche regeering. Men hoopt dan op een gunstigen keer. Algemeen ge looft men, dat de vrede op komst is. DE OPENING VAN DE GRIEKSCHE KAMER. Bij de opening van dc Grieksctie Kamer heb ben looneelen van groole geestdrift plaats ge had, toen de Koning en de Koningin, de laatste in den rouw.de vergaderzaal binnentraden. De Koning was zeer bewogen en las de troonrede met moeilijk heheerschte stem voor. Er waren geen vertegenwoordigers der Entente aanwezig. De zitting werd verdaagd tot 23 Januari. De meening wint veld, dat het huidig kabi net zich zal handhaven. DE VREDESCRISIS. L'Oeuvre meldt, dat er groole slapte blijft heerschen in de zaken der Fransche kleerma kers, die naar maat werken. Het publiek, zegt het blad, wacht betere dagen, d.w.z. sterk ge daalde prijzen af en koopt niet. Een vertegen woordiger van I'Oeuvre heeft een gesprek ge had met een der groote Parijsche kleermakers, die hem verzekerd heeft, dat een pak goedge maakte kleeren van een goede firma niet min der dan 500 frank kan kosten, d.i. 200 frank minder dan in het voorjaar van 1920. De prijs die dc Engelsche lakenfabrikanten de Fransche kleermakers voor de stoffen hebben laten beta len, waarbij dan nog de lage stand van den frank in het nadeel van de Fransche koopers kwam, en de hooge loonen zijn volgens den zegsman van l'Oeuvré, oorzaak van de duurt» der kleeren. De Times schrijft dat de vooruitzichten van den Engelschen scheepsbouw aan de Tyne on zeker zijn. Er worden sombere voorspellingen gedaan ten aanzien van de naaste toekomst. Tal van bestellingen, vooral uit het buitenland, zijn geannuleerd of uitgesteld ten gevolge van het dalen van de vrachtprijzen. Naai- het Fransch van RAOUL DE NAVERY, bewerkt door L. M. VAN P1NXTEREN, R.-K. Pr. 15. Dc sloep werd snel beroofd van liare la ding. Een groote steen werd aan de voeten der dooden gebonden en in zee teruggewor pen. Krachtige armen rolden de tonnen cn 'kisten naar een hoogere plaats aan de kusl en do vloed,, die steeds hooger steeg, nam de lichamen mee, spoelde de bloedige' plek ken schoon en kwam inet zijn gewone kracht de granieten rotsen beuken. Toen dc Kermaps zich in de sloep wierpen om de lading er uit te halen, liet een men- schelijke gestalte zich er uit glijden. Hel ion misschien voor den iaatsten passagier van de Terrible moeilijk geweest zijn liet land te bereiken, beladen ais hij was met een dubbelen last, maar een golf wierp hem op het strand, en hij was daar bijna builen gevaar. Hij had den moed gehad zich ge- durende den moord der matrozen en pas sagiers stil te houden, alleen deukend aan tijn eigen redding en die van een jong kind flat h|j in zijn® had, ££u, hij aan 't strand was, zouden de zonen van Kermar hem waarschijnlijk niet ontdekken, daar zij er niet aan dachten, dat een slachtoffer hun ontsnapt was en zij het veel le druk hadden om. hun buit in veiligheid te brengen vóór 'het daglicht, dat reeds begon le glanzen, doorbrak. HOOFDSTUK V. DE SCHIPBREUKEL1NGE. Zoodra de morgen aanbrak, was Tolle- avoine op de been. Zonder het bevel daartoe af le wacnten, zonder tiaar ocihtendmaaltijd, maakte zij de koe los uit den stal en voerde tiaar op een terrein welks helling gunstig was voor hare plannen. Inderdaad lag dit mager stuk grond buiten het gezicht van dc oewoners der kust. Bovendien stelde een oude afgeknotte boom haar iu de gelegen heid de zwarte koe vast te biiidcff en zich zonder vrees te verwijderen. Zij haalde uil haren zak een houteii iiap, vulde ze met melk,, daalde, onder allerlei voorzorgen om er geen druppel van te verliezen, de helling af en bereikte de spleet aan dc kust. Het zwakke licht, dat er in doordrong, liet zien dat de grond bezaaid lag met schelpen. De zee had den spleet bijna ontoegankelijk ge maakt door cr wier en slcenen op le haopen, maar zij had ze ontdekt bij een barer zwerf tochten en ei; zich eem soori schuilhoek gemaakt. Om veilig le zijn voor ontdekking liad zij nieis aan den ingang veranderd. Dezen morgen drong zij er met nog meer voorzorgen dan gewoonlijk door en h;óóp- te wier en schelpen adder zldi voor den ingang opeen. Daarna liep zij langs den wand eu kwam in een halfronde ruimte. Een zacht getemperd licht viel daarin door een opening in de hoogte, die eveneens door distels en andere planten verborgen was. Zonder ge rucht voortgaande kwam zij bij een smal bed vau gedroogde zeeplanten, knielde op den grond en beschouwde met een gevoel van diep medelijden de jonge vrouw, die daar als op h. ir doodsbed nederlag. Een hoog rood kleur'.i haar gelaat, zij sljgp niet, maar was ten prooi aan een hevigen koortsaanval. Woorden zonder samenhang ontsnapten hare lippen en overvloedige tranen rolden over hare wangen, zonder dat zij zelf het wist. Tolle-avoine lichtte haar voorzichtig op en bracht de nap met melk aan hare lippen. De zieke dronk werktuigelijk en viel op haar bed terug. Den avond te voren had Tolle- avoine, nadat zij mevr. de Flessigny in dien schuilhoek gebracht had, hare natte kleederen uitgetrokken, deze waren uu op gedroogd en zij legde ze op de voelen van ■de zieke, dje uu eens huiverde van koude eu dan weer niet zweet overdekt wns;, Wat kon zij verder doen? Een geneesheer of priester halen? Ieder, die in de nabijheid der hut had durven doordringen, had er zeker den dood gevonden. Zij wist niet anders te doen dan haar aan te bevelen aan Haar wier glimlach het arme kind zoo dikwijls ge troost had in de kerk van het dorp. Nu cn dan gaf zij ha-ar wat te drinken, droogde het zweet \an naar voorhoofd of verwarmde hare ijskoude voeten. „Wat," dacht Tolle-avoine, „was hare doch ter op liet schip? Arme vrouw, zij heeft hel in de armen gelegd van een der mannen, die in de sloep gegaan zijn en van die men schen heeft geen enkele den oever bereikt." Verpletterd door smart en schaamte, ver borg zij het gelaat in de handen. „Toch moet ik het onthouden," mompelde zij. „Misschien kan ik haar later nuttig zijn. Zij noemt haar echtgenoot Humbert en haar dochter Dolores. Zij woonde op een eiland, waar parels gevonden worden. Zij heeft den naam van Abbê Regis genoemdIk zal den pastoor vragen of hij haar kent. Vervolgens Laurent, aan wien zij haar dochter heeft toe vertrouwd Dat is alles: Humbert, Laurent. Abbé Regis, Dolores..." Tolle-avoine brach;tl den nap met melk aan de lippen der zieke. „Ik heb gevraagd oen leven le redden tol uitboeting over wal ik medehitlp in de misdaden. Maar zai deze on gelukkige niet duizend maal meer lijden als zij haar verstand terugkrijgt? Het zou mis schien beter zijn, dat zij stierf." Evenals den voiigen avond bracht het kindi de koe naar den stal terug. Gedurende acht dagen zette zij deze leefwijze voort, daarna scheen het haar loc, dat de toestand van de zieke vcrbelerde. De koorts was niet meer hevig, ha,ar oogen begonnen te glanzen cvt sciieen naar bekende gestallen te zoeken. Maai' die eerste poging' scheen de zieke veel inspanning te kosten, want zij viel op hare legerstede terug eu bedekte het gelaat met de handen. Het zachte hoofdhaar van Tolle- avoine streeks langs tiaar gelaat eu zij meende dc lokken liarer dochter le gevoelen eu fluis terde: „Dolores." Hoewel zij zich verheugde over het lerug- keerend leven, was ue kleine hermar toch be vreesd voor het terugkeeren van haar ver sland. Wat zou zij zeggen als de ongelukkige naar hare dochter vroeg? Hoe haar troosten? lil haar angst herinnerde zij zich de Alangd van het kleine kerkje ca ijl.ie daarheen. AI konden de lippen van het breid ook niet spre ken, zij gevoelde toch dal het u.ot geheel zoo- der getuid zou blij Veil. Een aah^eiuune ge- dacine steeg up uit huur uiïuvlcnu Kuil naar de ghiiilnchcudc Moeder en gaf naar een buiiuiigewbuc liia.e.ht. plana vm.VMiga)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1921 | | pagina 1