BASE-ASSOCIATIE.
GEMENGD NIEUWS
KUNST EN KENNIS
Kantoor Alkm&ar Brecdgtraat 11
L!ichusiar:R.
XXXVIII.
Uit de tweede helft der 1/e eeuw dsg-
teekent zoo menig fraai gebouw der aLoude
stad. Onder deze neemt het stadhuis wel
de eerste plaats in. lederen bezoeker dezer
thans betrekkelijk kleine plaats met haar
ruim 8000 zielen valt het op, dat ze een
zto groot en schoon gebouw tot raadhuis
heeft, en, wist hij het niet, hij zou vanzelf
tot de conclusie komen, dat de stad een rijk
Verleden achter zich heeft.
De bezoeker, die het Paleis op den Dam
kent en wie zou dat niet? speurt on-
maddelijk groote overeenkomst tusschen dit
„achtste wereldwonder" en liet Enkhuizer
zer stadhuis en is geneigd, ook dit als
een schepping van Jacob van Kampen te
„eschiouwen.Dit is echter niet het geval
Dit bouwwerk kwam eerst tot stand in 1688
en de groote bouwmeester stierf reeds in
1657. Ook kan het plan wel niet aan dezen
mogen worden toegeschreven, daar eerst
in 1686 het Stedelijk Bestuur te kennen
gaf, dat het een nieuw raadhuis wilde laten
bouwen, wijl het oude te klein en bouw
vallig weid.
Dit moet gestaan hebben eveneens aan de
Breedstiaat, doch een weinig meer noorde
lijk en was oorspronkelijk de kapel van
het Gast- en Leprozenhuis, in 1396 ge
sticht.
Evenals in sommige onzer plattelandsge
meenten nog wel eens het geval is, verga
derde de vroedschap onzer oude steden wel
in een herberg; vóór dien tijd hadden er
zelfs raadsvergaderingen plaats in de open
lucht, waaraan alle poorters kionden deelne
men. Langzamerhand werd het echter ge
bruikelijk en Filips van Bourgondië ordi
neerde, dal, om alleen de aanzienlijke, on-
dërvindingrijkste lieden op te roepen en uit
deze instelling ontstond dan de vroedschap
(vroed wijs) onzer steden.
Naast dit burgerlijk bestuur had men als
rechterlijk lichaam! het college van schout
en schepenen. De laaisten zijn mirf'of meer
te beschouwen als de jury of de gezworenen
zooals de Engelsche en Fransche rechts
pleging die nog kennen.
De schout was tevens bet Hoofd der
politie, welker agenten toen met d'en te
genwoordig minder aangenaam klinkenden
titel van rakkers aangeduid werden.
De burgemeester namen oorspronkelijk
een zelfstandige positie in, namelijk als
verdedigers van de rechten der burgers te
gen mogelijke aanmatigingen der grafelijke
beambten, of die van een of ander heer.
De steden toch konden in 3 categoriën
verdeeld worden. Bovenaan stond de vrije
Rijksstad, die enkel den keizer als haar
hoofd had te erkennen en uit dien hoofde
9/ele privilegiën bezat, die haar heel waf
overwicht gaven over hare omgeving. Zco
heeft bijv. Groningen altijd' zijn hegemonie
-veten te handhaven als vrije rijksstad in
iïle Noordelijke provinciën. Een dier voor
rechten was een stapelplaats te zijn voos
den handel met uitsluiting van andere plaat
sen, uit den omtrek. Een ander, vrijdom van
sommige belastingen of beden aan den
graaf. Natuurlijk belangrijke factoren van
rijkdom, handel en industrie.
Ook Utrecht was sinds onheugelijke tij
den, zulk een rijksstad en Amsterdam, dat
nog altijd boven zijn wapen de keizerskroon
voert, wend zulks in de dagen van keizer
Maximiliaan van Oostenrijk.
Een tweede soort vormden de grafelijke
of goede steden. Ook deze verkeerden meest
al in geen ongunstige positie, wijl der
graven belang bij het handhaven van hun
jjezag tegen de dikwijls aanmatigende ede
len meebracht, dat ze door liet verleenen
van privilege's de burgerij hunner goede
steden, te vriend hielden.
Ten laatste had men de heerlijke steden,
die dus tot het grondgebied van een of au
deren edelman behoorden, die nog in het
bezit was van een allodiaal goed.
Zoo bijv. Breda, dat tot de baronie van
Breda behoorde; Vere, dat een omniddeiijk
bezit van het Oranjehuis was- Leerdam, dat
aan de heeren van Ter Leede behoorde,
ljselstein e.a.
In 1640 verbood Graaf Willem de Goede,
dat in de openlucht of in de herbergen de
Vierschaar zou worden gespannen en zoo
moest dan Enkhuizen er ook toe over
gaan, dat een vast gebouw zou worden
geslicht. Het eerstgenoemde, de kapel van
het Leprozenhuis, dat toch vaak te klein
was, werd verlaten en een nieuw Stedehuis
gebouwd.
In 1686 werd vervolgens de eerste steen
gelegd voor een nog grooter Stedehuis, het
tegenwoordige, en dit werd voltooid in 1688.
De overeenkomst met het door Joost van
den Vondel zoo geestdriftig bezongen Am
sterdamsen stadhuis, dat in den Franschen
lijd zoo jammerlijk verknoeid werd, om
le dienen tot paleis- van den zoo wissel
zieken Koning Lodewijk Napoleon,ris geen
toevallige. Waarschijnlijk zal de Amster-
damsche bouwmeester, Steven Venekool,
een leerling van den grooten Van Kampen
geweest zijn en tevens geïnspireerd door
diens voornaamste kunstgewrocht
De hoog en breed oprijzende voorgevel
is opgemetseld van groote, regelmatig ge
houwen Bentheimsche steen, terwijl de zij-
en achtergevels van gebakken steen zijn op
getrokken. Het gebouw heeft 3 verdiepin
gen, waarvan de benedenste en bovenste
het laagst zijn. De middel ruiten, zeer hoog
van zoldering. Deze ruiten zijn niet zooals
bij meerdere antieke gebouwen in Lood
gevat, doch leveren toch, daar ze alle even
groot cf liever klein zijn, een typisch' ge
zicht op.
Een breed uitgewerkt, dodï niet hoog
bordes voert naar de hoofdingang, waar
hoven een balkon prijkt, diat zich echter
niet, zooals bij 't paleis op den Dam
ever de geheele breedte van den voorge
ver uitstrekt, doch over het middelste, der
de deel. Om dit balkon is een zware ba
lustrade voor welker spijten is aangebracht
een geopend wetboek, waarachter twee ge
kruiste zwaarden en een kronkelende slang
Aan de beide hoeken der balustrade prijkt'
een Enkhuizer stedemaagd met het wapen
schild der stad in de hand, de drie gekroon
de haringen op het blauwe veld. Boven
de haringkoppen prijken gouden sterren, die
waarschijnlijk mioeten te kennen geven, dat
de Enkhuizer zeevaart zich van Noprd- tot
Zuidpool uitstrekte.
Boven de deur, die tot dit Eaton toegang
geeft, is een cartouche, waarop in duidelij
ke, gouden letters te lezen staat „Candide
et constanter". De Enkhuizer vladeren had
den dus „Eerlijk' en Standvastig," tot Run
schoon devies gekozen.
Op de Kroonlijst van Het gebouw ziet
men een beeldwerk) een zoogenaamde at
trek', welks midden wederom het met een
Kroon gedekte wapen der stad vertoont
geflankeerd door vazen en beelden. Diit
alles heeft tot achtergrond' een wit mar
meren plaat als plooisel gebeiteld.
Een zeshoekige, koepelvormige toren me"t
galmgaten en netvormige- balustrade Ee-
bekrooiit het geheel.
De ernst en waardigheid van dezen gevel
worden door de 'genoemde versieringen,
waarvan de afmetingen in volmaakte over
eenstemming zijn met liet gebouw, getem
perd zonder daaraan afbreuk te doen. Hél
geheel is imponeerend, doch niet stijf o'i'
somber.
Een zoo rijk exterieur doet het Ver
moeden ontstaan, dat het interieur daar
mede in overeenstemming zal zijn. Deze
verwachting wordt dan ook niet teleurge
steld. Herhaalde malen bezichtigden wij het
stadhuis, doch telkenmale boeide het op
nieuw onze aandacht en schonk ruiir,L
voldoening' aan liet kunstgevoel. En dit is
geen uitsluitend 'persoonlijke ervaring, neen,
wij namen 'hetzelfde waar bij ieder clien we
bij zulke gelegenheid aantroffen.
De benedenverdieping wordt hoofdzakë
lijk ingenomen 'door een ruime hal, waar
het hardsteen van de vloer en de gewitte
wanden domineeren. De zijzalen daar zijn
voor de rlagelijksche zaken van een ge
meentehuis geschikt, zooals de secretarie',
spreekkamer van den burgemeester en con
cierg'ewoning.
Ecu gen akkelij'ke hardsteenen trap leidt
naar de tweede etage, waar men de belang
rijkste antieke zaien aantreft, Het eerst
komt men ook daar in een ruime hal,
de zoogenaamde "Witte zaal. Deze is be
vloert met groote marmeren platen, inder
tijd als blokken ter beballisting van schepen
uit Italië aangevoerd. Daar de naast el
kander liggende platen uit eenzelfde blok
gezaagd zijn, vertonen ze twee aan twee
dezelfde teekening in de marmeraders, het
geen een fraai en verrassend gezicht ap-
levert.
Aan schilderwerk' is dit stadhuis zeer
rijk. D'it begint reeds met de witte zaal,
waar boven de deur der b'urgemeesierska
mer een groot allegorisch' tafereel prijkt,
geschilderd door Jolran van Neck. Boven
iie deuren daarnevens een paar mooi uit
gevoerde grauwtjes (schilderingen in een
grauwige tint met verschillende toetsen),
die mede tegen het helder wit der muren
deftig aandoen.
De omlijsting dezer middeldeur jn Do-
risehen stijl gesneden, stelt o.a. voor een
hond, een haan en een leeuw. Het doel
dezer symboliek' is een voorstelling te ge
ven van de drie hoofddeugden, welke den
burgemeester moeten kenmerken: de trouw,
de waakzaamheid en de kracht
Aan de linkerzijde dezer hal grenst le de
Weeskamer. 'De naam duidt voldoende aan,
tct welk doel deze diende, n.m. als ver
tot welk doel deze diende, n.m. als verga
derzaal voor den Raad van Voogdij, die het
beheer voerde over de goederen der min
derjarige weezen. Thans, nu elders in de
stad een nieuw en ruim Hervormd Wees
huis' aanwezig'is, wordt deze zaal voor het
aanvankelijk doel niet meer gebezigd. Zij
is vooral opmerkelijk door het zeer kestbare
behangsel dat bestaat uit zijden gobelin,
hetwelk in symbolische voorstelling weer
geeft de taak der weeshuisregenten. Dit
gobelin dagteekent van 1705 en is vóór
eenige jaren kunstvol geres!auree:d. In de
vakken ziet men nog de wapenschilden der
weesmeesteren in genoemd jaar, t.w. Fre
denk de Wit, Reinier Puijt, Willem Poen
Oudewagen, Maarten van Rossum (niet te
verwarren met den berudhten Gelderschman
van Rossem) en Lucas Westwoud.
De meubileeriiig' dezer zaal evenals de
overige is mede antiek en in dessins over
eenstemmend met de omgeving.
De 2e zaal is van ouds de brandraadka-
mer, thans het bureau van den gemeente
secretaris. Deze prijkt met een marmeren
schoorsteen, waarboven een schilderstuk,
dat een voorstelling geeft van het Paalkist-
recht, waarop de stad niet weinig trotsch
schijnt geweest te zijn, daar ook de allegori
op de zoldering van de Raadkamer daarop
betrekking heeft.
Deze raadszaal heeft een kostbaar behang
van velours d'Utrecht van 1692, waarvan
de figuren geheel met de schaar zijn be
werkt en niet geplet, zooals men dat 'te
genwoordig zou doen. Het ornament ver
dwijnt dus niet met den tijd. Bij de res
tauratie in 1902 heeft men den benedenkant
langs de hooge lambrizeering weder beves
tigd met een zoom van glad velours. De
zooeven vermelde plafondsschildering geeft
behalve de allegorische voorstelling van het'
Paalkistrecht er ook een van de Haring
visscherij. Ook' het schoorsteenstuk boven
de grijsttiarmeren schouw is aan b'eide
doeleinden dienstbaar gemaakt. In medail
lons prijken de wapens van stedelijke re
genten der 17e eeuw. Het zijn namen, die
in de geschiedenis der stad veelvuldig voor
komen, weshalve iwe ze hier vermelden, n.I.
Pieter Sem'einsz., Gerbrand Blauwhulck',
Dirk Hagia, Hendrik van Loosen en Frede-
rik "Lakenmlan.
Nog zijn in deze zaal opmerkelijk 'de
mooi gedreven zilveren stihïlden van het
Turlöragersgilde, die tegen het donkerrood
der wanden helder uitkomen.
Een vijfde zaal is de burgemeesterska
mer. Deze is, oin zoo te zeggen, een sdhil-
derstuk. De wanden, beschilderd door Ro
mein de Hoogïre, geven voorstellingen, ont
leend aan de Romeinsche geschiedenis en
Mythologie .van ide burgejneesterlijke waar
digheid en ambten. De plafondschildering
van Van Nedki heeft hopge kunstwaarde.
Daarbij' is vooral opmerkelijk de zcermeer-
min, die, in welken Hloek der zaal men zich
ook Bevindt, steeds Het gelaat naar den toe
schouwer keert en daarbij' telkens een an-
derehoudinei van het licliam1 doet waarne
men. Een kunstvolle bewerking van bet
effect, diat ook' door andere beroemde schil
ders van dat tijdvak nagestreefd en bereikt
werid. Iets dergelijks treffen we ook aan bij
een familiestuk yan een der autoriteiten
dier dagen met rijd gezin, waarbij deze
en zijd ylroiuw m'et kinderen studs den
toeschouwer het gelaat toekeeren en een
aangenomen kind den blik afwendt.
De plafondschildering stelt .voor „de
Trkmf der Gerechtigheid" en bet zeer
sclioone schoorsteenstuk yan Ferdinand Bol
de „Moederliefde".
Ten laatste toont men u nog de Sdiepe-
n en-kamer, evenals die Raadszaal behangen
met velours d'Utrecht, ditmaal in grijze tint
en prijkende met een schoorsteenstuk en
geschilderd plafond. Aan den wand hangt
een schilderstuk' van Abraham' de Verwer,
voorstellend de slag' op d? Zuiderzee.
De bovenverdieping wordt grootendcels
ingenomen door het stedelijk' museum. Hier
Lij' zijn vooral te bewonderen eenige antieke
land- en zeekaarten, platte gronden en tee-
këningen, die een rijk studiemateriaal op
leveren. Ook' zijn hier aanwezig een groot
aantal stempels en geldstukken afkomstig
van de West-Friesdie Munt, alsmede een
verzameling gedenkpenningen, bij verschil
lende gelegenheden voor stad en land
merkwaardig geslagen.
Eenige oude folter- en strafwerktuigen,
die aan de wreedheid der vroegere rechts
pleging herinneren, zijn hier mede aanwezig
Kortom dit museum en ook' het gemeenie-
archief bevatten een schat van materiaal
voor den oudheidkundige van hooge waar
de.
Achter het stadhuis beeft men nog de
stedelijke gevangenis, die als merkwaar
dig' bouwwerk in wezen is gehouden en
door zware beeren tegen verdere verzak
king beschut.
Landbouw en Veeteelt
NUTHOENDERTEELT.
Hce sterk liet exterieur der hoenders
van invloed is op de legkwaliteit, of
liever lroe sterke aanwijzingen het ex
terieur geeftv.au een goede legkip, blijkt
uit hetgeen B. van Asperen Vervvenne
in Avicultura mededeelt omtrent de ver
houding tusschen de grootte van den
kam en de te leggen eieren.
Met is natuurlijk heel wat anderen
met mil opgevallen, dat een flink ont
wikkelde gezonde, bioedroode kam, niet
alleen een teeken is dat een kip legt.
maar dat de betreffende kip als regel
ec-n groot ei legt. Dit gaat zoowel op
voor het individu en als voor een stam
en voor een ras.
Bekend is. .dat speciaal de Minorca's
en Brakels van een 10—20 jaar terug
groote eieren legden en dat die rassen
toen. jn verhouding tot hun lichaams
grootte., zeer groote zware kammen had
den, heel wat grooter en .zwaarder dan
de tegenwoordige vertegenwoordigers
dier rassen. In Gelderland noemde men
ze toen, die kippen met die groote flod-
derkammen". die kammen hadden dik
wijls zoo'n omvang, dat de dieren in
vollen leg' .zijnde, letterlijk gebukt gin
gen onder den last.
Maar eieren legd'en ze als bommen zoo
groot, zocdat er heel wat bij waren, die
hoewel een dooier bevattend, niet meer
als bfoedeieren geschikt waren. Met de
zilver Brakels was het toen net zoo,' ze
torsten haast zonder uitzondering .groo
te. zware kammen enlegden groote
eieren. Ook de Wyandottes uit dien tijd
hadden over het geheel beslist groo-
tere kammen, dan de tegenwoordige.
Ik herinner me, onder den eersten
toom, dien ik had, waren verscheidene
hennen met groote kammen, er waren
ook enkelkammen bij. die omvielen,
maar de eieren van dien toom waren
over het geheel aanmerkelijk zwaarder,
dan die van mijn latere toornen, die
veel' kleiner kammen hadden en die der
tegenwoordige Wyandottes. Ik zeg .dit
niet. omdat ik zoo met die bommen
van eieren dweep en die zware kam
men zoo mooi vind, 'k haal alleen mijn
eigen ervaringen en waarneming'en aan
om het verband tusschen de grootte
van den karn en de grootte van het ei
ia an te geven. Overigens verwonderlijk
is dat verschijnsel niet, daar de ont
wikkeling van den kam geheel samen
gaat met de ontwikkeling der geslachts
organen. Van een haan, die men kapoe-
neert en daarmede de voornaamste ge
slachtsorganen ontneemt blijft ook .de
kam onontwikkeld; .van teen hen„ die
van den leg .af is, krimpt de kam tii-
.deilijk jn, in meer of mindere mate, hl
naar de kam groot 'is.
Het verband tusschen de kam en de
werking der geslachtsorganen blijkt uit
deze beide voorbeelden duidelijk ge
noeg, Izoodat Ihet geen gewaagde conclu
sie is te ^eggeen, dat een sterke ont
wikkeling yan den kam duidt op leen
sterke ontwikkeling der geslachtsorga
nen, .wat vanzelf 'n aanwijzing js voor
een groot prodiuetie-vermogen. In hoe
verre cieze conclusie juist is voor het
aantal, weet ik niet, jk héb daarom
trent geen gegevens, bovendien 'n groot
productievermogen sluit niet altijd in
een groote productie, andere invloeden
spreken daarin ook een woord mede.
een groote goed ontwikkelde bioedroo
de kam wijst in ieder geval' op een
tijdelijke groote productie, .daarbij jn
het midden latende of een tijdelijke
groote productie onder gunstige voor
waarden kan worden opgevoerd tot het
gewenschte ideaal »Y,eiêl en, groote
eieren,"
'js.'iö'rT
WERTHEIM en GOBPERTZ 1834 en CREDIETVEREEMG1G 1858
Kapitaal en Reserven f 19.500.000
Direct.K. VAN NIENES en D. SCHENK.
Credieten, Deposito's, Aan- en Verkoop van Ei loeten,
ALLE BANKZAKEN.
DE THEE.
(Humoreske van Heinrich Heine),
't Geschïedenisje, dat ik'' nu vertellen
ga, speelt zich 'af in de baden van Lucca.
Het heeft een pliilosopisclie moraal, die
hierop neerkomt, dat wij soms belachelijk
kunnen zijn, zonder dat het ook maar eenigs
zins onze eigen schuld 'is. Ik' kon 'hier in
den eersten persoon spreken, ik wil 't ook
wel doen, maar, dierbare lezer, lach niet
mee in koor. Kan ik 't Jielpen, dat ik' een
hjnen smaak 'heb en veel van fijne thee
hou? En ik' ben een dankba'ar iliensclr
en toen ik in Lucca de baden gebruikte,
prees ik mijn hotelier, die me de lekkerste
thee gaf 'die ik ooit dronk.
Lady Woole woonde in hetzelfde hotel
en ik had haar al vaak de lof van mijn
thee bezongen. Zij" was er zeer verbaasd
over en vertelde mij, dat men ondanks
haar herhaald verzoek, in dit hotel geen
drinkbare thee icon zetten. Daearom nad
zij zich genoodzaakt te zien zelf thee uit
Livorno te laten komen „Maar die smaakt
ook' hëmelsch", zei ze en glimlachte engel
achtig;.
„Mylatiy", antwoordde ik, „ik durf wed
den, dat de mijne nog veel heter is!"
De" dames, ie toevallig bij' dit gesprek
tegenwoordig waren, werden nu met Lady
Woole door mij op de thee genoodigl en
ze beleefden den volgenden dag bm' zes
uur te Komen op een vriendelijken heuvel
top, waar men zoo vertrouwelijk zit én in
het dal Kijken kan.
Het aangeg even uur kwam1, de tafel was
keurig gedekt, en wèl vioorzien, de dames
kwamen en cabhèld'en maar er kwam
thee.
Het werd /.es uur en het werd half zeven
de avondschaduwen kringelden zich als
zwarte slangen rond den voet der bergen
de bosschen geurden verlangend en ver
langender, de vogels tjilpten innig en inni
ger maar er kwam geen thee.
De zonnestralen belichtten nu nog slechts
de toppen der bergen en ik' maakte er de
dames opmerkzaam op, dat de zon slechts
noooe scheen te scheiden en aarzelde om
het gezelschap h'arer meue-zonnen te ver
laten.
Dat was aardig gezegd m;aar de thee
kwant niet
Eindelijk kwam, mét een lang gezicht,
de hotelier en vroeg1 .of we niet liever sor
bet wilden hebben inplaats van thee.
„Thee, thee", riepen we eenstemmig.
„En dan dezelfde, die ik iederen dag
drink", Voegde ik er aan toe.
„Dezelfde mijnheer, onmogelijk!"
„"Waaróm?" vroeg ik verdrietig.
De hotelier werd" steeds verlegener. Hij
stamelde cn stotterde. Na lang tegenstrib
belen evenwel kwam' die bekentenis en werd
de puzzle opgelost
Die hotelier n.I. verstond de edele kunst
een theepot, die reeds leeggeschonken was,
opnieuw met voortreffelijk' lieet water te
vullen, en de thee, die mij zoo lekker
smaakte en waarmee ik zoo had' opgeschept,
was niets anders dan tweede aftreksel van
dezelfde thee, die lady Woole uit Livorno
komen liet.
fPrewtnciaal Nieuws
KOEDIJK.
KOEDIJK. Raadsvergadering.
Woensdag te 3 uur Vergaderde de Raad
dezer gemeente. Aauwezig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering en heet
allen hartelijk welkom in deze eerste ver
gadering van het jaar 1921. Hij lioopt, dat dit
jaar voorspoedig mag zijn en roept de mede
werking van do leden in.
De notulen worden gelezen en goedgekeurd
De heer Oud geeft in overweging de rond
vraag de cene keer links ara! en de andere
keer rechts om te doen.
De heer v. d. Woude wilde met dat voor
stel komen.
De Voorzitter deelt mede, dat de woning-
huur door den Minister bepaald is op ge
middeld f4.42 per week en per woning.
Ged. Staten hebben de beslissing omtrent
de begroeting 1921 verdaagd.
Voorts hebben Ged. Staten, goedgekeurd
het leeningsbesluit ad fiO.OOO voor de ver
bouwing der school.
Voor kennisgeving aangenomen.
Ingekomen zijn de volgende stukken:
a. Van den Rijksbetaalmeester beriaht, dat
iiij aan den gemeente-ontvanger op 81 Dee,
f 1326.99 heeft betaald.
.Voor kennisgeving aangenomen.
b. Verzoek van den heer P. C. Hartog, om
eervol ontslag als onderwijzer piet ingang
van 22 Dec.
Hetontslag wordt eervol verleend.
B. en W. bieden de volgende voordracht
aan ter benoeming van een nieuwen onder
wijzer i
1l A. de .Vries te Oostzaan.
3. J. v. d. Pol te Beemsten
8. N. Roos, tijd. onderwijzer te Koedijk
Benoemd wordt met algemeena atetmlmen
de heer A de Vries. t
B. en W. stellen voor weer aan te gaan
een kasgeldleening groot f 10. (XXL
Aldus besloten.
.Verveening jn vereeniging met St Pancras.
B. en W. overleggen den Raad de ver
schillende voorwaarden, waarop de gemeente
St. Pancras gezamenlijk met Koedijk wil over
gaan tot yerveening in St Pancras.
D'e heer v. d. Woude vraagt, of de grootte
i van, het land precies is aangegeven, j 1
Dc Voorzitter deelt niette, dat dc grootte
4 H.A. en 30 A. bedraagt
De heer v. d. Woude vindt liet niet bil
lijk, dat de gemeente Koedijk de helft moet
betalen van het reeds verveende land.
De Voorzitter is van meening, dat slechts
de nog te verveeucu grond is opgegeven.
De heer Mulder denkt juist het tegen
overgestelde en noemt het billijk, dal St.
Pancras alleen de verveende grond betaalt
De Voorzitter stelt voor in principe aan
te nemen over te gaan tot samenwerking cn
daarna St. Pancras mede te decleu wat men
verlangd.
Dc beer Hart is niet teyca hel verveenen,
doch vraagt op welke prijzen de berekening
is gemaakt. Hij vreest voor een terugloopen
der prijzen cn een strop voor de gemeente.
De heer v. d .Woude merkt ©p, dat dc turf
van zeer goede kwaliteit is ea hel vorig jaar.
voor f 0.50 is verkocht. Dit is geen hooge
prijs.
De lieer Hart kan zich dan rncl het voor
stel vcrecnigen.
Do heer Mulder vraagt, of het waar is.
dat dc menséhen beneden het normale loon
verdienen.
Dc heer Beets merkt op, dal liet vervecnen
hyschouwd moet worden als een werliver-
schaffing.
De lieer Visser deelt mede, dat de rnen-
schen steckloon krijgen. Ifoo meer turven ze
steken hoe meer ze verdienen.
Dc heer Hart betwijfeld het of men hier,
met werkverschaffing te doen heeft. Hij
vraagt of dc gemeente medezeggingschap in
de loonén heeft.
De Voorzitter zegt, dat, ais het voorstel
wordt aangenomen, B. en W, willen voorstel
len een commissie te benoemen, bestaande uit
2 leden van den Raad én 1 lid uit het col
lege van B. en W.
Na eenige discussie wordt bosloten over
tCjgaan tol het verveenen voor gemoenscbapr
pelijke rekening.
De voorwaarden worden hierna vastgesteld.
Dc lieer Beets wil als leider benoemen
iemand die buiten de commissie staat.
Dit zal de commissie nader regelen.
B. cn W. worden alsnu gemachtigd ondex
goedkeuring van Ged. Staten met St. Pan
eras een overeenkomst aan te gaan.
Als leden van de commissie worden geko
zen dc hoeren v. d. Woude en Yerduiiï.
B. en W. voegen hieraan toe wethouder
Beets.
De lieer Hart vraagt, of Rllccn personen
uit beide gemeenten aan hel verveenen mo
gen werken.
De lieer v. d. Woude ziet er niets in als
er in deze gemeenten geen werkeloozen zijn
eu de meiischcn turven verhingen ook an
deren aan hel werk te zetten.
De heer Ilart pleit ervoor de ongeorgani
seerden voor hel werk uit le sluiten.
De heer v. d. Woude wilde den menschen
geen dwang opleggen om sich te organi-
seeren.
Verschillende leden willen er wei rekening;
tnede houden doch dc commis,sic niet binden
aan een besluit.
De Voorzitter ontraadt dat ook ten sLerksta
De beer Hart voelt als organisalieman zich'
veijplicht toch een voorstel iu dezen geest
te doen.
Het voorstel wordt echter niet gesteund.
Rondvraag.
Ditmaal begon de rondvraag bij den heen
Visser.
De heer v. d. Woude stelt voor de rond
vraag of te schaffen. Vroeger was spr. tegen
het afschaffen van de rondvraag, (loch is nu
van andere meening. De stemming wil hij
voortaan na loting doen geschieden.
De heer Visser ondersteun! dit voorstel.^
De heer Beets js tegen het voorstel. Een
lid moet de gelegenheid hebben zijn meening
en zijn vragen ter tafel te brengen.
De heer Mulder meent, dal dit voorstel
een gevqlg is van de vorige vergadering. De
heer Hart had hem toen gevraagd ook en
kele punten te willen behandelen, doch spr.
heeft tocu gemeend het beter aan den licoi"
Hart te kunnen overlaten. Spr. giet overigens
geheel met den heer Beets nrede.
De heer v. d. Woude merkt op, dat tegen
woordig (le vergaderingen eerst beginnen bij
de rondvraag. Spr. wil dit tegen gaan.
De heer Hart verzet zich tegen het voor
stel. Spr. wil op die manier de vergaderingen
niet bekort zien. Als dit moet, dan moeten
de notulen maar wat korter gemaakt wor
den. Spr. meent nooit iels ter tafel gebracht
te hebben, dat bier niet thuis hoorde.
De heer Visser meent, dat een raadslid toch
alfij'd zijn vragen schriftelijk kan stellen, zoo
dat ze toch behandeld worden.
Na eenige' discussie, waarbij de heer Ilart
zich tamelijk cpwi.idt en de Voorzitter (jp-
merkt, dat de rondvraag tqch eigenlijk het
doel mist, gaat men over tot stemming over
het voorstel.
Doordat de heer Öud blanco stemt, sto
ken de stemmen. Vóór stemmen de heereö
Visser, v. d. Wónde en Verduin. <1,
Over dit voorstel zal dus de volgend#
vergadering opnieuw gestemd worden.
J)e stemming zal voortaan niet altijd bj
dcnzelfden persoon beginnen.
De Voorzitter constateert, dat deze eerste
vergadering in 1921 in velerlei opzicht belang^
rijk is geweeét. Meeningsverschillen kunnéth
niet altijd uitblijven. Spr. zegt allen dan*
i voor de medewerking en slujt de vergadertip
_i UJ
'I HOOTO
L i
D« "lijst
die mlaand DteceniUer meldt efcjl 1|W"WR
3 geyalteiR J_j i U
t-1 MELKPRIJS- A
De mlelfcfrïïs is hier 22 oesTfieifi
jj&SDrife- mimics 2Q dent nót' M3-