R.-K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND „IM-IOLUKI ËËLSii" Hoogstraat 18 iangestraat 91 „ONS BLAD" voortaan Wat de Pers zegt BINNENLAND. FEUILLETON No. 351 ZATÊRDAG 26 FEBRUARI 1921 13e JAARGANG. ABONNEMENTSPRIJS: VERSCHIJNT DAGELIJKS. Bilreau; HOF 6# ALKMAAR. - Telefoon REDACTIE^™ ADVERTENTIEPRIJS: De ervaring van een ingewijde. Bmnenlandsch Nieuws, No. 2 Zandfjlad SO Cts VAN mVL I'ÜTT DE VLAM EINDHOVEN- Half wol en zuiver wolles; Pantalons - Borstrokken es: Hemden, Zeer^voordeelig. Klooi goed Irooto keuzo MM en MM, De weüergevonden dochter ONS BLAD PER KWARTAAL VOOR ALKMAAR f Z—BUITEN Z50 MET OEILLUSTREERD ZONDAGSBLAD f 0.50 HOOOER. Van 1 tot 5 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25; Reclames pei regel f 0.75; Rubriek „Vraag en Aanbod" bij vooruitbetaling per plaatsing f 0.60. Aan alia abonné's wordt op aanvraag gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag vfen t 500.f 400.—, t 200.—, t K)0.— t 60—f 3a.—. t 15.— Niet zonder verbazing? zal me nigeen wellicht kennis nemen van heit bovenstaande;-vele vragen zul len misschien bii menigeen rijzen; gaat „Ons Blad" verdwijnen? wordt „Ons Blad" een andere zaak? Wii kunnen aanstonds alle verba zing? wegnemen en alle mogelijke vragen stuiten met de dood-een- voudigie mededeeling, dat „Ons Blad"„Ons Blad" blijft, net eender als steeds (of liever, naar we hopen, in de toekomst steeds beter!) en dat het hier enkel en alleen gaat onti de bijvoeging van een naam. „Ons Blad" zullen we met in gang van 1 Maart a.s. voortaan ..Noord-Hollandsch Dagblad" noe men, dat is alles, terwii) de naam „Ons Blad" als ondertitel zelfs nog behouden zal worden. Waarom' we na rijp beraad tot deze naamsverandering overgaan Tot antwoord strekke mede een korte historische terugblik: Toen thans ruim: dertien jaar geleden uit de eenmaal per week verschijnende „Nieuwe Noord-Hol lander" het nieuw en grooter or gaan „Ons Blad" is komen groei en toen zag de wereld er nog geheel anders uit dan thans; Roomsche pers was toen nog veel kleiner, 't ging er alles toen nog veel gemoedelijker naar toe. mien leefde nog op kleiner gebied. en 't was indertijd een aardigie vondst, het nieuwe Room sche blad; „Ons Blad" te noe men. tot kenschetsing van den een heidszin, welke de krant gröóter zou moeten maken, tot kenschet sing ook van het gewestelijke, het plaatselijke, het knusse: dat*wil. Katholieken van Alkmaar en om geving. een echt eigen blad had den, een blad, dat iwie met vol- doening het ÓNZEi konden noe men. Al spoedig bleek, dat .God's ze gen op de onderneming rustte: met den dag wend de krant méér en in wijderen kring gelezen „Ons Bilad" oorspronkelijk twee maal per week uitkoménd ging na verloop van enkele jaren drie maal per week verschijnen, ,tot het in 1918 tot daglblad werd gepro moveerd, De groei van den lezerskring, zoowel naar binnen als naar bui ten, is blijven aanhouden; gesta dig breidde liet gebied, waarin „Ons Blad" gelezen werd, zich verder uit; drie verschillende edi- tie's moeten wii reeds dagelijks samenstellen om onze lezers ieder in de eigen streek tevre den te stellen en te geven, wat hun toekomt Wii zijn daarvoor op .de eerste plaats God, en op de tweede plaats alle menschen, die tot dit resultaat medewerkten, natuurlijk zeer dank baar. doch onze schoone groei is oorzaak, dat de „kleine", de gewestelijke, de particularistische en al te separatistische naam „Ons Blad" omschreven dient te wor den met een naam van meer-om- yattende beduiding. En om zeer juist de huidige be- teekenis van ons blad weer te ge ven. meenden wii geen beteren naam te kunnen bedenken dan dien van „Noord-Hollandsch Dagblad". Wil zijn in Noord-Holland boven het II inderdaad HET Katholieke dagblad, en wij twijfelen dan ook niet. of de nieuwe naam zal juist omdat hij teekenend is na verloöp van korten tijd over al ingeburgerd zijn. en het „Noord- Hollandsch Daglblad" zal dezelfde (misschien nog grootere!) belang stelling mogen ondervinden, als „Ons Bla^l" steeds genoot. VCORWAARDELIJ SAMEN-GAAN. De „Nederlander" bespreekt het stand punt, waarop -do Ohristelijk-Historische Unie tegenover Rome steeds heeft ge-i staan en volgens haar oordeel moet blij ven staan. Met blad schrijft o.a.: AVij. hebben in het „samengaan met Rome" nooit iets anders gezien dan een woderkeerigo hulp bij de stem bus, met het gevolg, dat én wij zeiven, én ook de R. K„ als burgers zouden worden gelijkgesteld met de „anders denkenden", juist omdat wij die ge lijkstelling rechtvaardig achtten en nog achten, Wij hebben aan- do propagan da van den R. IC. godsdienst van overheids- of van staatswege nooit een stroospier in den weg willen leg gen, omdat wij juist als Evangelie dienaars tegenwerking of bevoordee- ling van staatswege van eenige kerk we kook en alleen ddarop heeft een politi k} partij of een poljtiek blad zich te bewegen, Rome en wij „stoe len op één wortel" vermits onze prote- ock evangelisch-liberaal kunnen noe- stantsche beginselen, wij zouden die ook evangelisch-liberaal kunnen noemen -vlak ingaan tegen de staatsleer der R. K. Kerk welke principieel de ver- eeniging van geestelijke en wereldlijke macht verdedigt, ja eischt. Do „Nederlander" meent, dat de Chri- stelijk-historiBchen en Roomsch-Katholie- ken op menigerlei gebied kunnen samen werken, maar onder één voorwaarde nd. dat geen stap wordt gezet op de lijn, die ons terugleidt tot 'verbinding van we reldlijke en geestelijke macht. Het Cristelijk Historisch Orgaan be sluit dan Op politiek gebied strijden wij niet tegen de R. K. of tegen hun kerk, maar strijden wij wel tegen de bo venbedoelde den waren godsdienst doo- dende dooreeenmenging vanKerk en Staat. Wij nemen aan, dat hiermee alle Christelijk-Historischen het in begin sel eens zijn, ofschoon onder hen nog velen zijn, die meenen, dat de kerk steunen moet op den Staat, d.w.z. op de belastingpenningen, ock van haar tegenstanders, en niet inzien, dat staats hulp de evangolie-verbreeding in den legel meer schaadt dan bevoordeelt. Maar er zijn onder de onzen ock niet weinigen, die het gezantschap bij den Paus niet .houden voor een in breuk op bedoeld lbeginsel. Men weet, dat die beide rechtsdhe wet houders van Amsterdam, de heeren De Vugit en Wierdcls, tot den Raad ®e" af zonderlijke nota hebben gericht, waarin zij voorstellen alle werklieden te straffen, die op 8 Juni 1920 hebben gestaakt. Dit aahten zij, en terecht, niet meer dan recht vaardig. „Het Volk", dat zich zelf noemt: Dag lblad voor de Arbeiderspartij, is hevig tegen dit voorstel te keer gegaan in een artikel, waarin als klap op de vuurpijl moest dienen de uitroep: „de inquisitjegeest waart nog rond." Hetgeen echter al zoo rondwaort in de S. D. A. F., kan men lezen in de beken tenissen die de afgetreden socialistische wethouder van Utrecht, Dr. van Leeuwen, in de „Tel." publiceert Allereeerst heb ik. ervaren aldus de ex-wethouder dat in strijd met de eerste eischen van 't Socialisme, in de S. D. A. P. niet slechts iedere eerbied voor de persoonlijkheid van den enkelen rnensdh ontbreekt, maar daarin zelfs geen plaats is voor een zood&nigen eer bied niet slechts, zelfs aan den trouw- sten en meest overtuigenden werker, niet wordt toegestaan, in overeenstemming met en in aansluiting aan zijn persoon lijke aanleg en zijn. persoonlijke gaven te arbeiden^ zelfs niet wanneer hij daar bij volkomen rekening houdt met de be ginselen, het program en het belang der S. D. A. P., mqar aan zijn persoonlijk heid een zoodanigen diwang wordt opge legd, dat hjj zelf daaronder lijdt. Van daar, dat zoovelenjna korteren of lan- geren tijd voor die S. D. A. P. te heb ben gearbeid, zich ontgoocheld aan dien arbeid onttrekken. Vandaar, dat zoo- velen, doe door hun levensbeschouwing tot toetreden tot de S. D. A. P. gedre ven worden, todli ten slotte huiten deze parij blijven, afgeschrikt <loor hetgeen zij in die partij waarnemen. In de tweede plaats heb ik ervaren, dat al weer in strijd met de eerste eischen van het socialisme, in de S. D. A. P. iedere behoorlijke opvoeding van de partijleden tot degelijken partijarbeid en tot goede, flinke ontwikkelde «x-iaal- democraten, achterwege blijft. Zelfs wordt een dergelijke opvoeding door gaans overbodig en in strijd met het par tijbelang geacht. In de derde plaats hab ik ervaren, dat, mede ten gevolge van het zooeven uiteen gezette, de S. D. A. P. in toenemende mate onder de leiding van „voormannen" komt, die voor hun taak onvoldoende berekend of volkomen onberekend zijn, en waaronder er, helaas, te velen zijn, die onder den verderfelijken invloed staan van een niet behoorlijk geleide per soonlijke ambitie. En in de vierde plaats heb ik ervaren, dat er in de S. D. A. P. geen plaats is voor de socialistische kameraadschap. De regel is, dat het tegendeel van kameraadschap heerscht. Dat is de on dervinding over het geheele landOok hierin kan geen macht ter wereld veran dering brengen." We hebben hier weinig aan toe' te voe gen. De bekentenissen van Dr. v. Leeuiwen, toonen voor ieder die met verstand leest, aan, dat de S. D. A. P. een verblijfplaats is, waarin volgens iemand die 't weten kan, geen zelfstandig denkend en hande lend mensch het op den duiur kan uithou den. Daarin kan „geen macht ter wereld ver andering brengend En dan durft „Het Volk" zoowaar nog op te snijden over „Inquisitie-geest" bij anderen I Vit het Heerenkleedingbedrijf. Het be stuur der Werkgeversféderatie in het Kleedingbedrijf heeft zich bereid ver klaard den leden bij de bij haar aange sloten bonden te adviseeren het voörstel tot loonsverlaging in te trekken, mits de vakbonden genoegen namen met het ver vallen van vacanlie voor de huisarbeiders. Het huis van den Raad van Arbeid te Tiet. Door den heer L. Hermans (S. D. A. P.), is in de Tweede Kamer verlof ge vraagd om tot den Minister van Arbeid eenige vragen te richten betreffende den aankoop van een gebouw, door den Raad van Arbeid te Tiel. Buitenlandsch wapentuig. Do minister van Oorlog heeft in de memorie van ant woord in zake zijn begroting aan de Eerste Kamer medegedeeld, dat van het geïnterneerde landoorlogsmalerieel zich hier le lande alleen nog Duitscli materieel bevindt. Dit materieel bestaat uit: onge veer 46,000 geweren; 12,000 karabijnen; 2400 revolvers; 61,000 bajonetten; 2,600,000 scherpe patronen; 900 machinegeweren; 38 vliegtuigen; 9 vliegtuigmotoren; 21 kanonnen; 1590 granaatladingen; 280 pantsergranaten; 280 kardoezen; eenige kanonnen op auto's; eenige munitiewa gens; verder een aantal mitrailleurs en bommenwerpers, Möhtpistolen, handgrana ten, patroontassehen, gqweerriemen, gas maskers, broodzakken, voertuigen, affui ten, alsmede ponton-, telefoon- en ver- lichtingsmaterieel. De afvoer van een en ander onder vindt vertraging tengevolge van de onder handelingen, die nog gaande zijn tussclien de Duitsche regeering en de Entente- Mogendheden. De regeering heeft op een spoedige af wikkeling dezer aangelegenheid bij herha ling aangedrongen. DE 8-URENDAG EN DE INDUSTRIE. Het Haagsche departement van de Mpij. van Nijverheid heeft een bespreking ge houden over de uitkómsten der bij fabrie ken en industrieelen gehouden enquête voor de verkorting van oeir aroeiusuag. De totaal-indruk der antwoorden is deze: de verkorte werkdag is te snel' en te uniform ingevoerd. De werknemer weet zijn vrijen tijd nog niet te gebruiken op de wijze als gewenscht mag worden en zoolang dat niet het geval is, heeft die vrije tijd een slechten invloed. De produc tie is sterk achteruitgegaan. De positie der industrie is daardoor ernstig verzwakt. INGETROKKEN ZILVERBONS De ingetrpkken zilverbons van ƒ1, van 2,50 (beiden ouden vonn) en van 5,en de zilverbons van 2,50, om schreven in artikel 1 van het Kon. Besluit van 31 Maart 1915, als zilverhons van de eerste soort, kunnen tot 31 De cember iter inwisseling worden aange boden ten kantore van het Agentschap van het Ministerie van Financiën te Am sterdam' (Korte Spinhuissteeg no. 3). Desverlangd kunnen de bons per post aan bovenstaand adres worden gezonden met duidelijke opgave van naam en adres van den inzender. Ter bevordering van een spoedige afdoening zullen de in zenders goed doen, bij de J>ons te voe gen een behoorlijk gefrankeerd en aan hen zelf geadresseerd formulier van een postwissel tot het bedrag der ingezonden zilverbons. n DE BEGROOTING DER ARTILLERIE- In de Donderdagmiddag gehouden ver gadering van de Tweede Komer kwam In stemming de motie-Duys, waarin den Mi- uister verzocht wordt te bevorderen, dat een door de regeering te benoemen com missie de noodzakelijke maatregelen voorbereidt om het Staatsbedrijf der Ar tillerie-Inrichtingen geschikt te maken tot een inrichting voor de vervaardiging van andere dan militaire voorwerpen cn in verband daarmede dit Staatsbedrijf over te brengen naar het Departement -van L. N. en H, Deze motie werd verworpen met 60 tegen 16 stemmen. De motie-Kolthek, die ook een omzet ting wenschte in bedrijven voor vredes doeleinden, waarbij geen winst moet ge maakt worden en de leiding en beheer moet berusten bij de vakvereenigingen van de arbeiders en personeel, werd verworpen jmet 77 stemmen tegen, ter wijl geen enkele stem vóór werd uitge bracht. Aangenomen werd met 41 tegen 36 stemmen de motie van orde van den heer Ter Hall, luidende: „De Kamer van oor deel dat de toestanden aan de Artillerie- Inrichtingen van dien aard zijn dat een onderzoek door een onpartijdige en des kundige commissie ge\»ensoht is, gaat over tot de orde van den dag." Verworpen werd met 59 tegen 16 stem men het amendement-Duys om art. 1 van het wetsontwerp: Nadere verhooging van 1920 te verminderen met 5,200,zijn de de kosten van detaolieering van offi cieren DIJ de Ten slotte werd het wetsontwerp zonder Hoofdelijke stemming aangenomen. EEN INTERNATIONAAL MANIFEST. Door het Internationaal verhand van Christelijke Fabrieks-, Transport-, Voe- dings- en Genotmiddel-Bonden, Secreta riaat, den Haag, is aan de arbeiders der geheele wereld het volgende manifest gericht: „De besluiten der intergeallieerde con ferentie in Parijs, betreffende schade loosstelling van Duitschland zijn voor de arbeiders van geheel de wereld van de meest verstrekkende beteekenis. De voor waarden, waartoe men Duitschland wil verplichten, kunnen slechts dan vervuld worden, indien in Duitschland de pro ductie zoo hoog mogelijk wordt ogpe- voerd. Het gevolg hiervan zal zijn, dat de wereld met Duilsche producten wordt overstroomd en tegelijkertijd een onge hoorde werkloosheid in de andere lan den zich zal voordoen. De vervulling van de voorwaarden -zal ook dan, nog mogelijk zijn, indien de Duitsche arbei ders- gedwongen zullen worden, dagelijks 12 tot 14 uur te werken. Dit zal lot ge volg hebben, dat het besluit, genomen op de conferentie te Washington be treffende den 8 uren werkdag, lot een illusie wordt gemaakt. De Internationale verceniging van Christelijke Fabrieks, Transport, Voe- dings en Genotmiddelen-Bonden appelee ren daarom de arbeiders der geheele we reld, er op wijzende, dat de Parijsche besluiten allen betreffen en verzoeken hun daarom allen te doen wat mogelijl is om de gevaren die hun bedreigen, ai te weren. Onjuist verdacht. Op vragen var -den heer Klecrekooper betreffende de behandeling door polilie-autoriteiten va;1 een commies der posterijen en van een conducteur der brievenmalen heeft Mi nister Heemskerk medegedeeld, dat dc overbrenging der twee ambtenaren var Amslerdain naar Wageningen bleek .ge boden zijn in het belang van het 011 derzoek naar vermissing van geld uil een brief. Het is te betreuren, dat do conducteur niet nog denzelfden dag naar Wageningen is kunnen worden overge bracht, waarvan liet gevolg is geweer dat liij den nacht in het politiebureau heeft moeten doorbrengen. Dit is echter geenszins te wijten aan de schuld der po- lilie-autoritejten. Van ongelijke behandc. ling "len opzichte van de verdachten i- geen sprake. Dr. W. dc Vreeze. Uit Brussel wordt aan de „Msb." geseind, dat di Belgische regeering, ten gevolge der note van de Npderland&che regeering, waarin geweigerd wordt de uitlevering van dr. Willem de Vreeze, niet langer op die uil levering door Nederland zal aandringen DE ZOMERTIJD. Minister Ruys heeft op de vragen var, den heer Polak, in zake den datum va:, aanvang van den zomertijd geantwoord dat het tijdvak, binnen welks grenzen de tijdstippen van aanvang en beëindiging var zomertijd jaarlijks moeten worden vast gesteld, loopt van 31 Maart tot 1 October. Omtrent de periode over welk'e zomertijd zal zijn in te voeren, pleegt de Ministe: Overleg met de Ministers van Watersitaa; en van Landbouw, in verband met de be latten van het spoorwegverkeer en van den Landbouw. De opvolger van den heer Lohman. Naai de „Ned." meldt, heeft de lieer B. J. Ger- retson (C. H.) te Rotterdam zijn benoe ming als Kamerlid ter opvolging van Jhr. mr. A, F. -de Savornin Lohman, aange nomen. HONGAARSCHE KINDEREN NAAR ONS LAND. De Regeering heeft toegestaan, dat he transport Hongaarsche kinderen, waar voor het R. K: Huisvestings-comité alle maatregelen reeds had getroffen, uit Boe dapest naar ons land vertrekt. Er is op dracht gegeven den trein te doen vertrek ken. Dc datum van aankomst is nog nic: betfend. Naar het Fransch vaa RAOUL DE NAVERY, bewerkt door M. VAN PINXTEREN, R. K. Pr. A De bedelares bracht beide handen naar het voorhoofd en zonk onder het uiten van een luiden kreet op de knieën: „Ik herinner het mij," zei de rij, „ik herinner mij alles!" HOOFDSTUK iVI. HET VERTREK. De angstige kreet der bedelares deen het wilde meisje ontwaken. Aanstonds kwam zij tot tiaar, die tegelijk het geheugen en het volle besef barer ram pen had teruggevonden. Zij knielde .vftor mevrouw de Flessighy- neder greep hare handen, liefkoosde die, en keerde zich daarna vertoornd Jot An- tonin en zijne zuster, alsof zij" huu 'den wanhopigen toestand der ongeluk kige verweet. Gedurende een uur gaf Havienne zich aan hare herinneringen over. Zij stortte overvloedige tranen en Isqheen niet eens te bemerken, dat een jarm, onwetend, maar; liefhebbend Schepseltje ha-re handen met. ku,ssen gn. tranen fcedeklw 1 v -; Mevrouw d'Epinoy durfde de onge lukkige geen enkele vraag te doen, Grand-fIunier wachtte met meer on geduld het c ogenblik af, dat de arme vrouw kra-cht en tegenwoordigheid van geest genoeg gevonden had om te ver halen wat er had plaats gegrepen, sinds 'hq haar op het strand had neder- gelegd. Eindelijk legde de gravin eene hand op het hoofd van het wilde meisje en reikte de andere aan Etiennette: „Gezegend moogt gij worden voor uw medelijden," zeide zij, „en gezegend het huis wiaar het God behaagd heeft mij de herinnering terug to geven... Ik ben krankzinnig geweest... zeg mij niet dat het niet waar is... krankzinnig en ziek. Ik weet niet of mijn gezondheid, door zooveel hevige aanvallen geschokt, deze beproeving zal doorstaan, maar al moest ik er 'aan sterven, dan zou ik 11 toch bedanken, dat gij mij in staat gesteld hebt het testament mijner ziel te ma ken oor hén die mij bemind hebben en mijn lippen op een kruisbeeld te drukken voordat ik tot Goid ga." „Gij zult eene zuster voor mij; rijn," zeide Etiennette. „En ik, mevrouw," voegde dc burg- de Launoy er bij; „acht mij ge lukkig mij tuf uwer beschikking te stel len," „Maar mijn officier," riep 'Girand-Hu- nier 'lit „ik hoop ^ajt gij mij ook nog voor iets goed acht. Mijn oude huid is thans evenals vroeger ten dien ste van mevrouw de Flesssigny." Flavieane reikte den matroos de hand, zeggende: „fk zou ondankbaar zijn als ik u vergat Ik acht ,u als mijn redder en vriend." „Dank u, mevrouw!" zeide Gramd-Hu- mer met eert stem, die door aandoening verstikt was. „Gij bezwijkt van vermoeienis," zeide Etiennette, „wenscht gij1 te rusten? Willen wij u alleen, laten of nog bij u blijven?" lijft, blijft!" riep 'mevrouw de Flessigny levendig. „Als ik alleen blijf beri ik bang weder in mijn waanzin terug te vallen. Gij kunt niet begrij pen wat het is den draad zijner ge- oachten telkens te verliezen als men ze wemscht te verbinden. Ik moet nog veel vernemen en u zeggen wat ik in het diepst mijner weifelende herinne ringen terugvind." Zij1 wendde zich daarna tot 'Grand- Hunier en vroeg hem angstig„Is geen adÜer passagier aan de schipbreuk der „Terrible" ontkpmen." „Geen, mevrouw!" „Ik herinner mij," zeide zij langzaam, alsof zij moeite had de feiten van dien angstigen nacht met elkander Je ver binden, dat een passagier mijne dochter in, do, boot deed neerdalepIk ging er op mijüe beurt plaats nemen, toen ik mij herinnerde, dait ik het kistje vergeten had, waarin zich met eeni ge familie-papieren de bruidschat be vond van mijne Dolores „Dolores, Dolores," fluisterde het wilde meisje, alsof zij1 woorden her baalde. die haar aangenaam klonken. Mevrouw de Flessigny vervolgde: „lk ging naar benedeu om het kistje te halen; toen ik boivenkwam ging de sloep vol passagiers van' boord en twee andere booten dreigden te zinken door het gewicht van hen die er in hadden plaats genomen. Ik 'had slechts lijd het kistje toe te werpen aan den man die mijne doehler redde... Die man heette Laurent.,., Laurent Cabarou... Hij had reeds eens Dolores uit een groot gevaar gered." „Ja, Dolores, Dolores," herhaalde het wilde meisje nogmaals.' „Zonder u was ik verloren geweest, Grand-Hunier. Gij naarnt mij in uwe armen en volgde van verre de sloepen, Rooide lichten schitterden op de kust eu wij richtten ons naai- die lichtenn. Ik hoorde tweemaal wanhopige kreten en meenend dat liet lot mijner onge lukkige medegezellen beslist cn mijn kind verloren was, verloor ik het be wustzijn." „Daarna, mevrouw, daarna?" vroeg Etiennette, „Dpjarna ?H,et overige is zeer .vaag in mijn gedachten. Ik heb echter een onduidelijke voorstelling van een kind van 13 of 14 jaar, op bloote yoeten, gekleed met vuile lompen, maar prach tig haar als goud op den rug dragend Ik had een gevoel alsof dat kind mij beschermde. Maar mijn hoofd was zeer zwak... Ik geloof zeirs dat ik een soort hol bewoonde, waaronder de zee ruischte, en dat mijn jeugdige be schermster zeer bang was, dat ik mijne schuilplaats .zou verlatenOp zekeren morgen waagde'lit mij buiten de ope ning "der grot... ik vond een rnanthl en een doornenstok op den grond cn ik, vertrok zonder om te zien, zonder te vrfligen waarheen: Ik ging mijne dochter zoeken. „■Weet mevrouw de gravin den -naam niet van wie haar gered heeft?" „Neen," aantwoorde zij. „Maar hoe zijt gij aan het ge'vaar ontkomen?" „Ik wist den volgenden morgen, dat de storm niet hel grootste gevaar was. Gedurende acht uren worstelden do ka pitein en ik op de overblijfselen van ons vaartuig, -bij het aanbreken van den dag was het ons mogelijk de kust te bereiken... Zij was bedekt mot wrak stukken eft de golfslag wierp er ver scheidene lijken neder; maar toen ik mij de Ijjerinneringen aan dien schrik- kelijken nacht voor den geest riep, toen ik de zekerheid kreeg, dat er gepn vuurtoren pp die kust bestond, toen begreep ik waarom wij schipbreuk ge leden hadden. De signalen, die ons ge lokt hadden, waren valstrikken... Dc rotsen van Pemnark dienden tot schuil plaats aan een stam van sirandroo. vers.... Ik kwam met mijn kapitein dicht genoeg bij h"et dorp om vage in lichtingen te krijgen, runar 'niemand durfde de strandroovers beschuldigen iedereen was ov-ertüigd, dat die boos doeners het verlies van de „Terrible" veroorzaakt hadden, maar zonder mij- kapitein zou er geen klacht zijn inge diend. De justitie deed een inval i:, de hut de gevloeklen; zij vonden e: vijf kleinzonen van den ouden Hermar, maar de grijsaard zelf AvaS met zifnt' kleindochter 3olie-avoine verdwenen.. Daarna vervolgden wij onzen tocht naa; Nantes.. Voordat wij ons inscheepte:- naar Brazilië vernamen wij, dat do sLam der ICèrmars was opgeliahgen, uit gezonderd de 0,11de, wiens spoor men verloren had, en het meisje met dc. blonde haren, dat door den pastoor van Denmark uit dat roovershol bevrijd was. Zeker heeft mevrouw do gravin liaro redding aan Tolloavoine danken." Vordt vervolgd,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1921 | | pagina 1