R.-K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND
„IM-IOLUKI ËËLSii"
Hoogstraat 18 iangestraat 91
„ONS BLAD" voortaan
Wat de Pers zegt
BINNENLAND.
FEUILLETON
No. 351
ZATÊRDAG 26 FEBRUARI 1921
13e JAARGANG.
ABONNEMENTSPRIJS:
VERSCHIJNT DAGELIJKS.
Bilreau; HOF 6# ALKMAAR. - Telefoon REDACTIE^™
ADVERTENTIEPRIJS:
De ervaring van een ingewijde.
Bmnenlandsch Nieuws,
No. 2 Zandfjlad SO Cts
VAN mVL I'ÜTT DE VLAM
EINDHOVEN-
Half wol en zuiver wolles;
Pantalons - Borstrokken es:
Hemden,
Zeer^voordeelig. Klooi goed
Irooto keuzo MM en MM,
De weüergevonden dochter
ONS BLAD
PER KWARTAAL VOOR ALKMAAR f Z—BUITEN Z50
MET OEILLUSTREERD ZONDAGSBLAD f 0.50 HOOOER.
Van 1 tot 5 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25; Reclames pei
regel f 0.75; Rubriek „Vraag en Aanbod" bij vooruitbetaling
per plaatsing f 0.60.
Aan alia abonné's wordt op aanvraag gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag vfen t 500.f 400.—, t 200.—, t K)0.— t 60—f 3a.—. t 15.—
Niet zonder verbazing? zal me
nigeen wellicht kennis nemen van
heit bovenstaande;-vele vragen zul
len misschien bii menigeen rijzen;
gaat „Ons Blad" verdwijnen?
wordt „Ons Blad" een andere
zaak?
Wii kunnen aanstonds alle verba
zing? wegnemen en alle mogelijke
vragen stuiten met de dood-een-
voudigie mededeeling, dat „Ons
Blad"„Ons Blad" blijft, net
eender als steeds (of liever, naar
we hopen, in de toekomst steeds
beter!) en dat het hier enkel
en alleen gaat onti de bijvoeging
van een naam.
„Ons Blad" zullen we met in
gang van 1 Maart a.s. voortaan
..Noord-Hollandsch Dagblad" noe
men, dat is alles, terwii)
de naam „Ons Blad" als ondertitel
zelfs nog behouden zal worden.
Waarom' we na rijp beraad tot
deze naamsverandering overgaan
Tot antwoord strekke mede een
korte historische terugblik:
Toen thans ruim: dertien jaar
geleden uit de eenmaal per week
verschijnende „Nieuwe Noord-Hol
lander" het nieuw en grooter or
gaan „Ons Blad" is komen groei en
toen zag de wereld er nog geheel
anders uit dan thans;
Roomsche pers was toen nog
veel kleiner, 't ging er alles
toen nog veel gemoedelijker naar
toe. mien leefde nog op kleiner
gebied. en 't was indertijd een
aardigie vondst, het nieuwe Room
sche blad; „Ons Blad" te noe
men. tot kenschetsing van den een
heidszin, welke de krant gröóter
zou moeten maken, tot kenschet
sing ook van het gewestelijke, het
plaatselijke, het knusse: dat*wil.
Katholieken van Alkmaar en om
geving. een echt eigen blad had
den, een blad, dat iwie met vol-
doening het ÓNZEi konden noe
men.
Al spoedig bleek, dat .God's ze
gen op de onderneming rustte:
met den dag wend de krant méér
en in wijderen kring gelezen
„Ons Bilad" oorspronkelijk twee
maal per week uitkoménd ging
na verloop van enkele jaren drie
maal per week verschijnen, ,tot het
in 1918 tot daglblad werd gepro
moveerd,
De groei van den lezerskring,
zoowel naar binnen als naar bui
ten, is blijven aanhouden; gesta
dig breidde liet gebied, waarin
„Ons Blad" gelezen werd, zich
verder uit; drie verschillende edi-
tie's moeten wii reeds dagelijks
samenstellen om onze lezers
ieder in de eigen streek tevre
den te stellen en te geven, wat
hun toekomt
Wii zijn daarvoor op .de eerste
plaats God, en op de tweede plaats
alle menschen, die tot dit resultaat
medewerkten, natuurlijk zeer dank
baar. doch onze schoone groei
is oorzaak, dat de „kleine", de
gewestelijke, de particularistische
en al te separatistische naam „Ons
Blad" omschreven dient te wor
den met een naam van meer-om-
yattende beduiding.
En om zeer juist de huidige be-
teekenis van ons blad weer te ge
ven. meenden wii geen beteren
naam te kunnen bedenken dan
dien van
„Noord-Hollandsch Dagblad".
Wil zijn in Noord-Holland boven
het II inderdaad HET Katholieke
dagblad, en wij twijfelen dan
ook niet. of de nieuwe naam zal
juist omdat hij teekenend is
na verloöp van korten tijd over
al ingeburgerd zijn. en het „Noord-
Hollandsch Daglblad" zal dezelfde
(misschien nog grootere!) belang
stelling mogen ondervinden, als
„Ons Bla^l" steeds genoot.
VCORWAARDELIJ SAMEN-GAAN.
De „Nederlander" bespreekt het stand
punt, waarop -do Ohristelijk-Historische
Unie tegenover Rome steeds heeft ge-i
staan en volgens haar oordeel moet blij
ven staan. Met blad schrijft o.a.:
AVij. hebben in het „samengaan met
Rome" nooit iets anders gezien dan
een woderkeerigo hulp bij de stem
bus, met het gevolg, dat én wij zeiven,
én ook de R. K„ als burgers zouden
worden gelijkgesteld met de „anders
denkenden", juist omdat wij die ge
lijkstelling rechtvaardig achtten en nog
achten,
Wij hebben aan- do propagan
da van den R. IC. godsdienst
van overheids- of van staatswege nooit
een stroospier in den weg willen leg
gen, omdat wij juist als Evangelie
dienaars tegenwerking of bevoordee-
ling van staatswege van eenige kerk
we kook en alleen ddarop heeft een
politi k} partij of een poljtiek blad
zich te bewegen, Rome en wij „stoe
len op één wortel" vermits onze prote-
ock evangelisch-liberaal kunnen noe-
stantsche beginselen, wij zouden die
ook evangelisch-liberaal kunnen noemen
-vlak ingaan tegen de staatsleer der
R. K. Kerk welke principieel de ver-
eeniging van geestelijke en wereldlijke
macht verdedigt, ja eischt.
Do „Nederlander" meent, dat de Chri-
stelijk-historiBchen en Roomsch-Katholie-
ken op menigerlei gebied kunnen samen
werken, maar onder één voorwaarde nd.
dat geen stap wordt gezet op de lijn,
die ons terugleidt tot 'verbinding van we
reldlijke en geestelijke macht.
Het Cristelijk Historisch Orgaan be
sluit dan
Op politiek gebied strijden wij niet
tegen de R. K. of tegen hun kerk,
maar strijden wij wel tegen de bo
venbedoelde den waren godsdienst doo-
dende dooreeenmenging vanKerk en
Staat.
Wij nemen aan, dat hiermee alle
Christelijk-Historischen het in begin
sel eens zijn, ofschoon onder hen nog
velen zijn, die meenen, dat de kerk
steunen moet op den Staat, d.w.z. op
de belastingpenningen, ock van haar
tegenstanders, en niet inzien, dat staats
hulp de evangolie-verbreeding in den
legel meer schaadt dan bevoordeelt.
Maar er zijn onder de onzen ock
niet weinigen, die het gezantschap bij
den Paus niet .houden voor een in
breuk op bedoeld lbeginsel.
Men weet, dat die beide rechtsdhe wet
houders van Amsterdam, de heeren De
Vugit en Wierdcls, tot den Raad ®e" af
zonderlijke nota hebben gericht, waarin
zij voorstellen alle werklieden te straffen,
die op 8 Juni 1920 hebben gestaakt. Dit
aahten zij, en terecht, niet meer dan recht
vaardig.
„Het Volk", dat zich zelf noemt: Dag
lblad voor de Arbeiderspartij, is hevig tegen
dit voorstel te keer gegaan in een artikel,
waarin als klap op de vuurpijl moest
dienen de uitroep: „de inquisitjegeest
waart nog rond."
Hetgeen echter al zoo rondwaort in de
S. D. A. F., kan men lezen in de beken
tenissen die de afgetreden socialistische
wethouder van Utrecht, Dr. van Leeuwen,
in de „Tel." publiceert
Allereeerst heb ik. ervaren aldus de
ex-wethouder dat in strijd met de
eerste eischen van 't Socialisme, in de
S. D. A. P. niet slechts iedere eerbied
voor de persoonlijkheid van den enkelen
rnensdh ontbreekt, maar daarin zelfs
geen plaats is voor een zood&nigen eer
bied niet slechts, zelfs aan den trouw-
sten en meest overtuigenden werker, niet
wordt toegestaan, in overeenstemming
met en in aansluiting aan zijn persoon
lijke aanleg en zijn. persoonlijke gaven
te arbeiden^ zelfs niet wanneer hij daar
bij volkomen rekening houdt met de be
ginselen, het program en het belang der
S. D. A. P., mqar aan zijn persoonlijk
heid een zoodanigen diwang wordt opge
legd, dat hjj zelf daaronder lijdt. Van
daar, dat zoovelenjna korteren of lan-
geren tijd voor die S. D. A. P. te heb
ben gearbeid, zich ontgoocheld aan dien
arbeid onttrekken. Vandaar, dat zoo-
velen, doe door hun levensbeschouwing
tot toetreden tot de S. D. A. P. gedre
ven worden, todli ten slotte huiten deze
parij blijven, afgeschrikt <loor hetgeen zij
in die partij waarnemen.
In de tweede plaats heb ik ervaren, dat
al weer in strijd met de eerste eischen
van het socialisme, in de S. D. A. P.
iedere behoorlijke opvoeding van de
partijleden tot degelijken partijarbeid en
tot goede, flinke ontwikkelde «x-iaal-
democraten, achterwege blijft. Zelfs
wordt een dergelijke opvoeding door
gaans overbodig en in strijd met het par
tijbelang geacht.
In de derde plaats hab ik ervaren, dat,
mede ten gevolge van het zooeven uiteen
gezette, de S. D. A. P. in toenemende
mate onder de leiding van „voormannen"
komt, die voor hun taak onvoldoende
berekend of volkomen onberekend zijn,
en waaronder er, helaas, te velen zijn,
die onder den verderfelijken invloed
staan van een niet behoorlijk geleide per
soonlijke ambitie.
En in de vierde plaats heb ik ervaren,
dat er in de S. D. A. P. geen plaats is
voor de socialistische kameraadschap.
De regel is, dat het tegendeel van
kameraadschap heerscht. Dat is de on
dervinding over het geheele landOok
hierin kan geen macht ter wereld veran
dering brengen."
We hebben hier weinig aan toe' te voe
gen. De bekentenissen van Dr. v. Leeuiwen,
toonen voor ieder die met verstand leest,
aan, dat de S. D. A. P. een verblijfplaats
is, waarin volgens iemand die 't weten
kan, geen zelfstandig denkend en hande
lend mensch het op den duiur kan uithou
den.
Daarin kan „geen macht ter wereld ver
andering brengend
En dan durft „Het Volk" zoowaar nog
op te snijden over „Inquisitie-geest" bij
anderen I
Vit het Heerenkleedingbedrijf. Het be
stuur der Werkgeversféderatie in het
Kleedingbedrijf heeft zich bereid ver
klaard den leden bij de bij haar aange
sloten bonden te adviseeren het voörstel
tot loonsverlaging in te trekken, mits de
vakbonden genoegen namen met het ver
vallen van vacanlie voor de huisarbeiders.
Het huis van den Raad van Arbeid te
Tiet. Door den heer L. Hermans (S. D.
A. P.), is in de Tweede Kamer verlof ge
vraagd om tot den Minister van Arbeid
eenige vragen te richten betreffende den
aankoop van een gebouw, door den Raad
van Arbeid te Tiel.
Buitenlandsch wapentuig. Do minister
van Oorlog heeft in de memorie van ant
woord in zake zijn begroting aan de
Eerste Kamer medegedeeld, dat van het
geïnterneerde landoorlogsmalerieel zich
hier le lande alleen nog Duitscli materieel
bevindt. Dit materieel bestaat uit: onge
veer 46,000 geweren; 12,000 karabijnen;
2400 revolvers; 61,000 bajonetten; 2,600,000
scherpe patronen; 900 machinegeweren;
38 vliegtuigen; 9 vliegtuigmotoren; 21
kanonnen; 1590 granaatladingen; 280
pantsergranaten; 280 kardoezen; eenige
kanonnen op auto's; eenige munitiewa
gens; verder een aantal mitrailleurs en
bommenwerpers, Möhtpistolen, handgrana
ten, patroontassehen, gqweerriemen, gas
maskers, broodzakken, voertuigen, affui
ten, alsmede ponton-, telefoon- en ver-
lichtingsmaterieel.
De afvoer van een en ander onder
vindt vertraging tengevolge van de onder
handelingen, die nog gaande zijn tussclien
de Duitsche regeering en de Entente-
Mogendheden.
De regeering heeft op een spoedige af
wikkeling dezer aangelegenheid bij herha
ling aangedrongen.
DE 8-URENDAG EN DE INDUSTRIE.
Het Haagsche departement van de Mpij.
van Nijverheid heeft een bespreking ge
houden over de uitkómsten der bij fabrie
ken en industrieelen gehouden enquête
voor de verkorting van oeir aroeiusuag.
De totaal-indruk der antwoorden is deze:
de verkorte werkdag is te snel' en te
uniform ingevoerd. De werknemer weet
zijn vrijen tijd nog niet te gebruiken op
de wijze als gewenscht mag worden en
zoolang dat niet het geval is, heeft die
vrije tijd een slechten invloed. De produc
tie is sterk achteruitgegaan. De positie
der industrie is daardoor ernstig verzwakt.
INGETROKKEN ZILVERBONS
De ingetrpkken zilverbons van ƒ1,
van 2,50 (beiden ouden vonn) en van
5,en de zilverbons van 2,50, om
schreven in artikel 1 van het Kon.
Besluit van 31 Maart 1915, als zilverhons
van de eerste soort, kunnen tot 31 De
cember iter inwisseling worden aange
boden ten kantore van het Agentschap
van het Ministerie van Financiën te Am
sterdam' (Korte Spinhuissteeg no. 3).
Desverlangd kunnen de bons per post
aan bovenstaand adres worden gezonden
met duidelijke opgave van naam en adres
van den inzender. Ter bevordering
van een spoedige afdoening zullen de in
zenders goed doen, bij de J>ons te voe
gen een behoorlijk gefrankeerd en aan
hen zelf geadresseerd formulier van een
postwissel tot het bedrag der ingezonden
zilverbons. n
DE BEGROOTING DER ARTILLERIE-
In de Donderdagmiddag gehouden ver
gadering van de Tweede Komer kwam In
stemming de motie-Duys, waarin den Mi-
uister verzocht wordt te bevorderen, dat
een door de regeering te benoemen com
missie de noodzakelijke maatregelen
voorbereidt om het Staatsbedrijf der Ar
tillerie-Inrichtingen geschikt te maken tot
een inrichting voor de vervaardiging van
andere dan militaire voorwerpen cn in
verband daarmede dit Staatsbedrijf over
te brengen naar het Departement -van
L. N. en H,
Deze motie werd verworpen met 60
tegen 16 stemmen.
De motie-Kolthek, die ook een omzet
ting wenschte in bedrijven voor vredes
doeleinden, waarbij geen winst moet ge
maakt worden en de leiding en beheer
moet berusten bij de vakvereenigingen
van de arbeiders en personeel, werd
verworpen jmet 77 stemmen tegen, ter
wijl geen enkele stem vóór werd uitge
bracht.
Aangenomen werd met 41 tegen 36
stemmen de motie van orde van den heer
Ter Hall, luidende: „De Kamer van oor
deel dat de toestanden aan de Artillerie-
Inrichtingen van dien aard zijn dat een
onderzoek door een onpartijdige en des
kundige commissie ge\»ensoht is, gaat
over tot de orde van den dag."
Verworpen werd met 59 tegen 16 stem
men het amendement-Duys om art. 1 van
het wetsontwerp: Nadere verhooging van
1920 te verminderen met 5,200,zijn
de de kosten van detaolieering van offi
cieren DIJ de Ten slotte
werd het wetsontwerp zonder Hoofdelijke
stemming aangenomen.
EEN INTERNATIONAAL MANIFEST.
Door het Internationaal verhand van
Christelijke Fabrieks-, Transport-, Voe-
dings- en Genotmiddel-Bonden, Secreta
riaat, den Haag, is aan de arbeiders der
geheele wereld het volgende manifest
gericht:
„De besluiten der intergeallieerde con
ferentie in Parijs, betreffende schade
loosstelling van Duitschland zijn voor de
arbeiders van geheel de wereld van de
meest verstrekkende beteekenis. De voor
waarden, waartoe men Duitschland wil
verplichten, kunnen slechts dan vervuld
worden, indien in Duitschland de pro
ductie zoo hoog mogelijk wordt ogpe-
voerd. Het gevolg hiervan zal zijn, dat
de wereld met Duilsche producten wordt
overstroomd en tegelijkertijd een onge
hoorde werkloosheid in de andere lan
den zich zal voordoen. De vervulling
van de voorwaarden -zal ook dan, nog
mogelijk zijn, indien de Duitsche arbei
ders- gedwongen zullen worden, dagelijks
12 tot 14 uur te werken. Dit zal lot ge
volg hebben, dat het besluit, genomen
op de conferentie te Washington be
treffende den 8 uren werkdag, lot een
illusie wordt gemaakt.
De Internationale verceniging van
Christelijke Fabrieks, Transport, Voe-
dings en Genotmiddelen-Bonden appelee
ren daarom de arbeiders der geheele we
reld, er op wijzende, dat de Parijsche
besluiten allen betreffen en verzoeken
hun daarom allen te doen wat mogelijl
is om de gevaren die hun bedreigen, ai
te weren.
Onjuist verdacht. Op vragen var
-den heer Klecrekooper betreffende de
behandeling door polilie-autoriteiten va;1
een commies der posterijen en van een
conducteur der brievenmalen heeft Mi
nister Heemskerk medegedeeld, dat dc
overbrenging der twee ambtenaren var
Amslerdain naar Wageningen bleek .ge
boden zijn in het belang van het 011
derzoek naar vermissing van geld uil
een brief. Het is te betreuren, dat do
conducteur niet nog denzelfden dag naar
Wageningen is kunnen worden overge
bracht, waarvan liet gevolg is geweer
dat liij den nacht in het politiebureau
heeft moeten doorbrengen. Dit is echter
geenszins te wijten aan de schuld der po-
lilie-autoritejten. Van ongelijke behandc.
ling "len opzichte van de verdachten i-
geen sprake.
Dr. W. dc Vreeze. Uit Brussel
wordt aan de „Msb." geseind, dat di
Belgische regeering, ten gevolge der note
van de Npderland&che regeering, waarin
geweigerd wordt de uitlevering van dr.
Willem de Vreeze, niet langer op die uil
levering door Nederland zal aandringen
DE ZOMERTIJD.
Minister Ruys heeft op de vragen var,
den heer Polak, in zake den datum va:,
aanvang van den zomertijd geantwoord
dat het tijdvak, binnen welks grenzen de
tijdstippen van aanvang en beëindiging var
zomertijd jaarlijks moeten worden vast
gesteld, loopt van 31 Maart tot 1 October.
Omtrent de periode over welk'e zomertijd
zal zijn in te voeren, pleegt de Ministe:
Overleg met de Ministers van Watersitaa;
en van Landbouw, in verband met de be
latten van het spoorwegverkeer en van den
Landbouw.
De opvolger van den heer Lohman. Naai
de „Ned." meldt, heeft de lieer B. J. Ger-
retson (C. H.) te Rotterdam zijn benoe
ming als Kamerlid ter opvolging van Jhr.
mr. A, F. -de Savornin Lohman, aange
nomen.
HONGAARSCHE KINDEREN NAAR
ONS LAND.
De Regeering heeft toegestaan, dat he
transport Hongaarsche kinderen, waar
voor het R. K: Huisvestings-comité alle
maatregelen reeds had getroffen, uit Boe
dapest naar ons land vertrekt. Er is op
dracht gegeven den trein te doen vertrek
ken. Dc datum van aankomst is nog nic:
betfend.
Naar het Fransch
vaa RAOUL DE NAVERY,
bewerkt door
M. VAN PINXTEREN, R. K. Pr.
A
De bedelares bracht beide handen
naar het voorhoofd en zonk onder het
uiten van een luiden kreet op de
knieën: „Ik herinner het mij," zei de
rij, „ik herinner mij alles!"
HOOFDSTUK iVI.
HET VERTREK.
De angstige kreet der bedelares deen
het wilde meisje ontwaken. Aanstonds
kwam zij tot tiaar, die tegelijk het
geheugen en het volle besef barer ram
pen had teruggevonden. Zij knielde
.vftor mevrouw de Flessighy- neder
greep hare handen, liefkoosde die, en
keerde zich daarna vertoornd Jot An-
tonin en zijne zuster, alsof zij" huu
'den wanhopigen toestand der ongeluk
kige verweet. Gedurende een uur gaf
Havienne zich aan hare herinneringen
over. Zij stortte overvloedige tranen en
Isqheen niet eens te bemerken, dat een
jarm, onwetend, maar; liefhebbend
Schepseltje ha-re handen met. ku,ssen
gn. tranen fcedeklw 1 v -;
Mevrouw d'Epinoy durfde de onge
lukkige geen enkele vraag te doen,
Grand-fIunier wachtte met meer on
geduld het c ogenblik af, dat de arme
vrouw kra-cht en tegenwoordigheid van
geest genoeg gevonden had om te ver
halen wat er had plaats gegrepen, sinds
'hq haar op het strand had neder-
gelegd.
Eindelijk legde de gravin eene hand
op het hoofd van het wilde meisje
en reikte de andere aan Etiennette:
„Gezegend moogt gij worden voor uw
medelijden," zeide zij, „en gezegend het
huis wiaar het God behaagd heeft mij de
herinnering terug to geven... Ik ben
krankzinnig geweest... zeg mij niet dat
het niet waar is... krankzinnig en ziek.
Ik weet niet of mijn gezondheid, door
zooveel hevige aanvallen geschokt, deze
beproeving zal doorstaan, maar al moest
ik er 'aan sterven, dan zou ik 11 toch
bedanken, dat gij mij in staat gesteld
hebt het testament mijner ziel te ma
ken oor hén die mij bemind hebben
en mijn lippen op een kruisbeeld te
drukken voordat ik tot Goid ga."
„Gij zult eene zuster voor mij; rijn,"
zeide Etiennette.
„En ik, mevrouw," voegde dc burg-
de Launoy er bij; „acht mij ge
lukkig mij tuf uwer beschikking te stel
len,"
„Maar mijn officier," riep 'Girand-Hu-
nier 'lit „ik hoop ^ajt gij mij ook
nog voor iets goed acht. Mijn oude
huid is thans evenals vroeger ten dien
ste van mevrouw de Flesssigny."
Flavieane reikte den matroos de
hand, zeggende: „fk zou ondankbaar
zijn als ik u vergat Ik acht ,u als
mijn redder en vriend."
„Dank u, mevrouw!" zeide Gramd-Hu-
mer met eert stem, die door aandoening
verstikt was.
„Gij bezwijkt van vermoeienis," zeide
Etiennette, „wenscht gij1 te rusten?
Willen wij u alleen, laten of nog bij
u blijven?"
lijft, blijft!" riep 'mevrouw de
Flessigny levendig. „Als ik alleen blijf
beri ik bang weder in mijn waanzin
terug te vallen. Gij kunt niet begrij
pen wat het is den draad zijner ge-
oachten telkens te verliezen als men
ze wemscht te verbinden. Ik moet nog
veel vernemen en u zeggen wat ik in
het diepst mijner weifelende herinne
ringen terugvind."
Zij1 wendde zich daarna tot 'Grand-
Hunier en vroeg hem angstig„Is geen
adÜer passagier aan de schipbreuk der
„Terrible" ontkpmen."
„Geen, mevrouw!"
„Ik herinner mij," zeide zij langzaam,
alsof zij moeite had de feiten van dien
angstigen nacht met elkander Je ver
binden, dat een passagier mijne dochter
in, do, boot deed neerdalepIk ging
er op mijüe beurt plaats nemen, toen
ik mij herinnerde, dait ik het kistje
vergeten had, waarin zich met eeni
ge familie-papieren de bruidschat be
vond van mijne Dolores
„Dolores, Dolores," fluisterde het
wilde meisje, alsof zij1 woorden her
baalde. die haar aangenaam klonken.
Mevrouw de Flessigny vervolgde:
„lk ging naar benedeu om het kistje
te halen; toen ik boivenkwam ging de
sloep vol passagiers van' boord en twee
andere booten dreigden te zinken door
het gewicht van hen die er in hadden
plaats genomen. Ik 'had slechts lijd
het kistje toe te werpen aan den man
die mijne doehler redde... Die man
heette Laurent.,., Laurent Cabarou...
Hij had reeds eens Dolores uit een
groot gevaar gered."
„Ja, Dolores, Dolores," herhaalde het
wilde meisje nogmaals.'
„Zonder u was ik verloren geweest,
Grand-Hunier. Gij naarnt mij in uwe
armen en volgde van verre de sloepen,
Rooide lichten schitterden op de kust
eu wij richtten ons naai- die lichtenn.
Ik hoorde tweemaal wanhopige kreten
en meenend dat liet lot mijner onge
lukkige medegezellen beslist cn mijn
kind verloren was, verloor ik het be
wustzijn."
„Daarna, mevrouw, daarna?" vroeg
Etiennette,
„Dpjarna ?H,et overige is zeer .vaag
in mijn gedachten. Ik heb echter een
onduidelijke voorstelling van een kind
van 13 of 14 jaar, op bloote yoeten,
gekleed met vuile lompen, maar prach
tig haar als goud op den rug dragend
Ik had een gevoel alsof dat kind mij
beschermde. Maar mijn hoofd was zeer
zwak... Ik geloof zeirs dat ik een soort
hol bewoonde, waaronder de zee
ruischte, en dat mijn jeugdige be
schermster zeer bang was, dat ik mijne
schuilplaats .zou verlatenOp zekeren
morgen waagde'lit mij buiten de ope
ning "der grot... ik vond een rnanthl
en een doornenstok op den grond cn
ik, vertrok zonder om te zien, zonder
te vrfligen waarheen: Ik ging mijne
dochter zoeken.
„■Weet mevrouw de gravin den -naam
niet van wie haar gered heeft?"
„Neen," aantwoorde zij. „Maar hoe zijt
gij aan het ge'vaar ontkomen?"
„Ik wist den volgenden morgen, dat
de storm niet hel grootste gevaar was.
Gedurende acht uren worstelden do ka
pitein en ik op de overblijfselen van
ons vaartuig, -bij het aanbreken van
den dag was het ons mogelijk de kust
te bereiken... Zij was bedekt mot wrak
stukken eft de golfslag wierp er ver
scheidene lijken neder; maar toen ik
mij de Ijjerinneringen aan dien schrik-
kelijken nacht voor den geest riep,
toen ik de zekerheid kreeg, dat er gepn
vuurtoren pp die kust bestond, toen
begreep ik waarom wij schipbreuk ge
leden hadden. De signalen, die ons ge
lokt hadden, waren valstrikken... Dc
rotsen van Pemnark dienden tot schuil
plaats aan een stam van sirandroo.
vers.... Ik kwam met mijn kapitein
dicht genoeg bij h"et dorp om vage in
lichtingen te krijgen, runar 'niemand
durfde de strandroovers beschuldigen
iedereen was ov-ertüigd, dat die boos
doeners het verlies van de „Terrible"
veroorzaakt hadden, maar zonder mij-
kapitein zou er geen klacht zijn inge
diend. De justitie deed een inval i:,
de hut de gevloeklen; zij vonden e:
vijf kleinzonen van den ouden Hermar,
maar de grijsaard zelf AvaS met zifnt'
kleindochter 3olie-avoine verdwenen..
Daarna vervolgden wij onzen tocht naa;
Nantes.. Voordat wij ons inscheepte:-
naar Brazilië vernamen wij, dat do
sLam der ICèrmars was opgeliahgen, uit
gezonderd de 0,11de, wiens spoor men
verloren had, en het meisje met dc.
blonde haren, dat door den pastoor
van Denmark uit dat roovershol bevrijd
was. Zeker heeft mevrouw do gravin
liaro redding aan Tolloavoine danken."
Vordt vervolgd,