n
nauwelijks of niet geslapen had. Hij had zich afgetobtplan
nen beraamdmensen ingeschakeld.maar resultaat was uitge
bleven. En dan het zenuwslopende gerinkel van de telefoon,
dag en nacht. Nauwelijks was de hoorn op het toestel gelegd
ofrinnnnnnnnnnng, daar ging hij weer: "Heneer de direkteur,
hoezullen we dit,hoe zullen we dat?" Dan weer een dame:
"meneer,hij zit bij me boven;ik weet me geen raad". Of een
dreigende mannestem: "zo gauw ik het beest in mijn tuintje
zie,neem ik hem op de korrel". Dan weer een nette jongen:
"Hoeveel beloning,meneer,krijgt de eerlijke vinder?" Duurste
de, de gekwelde direkteur,was een overspanning nabij. Juist
was hij wanhopig in een stoel gevallen, toen de heer Schimmel
binnentrad. Ze waren het zo eens "0,man,neem hem asjeblieft
mee, gr at is en voor niks, als je mij en de stad maar van dat
ellendige dier verlost.'" Dat was klare taal en de heer
Schimmel wreef vergenoegd in zijn handen. Dat Duurstede Jim
my een ellendig dier noemde,nam hij maar op de koop toe; hij
wist niet beter,de stumper...
Op klaarlichte dag aan een leger van handige achtervolgers
ontsnappenviel zelfs voor een geoefende aap als Jimmy niet
mee. De jungle-experts waren versterkt met een corps oud
kolonialen en zelfs dappere jongens en meisjes van de hoog
ste klassen deden mee aan de sensationele jacht. Oppassers
en bewakers van dierentuinen uit andere steden maakten deel
uit van het grondpersoneeldat ieder ogenblik aan een blik
semsnelle achtervolging zou moeten beginnen door de straten
en stegen,want Jimmy was boven op een dak ingesloten. Nu
moesten ze hem krijgen. Doodstil stond hij in de goot van een
groot graanpakhuisVoor zich zag hij een sportieve joneman
behoedzaam naderen; achter zich hoorde hij het zacht-zuigen-
de geluid van spekzolen op metaal; redhts voor hem' liep het
verweerde dak zeer stijl omhoog; links keek hij in een duize-
linwekkende afgrond,op welks bodem een smalle kade lag. De
ze blik naar links was zijn redding,want vlak beneden de
goot stak een lange,stalen balk schuin naar beneden. Aan
het uiteinde was de katrol bevestigd. Jimmy had het nog
niet eerder opgemerkt. Over die katrol -werden met een ste
vig touw meelzakken naar beneden gelaten in het ruim van
een schip. Uitgelaten als een vlinder wipte hij op de massie
ve balk en balanceerde als een koorddanser tussen hemel en
aarde. De sportieve jongeman en de andere,die spekzolen
droeg onder zijn schoenenvergaten te vloeken bij deze groot
se ontsnapping,bij deze machtige aanblik. Ze zagen hoe Jimmy