7 HOE Z I T_ _D_A_T VRAAG: Waarom zingt het koor na een lof het liedje zo ont zettend vlug? Het is haast niet bij te houden. Vinden ze- dat zo mooi of hoort het zo? Parochiaan ANTWOORD: Zélf hebben vie het al lang opgegeven mee te zin gen maarwend u tot de direlctie van het koor. DE JACHTVAR USBALD_ER_OLFERT door Pé Mühren (11) Het monsterdat Olfert bewaakteliep ongedurig de hut op en neer en keek met steelse blikken naar de stille ge stalte op de baar. Hij vertrouwde die rustige jager maar half en ging zo nu en dan met zijn lelijke kop dicht bij Olfert staan,die daar dood-zenuwachtig van werd. Zo'n in tense spanning kon de sterkste man jjiet verdragen en toen dan ook de aap weer eens zijn weerzinwekkendetronie dicht bij Olfert's gezicht bracht,zodat zijn hetewalgelijke a- dem voelbaar was,gaf de jonge man een luide schreeuw van angst en ellende. Langzaam trok het monster de dikke bo venlip op en liet een afgrijselijk gegrom horen. Het Ge vleugelde Hert wachtte de aanval niet af. Hij sprong van de baar en gaf de aap een snelle opdoffer tegen de kaak, zodat de kolos brullend achteruit week. Op dat ogenblik - Olfert voelde het als een verlossing- hoorde hij een beken de stem zingen. Heel ver af,maar hij begreep dadelijk dat het Usbald moest zijn. Olfert huilde van vreugde: IJsbald was nabij! Alles was nog niet verloren als de jongeman er nu maar in kon slagen de bobilla op een afstand te houden tot Usbald hem te hulp zou komen. De aap stond nog te sui zelen van de harde mep en daar kreeg hij een nieuwe vuist slag tegen zijn lelijke kop,hard en fel,waardoor een oog werd getroffen. Het beest ging vreselijk tekeer. Het bloed gutste over zijn tronie.. Met de sterke klauwen boven zijn kop geheven,vloog de aap razend op Olfert aan alsof hij met één slag hem zou verpletteren. Olfert dook snel ineen en plaatste zijn hoofd hard tegen de buik van het monster en trok tegelijk uit alle macht diens poten onderuit. De bobilla had daar niet op gerekend en tuimelde voorover. De jager kreeg een ogenblik om op adem te komen. Had hij maar een wapen! Maar neen,hij moest het met zijn handen zien klaar te spelen,en dan was er zijn snelheid,die hem ten dienste stond. Jankend rees de bobilla op en kwam nu,ineen gedokenlangs de grond,schommelend op Olfert aan. Dat was

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1955 | | pagina 7