beten in mijn oren en in mijn neus en ze deden hun best
mijn benen kapot te trappen,maar verdere narighedenneen
die heb ik van uw volk niet ondervondenEn voor mijn kol-
lega zijn ze al heel voorkomend geweest! Hem gaven ze maar
één tik op zijn achterhoofdvoldoende voor enige uren zoe
te rust! Dat zijn de dingen, die wij weten van het gastvrije
volk der Bergandersmaar hoe het u gelukt is de Berganders
aan uw wil te onderwerpen,dat is ons een raadsel. En...uw
gezichtneem mij niet kwalijk.het is weerzinwekkend!"
Ortobald lachttewelluidend en gezellig. "Ja...mijn ge
zicht... dat is mijn sukses onder dit dwaze volkje. Met be
hulp van vochtige aarde uit het dal en de sappen van bloe
men, die ge gezien hebt aan het begin van de bergpas,heb ik
mezelf een ander aanzien gegeven,maar als ik de harde korst
verwijder dan is Djagap omgetoverd tot Ortobaldzoals de
Schepper hem maakte". Ortobald rustte even en vervolgde:
"En hoe ik de leider ben geworden over het volk der Berg
anders? Wel,ik dank dit aan een stom toeval. Ik redde er
mijn leven mee en het bracht mij in hoog aanzien hier".Or
tobald hurkte neer bij de lamp en Usbald en Olfert begre
pen,dat er een bijzonder verhaal zou volgen,de moeite waard
om er ook eens rustig bij te gaan zitten. Dat' deden zij.
Buiten in het dal vormden zich grote plassen. Voorlopig
zou het blijven regenen en zolang het buiten niet droog
was begaf geen Bergander zich buiten zijn hut. Ortobald en
de beide jagers konden zich rustig voelen. Ortobald begon
zijn geschiedenis. "Zoals- ik al verteldetrok ik uit om
Terranie te verlossen van de draak. Ik doorkruiste de wou
den en doolde vele dagen door gebieden,die ik nimmer had
gezien,en ik ontdekte planten van vreemde soort. Dikwijls
vocht ik voor mijn leven en ik maakte er mijn gewoonte van
's nachts te slapen in de takken van de bomen,hoog boven
de grond. Om te voorkomendat ik in mijn slaap naar bene
den zou vallen,bond ik mij met sterke taaie vezels vast
aan de boomstam,maar zó,dat ik mij met een snelle beweging
dadelijk kon bevrijden. Op die manier was het voor dieren
met. kwade bedoelingen niet gemakkelijk mij in mijn slaap
aan te vallen. Eén keer schrok ik wakker,omdat ik in de
vezels hing; maar ik was volkomen veilig. Ik kwam in het
gebied der Berganders door de bergpas,die ge gezien hebt,
en ik werd overvallen door de lelijke kereltjeswaarover
ik zou komen te heersen. Ze sloten mij op in een donkere
hut en ook ik kreeg een bobilla toegewezen als mijn bewa-