11 De priesters worden geprezen om hun behulpzaamheid,hun har de werken,hun offer van de eenzaamheid omwille van de gelo vigen; men roemt ze als dapper en geduldig. Omdat het in onze bedoeling ligt eens afzonderlijk over priesterschap en priester te spreken,zullen we slechts dan over de priester spreken als het werkelijk onvermijdelijk is. Een groot deel van de ondervraagde personen zweeg over de leek in de Kerk. Uit de antwoorden die binnenk'wamen blijktdat men de leek verwijtpassiviteitschijnheiligheidverdiensten-jagerijzij geven een slecht voorbeeld ;doen alleen wat moet ;valle-n- de priesters lastig;zijn onwillig tegenover priesterlijke lei ding; er heerst onder hen een enorme sleur terwijl er ook zijn die de Kerk misbruiken om hun eigen belangen te waar borgen. (wordt vervolgd) 0 P_ H E T DE T_E_C_T I V_E_P_A_D door Kave (9) "Missen jullie misschien een of meerdere koffers?" vroeg Edward verder. "Dat weet ik niet,zei Dolf,en dat zal wel niemand in huis weten,want ik geloof niet dat een van ons precies kan zeggen wat we zoal hebben"-"Hebben jullie misschien een koffer gehadbekleed met oranje-gele zeil- doek?"-"Voor zover ik me kan herinneren niet. Kaar waarom vraag je dat eigenlijk?" uSti.lplaagde Hans; de zeer jeugdige detective Edward. Stevensen ontdekt de dader van de opzien barende inbraak op Mon Repos. Vingerafdrukken op een oude koffer in een rommel1 schuur brachten hem op het spoor van de misdadigerdie een bekende figuur uit de onderwereld bleek te zijn "--"Zeg, krantenkoninghoud je snuit l "kwam Dolf tussenbeide. Edward trok zich van de goedgemeende plagerij niets aan en lacht te. hartelijk mee. "Dus, je kunt je geen koffer van oranje-kleurig doek herinneren?"-"Ik weet wel bijna zeker, dat we die nooit hebben gehad,. Maar nou moet je me toch eerst vertellen waarom je dat precies wil weten!"- "Misschien zou het een aanwijzing'kunnen zijn voor vader".- "Heeft je vader dan al een en ander ontdekt?"vroeg Dolf nieuwsgierig. "Och. "-"Kom jö,doe nou niet zo ijselijk ge heimzinnig en vertel op wat je weet. Wij hebben er toch ook wat mee te maken-,want het zijn toch tenslotte onze spullen die gestolen zijn. Als de dader niet spoedig gevonden wordt, zijn we misschien straatarm. En wie weet,welke kostbare aan wijzingen ik jullie kan geven... Dus"-"MaarDolfje begrijpt toch wel,dat een politieman. "-"Politieman, onzin! Als jij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1955 | | pagina 11