<-1
hr
5
_y
<5
s
_i'i_
EJ
Wekelijkse post voor jong en oud van Akersloot No.80
Zaterdag 28 januari 1956 Prijs 6 cent
KLAKKELOOS KLETSEN
xxxxxxxxxxxxxxxxxx
xxxxxxxxxxxxxxxxx
noernen we het praten over zaken zonder verstand van die
zaken te hebben. Niemand van ons vindt het leuk van klak
keloos kletsen verdacht te worden; we gaan immers graag
door voor verstandig,jawijs. Toch wordt er ook door grote
mensenzogenaamd verstandige mensenmensen met een leiden
de positie somtijdsklakkeloos gepraat over dingen waarvan
ze echt geen kaas gegeten hebben. Dat ze daarmee enorme
schade kunnen toebrengen aan de goede zaak,vooral als zij
hun gewicht aan jaren en hun beroep op ervaring in de
schaal leggenschijnt hen te ontgaan. Dit ondervinden we, nu
we verschillende pogingen in het werk stellen om aan de
jeugd vooral van deze tijd. een eigentijdse ontspanning en
ontwikkeling te bezorgen. Onmiddellijk kritiek. We kunnen
op al die kritiek niet ingaan, dan zouden v/e een boek moe
ten schrijven. We gaan niet in op de kwestie of we misschien
in deze eeuw niet de jeugd willen verliezenzoals de vorige
eeuw de arbeidersklasse voor een groot deel prijsgegeven
heeft.We gaan niet in op de 'grote vormende waarde van het
levende boek, de film. Viie schrijven deze keer geen verdedi
ging van het spel als opvoedkundige faktor van de aller
hoogste waarde. We willen alleen maar enkele vragen stel
len aan hen,die ons de beschuldiging in de schoenen schui
ven,dat we de jeugs uithuizig maken. Zou,mijne heren,die
uithuizigheid al niet reeds lang een feit zijn en zouden wij
niet veeleer proberen die uithuizigheid op te vangen dan
te bevorderen? Als die uithuizigheid een bestaand feit is,
en 'daaraan kunnen wij niet twijfelenhoe is die uithuizig
heid dan ontstaan? Is elke uithuizigheid per se veroorde-
lenswaardig? Móet de opgroeiende jeugd misschien min of
meer het ouderlijk huis de rug toekeren? Als men de jeugd
kost wat kost te vast aan huis en ouders bindt,krijgt men
dan geen asociale wezens,die ofwel later,als ze zich tóch