7
OP HET DETECTIVEPAD
door Kave
(16) Het bleek verder,dat de Belg Vandergaerden op 3 augus
tus inderdaad vanaf 6 tot 10 uur in de restauratiezaal had
doorgebrachtwaar hij iets gebruikt had en had zitten lezen.
Hij droeg geen koffer of pak bij zich,behalve dan zijn kleine
diensttas met papieren. Hij had de hele reis naar Brussel ge
maakt in gezelschap van een andere spoorman,die door de te
lefoon verklaardedat Vandergaerden nergens onderweg iets
had afgegeven en met niemand anders had gesproken. Omdat
men geen enkele beschuldiging tegen de Belg kon inbrengen
en omdat men iemand toch niet ken vasthouden enkel en alleen
omdat hij cp die bewuste dag van de inbraak aan de villa was
geweestmoest men hem wel laten vertrekken. "En tóch,bromde
Dikke Dries gemelijk,toch heeft die man iets te verbergen;
toch draagt die man een geheim met zich mee".-"Dat kan wel
zijn, zei de hoof dkommissarismaar ik kan alle mensen, die ge
heimen met zich meedragenniet opsluiten. Ik wil vrede hou
den met onze Belgische kollegas ;we hebben ze te vaak nodig'.'
Rechercheur Richards had al even weinig sukses gehad als
zijn kollega Dikke Dries. Op een telefoontje was hij achter
eenvolgens met zijn kleine auto in razend tempo naar Amster
dam, Antwerpen en Hamburg gereden. Men meldde hem,dat op de
zwarte markt van die steden zilverwerk was gesignaleerd.
Maar het was telkens ander zilverwerk geweest dan hetgeen
uit Mon Repos was gestolen. Hij had wel de hand kunnen leg
gen op een paar deviezensmokkelaarsmaar dat was meer toe
vallig geweest dan weloverwogen. Van het zilver van Mon Re
pos had hij nog steeds geen spoor ontdekt. De hoof dkommissa
ris zelf v/as evenmin een stap verder gekomen tot de oplos
sing van de diefstal. Hij zelf had het dienstmeisje gescha
duwd wanneer ze uitging. Drie keer v/as' hij haar gevolgd in
een zeer deftige en dure eetgelegenheid. Daar had het meis
je iets gebruikt en zitten lezen. Maar in werkelijkheid had
zij zitten wachten op iemand, die niet was verschenen. Daar
aan twijfelde de hoof dkommissaris geen ogenblik, want hij had
opgemerktdat het meisje telkens had opgekeken van haar tijd
schrift wanneer de deur openging en iemand binnentrad. Ten
slotte v/as het meisje opgestaan en vertrokken. Alle drie
keren had zij meer dan twee uur daar gezeten en gewacht en
zichtbaar teleurgesteld ging ze dan heen. Van een kelner
was de hoofkommissaris aan de weet gekomen,dat het meisje
daar regelmatig kwam en dat zij daar verschillende keren een