5
gen. Ontbreekt deze medewerkingdit werkelijk "meedoen" dan
behoeven we ons geen illusies te maken. Door veel mensen
wordt bezwaar gemaakt tegen dit meedoen. Ze menen,dat het
"gemeenschappelijk doen" het "persoonlijk gebed" onmogelijk
maakt. Ze voelen neiging het gemeenschappelijk gebed af te
v/ijzen omdat het zo "lawaaierig"zo "hinderlijk" is, zo sterk
"afleidt". Deze mensen zouden we willen herinneren aan en
kele waarheden als koeien. Op de eerste plaats dan: mensen
zijn geen engelengevangen in een lichaam, dat op de mest
hoop thuis hoort. Ziel èn lichaam vormen samen de mens;ons
lichaam hoort er werkelijk bij,vormt een deel van ons wezen.
Ziel en lichaam zijn helemaal in elkaar vervlochten. Daarom
uit zich ook de ziel in het lichaam. De gevoelens van de
ziel delen zich mee aan het lichaam; het lichaam weerspie
gelt de gesteltenissen van de ziel. Droefheid drukt ons
neer,maakt onze gang zwaar,ons oog duister,onze stem om
floerst ;blijdschap daarentegen doet ons snellerlichter
gaan,geeft glas aan onze ogen,kleur aan ons gezichtjubel
aan onze stem. Welnu,zoals we in ons gewone leven,in onze
verhouding tot de andere mensen, onze innerlijke gestelte
nissen uiten in lichamelijke dadenhanddruk, oogslaggroet
ens,zo moeten wij ook in onze verhouding tot God ons lichaam
inschakelenwant de méns,dus héél de mens,lichaam en ziel,
zijn er voor God. Op de tweede plaats: de mens is een ge
meenschapswezen; de mens hoort bij de anderen thuis,is een
van hen. Dit saamhorigheidsbewustzijn komt juist zo prachtig
tot uitdrukking in het gemeenschappelijk doen, in het gemeen
schappelijk gebed. We ondervinden dat zo sterk waar een ge
meenschappelijk gevaar dreigt, een gemeenschappelijke nood ge
leden wordt. Dan gaan we als het ware vanzelf samen bidden.
De ouderen weten dat nog heel goed uit de oorlogstijd. Hoe
vaak hebben we toen niet samen het rozenhoedje gebeden,om
uitkomst voor onszelf of onze mannen en jongens. En wonder
lijk, dat samen bidden maakte ons rustigersterkermoediger
Als we nu geen bezwaar hebben tegen het samen bidden van
het rozenkransgebedwaarom zouden we het dan wel maken te
gen het samen bidden op andere ogenblikken? Wanneer wij in
de plechtigheden van de Goede Week op heel bijzondere wijze
onze gemeenschappelijke verlossing vieren, ligt het toch ei
genlijk voor de hand, dat wij dit ook "gezamenlijk" doen! De
liturgie laat ons overigens nog gelegenheid genoeg over
voor het persoonlijk gebed. En wie werkelijk "meedoet" zal
ondervinden, dat het gezamenlijk gebed het persoonlijk gebed
niet verhindertmaar juist bevordert. de B.