3 IJ EEN BIERTJE TE PRATEN OVER DE GOEDE OUDE TIJD,TOEN SlJMEN
MET HET PLAN OP DE PROPPEN KWAM: ZE MOESTEN MET SjEF IN CON
TACT ZIEN TE KOMEN OM DE VERBLIJFPLAATS VAN DE JUWELEN TE
ONTDEKKEN. H IJ S IJM E N K E N D E EEN BEWAKER VAN DE PARAPLU IN
Haarlem; deze zou voor een aardig fooitje zijn medewerking
WEL WILLEN VERLENEN. JOOP WAS SlJMEN DIRECT B IJ G E V A L L E N M A A R
Jaap had er niet veel fiducie in gehad. Het was veel te ge
vaarlijk,en trouwens,de politie verloor hen geen moment uit
het oog. over i gens hoe zouden ze aan de nodige contanten ko
men om de eerste onkosten te dekken? het liep uit op ruzie.
Joop en S ij men hadden hem,Jaap,voor een lafaard uitgemaakt en
gezegd, dat als hij niet d u r f d e z ij het wel met z*n tweeen zou
den opknappen. Maar als het lukte kon Jaap wel naar zijn aan
deel fluiten. Jaap was woedend weggegaan en had Sijmen en
Joop in een paar dagen niet meer ontmoet. Ondertussen kreeg
HIJ WERK BIJ BELLO, OMDAT HIJ EEN OUDE KAMERAAD O N T M O E T T E D I E ER
OOK WERKTE. DlE KAMERAAD WAS,ZOALS DE INSPEKTEUR VERNAM,DE
MAN IN HEMDSMOUWEN. AAN HEM HAD JAAP IN EEN VERTROUWELIJKE
BUI DE GESCHIEDENIS VAN DE JUWELEN VERTELD. OP EEN GOEDE DAG
WAS HIJ BIJ DE BAAS,MONSIEUR ÖURAND, GEROEPEN. OP DE VRAAG VAN
DE NSPEKTEURWE DIE DURAND PRECIES WAS,MOEST JAAP HET ANT
WOORD SCHULDIG BLIJVEN. NIEMAND WIST WAAR HIJ WOONDE EN WAT HIJ
PRECIES UITVOERDE. WEL WIST JAAP,DAT HET BEDRIJF BELLO MAAR
EEN CAMOUFLAGE WAS VOOR ALLERLEI ZAAKJES, DIE HET DAGLICHT
NIET KONDEN VELEN. MONSIEUR DURAND HAD JAAP DUS BIJ ZICH GE
ROEPEN EN BUITENGEWONE BELANGSTELLING VOOR DE JUWELEN VAN
SONJA «WISTORA AAN DE DAG GELEGD. DE MAN IN HEMDSMOUWEN HAD
HEM ALLES VERTELD. JAAP KREEG DE OPDRACHT WEER CONTACT TE
ZOEKEN MET JOOP EN SlJMEN. HlJ MOEST PROBEREN ERACHTER TE KO
MEN OF ZE AL OPGESCHOTEN WAREN MET HUN PLANNEN. MOCHJEN ZE
NOG NIET GESLAAGD ZIJN IN HUN OPZET, DAN KON JAAP HEN DE STEUN
van Durand toezeggen. Eventuele onkosten zou Durand dekken.
Op een avond. ttrok Jaap dus weer naar het café van Sjaan en
ONTMOETTE daar inderdaad joop EN SlJMEN. ZE WAREN al EEN heel
stuk op weg. Een van de bewakers van de Paraplu was in hun
macht; van Klaverendacht inspekteur Brol. Deze zou Sjef,als
ER ZICH EEN GUNSTIGE GELEGENHEID VOORDEED,VR IJ LATEN. JOOP EN
SlJMEN WAREN HEEL OPGEWONDEN EN HADDEN ER KENNELIJK PLEZIER IN,
dat Jaap zo stom was geweest niet mee te doen. Het was dui
delijk,dat ze niet van plan waren hem nu nog in het complot
te betrekken. op zijn vraag wie het geld voor deze zaak had
voorgeschoten vernaam jaap iets over een heler in den haag.
De naam van die vent kende Jaap niet,maar de inspekteur dacht
AAN DIE VAN OPSTAKEN IN DE S LA GERSTRAAT WA AR SlJMEN VERMOEDE
LIJK MEERDERE KEREN OP BEZOEK WAS GEWEEST...
