hoofd,maar kwam van buiten. h ij probeerde zijn zakken te on
derzoeken en met enige moeite lukte dat. het resultaat was
poverze hadden hem alles afgenomen. hoe laat zou het nu
zijn? Dat was een meevallen; zijn horloge had hij nog. Half
vijf. Waar zouden ze hem heenbrengen? Kon hij maar uit die
mand komen: Zijn vingers gleden langs de wand om een zwakke
plek te vinden. Ha! Daar had hij wat i Hu probeerde kracht
te zette n he tg e e n niet te best lukte in die ongemakkelijke
houding. Wat was dat? Er zat iemand buiten aan de mand te
PRUTSEN. LAMMERS BLEEF DOODSTIL LIGGEN. HET DEKSEL VAN DE
MAND GING OMHOOG EN DOOR ZIJN OOGLEDEN HEEN KEEK LAMMERS |N
HET GEZICHT VAN JOOP. DEZE GR 1 NN I KTE "HALLO SMER S 8EN JE
WAKKER?" LAMMERS DEED ZIJN OGEN OPEN. "HALLO, DIE JOOP! B LIJ
JE TE ZIEN. HOE GAAT HET ERMEE?"-"KOM DIE MAND MAAR UIT,
SMERIS. OF LIG JE DAAR ERG G E M A K K E LIJK -" N O U M A K K E L IJK IS
anders!" Moeizaam kwam Lammers overeind. Hij moest zich
goed vasthoudenwa nt de wagen schudde hevig heen en weer.
Het leek wel of ze op een of andere binnenweg reden,die
IN GEEN HONDERD JAAR GEREPAREERD WAS.. ÜOOP HAD EEN REVOL
VER IN ZIJN HAND (MAAR DESONDANKS MAAKTE HIJ EEN HEEL WAT
VRIENDELIJKER INDRUK DAN IN HET CAFÉ VAN BLONDE SjAAN,OF
MISSCHIEN WAS VRIENDELIJK NIET HET JUISTE WOORD. H IJ KEEK
EEN BEETJE BENEPEN JHET LEEK WEL ALSOF HIJ IN DE PUT ZAT.
Joop gaf Lammers een teken,dat hij maar op de mand moest
GAAN ZITTEN. ZELF BLEEF HIJ IN DE HOEK VAN DE WAGEN STAAN
en hield Lammers in het oog. "Waar gaan we naar toe?"
vroeg Lammers. "Den H a a g" a ntwoo r d d e Joop kort. "'Je schijnt
HET NIET PRETTIG TE VINDEN. WAAROM KIJK JE ZO SIP?" JOOP
ZEI NIETS EN KEEK STUURS VOOR ZICH UIT. HlJ WAS HET HELE
GEVAL BEU. SjEF EN SlJMEN WAREN VERMOORD. HlJ ZAG NIET IN
WAAROM VAN OPSTAKEN NOG ACHTER DIE JUWELEN AAN ZAT. TEGEN
DIE KLElk VAN DURAND WAS HIJ TOCH NIET OPGEWASSEN. MAAR
WISTEN DIE WAAR DE JUWELEN WAREN? WAT HAD SjEF HEN VER
TELD,ALS HIJ IETS VERTELD HAD? EN NU WEER DIT GEVAL MET DIE
smeris. Wat wist de politie? Hij keek Lammers aan. Die vent
LEEK NOGAL OP z'N GEMAK,DACHT JOOP. VAN OPSTAKEN WAS WOEST
GEWEEST OMDAT ZE EEN AGENT HADDEN NEERGESLAGEN. WAS WAS
van Opstaken nu met hem van plan? Hijzelf zou wel een flin
ke schrobbering krijgen. "wat weet je eigenlijk van me she-
r s?"-"Mag ik niet vertellen van mijn b a a s a nt wo o r d d e Lam
mers; hij wil je dat zelf z e g g e n -d a n zal hij me toch
eerst te pakken moeten k r ij g e n - 0 m a a r dat zal niet lang
meer duren. toevallig is hij zelf ook naar den haag. HlJ
moet daar in een of andere slagerstraat wezen. daar schijnt
een aardige vent te wonen..."
