Port Victoria,9 jan.1963. ENKELE GEDACHTEN VAM IEMAND.DIE 12^ JAAR PRIESTER IS. Twaalfeneenhalf jaar geleden.legde kardinaal Griffin ons de handen op en wijdde ons prieste.r23 jongens werden uitgekozen priester van God te zijn. Het was de 9e juli 1930» Nu is het 9 januari 1963. Dezelfde tijdsduurdie no dig was om ons op het priesterschap voor te bereiden,heb ben we nu weer doorgemaaktmaar dan als priester. Op de wijdingsdag was alles zo schoon. Vader en moeder waren er. Ik herinner me nog dat,bij al de emotie,toen we in proces sie naar het altaar gingen om gewijd te vrorden,ik toch dacht: "Zouden Vader en Moeder nu werkelijk in de kapel zitten?" Op hetzelfde ogenblik hoorde ik iemand hoesten. Toen wist Ik,datin elk geval moder er was. Onvergetelijk! Die grote dagi Moeilijkheden bestonden er niet. Hoe zou dat ook mogelijk kunnen zijn? De vermanende woorden van de wijdende' kardinaal,zowel in hte latijn als in het en gels,heb ik geduldig aanhoord. Wij- waren toch immers pries ter. Vanzelfsprekend zouden we onze geestelijke oefenin gen met de. groo.tste devotie verrichten. Onze handen zouden consacreren,zegenen' en helen. Onze monden zouden het woord Gods verkondigen,de een in bloemrijker dan dan de ander, al naar gelang zijn begaafdheid. Natuurlijk .zouden wa al tijd in onze houding en kleding tonen,dat we priester zijn. De wereld had. geen vat meer op ons. Schoon was die wij-, dingsd.ag,nooit te vergeten. De sublieme ceremonie, der wij ding, de oplegging van de handen,de zalving onzer handen, de opleggingder misgewaden,onze gemeenschappelijke eerste H.Mis,het melodieuze orgelspel,de perfecte gregoriaanse zang. Al het uiterlijke werkte mee om het innerlijke geluk nog groter en volmaakter te maken. Na de grote plechtig heid kwamen wij,pas gewijde priesters,uit de kapel In de gang,waar onze ouders lagen neergeknield om de eerste ze gen te ontvangen,allen zonder uitzondering huilend van bovennatuurlijk geluk. Daarna gezamenlijk ontbijt in de recreatiezaal en dan het spannende ogenblik van de benoe ming, Kisumi in Kenya. Dan volgde een week van puur geluk, de week die vooraf ging aan onze eerste plechtige Hoogmis. In die kerk waar ik van jongsaf aan pastoor Wils,pastoor Huf,pastoor Nie.uwenhuizen en pastoor van de Berg had zien mislezen, daar stond Ik ook die zondag, een week na mijn wij ding, en celebreerde mijn eerste plechtige hoogmis. Maar heel gauw zou Ik ergens anders celebreren. In die sc^hone dagen liep je als het v/are op lucht;. "Hoe schoon de voeten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1963 | | pagina 5