naderen,is de neutrale mens iemand die zichzelf oogklep
pen aanbindtofzichzelf een blinddoek voorbindt. Hoe kan
men iemand breed van blik noemen als hij diep ingrijpendè
verschillen eenvoudigweg voorbijziet als niet ter zake
doende,als onbeduidendheden of ze zonder meer niet ziet?
De blik van de neutrale mens is versmald om zich te fixe
ren op dat ene punt in de verte,de neutraliteit. Op de
neutraliteit staart hij zich blind. Hij heeft alleen maar
pog voor., zijn eigen standpunt en dat standpunt is geen-
standpunt te hebben maar neutraal te zijn. En hoe kan men
iemand ruimhartig noemen als hij met laarzen,maat 58,langs
het "anders-zijn" van de andersgelovige heenloopt,er over
heen loopt? Zijn zogenaamde ruimhartigheid is,ofschoon
niet zo bedoeld,eerder hartelóósheid,omdat hij de fijnge
voeligheid' voor het "anders-zijn" van de ander mist of al
thans niet toont,omdat hij geen attentie heeft voor de ty
pische kwetsbaarheiddie dat anders-zijn met zich mee
brengt voor d_e ander. De neutrale mens noemt zi.ch in onze
dagen bij voorkeur oecumenisch. En hier zijn we terugge
keerd bij ons punt van iiitgang. De neutrale mens is m.i.
r beslist niet oecumenisch.; neutraliteit bevordert de oecu
mene niet maar schaadt haar veeleer. ïerwkjl de oecumeni
sche mens; volledig aandacht heeft voor het anders-zijn
van de andersgelovigedit anders-zijn volstrekt ernstig
neemt en uit een diepe bewogenheid zoekt naar contactpun
ten,naar raakvlakken,die er ondanks de verschillen moeten
bestaan vamvege de" in Christus gegeven eenheid,doet de;
neutrale mens "alsof",ook al bedoelt hij het zo niet; als
of de bestaande verschillen niet ter zake- doen, alsof de
bestaande verschillen niet belangrijk' zijn,alsof de be
staande verschillen er niet zijn. Het doen'alsof kwetst'
ieder ernstig denkend mens,het doen alsof miskent de ernst
van het anders-zijn; het doen alsof brengt mensen niet 'na
der .tot elkaarmaar vervreemd ze van alkaar,het doen als
of bouwt geen brug maar schept een kloof; het doen alsof
voert niet tot een echt gesprek maar leidt tot het uitwis
selen van niets zeggende algemeenhedentot het langs el
kaar heenpraten. Het doen alsof is in de grond onwaar; het
doen alsof bevrijdt niet maar knelt en kwelt; het doen als
of moet op een breuk uitlopen want het doen alsof word.t op
de duur -onaanvaardbaar, onVerdrs.gelijk, weerzinwekkend en
brengt op de duiur de woorden van de Apokalyps naar de lip
pen: "Omdat gij lauw zijt en noch'heet noch koud,ga ik u
uitspuvjen" (Apok. 31 Mensen die ernst maken met de oucu-