VERANDERENDE TIJDEN EN HUN AANPASSING (slot) Onze jeugd is eerlijk en scherp van oordeel; zij accepteert geen halfslachtigheid en wil alles of niets. Zij eist dan ook van priesters rechtstreekse antpwoorden op haar vragen,het geen overigens heel duidelijk tot ui ting kwram in het t.v.-programma van j1,vrijdag,waarin een aantal jeugdpredlkanten zijn problemen uiteen heeft gezet. Vaak is de jeugdbeweging, de instuifenz. 'de enige mogelijk heid tot kontakt met de priester. Want deze komt doorgaans op huisbezoek als de jeugd afwezig is. In eën gesprek met enige medecongressisten,religieuze zustersvernam ik dat de geinteresseerdheid van de jeugd voor godsdienstige ver dieping in België blijkbaar niet zo groot blijkt te zijn als in Nederland. Overigens zié ik hierin nog geen bewijs voor een diepere geloofsbeleving in Nederland. In vele gezinnen wordt er nooit of alleen afkeurend over de priester gesproken. Enige jaren heb ik met de leiding van de jeugd veel ervaring opgedaan. Ik bedoel dit: het jeugdwerk en het contact'met .-de priesterdaaraan verbonen, is van grote Invloed ook op'hët latere leven van de jeugd. Heus,niet ieder gezin is in staat zelf de jeugd een goede vorming te geven.Waarom dan dit hulpmid.del niet goed ge bruikt? H0eveel teeners en zelfs twenhers slenteren niet langs de straten,hun huis ontvluchtomdat ze daar niets vinden wat hen bindt en boeit. Door allerlei baldadigheid trachten zij de aandacht op zich te vestigen,een aandacht, welke thuis ontbreekt en waaraan zij zo'n behoefte hebben. Jeugdzielzorg is een grote noodzaak. En de priester dich ter bij de jeugd brengen zal In de toekomst een betere sa menwerking tussen priester en leek tot stand brengen. De overbrugging van de kloof tussen clerus en leek zal In de jeugd haar aanleg (begin) moeten vinden. Krachten,die ge geven worden aan het samenspel van priester en jeugd,zijn geen verspilde krachten. Als we het daarmee niet eens zijn, is de mogelijkheid van verspilde kansen enorm groot. W.V. NASCHRIET VAN DE EEDACTIE. Onze medewerker W.V.stelt dat "het contact met de priester van grote invloed is,ook op het latere leven van de jeugd". Maar hoe verklaart hij dan dat de mannen tuissen veertig en vijftig jaar, de zogenaam de jeugd uit de bloeitijd van het patronaatswezenin het algemeen nogal sterk anti-clerikaal is? Dit is een inte ressante kwestie. En ons blijft-de vraag kwellen,die we vo rige week al stelden: Is de jeugd wel zo gebrand op het contact met de priester? Redactie

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1963 | | pagina 5