OP DE HOEK
Wekelijkse post voor jong en oud van Akersloot No.266.
Vrijdag 21 juni 1963 Prijs minstens 6 cent
OM JALOERS OP TE WORDEN
Een plechtig lof in Uitgeest: een prachtige stoet acolie
ten, frissejonge kerelsongeveer twaalf in getal. Na het
lof vertelde de kapelaan,die directeur is van de misdie
naars' en acolieten,dat hij een groep van 2k acolieten
heeft,die geleid worden,getraind door een acoliet. Om ja
loers op te worden: Het gebeurt haast nooit,dat een mis
dienaar zich van de ledenlijst laat schrappen. En hier?
Hier zeggen de meesten,ja,de meesten hun dienst op tussen
de 13 en 17 jaar. Waarom? Ja,waarom? Zeggen de "redenen"
die zij opgeven om hun heengaan te rechtvaardigen dan
niet voldoende? Neen,beslist niet,want van die zogenaamde
redenen is er bijna nooit een steekhoudend,bijna nooit
redelijk. Meestal is de enige reden "geen zin meer". Zijn
onze jongens minder godsdienstig dan die van Uitgeest? Ik
zie' geen enkele aanleiding dit te verond.erstellen. Worden
aan de jongens hier zwaardere eisen gesteld dan aan die
van Uitgeest? Dit is hoogst onwaarschijnlijk,want de ma
nier waarop zij dienden liet duidelijk uitkomen,dat er
behoorlijk getraind wordt. Is Uitgeest liturgisch "verder
ontwikkeld." dan Akersloot, Ik zie geen duidelijke aanwij
zingen die deze stelling Zouden rechtvaardigen. Waaraan
ligt het dan? Er is over gepraat met andere misdienaars
leiders andere kapelaans. We hebben samen gezocht naar
een verklaring voor het feit,dat bij ons de meeste jon
gens van de misdienaarslijst verdwijnen éér ze acoliet
zijn. Is het misschien angst? Angst? Kom nou! Ja.,.angst.
Angst om op te vallen. Angst om ook maar in iets anders
te schijnen of anders te deen dan de andere jongens,.
Angst om beschouwd te worden als een "heilig boontje",
als een "brave Hendrik",die aan de rokken van de geeste
lijken hangt. En dan uit angst gauw onderduiken in de
naamloze massa jongensachter in de kerk. Gauw vluchten
in de grote hoop. Want het is opvallend,dat in onze'paro
chie de jongens (en meisjeszodra ze de lagere' school
verlaten hebben,onmiddellijk hun heil zoeken achter in de
kerk. Het lijkt wel alsof ze zich alleen maar veilig,op
hun gemak voelen als zij kunnen onderduiken in de naamlo-