zal moeten worden.
Naast onderricht en vorming binnen de werktijd,bestaat ook
onderricht buiten de werktijd, en ook daarnaar hebben we
geïnformeerd in vraag 13,die luidde"Volg je NA JE WERKTIJD
nog een of andere cursus?" Ziehier de antwoorden:
M e i s j es:
Volgen GEEN cursus
Volgen WEL cursus:
Volgen SCHRIFTELIJKE cursus
Jongens:
Volgen GEEN cursus:
Volgen WEL cursus
Volgen SCHRIFTELIJKE cursus:
Geen duidelijk antwoord:"
k7 meisjes 78.33
10 meisjes 16.6?
3 meisjes -■ 5.00
35 jongens 61.^0
18 jongens 31.5&
2 jongens3.51
2 jongens 3-51
Het percentage jongens dat een cursus volgt buiten werk
tijd' is bijna eens zo hoog als dat van de meisjes. De ver
klaring hiervoor lijkt ons voor de hand te liggen. Voor
het meisje is het beroep,dat zij. uitoefenteigenlijk al
tijd of meestal een tijdelijk beroep,in afwachting-van. het
ogenblik waarop zij officieel "zonder beroep" zal zijn,
namelijk huisvrouw. Voor een jongen ligt het anders; hij
kiest een beroep voor het leven. Als jongens een cursus
buiten werktijd gaan volgen,ligt die cursus haast altijd
op een of andere manier inj- de li jn van hun beroep. Dit is
bij de meisjes niet het geval,integendeel,vaak volgen zij
juist een cursus om van beroep te kunnen veranderen.
In verband met die cursussen stelden we vraag "Volg je
die cursus(sen) in Akersloot of elders'?'' Dit deden we om
het feitelijk aantal werkuren nader te kunnen vaststellen.
-Het gaat om niet-sciirif.telijke cursussen-
Meisjes:
Cursus in AKERSLOOT: 1 meisje 10
Cursus ELDERS: 9 meisjes 90
J o n g e n s
Cursus in AKERSLOOT: 1 jongen 5.56
Cursus ELDERS: 17 jongens 9^»^
Uit deze percentages blijkt overduidelijk dat Akersloot,
helaas,aan de jeugdigen geen mogelijkheden biedt zi*ch na
werktijd verder te ontwikkelen. We herinneren ons op dit
ogenblik,dat een jaar of wat geleden hier een zogenaamde
HMinerva"~cursus is begonnen. Er was een grote belang-