(6)
HOE STAAN DE ZAKEN?
HOE KOM JE EK?
Omdat we graag een inzicht en overzicht wilden hebben van
de feitelijke werktijd van de jeugd,hebben we gevraagd
naar de manier waarop het werk bereikt vrerd; vraag
11 luidde daarom:"Leg je deze afstand af te voet,of per
fiets,of per brommer,of per trein,of per bus?'
Meisjes:
per fiets-: 13 per fiets of bus: 3
per bus: 9 per auto: 3
per bus en trein: k per trein: 3
Geen duidelijk antwoord: 1
Jongens:.
per fiets-.: 5
per fiets en bus: 3
per trein: 1
per brommer: 7
per brommer en bus1
per brommer of fiets: 1
per fiets en trein: 1
per bus3-
per auto2
per brommer en auto: 1
per brommer en trein: 1
Geen duidelijk antwoord: 5
Vreemd,ofschoon meisjes heus wel eens op een brommer naar
het werk gaan,geven zij geen van alle de brommer op als.
het geeigende vervoersmiddel. Voor de jongens ligt het an
ders: ten minste 11 van hen geven de brommer op als hèt.
vervoermiddel; 1/3 van hen gaat dus per-brommer naar het
werk. We menen echter, dat meer dan 1/-3 van de jongens,bo
ven 1.6 jaar, e.en. brommer heeft,maar dit gaat ons nu niet
aan. De brommer is een snel en gemakkelijk vervoermiddel.
Is het ook een goedkoop vervoermiddel? De aanschaffings
prijs ligt toch zo rond de ƒ.800.
BOUWEN AAN DE TOEKOMST
In het algemeen kan men stellen,dat men met spierkracht
alleen niet klaar komt,omdat bijna alle arbeid meer dan
alleen maar spierkracht vraagt. Daarom is de ontwikkeling
van de werkende meisjes en jongens van groot belang,nu
reeds,en nog meer in de toekomst,als de automatisatie(au-
tomatie is een veel gebruikt maar taalkundig onjuiste uit
drukking) verder zal voortgaan. Met het oog op de toekomst
van de jonge mannen en vrouwen van morgen hebben w.e daar
om enkele vragen gesteld aangaande de verdere ontwikke
ling. Vraag 12 luidde"Krijg je GEDURENDE JE WERKTIJD nog
onderwijs en hoeveel uur per week? En hoc-veel uur huis-