Toen ze ons verlaten had,probeerde mijn broertje met Keu
rig te praten. Hij zei toereloer en honnepon envisse-
vrouwtjemaar het klonk niet overtuigend. Hij begreep,dat
hij zich meer lichamelijk de situatiewaarin Keurig ver
keerde, moest inlevenzoals tante had. aangeraden"Echte
poezenkenners kropen vaak op handen en voéten en sommigen
lagen 's winters urenlang te spinnen bij de haard"...
Dezelfde avond nog wilde mijn .moeder 'een verhaal vertel
len, dat ons zeker zou boeien, dacht ze. Een verhaal d.at ze
had opgelezen in de ogen van Keurig,toen ze het vlees
braadde in de keuken en hijKeurig, de geu.r van het gebra-
d.en vlees met zijn bewegelijke neus diep insnoof. Toen
ging de bel van de voordeur. Twee,drie driftige stoten.
Mijn moeder spoedde zich naar de voordeur en trok hem met
een ruk open. Ze zag in een flits het zwarte lijf van Keu
rig langs haar heen schieten en stond oog. in oog met buur
vrouw die,haar handen dreigend in haar zij,mijn moeder be
groette met een grimmig: "Zo!". In het moment van stilte,
dat volgde op deze vreemde begroeting,leek buurvrouw een
dosis zuurstof in te ademen,die nodig was om haar gemoed,
te luchten, "Kom binnenbuurvrouw"wilde mijn moeder nog
zeggen en "Waarmee kan ik u van dienst zijn?" maar deze
vriendelijke woorden werden volkomen overstemd door de
harde stem van buurvrouw:"En ik zei nog tegen mijn man:
toen wij in '38 een kat hadden,was het precies hetzelfde.
Zo'n beest wordt de eerste dagen verwend,maar naderhand
kijkt niemand meer naar hem om. Hij gaat op strooptocht
uit. En wie zijn de dupe? De buren: Met zorg heb je een
goudvis opgekweekt. Toen je hem kocht was het een mager
vis je,dat vermoeid tegen de aquariumruit leunde en zijn
staart leek op een treinkaartjewaar teveel gaatjes in ge
knipt waren. Maar door je eigen toewijding heb je er een
gevulde vis van gemaakt met een gloed op zijn lijf,die
pijn doet aan je ogen. En zijn staart? Een brede sluier,
mevrouw?, zeg maar een sluier van een kant, dat ze zelfs in
Brugge niet klossen. Ik zeg tegen mijn man: wij behoeven
niet naar de dierentuin te gaan om vissen te .zien, wij
hebben onze eigen vis,die we met supervoer opgepept heb
ben tot een wondervis en als mijn broer en zijn vrouw ko
men kaarten,vergeten we het spel en we .kijken met z'n al
len naar.naarBuurvrouw sloeg haar handen voor haar
ogen. "Hij is dood,zei ze met hese stem; Keurig heeft hem
Ze draaide zich om en liep langzaam naar huis. Ze
leek opeens jaren ouder. Die avond gingen we vroeg naar
bed. (wordt vervolgd)