bestuur. In verband hiermede is enige tijd geleden ^door
bovengenoemd speeltuinbestuur een vergadering belegd,om
de leden een uiteenzetting te geven over de stand' van za
ken. Nu is het toch zo,dat het speeltuinwerk een niet te
onderschatten waarde heeft voor onze kinderen. De vele
uren en dagen die de kinderen worden bezig gehouden! Dit
wordt door ons allen wel erkend,gezien het grote aantal
leden en de grote deelname aan de verschillende evenemen
ten als avondvierdaagse etc. Maar wordt het grote nut ook
wel voldoende begrepen? Ziedaar: de uitgeschreven verga
dering,die toch behoorlijk duidelijk voor iedereen was
kenbaar gemaakt,werd slechts bezocht door enkele leden.
Dit was toch een zware tegenvaller voor het hardwerkende
bestuur,dat toch gerekend had op een grote opkomst. Des
ondanks hebben zij het hoofd niet laten hangen maar zijn
dapper doorgegaan. Wat ik mij echter favraag is: is dit
nu werkelijk nodig om 'iedere keer weer op de raadsvergade
ring te zitten pluizen over de speeltuin?-Maar dat men als
men hierover discusieerttoch goed geinformeerd moet zijn.
Tenslotte gaat het toch maar om een betrekkelijk kleine
subsidie voor een heel belangrijk werk ten bate van onze
kinderen. Laat er toch meer "onderling" overleg zijn; daar
zijn we meer mee gebaat dan elkaar betichten van b.v.
"spielerei". Wat volgens mij toch zeer deprimerend moet
werken op het bestuur. Daar zijn wijouderstoch zeker
niet mee gebaat. Een lantaarnpaal op een of ander punt in
het dorp kan heel nuttig en noodzakelijk zijn,maar laten
we toch vooral het nut van de speeltuin niet uit het oog
verliezen. Paul Buur
N 1 5.1 w G
Vol verwondering hebben wij,het bestuur van de Speeltuin
vereniging, het ra.adsverslag gelezen in het N.H,Dagblad,
waar met drukkeopvallende letters gesproken werd over
"spielerei"een duits woord wat onder andere betekent:
beuzelarij nietigheid, onbeduidendheidWij,de bestuursle
den dachten,dat wij met en voor uw kinderen echt speel-
tuinwerk verrichtten en ons beslist niet schuldig maakten
aan spielerei. Op de laatste jaarvergadering van onze ver
eniging heeft het bestuur in zijn geheel willen aftreden
als de vergadering van oordeel was,dat wij.het beleid niet
goed voerden. Maar alle aanwezigen verzochten het bestuur
aan te blijven. Als er raadsleden of gemeentebestuurders
zijn,die menen dat wij maar- lukraak met het geld omsprin-