No. 1630 Zaterdag 9 Maart 1946 37e Jaargang
llifru Coucahi
voor de Rijp, Gratt, Noordeinde, Oost- en West-Graftdijk, Zuid- en Noord-Schermer,
Beemster, Schermerhorn en omstreken
Uitgever
Drukkerij Q. J. Hoogcarspel
De Rijp, Telefoon 1
Abonnementsprijs
50 cents per 8 maanden bij vooruitbetaling
franco per post f 2,40 per jaar
plus incasso-kosten
Losse nummers 5 cent
Verschijnt wekelijks
Advertentieprijs
10 cents per galjard regel, minimum f 1.—
inzenden tot uiterlijk Donderdagavond 6 uur
De gewichtige dag in het leven
van burgemeester en mevrouw
Dalenberg is voorbij. De instal
latie in de gemeenten Oraft en
de Rijp vond Woensdag j.1. plaats.
Des morgens 9.30 arriveerde
burgemeester Dalenberg met de
zijnen vanuit de richting Spijker
boor in de gemeente Oraft. Hij
werd ontvangen door het voltal
lige gemeentebestuur in caié de
Haan te Oost-Oraftdijk. Bij de
ingang werden bloemen aange
boden.
De heer Caton heette den
burgemeester en zijn echtgenote
hartelijk welkom in de gemeente,
in het bijzonder te Oost-Graftdijk.
in wel gekozen woorden schetste
spr. de moeilijke, doch mooie
taak, welke voor den burg. is
weggelegd. Hij hoopte daarbij
dat ook de kleine dorpsgemeen
schap Oost-Oraftdijk de nodige
belangstelling van den nieuwen
burgemeester zal genieten.
Daarna sprak de heer de Koekkoek
namens de Grafldijker Sportver
eniging.
Na het vertrek uit Oost-Oraft
dijk, werd de tocht vervolgd naar
West-Oraftdijk, alwaar in café
Kramer de opwachting gemaakt
werd.
Bloemen werden burgemeester
Dalenberg en zijn vrouw aange
boden.
Ds. Loysen sprak de beste
wensen uit aan het adres van
burgemeester Dalenberg. Spr.
hoopte, dat de nieuwe burg. het
werk mag vervolgen, dat de
betreurde burg. van Staveren
naar menselijke maatstaven te
vroeg heeft moeten beëindigen.
In beide dorpen sprak burg.
Dalenberg en hoopte spoedig
ingeburgerd te zijn.
Van zijn kant zal hij alle moeite
doen om banden met de bewoners
van Oost- en West-Oraftdijk aan
te knopen. Spr. meende dat de
contacten hedenmorgen wel ge
legd zijn.
Daarna werd de burg. nog
gefeliciteerd namens de toneel
vereniging Nieuw Leven en
verder door alle aanwezigen.
Hierna werd een rondrit door
West-Oraftdijk gemaakt tot mw.
de wed. Volger.
Teruggaande werd door de
Oraftermeer gereden. Bij de brug
bij de dorpsstraat stond 't muziek
corps .Kunst na Arbeid" opge
steld, dat met vrolijke marsen
vooraf ging tot aan de brug van
den heer Jb. Duin. De stoet ging
alleen door naar Noordeinde van
Oraft. Na wending wachtte het
muziekcorps het gezelschap weer
op en ging het weer vooraf tot
aan het fraaie raadhuis.
Onder de genodigden merkten
we o.a. op:
De Wel.Eerw. heren predikan
ten en den ZeerEerw. heer pas
toor uit onze gemeente, de beide
doctoren uit de Rijp Schermer
horn en Wegdam, de heer J. Zee,
directeur van het distributiekan
toor kring de Rijp, de gemeente
ambtenaren, de burgemeesters, de
edelachtbare heren Vorster uit
jisp, Driessen van Schermerhorn
en Zd. en Nd. Schermer, en v.
d. Heuvel van Akersloot.
Voorts alle raadsleden met hun
ne dames, de weth. van de Rijp,
de heren Nat en Poel met hunne
dames.
Nadat alle genodigden en be
langstellenden plaats genomen
hadden, opende te circa 11.30 uur
de loco-burgemeester weth. J.
Blaauw, de openbare raadsver
gadering.
De voorzitter verzocht den raads
leden A. Caton en C. Taam
burgemeester en mevrouw Dalen
berg binnen te leiden.
Nadatook zij gezeten waren, heette
de voorzitter allen hartelijk wel
kom en vond het prettig, dat
zovelen gevolg hadden gegeven
aan de oproep hier aanwezig te
zijn.
Hierna las spreker het Konink
lijk Besluitvoor, waarbij benoemd
is tot burgemeester van de ge
meente Graft de heer J. Dalenberg,
Qem.-secretaris te de Rijp;
benevens het schrijven van den
commissaris der Koningin in
Noordholland, dat de heer
Dalenberg de bij de wet vereiste
eed heeft afgelegd.
Hierna richtte de loco-burgemees-
ter zich tot den heer Dalenberg.
Hij heette hem en mevrouw Dalen
berg hartelijk welkom in de ge
meente namens alle inwoners.
In de 14 jaren, dat ge in de
Rijp gewerkt hebt, hebben wij
U gade geslagen en weten we,
wat we aan U kunnen hebben.
Veel vraagt in onze gemeente
om verbetering na de vijf oorlogs
jaren.
Ik hoop, dat gij er in zult slagen
het scheefgezakte recht te zetten.
En hiermede verklaarde weth.
Blaauw burg. Dalenberg als ge
ïnstalleerd, deed hem het
oranje-amblslint om, en overhan
digde hem de voorzittershamer.
Burgemeester Dalenberg nam
hierna het woord en sprak de
volgende rede uit:
Mijnheer de loco-burgemeester,
Mijnheer de wethouder,
Heren raadsleden,
Mijnheer de gem.-secretaris,
Dames en heren,
Het zij mij vergund, van deze
plaats mijn eerbiedige dank te
betuigen aan H.M. de Koningin
voor mijn benoeming tot burge
meester dezer gemeente, en aan
Z.E. den Minister van Binnenland-
sche Zaken en den Commissaris
der Koningin voor hun voordracht.
Dank breng ik voorts aan al
degenen, die mij op één of an
dere wijze daadwerkelijk bij deze
benoeming hebben gesteund.
Vanaf deze plaats breng ik
eerbiedige hulde aan mijn voor
ganger voor de uitmuntende wijze
waarop hij het ambt heeft ver
vuld en wien zo onverwachts de
levensdraad werd doorgesneden,
juist op het moment, waarop hij
na 'n moeilijke ambtsperiode
met de beste voornemens bezield,
zijn krachten en gaven wederom
in dienst van de gemeente wilde
stellen.
Het is, heren leden van den
raad, mij een voorrecht het woord
tot U te mogen richten.
Als wetgevendeenookbesturen-
de macht, vormt gij het hoogste
college in de huishouding der
gemeente.
Niettegenstaande verschillende
bevoegdheden naar het college
van B. en W. zijn overgeheveld
en de zelfstandigheid der gemeente
aan betekenis en omvang heeft
verloren, zullen de door U te
nemen besluiten van grote bete
kenis kunnen zijn.
In de periode, welke achter ons
ligt, hebben we ongekende tijden
van spanning meegemaakt. We
mogen evenwel dankbaar zijn,
dat deze gemeente er zo goed
doorgekomen is en gevrijwaard
bleef voor een herhaling van de
onderwaterzetting, gelijk ons die
uit de Meidagen van 1940 nog
zo vers in het geheugen ligt.
Niettemin heersen ook in deze
gemeeme groie materiëele en
geestelijke noden, welke voor een
vooruitgang en bloei niet bepaald
bevorderlijk zijn.
Ik ben mij er van bewust, dat
ik in een moeilijk tijdvak mijn
ambt aanvaard.
Het valt toch vrij wat gemak-
kelijkeren het isaangenamer,ineen
tijdvak van voorspoed én welvaart
een gemeente te besturen, dan
in een tijd als deze.
Deze moeilijkheden vragen om
een oplossing, waartoe een een
drachtige samenwerking nodig is.
Het behartigen der gemeente
belangen eist een goede verstand
houding.
Ik hoop, dat U over elke zaak,
welke tot Uw bevoegdheid be
hoort, vrij Uw mening zult zeggen,
met begrip en waardering voor
ieders standpunt en daarbij het
streven naar vernieuwing zult
willen verstaan.
Mijn doel zal zijn te streven
naar een onpartijdige leiding der
vergaderingen van B. en W. en
den raad.
E' kunnen meningsverschillen
ontstaan, doch als men eikaars
mening wilt eerbiedigen, kan door
uitwisseling van gedachten iets
goeds tot stand komen wat ten
zegen van de gemeente kan
strekken.
Ik doe een beroep op U heren
wethouders en raadsleden mij in
mijn nieuwe functie ter zijde te
staan en Uw vertrouwen te wil
len schenken.
Uw steun en advies zijn voor
mij onmisbaar.
Mijnheer de loco burgemeester,
Ik zeg U hartelijk dank voor
de zoo juist tot mij gesproken
woorden.
Met U heb ik nog niet mogen
samenwerken. Doch uit de wijze
waarop U mij bent tegemoet ge
treden en mijn benoeming hebt
willen bevorderen, put ik het ge
gronde vertrouwen, dat niets een
aangename en vruchtbare samen
werking In den weg zal staan.
Oedurende een reeks van maan
den in een bewogen tijd
heeft U zich veel moeiten en zor
gen getroost om de gemeente op
de juiste wijze te dienen en haar
belangen voor te staan.
Ik weet mij dan ook den tolk
van den raad en de gehele ge
meente, wanneer ik U daarvoor
hulde breng.
Moge het U gegeven zijn nog
langen tijd op gemakkelijker wij
ze deel uit te maken van het ge
meentebestuur en ik spreek de
wens uit, evenals ik dat doe ten
aanzien van Uw mede-wethouder
en raadsleden, op een aangena
me samenwerking te mogen reke-
(Zie vervolg pagina 4).