ORGELBESPELING
vet
te de Rijp
HANS KEÜNING
BeccUcifm^
A bonnementsgeld
2e halfjaar 1946
39751
No. 1644 Zaterdag 15 Juni 1946 37e Jaargang
voor de Rijp, Graft, Noordeinde, Oost- en West-Graftdijk, Zuid- en Noord-Schermer,
Schermerhorn, Beemster en omstreken
Uitgever
Drukkerij G. J. Hoogcarspel
De Rijp, Telefoon 1
Abonnementsprijs
50 cents per 3 maanden bij vooruitbetaling
franco per post f 2,40 per jaar
plus incasso-kosten
Losse nummers 5 cent
Verschijnt wekelijks
Advertentieprijs
10 cents per gal)ard regel, miBimum f 1.—
Inzenden tot uiterlijk Donderdagavond 6 uur
Niets veranderd?
„Dat wordt een staanplaats in
de tram" zei m'n medereiziger
tegen me, terwijl hij de mensen
massa aankeek, die op de N.Z.H.
buot stond te wachien.
Hij kreeg gelijk, want toen de
conducteur kwam met zijn baken
de „kaartjes Buiksloot" hadden
we met z'n zevenen geen plaats
kunnen veroveren. Er waren twee
kaartjes Buiksloot, zodat de staan
plaatsen tot vijf werden geredu
ceerd.
Men had het over het weer.
Een jongeman met een flaphoed
had het een „sof" gevonden, dat
weer met Pinksteren, hetgeen
direct beaamd werd door een
paar gichelende meisjes.
Een oud heertje met een sikje
vond dat het nog niet zoo slecht
was geweest, alleen wat veel
wind.
„Ik had liever wat minder wind
en wat meer suiker gehad" zei
de juffrouw die recht tegenover
me zat, in een heerlijk Purmerends
dialect.
Een heer met een opgeblazen
gezicht had nog niet veel gezegd,
maar toen van onderwerp werd
veranderd en de voedselvoorzie
ning ter sprake kwam, roerde hy
zich aardig. Het leek me toe, dat
hij wel wist wat „zwart" was.
Heer en meester werd hy echter,
toen, hoe kon het anders, de poli
tiek behandeld werd. „Er is niks
veranderd in deze oorlog" zei hy
met een groot gebaar, „in de poli
tiek niet en in het gewone leven
niet. Neem nou eens die partij
van..." „Watergang" riep de con
ducteur en het gesprek stond stil
om te kijken of er in de zit- of
staanplaatsen nog verandering zou
komen. Twee staanplaatsen ver
dwenen, maar er kwamen drie rei
zigers in, waaronder een juffrouw
met een kindje op haar arm. Het
fluitje van den conducteur snerpte,
en verder gingen we weer.
Onderwyl stond de juffrouw
nog en niemand dacht er aan te
gaan staan. He! opgeblazen gezicht
had zijn ogen gesloten, deed alsof
hij sliep, het sikje en de flaphoed
vonden opeens het voorbyrijdende
landschap zó inferresant, dat
ze steeds maar naar buiten keken.
Verder reden we, totdat tenslotte
een staanplaats zei„Toch ben ik
het niet geheel en al eens met U,
dat er niets veranderd is, of ge
beurde zoiets vroeger ook al?"
en hij wees op de slaande juf
frouw mei haar kindje. Maar het
opgeblazen gezicht hoorde het
niet, hy sliepLangzaam stond
toen de flaphoed op en zei met
een stuntelig gebaar: „Oaat U
hier maar zitten", trok z'n jasje
eens extra recht en keek weer
naar buiten.
Het opgeblazen gezicht snurkte
zelfs, zó vast sliep hij
Adverteert in dit blad,
wordt huis aan huis gelezen
DE KUNST GAAT DOOR HET VRIJE LAND
op ZÖNÜaG 28 JüMi A.S. in de Grote Kerk
te de Rijp
door
(organist Doopsgezinde Kerk, Purmerend)
Werken van Bach, Franck, Mendelssohn e.a. Toelichting der nummers
Aanvang 2.30 uur Vrij entrée
Collecte ten bate van Nederland helpt Indlë
van den
voorgevallen op den
6 January des Jaars 1654
In het Hollands Sagenboek"
Den Haag 1943 vertelt
J. R. W. Sinninghe ons op pag.
60 iets over voorteekenen van
brand".
We citeren:
Ongeveer drie weken voor den
groten brand van 1654, die het
dorp De Rijp grotendeels in de
asch legde, zagen enige vissers
van Wormer in den nacht een
schijnsel, alsof de gehele Rijp in
brand stond. Ze waren zeer ver
schrikt en verwonderd over dat
gezicht.
's Zondags na Kerstdag, tien
dagen voor den brand, hoorde
een jongeman, die vanuit De Rijp
naar Graft liep, om daar een
preek bij te wonen, achter zich
een groot gerucht, als van men
sen, die zich, angstig roepend, in
veiligheid trachtten te brengen,
maar toen hij zich omkeerde,
werd hij niets gewaar.
Dit overkwam hem tot twee
maal toe.
Een andere man, die in De Rijp
woonde, westelijk van den Mid
deldam, zag den avond van den
zesdefi Januari, uren voordat de
brand begon, een schijnsel, alsof
de hele straat in brand stond.
Toen hij dat aan een vrouw zei,
die daar voorbij kwam, ant
woordde ze hem: ,,Zie je dat nu
eerst? Ik heb dat al ,lang ge
zien!" (natuurlijk, 1946 grenst
aan 1654!).
Enige uren later hoorden men
sen, die binnenshuis bij elkaar
zaten, een groot gekerm en ge
rucht op straat, mar toen ze bui
ten gingen kijken, zagen ze niets.
Ook wordt verteld, dat er bij
het begin van den brand witte
vogels vlogen, die den weg aan
gaven, die het vuur weldra
volgde.
Nu laten we de voortekens
voor wat ze zijn. Te controleren
zijn ze niet meer. Wel viel ons
dezer dagen een boekje in han
den, waarin ons die brand wordt
beschreven.
De wereld is er vol van, dat we
de liefde tot de eigen streek moe
ten aankweken. Ons moderne on
derwijs wil er zelfs van uitgaan.
Deze overweging heeft ons er^
toe gebracht, in modern Neder
lands de beschrijving van dien
brand na te vertellen.
Zodoende immers kan het ge
bracht worden in de kring van
alle belangstellenden.
Voor den brand' bestond het
dorp uit de Kerk met den Tooren,
het Raadhuis, de Buisse-havens,
de Beemsterbrug, waarachter de
Klaterbuurt lag, een eindje in
Noordelijke richting dan, de
korenmolen op de scheiding tus
sen Graft en De Rijp, de Hen
nepmolen waar de brand ont
stond het Zuideinde, de olie
molen, die geblust werd, de ring-
sloot van de Beemster hier
achter lag een hofstede, die even
eens verbrand is, de hoge hen
nepmolen van Lourens Ruts en
vele woningen.
Het bloeiende dorp De Rijp
is door een verschrikkelijke brand
in den nacht van 6 op 7 Januari
geteisterd (1654). Een grote
verdienste leverden de hennep
molens op, wier afgeleverde pro
ducten tot ver in den omtrek ge
bruikt werden. Een krans van
windmolens lag rond het dorp.
Een van deze Hennipklop-
pers" lag aan de Zuid-West
zijde van het dorp, ver buiten de
huizen, zodat direct brandgevaar
niet aanwezig was. God beliefde
't, dat er op den avond van 6 Jan.
1654 plots een verschrikkelijke
storm opkwam uit 't West-Zuid
westen. De molens lagen zonder
zeilen, doch de wind kreeg toch
vat op de wieken en deze begon
nen te draaien. Niets hielp. Stil-
Aan de postabonné's
Wy verzojkzn cr.zsn !cz':rs,
by wie de bode niet persooniyk
het abonnementsgeld ad f 1.20
ophaalt, dit toe te zenden op
onze postrekening no.
De uitgever,
G. J. Hoogcarspel
Aanvullende bonnenlijst
van 9 t/m 22 Juni '46
Bonkaarten KA, KB, KC 606
Algemeen
331 250 gr. jam
332 100 gr. koffie
333 50 gr. cacaopoeder
335 250 gr. waspoeder
Reserve
A 61 1 ei
Bonkaarten KF 606
Reserve
379 125 gr. boter
Bonkaarten LA, LB, LC 606
A 50 melk 2 liter melk
B 50, C 50 melk 3f liter melk
244 aardappelen 1 kg aardappelen
245 aardappelen 200 gr. brood
Bonkaarten KD, KE 606
Algemeen
831 250 gr. jam
832 50 gr. cacaopoeder
833 250 gr. waspoeder
Bonkaarten KQ 606
877 BMV 125 gr. boter
878 suiker 400 gr. suiker
Bonkaarten LD, LE 606
D 50, E 50 melk 6 liter melk
744 aardappelen 1 kg aardappelen
Tabakskaarten enz.
2 rants. tabaksartikelen
100 gr. choc. óf suikerwerk
100 gr. choc. of suikerwerk
T 32
V 32
X 32
De bon A 61 voor 1 ei blijft geldig
t/m 6 Juli a.s. De bon 878 suiker voor
400 gram suiker blijft eveneens gel
dig tot en met 6 juli a.s. In verband
met de bevoorrading van den handel
is het mogelijk, dat de suiker niet
overal onmiddellijk verkrijgbaar zal zijn
zetten was onmogelijk en tegen
half elf des avonds brak de brand
uit. Het hennep, dat opgeslagen
was in en rond de molen, pakte
vuur; de wind joeg brandende
fakkels, bossen en pluimen over
't dorp en de huizen, die met riet
gedekt waren en die nog meren
deels een houten voorgevel had
den, vatten vlam. Het eerst
brandde een huis, dat vlak bij den
molen lag. Daarna brandde 'n rij
huizen aan de zuidzijde van de
kerk, het huis van den Doopsge
zinden Dominee en de huizen op
Zie vervolg pag. 4