ZWART De Rijp A kampioen SPORTNIEUWS Nieuws van de A.V.V. „de Rijp" Het aspiranten elftal van „de Rijp", behaalde jl. Zondag onge slagen het kampioenschap van haar afdeling. In een zeer spannende wedstrijd tegen Purmersteyn B wisten ze een zwaarbevochten 21 over winning te behalen. Een kwartier voor het einde was de stand nog 1—0 voor Purmersteyn, doch dank zij het tot het laatste moment moedig volhouden keerde het succes, 2 fraaie doelpunten van Kees de Jongh en PietSpaarman brachten de stand in ons voor deel. Om half drie arriveerden de kampioenen, Herre de Vries, Klaas Kerkhoven, Wim Zee, Jan Klomp maker, Tinus v. Dalen, Dirk Veenman, Oerard Kieft, Kees Zomerdijk, Kees de Jongh, Kees Klinkhamer, Piet Spaarman, Piet Bruntink, Muus de jongh en Karei ter Beek bij de Beemster- brug. De aanvoerder Wim Zee was reeds met bloemen getooid, wel ke waren aangeboden door den Purmersteyn-voorzitter, welke symphatleke geste ten zeerste gewaardecra werd. FEUILLETON Nadruk verboden detective-verhaal door 2. Nico van Nigtevecht TWEEDE HOOFDSTUK. Dat was eiken avond vaste prik: nau welijks had meneer Hiemstra z'n avond eten op of hij moest met Bêrus, den hond, weer de straat op. Eten, hond-uitlaten, helpen afwasschen, krant lezen en naar bed dat was zoo z'n avond-program. „Hoe denk je erover?" vroeg mevrouw. „Blijf je zitten, vanavond?" Hiemstra voelde er veel voor, deze vraag in bevestigenden zin te beant woorden, maar omdat hij wel begreep, dat een opmerking in die richting een huis vol herrie zou geven, heesch hij zich met eenige moeite uit den clubfauteuil omhoog floot den hond en ging de trap af. 't Was al aardig donker en Hiemstra had er moeite mee om Bérus, die blij met z'n vrijheid, als een dolleman de straat door holde, in de gaten te houden. Te lang wegblijven, ging natuurlijk niet op te vroeg thuis komen stond haast de doodstraf! „Toch een nette, rustige straat," over woog meneer Hiemstra, terwijl hij lang zaam heen en weer liep. „Een keurige straat nette buren, die je haast nooit zag.... Het was maar te hopen, dat er aan den overkant óók weer nette men- schen kwamen. Dat zou haast wel, want makelaar Meeuwsen verhuurde niet aan iedereen lang niet.... Ja, dat was waar ook een juffrouw. Jans had haar wèl naar binnen zien gaan, maar haar niet zien terug komen.... Die dame was na tuurlijk vertrokken, toen Jans in de keu ken bezig was. Als het donker is, kun je geen huizen bekijken." Meneer Hiemstra was als vanzelf naar den anderen kant van de straat geloopen. De hond een weinig tot bedaren ge komen, liep dicht naast hem. Tersluiks keek meneer het leeg huis in, maar plot seling bleef hij staan plantte zich voor een der donkere ramen en tuurde naar binnen. Wat was dat daar? Je zou zwe ren, dat er iets op den grond lag daar voor die open kastdeur. Meneer Hiemstra drukte z'n neus plat tegen het raam. Hij had goede oogen en hij zou er een eed op durven doen, dat er daar iets lag, dat er vroeger nooit had gelegen.... Het muziekcorps „Kunst na Arbeid" bracht hen een muzikale hulde, en na een korte toespraak gepaard gaande met het aanbie den van bloemen van onzen voor zitter, trok men in optocht door ons dorp naar het Westeinde, het onvermoeide „Kunst na Arbeid" voorop. Na een mondelinge felicitatie in ontvangst te hebben genomen van onzen Edelachtbaren burgemees ter, keerde men terug, via de Tuingracht naar café Drenth, al waar aan de kampioenen gebak en consumptie werd aangeboden. Nogmaals sprak de voorzitter de jeugdige AVVers toe, en wees er op, dat dit succes was te danken aan de intensieve training, die thans nog onder leiding van D. C. de Moes Jr. beoefend wordt. De hoop werd uitgesproken, dat, als er straks weer een erken de trainer is, de spelers van het lste en 2de elftal, op dezelfde regelmatige wijze de oefenavon den zullen bezoeken. Tot slot werd een woord van warme dank gericht tot de leden van „Kunst na Arbeid" voor de medewerking, die zij hadden ver- leend, om deze dag voor AVV „de Rijp" tot een onvergetelijke te maken. Tevens richten wij een woord van dank tot ons lid D. C. de Moes Jr., voor de inspanning die hij zich getroost heeft, om de jongens te trainen. Thans wacht de aspiranten nog een wedstrijd tegen Volen- Och, wat had-ie er mee te maken? Nu zou hij zelf doen, dat hij in z'n vrouw altijd afkeurde: z'n neus in andermans zaken steken. „Goeien avond wat bijzonders te zien?" Meneer Hiemstra stond stokstijf van schrik. „Neeje.... of ja, toch wel, agent. Het lijkt w.el, of er daar iemand ligt gis teravond was dat nog niet zoo.... toen heb ik óók de hond uitgelaten. De politieman, een groote, rossige ver schijning, nam z'n zaklantaarn, flitste het licht aan en scheen het leek per.on- geluk meneer Hierstra even in de oogen. Eerst daarna richtte hij z'n zoe- licht op de donkere ramen. „Ik^eloof, dat u gelijk heeft, meneer," bromde hij. „Het lijkt me daar achter in die kamer niet in orde. Ik kan niet goed zien, wat het is, maar zuiver lijkt het zaakje me niet. Weet u, wie de eigenaar van dat leege perceel is?" Dat wist meneer Hiemstra. „Dat is makelaar Meeuwsen. Die woont daar den hoek om vlakbij." „Dan lijkt het me het beste, dat ik daar even den sleutel ga halen," vond de rossige agent. U blijft zoo lang hier in de buurt.... opletten of er iets verdachts gebeurt." De politieman vertrok meneer Hiemstra floot Bérus omdat het toch be ter was, den hond bij je te hebben, als er wat zou gebeuren en liep weer lang zaam langs de donkere, stoffige ramen van het leege huis. Nu is hij den sleutel halen, overwoog meneer Hiemstra.... den sleutel voor een slot, dat je volgens Jans, z'n vrouw, met een dubbeltje kon openmaken. Zou dat waar zijn?.... Jans zei wel eens meer din gen waar de lommerd geen geld op gaf.... Meneer Hiemstra stond nu bij de deur van het leege huis en keek naar het degelijke koperen plaatje, Als hij nu een dubbeltje bij de hand had, dan zou-ie de proef op de som kunnen nemen.... dan kon hij, mèt Bérus, al vast een kijkje gaan nemen, vóór die agent terug kwam. Hij grabbelde een dubbeltje te voor- voorschijn, duwde het tegen het sleutel gat en wrong het munstuk om. Tot Hiemstra's groote verbazing ging het slot geruischloos om, waarna hij de zware deur zonder moeite kon openduwen. „Een pracht van een veiligheidsslot," mompelde meneer Hiemstra. Geen won der, dat Jans er altijd plezier in had ,als ze zag, dat aspirant-huurders den sleutel gingen halen. Hoe was het ook weer?.... O, ja, de een of andere kennis had het slot moeten repareeren en had dat niet klaargespeeld. Toen had hij er alle veer tjes maar uitgewipt en het slot weer dam B. Op dit moment dat wij deze regels schrijven, is dag en datum nog niet bekend, doch ook deze moet als het kan ge wonnen worden, want dan zijn alle wedstrijden in deze com petitie in een overwinning omge zet. Diegenen, die het entréegeld van de Holland—België wedstrijd terug willen ontvangen, worden verzocht Zondagmorgen om half tien aanwezig te zijn bij het kleedlokaal, alwaar onze penning meester hiervoor aanwezig zal zijn. Jédé. Reo-nieuws De laatste uitwedstrijd van Reo I tegen de Beemster zal vermoe* delijk niet doorgaan. Daar Beem ster nu Zondag jl. verloor van PurmerlandzalBaan 't degradatie spook niet meer kunnen ontko men. Daar Reo 12 punten heeft en de Beemster er hoogstens nog 10 zou halen vindt de bond het beter, deze competitie te beëin digen. Ook de wedstrijden om het Gouden Kruis zullen dit jaar niet gespeeld worden. Het geld van de Holland—Bel gië wedstrijd zal, zo we aan het bondsbureau vernomen hebben, de volgende week terug gezon den worden. Het wordt tijd want het is onderhand al een week of zeven geleden dat deze wedstrijd gespeeld is. Door het bedanken van enkele netjes dichtgeklapt in de deur bevestigd. Dat alles overwoog meneer Hiemstra voor de open deur. Als het maar niet zoo aards-donker was daarbinnen, had hij zeker in het huis een kijkje genomen. Nu deinsde hij daarvoor terug. Een mensch kan toch nooit weten en er was iets vreemds daar in die kamer. Hij deed maar beter, te wachten tot die agent met den sleutel of met meneer Meeuwsen te rug kwam. Voorzichtig haalde Hiemstra de deur weer naar zich toe om even daarna weer door de straat te wandelen. Het duurde niet lang of de agent kwam terug mèt makelaar Meeuwsen, die druk praatte over menschen, die wel van halen wisten, maar die er niet aan dach ten, den sleutel weer terug te brengen. „We zullen wel zien, hoe we erin ko men," hoorde Hiemstra Meeuwsen zeg gen. Die weet ook van dat dubbeltje, dacht de wachter ik zal m'n mond dus maar houden wie veel zegt, heeft veel te verantwoorden. „Wie hebben we hier?" deed makelaar Meeuwsen luidruchtig. „O, meneer Hiem stra.... de hond uitlaten?" „Ja, meneer Meeuwsen," deed Hiem stra onderdanig. „Meneer maakte me er opmerkzaam op, dat het binnen niet pluis was," zei de agent. „Als u even openmaakt?" Makelaar Meeuwsen was al bij de deur en hoewel hij dat heel handig deed, zag Hiemstra duidelijk, dat hij óók met een dubbeltje manoeuvreerde. Die weet net zooveel als Jans, schoot door hem heen. Maar de deur was open en in optocht ging men naar binnen: de groote, rossige agênt voorop dan Meeuwsen, de ma kelaar en eindelijk Hiemstra met Bérus, den hond. Als een zoeklicht verdreef het licht van de zaklantaarn, die de agent voor zich hield de diep-donkere duisternis, die zich achter Hiemstra en z'n hond scheen te sluiten. In de kamer waar ze van buiten af het vreemde hadden opgemerkt, begon Bérus zacht te janken, terwijl de agent met een verwensching zijn licht op twee roer- looze menschen voor de open kastdeur liet schijnen. „Groote hemel!" zei de agent. „Koest hond!" snauwde meneer Hiem stra tegen z'n hond. „Da's een rare geschiedenis daar moet hulp bij komen," vervolgde de poli tieman. „Alles laten liggen, zooals het ligt." „Alles goed en wel," d§ed Meeuwsen zich hooren. „Het lijkt me beter, eerst eens te onderzoeken, wat er met die menschen aan de hand is." Hij boog zich over de juffrouw heen en verzocht den agent, hem wat licht te LICHT OP ▼oor AUTO'S en RIJWIELEN Zaterdag 9.35 uur Zondag 9.85 Maandag 9.34 Dinsdag 9.33 Woensdag 9.83 Donderdag 9.33 VrQdag 9.32 Zaterdag 9.32 bestuursleden is er een kleine verandering gekomen. Secretaris is thans Theo Lujckx, penning meester meester Alblas. 12 jaar lang heeft N. Oudejans gefungeerd als penningmeester, en we kun nen niet anders zeggen dan dat het moeilijk zal zijn voor zijn opvolger, om met de weinige middelen de gang er in te hou den. Een woord van dank is hier zeker op zijn plaats aan het adres van den heer N. Oudejans. OP Zaterdag 6 Juli 's avonds om 8 uur wederom een leden vergadering. Zie de agenda. En leden die zonder wettige rede nen wegblijven betalen 50 cent boete. Ook willen we vanaf deze plaats onze Zustervereniging AVV gelukwensen met het behaalde kampioenschap der aspiranten. De sportverslaggever. Zilverbonetui's 25 cent BOEKHANDEL H00GCARSPEL geven. Deze voldeed aan het verzoek en het leek wel, dat de bewustelooze juf frouw door dat licht tot leven werd ge wekt. „Waar ben ik?.... Wat is er?" „Niks bijzonders.... Heeft u den sleutel van dit huis nog?" was de zonderlinge vraag, die makelaar Meeuwsen de pas- bijgekomen dame stelde. „De sleutel.... de sleutel?" De juffrouw kwam langzaam over eind. Toen scheen ze geleidelijk aan weer alles te herinneren.... Ze was een huis gaan bezichtigen ze had een kast opengemaakt en toen.... „Was het een lijk?" fluisterde ze. „Als u dezen meneer bedoelt, kon u wel eens gelijk hebben," bromde de ros sige, die zich met de andere figuur op den grond had bezig gehouden. „Deze man is zoo dood als een pier. Vertelt u me nu.maar eens, hoe die meneer hier komt en wat er is gebeurd." De juffrouw was met behulp van Meeuwsen en Hiemstra overeind gekrab beld. Ze keek nu met groote oogen naar de roerlooze figuur op den grond. „Ik.... ik deed die kast daar open. Deze man tuimelde eruit meer weet ik niet." Ze had het nog niet gezegd, of in de gang klonken duidelijk voetstappen. Er was iemand, die haastig weg liep. De buitendeur sloeg met een hevigen slag dicht. Met twee sprongen was de agent de kamer uit de gang in en naar buiten. Hij was echter weer spoedig terug. „Nie mand te zien," kondigde hij aan. „Dat kon de moordenaar van dezen man wel eens zijn geweest. Ik moet maatregelen nemen om deze zonderlinge geschiedenis tot klaarheid te brengen. U beiden blijft hier," beval hij Hiemstra en Meeuwsen. „En u zorgt ervoor, dat deze juffrouw hier eveneens blijft. Ik moet om assisten tie bellen. U laat alles in denzelfden toe stand. Daar stel ik u beiden aansprake lijk voor." De rossige hield blijkbaar van opschie ten. Nauwelijks had hij z'n bevelen ge geven of hij was verdwenen op weg naar den politiemelder,, die even verder in een andere straat stond. Meneer Hiemstra, makelaar Meeuw sen, de zenuwachtige juffrouw en de on rustige hond bleven in het pikkedonker bij het lijk, dat uit de kast was ge vallen.... DERDE HOOFDSTUK. „Er is geen aardigheid meer aan, Artje," verzekerde inspecteur van politie Hendriks z'n collega Palstra. „Er ge beurt nu letterlijk niets meer. We zouden (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Rijper Courant | 1946 | | pagina 4