ZWART SPORTNIEUWS Nationale Betrouwbaarheidstocht Op Zondag 21 Juli a.s. wordt een Nationale Betrouwbaarheids- tocht georganiseerd door de Kano verenigingen .Zwetplassers" te Wormer „Stormvogels" te Zaan dijk en „De Argonauten" te de Rijp. De start vindt plaals om 10 uur 's morgens bij de Beemster- brug te de Rijp. De route is 35 km. lang en loopt via Schermerhorn naar Drie huizen en vervolgens over West- Oraftdijk langs De Wormer naar Wormerveer. Het eindpunt is „Huis te Zae- nen" in Wormerveer. Ook voor niet aangeslotenen is de gelegen heid open gesteld om mee te varen, zodat een grote deelname wordt verwacht. A. S. Nieuws van de A.V.V. „de Rijp" Alleen de jongste en oudste vertegenwoordigers van de Rijper voetbalsport zijn binnen de krijt lijnen geweest. De Rijp 3 was wel aangetre den, maar Schermerhorn liet tevergeefs op zich wachten. Een klein afberichtje was wel zo aangenaam geweest voor het aan knopen van vriendschapsbanden. De Welpen trokken onder aan voering van Japie Knegt ten strijde tegen Qrootschermer, hun eerste wedstrijd leverde een 32 overwinning op. Ooed zo jongens. Sinds 2 jaren kwamen de vete ranen weer in het veld, en wel tegen die van R. E. O. De onzen behaalden een 4—3 overwinning, maar een gelijk spel had beter de verhouding weer gegeven. A.s. Zondag kan R.E.G. echter op haar eigen terrein revanche nemen. Oer Visser, die een prima par tij speelde als in zijn goede jaren, schijnt nu niet van de partij te zijn. Zijn spieren belem meren hem zo, dat hij slechts met de grootste moeite op en van de brandstoffenwagen kon komen. Hij was echter niet de enigste, die zich niet dan met de grootste moeite konden voort bewegen I Bij herhaling heeft men hier geen hinder meer van, dus allen weer van de partijl Jédé. Reo-nieuws Een volledig aspiranten A elftal ging Zondag naar Volendam om haar laatste uitwedstrijd te spelen. Met niet minder dan 9—0 gingen onze jongens er onder. Dank zij den leider hadden ze echter nog een gezellige middag. De Veteranen-wedstrijd, of lie ver gezegd de elftallen van oud spelers van Reo en AVV die Zon dag elkaar bekampten op het AVV-veld, hadden veel belang stelling. De AVVers wonnen met 4-3. A.s. Zondagavond om half acht zal de returnmatch plaats hebben op het Reo-veld. De Reo-mannen zuilen wel „loeren" op revanche, maar dan een keeper onder de lat, dieniet als toeschouwer fungeert maar in elk geval zijn best doet zoals Zondagavond na de rust. Want zo'n duel tussen den keeper en de 1. buiten is voor de toe schouwers nog wel eens interres- sant. Het geld van de kaarten Hol land—België die op 12 Mei ge speeld is, is thans 17 juli nog steeds niet terug. Er is al meer dere keren over geschreven, en ik ben zelf aan het Bondsbureau geweest maar er zit geen schot in deze beweging. Van de elftalcommissie kreeg ik het bericht, dat ze van plan zijn a.s. Zondagmiddag alle spelers van Reo in actie te zien door onderlinge wedstrijden te houden zowel aspiranten als senioren-le den. Als alle leden nu ook het van deze oefening maar inzien. De volgende week komt er een goede trainer. De sportverslaggever. DE RIJP Bakkers in vergadering bijeen Gepasseerde week kwamen de bakkers samen voor een belang rijke zaak. Alle bakkers waren bijna present, dit was ook geen „Ja, dat is Jans," verzekerde meneer Hiemstra. „Als u het goed vindt, zou ik nu wel willen gaan." „U woont hier dicht bij?" „Aan den overkant." Artje behoefde niet lang na te denken om een besluit te nemen. „Mooi zoo dan zullen we bij u thuis het onderzoek voortzetten. Voor me uit dien man laten we hier daar baat toch geen menschelijke hulp voor en denk eraan geen pas op zij ik loop met de revol ver in de hand achter u aan." VIJFDE HOOFDSTUK. Artje had het voor het zeggen en het ging prachtig! Degenen, die in het leege huis aan de Wattaeustraat het drama van het Iijk-in-en-uit-de~kast hadden mee gemaakt, dachten er niet aan, zich te ver zetten, toen hun de opdracht werd ge geven, achter elkaar het huis te verlaten. Ze vóélden de revolver van Artje in den rug. Ze hadden trouwens geen enkele reden het den politieinspecteur moeilijk te maken. De zenuwachtige juffrouw, die nog steeds niet was bekomen van de schrik, als makelaar Meeuwsen, die het mensch-met-haar-fratsen niet kon uit staan, doch die wenschte, dat de heele historie zoo spoedig mogelijk ten einde zou worden gebracht (en dan zonder ruchtbaarheid en zonder opzien daar zou hij straks nog wel eens een woordje over spreken!) gevoelde zich door het lijk in de kamer gedupeerd. Ook de heer Hiemstra was wat ongerust. Wat zou Jans wel zeggen, als hij zóó werd opge bracht. Dat beloofde geen aangename thuiskomst en het speet den goeden me neer Hiemstra wel voor honderd gulden, dat hij dien vent met z'n revolver had verteld, dat hij in deze straat woonde. Lieve deugd, dat zou wat geven met Jans.... die was in staat, de deur dicht te houden en doodleuk te zeggen, dat ze geen gelegenheid had, visite te ontvan gen.... Daar liep meneer Hiemstra over te piekeren: hoe moest hij Jans aanne melijk maken, dat hij een paar menschen meebracht. „Zeg agent...." „Mond houden.... Doorloopen," ant woordde Artje barsch. „Ja maar...." „Niks te ja-maren u loopt regel recht naar uw huis en doet de deur open de huissleutel zult u toch wel hebben?" De huissleutel? Was het maar waar! Daar onderging meneer Hiemstra z'n eer ste vernedering, nu hij moest bekennen, dat hij geen sleutel bij zich had. „Ik liet den hond uit, moet u rekenen..., die sleutel".... „Doorloopen als u geen sleutel hebt, dan belt u maar aan.... In de por- wonder want enige controlènrs van de arbeidsinspectie waren aanwezig. De voorzitter Abels opende dit samenzijn en heette allen welkom in 't bijzonder de heren controleurs en het ere-lid de oud-voorzitter D. C. de Moes Sr. Hierna nam de heer van Wen- deren het woord, hij sprak van vacantie en het nut daarvan. Ook inzake arbeidswelgeving. Deze bespreking was zeer nuttig. Er werd nu even gepauzeerd, de voorzitter gaf nu de penning meester Abercrombie gelegenheid het woord te richten tot ons ere lid D. C. de Moes Sr., en over handigde deze namens deze ver eniging een vulpen voor het vele dat deze voor hen allen had ge daan. Dit onverwacht gebeuren bracht ons ere-lid even onder de Indruk, in een korte rede dankte D. C. de Moes Sr. Het was een zeer nuttig samen zijn. Westfriezendag 1946 De 21ste Westfriezendag geor ganiseerd door het Historisch Genootschap „Oud-West-Fries- land" wordt dit jaar gehouden te Enkhuizen op Woensdag 7 Au gustus a.s. De algemene verga dering zal 's morgens om half tien plaats vinden in „De Doele" en wordt opgeluisterd door voor drachten in Enkhuizen dialect door den heer Jan Kofman. tiek blijven staan," commandeerde Artje verder tot den makelaar, die voorop liep. De deur van het lege huis viel met een slag dicht. ,,U woont dus aan den over kant?" informeerde Artje nog eens bij meneer Hiemstra. „Mooi zoo dan ste ken we naast elkaar over." De zaklantaarn van Artje flitste aan en als soldaten in het gelid de beenen fel verlicht door Artje's vuurtorenlicht begon het drietal den tocht naar het huis van meneer Hiemstra. Het idee, dat die man-van-de-politie in z'n andere hand nog steeds de revolver had, was niet aangenaam. Zoo'n ding kon best afgaan. Het zou de eerste keer niet zijn, dat er ongelukken mee gebeuren, bedacht de zenuwachtige juf. De gang van zaken was anders dan allen hadden verwacht. Want één was er bij het gezelschap, die er zich geen sikkepit van aantrok, dat er iemand met een revolver in de hand achter hem liep. Die eene was Bérus, de hond. Nauwelijks had het gezelschap de stoep van het leege huis verlaten, of de hond zag kans tusschen de beenen der menschen door te komen. Hij stoof, luid en vroolijk blaf fend, rechtstreeks op Jans af, die nog steeds in het straatje naar hond en baas liep te zoeken. „Doorloopen en mond houden!" Met een snauw probeerde Artje die nieuwe situatie meester te blijven. Hoe wel het gevolg ervan was, dat Hiemstra in gebreke bleef den hond terug te roe pen, kon Artje niet verhinderen, dat de zoekende vrouw de verlichte beenen vrij spoedig opmerkte. „Wat heb ik nou aan m'n kar?" hoor den ze Jans eerst duidelijk en op verwon derden toon zeggen. „Heb je je baas verloren, Bérus?.... Waar zou dat ezels veulen uithangen?" Het kostte Artje even moeite, een lach te onderdrukken om dan weer zijn „mond-houden" op ernstigen toon door te geven. „Baaaaa....," Midden in de eerste uithaal had de vrouw de verlichte beenen gezien en stom van verbazing herkende zij tevens de slobberbeenen van haar man. En voor •de tweede maal gaf zij uiting aan haar verbazing. „As je me nou".... Mevrouw Jan Hiemstra geboren Van der Velde was er echter de vrouw niet naar om lang verwonderd te zijn. Nau welijks had ze Barend gezien of ze stelde haar echtgenoot reeds uit de verte voor een kruisvuur van vragen, zonder dat ze echter het antwoord er op afwachtte. „Zeg ereens, wat beteekent dat allemaal? ....Kan jij geen antwoord geven, als ik (Wordt vervolgd) FEUILLETON Nadruk verboden detective-verhaal door 5. Nico van Nigtevecht Het was maar goed, dat makelaar Meeuwsen niet te veel aandacht schonk aan de praatjes van „dat mensch". Hij was druk met de stevig-vastzittende raampinnen bezig en schreeuwde Artje toe, dat hij een beetje moest bijlichten een verzoek waaraan deze voldeed, zoo dat de anderen plotseling weer in het donker stonden, wat voor Bérus weer aanleiding was te gaan brommen, welk brommen automatisch gevolgd werd door een „koest hond" van meneer Hiemstra en een zenuwachtig gestelde vraag van de juf, of die hond niet beet. Eindelijk had Meeuwsen de pinnen er af en, aan den buitenkant geholpen door Artje, vloog het raam omhoog. Met de lantaarn in den mond klom de inspecteur naar binnen en voor de an deren goed en wel wisten, dat-ie er was, hoorden ze zich toevoegen, dat ze alle drie tegen den muur moesten gaan staan, met de handen in de hoogte. „Zoo en nu een voor een antwoorden," comman deerde Artje. ,,U, meneer hoe komt u hier en wat is dat met dien man op den grond?" „Ik ben gehaald door de politie," ant woordde Meeuwsen. „Ik moet dit huis verhuren ik ben makelaar! Met de politie en dezen meneer zijn we naar bin nen gegaan. Deze meneer had iets ver dachts gezien. We vonden deze juffrouw en dien man daar op den grond." „Hoe kwam u hier?" Het zoeklicht draaide naar de juf, die met groote oogen in de lamp keek. „Ik....ikke,...ik." „Geeft u kort en zakelijk antwoord," commandeerde de inspecteur. „Later kunnen we u een uitvoerig verhoor af nemen. Hij richtte z'n lantaarn zoo, dat de juf niet geheel in het felle licht stond. „Ik deed de kastdeur opendie man viel er uitIk ben zoo geschrokken. Ik weet verder niet wat er met me is gebeurd." „Wanneer gebeurde dat?" vroeg Artje. „Dat weet ik niet. Het is nu'avond....' Ben ik vanmiddag hier gekomen?" „De juf heeft vanmiddag bij mij den sleutel gehaald." bevestigde de makelaar. „Mooi zoo en deze meneer?" Het zoeklicht zwenkte naar meneer Hiemstra, die gelegenheid had gehad, z'n antwoord klaar te maken. „Ik liet den hond uit. Ik keek toevallig hier naar binnen ik zag iets vreemds op den grond ik waarschuwde een agent.".... „Wat voor een agent?" „Zoon lange rooie." „Dat klopt," zei Artje tevreden. „En verder?" „Net wat meneer zegt. De agent ging den sleutel halen. Toen-ie terugkwam zijn we met z'n drieën naar binnen ge gaan." „Jullie blijven zoo staan ik zal eerst eens zien, wat er met dien man op den grond aan de hand is. Houdt dien hond bij u. Degene, die zich -verroert, heeft kans op een kogel. De revolver heb ik in de hand." Even overwoog Artje of het niet ver standig zou zijn, dat drietal eerst nog op wapens te onderzoeken, doch nadat hij nog eens de gezichten stuk voor stuk had belicht, besloot hij dien voorzorgsmaat regel maar na te laten. Ze stonden alle drie met ernstige gezichten aan den kant en was grappig, hoe meneer Hiemstra met één hand in de hoogte, met de an dere den hond bij z'n halsband vast hield. Evenals kort tevoren bij den agent, knielde Artje nu bij den man, die uit de kast was komen rollen. Ook zonder z'n kennis van de eerste hulp bij ongelukken had hij onmiddellijk kunnen vaststellen, dat de man dood was en dadelijk richtte de inspecteur zich dan ook weer op. „Die man is overleden en dat schijnt al een poosje geleden te zijn ook," sprak hij somber. „Dat wist u geen van allen?" Nog voor het antwoord kwam, snerpte er buiten een vrouwenstem door de stilte. „Baaaaa. .,rènd!" „Dat is Jans!" stelde meneer Hiemstra verschrikt vast, terwijl de hond hevig begon te blaffen. „Ik vroeg, of niemand van u wist, dat die man, die volgens deze juffrouw uit de kast is komen rollen, is overleden," herhaalde Artje. Het was of meneer Hiemstra deze vraag niet had gehoord. „Daar is Jans," verzekerde hij voor de tweede maal en heviger dan tevoren blafte de hond door, toen de schim van een vrouw voor het raam verscheen. „Baa ..rènd waar zit je?" vroeg de vrouw buiten op ontevreden toon. Maar onmiddellijk liet ze er liefjes op volgen: „Bérus.. waar is m'n hondje dan?" Het hondje rukte om los te komen en Artje, die met een knip z'n zaklantaarn had uitgedaan, zoodat allen in stikke- donker stonden, stelde vlug een paar an dere vragen. „Is dat uw vrouw?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Rijper Courant | 1946 | | pagina 4