Hor^dacUUd
Land- en
Tuinbouwkroniek
No. 1675 Zaterdag 18 Januari 1947 38e Jaargang
voor de Rijp, Graft, Noordeinde, Oost- en West-Graftdijk, Zuid- en Noord-Schermer,
Schermerhom, Beemster en omstreken
Uitgever
Drukkerij G. J. Hoogcarspel
De Rijp, Telefoon 1
Abonnementsprijs
50 cents per 3 maanden bij vooruitbetaling
franco per post f 2,40 per jaar
plus incasso-kosten
Losse nummers 5 cent
Verschijnt wekelijks
Advertentieprijs
10 cents per galjard regel, minimum f 1.—
Inzenden tot uiterlijk Donderdagavond 6 uur
HET CHINEESCHE DRAMA.
Tsjang-kai-sjek heeft een poosje gele
den het Chineesche parlement toegespro
ken en gezegd, dat hij zijn baantje er
bij neer ïtgt. Hei doel'dal lij ziuh had
gesteld, China een democratisch staats
bestel te geven, zou zijn bereikt.
Hoe staat het daar eigenlijk mee?
Het Verre Oosten isver af. De pro
blemen waarmee in China en in het
algemeen in het Oostelijk deel van Azië
wordt geworsteld, beroeren ons niet of
nauwelijks. We hebben in het Westen
zoo onze eigen moeilijkheden op te los
sen: de verhouding tot Rusland, de atoom
bom, en voor ons Nederlanders, de ver
houding tot Indonesië. Maar raakt dat
laatste al weer niet aan de problemen,
die het Verre Oosten beheerschen?
Japan was nog maar nauwelijks ver
slagen, toen we in Europa, een beetje
geërgerd en geamuseerd tegelijk, ver
namen, dat tusschen de Kwomintang en
de communisten de strijdbijl weer was
opgegraven. Nadien is het rumoer ver
stomd tot de gevechten dezer dagen op
nieuw oplaaiden en we ervoeren, dat de
communisten nederlaag op nederlaag le
den en steeds terugtrokken.
Op het oogenblik schijnt de toestand
zich te stabiliseeren. Wat is de oor
zaak van dezen burgerstrijd?
Toen China in zijn nationalen strijd
tegen den Japanschen indringer stond,
zwegen de onderlinge tegenstellingen. Een
verschijnsel, dat we meer gezien heb
ben. Ook in ons land tijdens de bezet
ting. Teer» ^e1- nationale gevaar was
geweken, hebben
de nationale tegenstellingen
hun oude plaats weer ingenomen. In Chi
na gebeurde hetzelfde. Toen de Japan
ners China dachten te veroveren, was
China in nagenoeg dezelfde dilemma's
gewikkeld, die ze nu aan het uitvechten
zijn. Trouwens, daarvóór deden ze het
ook niet anders en pleegden de operee-
rende legers wreedheden, die, we haast
naast de gruwelen van de nazi's kunnen
zetten.
Maar die strijd van vóór de Japan-
sche invasie was ook weer een vervolg
van wat wij het eerste bedrijf kunnen
noemen van het drama, dat nu wordt
opgevoerd en dat we dan het derde,
maar waarschijnlijk nog niet de slot-acte
kunnen noemen. En waar opende dat
eerste bedrijf dan mede? Met hetzelfde
motief, dat we op het oogenblik in
geheel Azië zien het offensief tegen
de supprematie van het Westen en het
opruimen van oude verhoudingen, die een
beletsel zijn voor het vestigen van de
moderne twintig-eeuwsche relaties tus
schen de leden van de volksgemeenschap
onderling.
Om te beginnen met het offensief te
gen het Westen: oogenschijnlijk lijkt het,
dat China met Tsjang-kai-sjek aan het
hoofd al een eind daarmee op weg is.
Maar bezien wij de zaken eens nader,
dan blijkt, dat weliswaar de vormen
waaronder het Westen in China ver
schijnt, zijn veranderd, maar dat in we
zen de zaak dezelfde is gebleven.
Zoo omstreeks 50 jaar geleden stuur
den Westersche Mogendheden een vloot,
een expeditieleger en een politiek be
stuursapparaat, dat dienen moest als een
soort stolp, waaronder de oconomische
exploitatie van dat land mogelijk werd.
Dat is uit de mode. Wanneer door ka
pitaalimport het verschaffen van credie-
ten, het invoeren van machines, het stich
ten van fabrieksinstallaties, het land ge
noegzaam is gebonden aan zijn geldschie
ters, mag het staatkundig onafhankelijk
heeten. Zie de Philippijne. Zoo is het
ook met China. Amerika stelt zich, in
tegenstelling met de mogendheden van
omstreeks de eeuwwisseling
tevreden met een handelsovereenkomst,
die China met zijn vijfhonderd millioen
inwoners tot een afzetgebied maakt, bijna
uitsluitend voor Amerika.
Velen zijn het daar in China niet mee
eens. De communisten niet, maar een
groot deel van de Kwomintang evenmin.
Hoe groot de bewondering van alle
Chineezen, de communisten niet uitge
zonderd, ook voor Tsjang-kai-sjek is,
met de politiek van de Kwomintang zijn
ze het niet eens en het zijn voorname
lijk de groot-bezitters en de militairen,
die J.e h :id\ge pol'.tiek steunen.
Wat de
binnenlandsche verhoudingen
betreft, van de vijfhonderd millioen in
woners, behoort viervijfde tot de kleine
boeren keuterboertjes zouden wij hier
zeggen die uit hun achterlijk bedrijfje
nog geen vijfde part halen, wat een mo
derne boer er hier te lande uit te voor
schijn brengt. Daarbij komt, dat ze met
handen en voeten zijn gebonden aan den
groot-grondbezitter. Met hun grondpoli-
tiek hebben de communisten grooten vat
op hen, maar op de vernieuwing van
de Chineesche verhoudingen zullen ze
vooralsnog weinig invloed hebben.
Zoo zien we in China en niet alleen
daar, maar in het geheele gebied van
Oost-Azië, twee krachten, één die zich
los wil maken van het Westen, één die
de oude verhoudingen in het land wil
liquideeren. Ze stuiten daarbij op rem
mende invloeden, van binnen en van
buiten: maar te keeren zijn ze niet
meer.
Het Westen heeft zijn houding ten op
zichte van hen te bepalen en het zal
wijs doen, dit groeiproces niet te stui
ten, maar te leiden tot een inniger sa
menwerking tusschen Oost en West.
MOEILIJKHEDEN DER EMIGRATIE.
Als ,,het" ervan moet komen,
dat men in den vreemde gaat zoe
ken, wat ons eigen landje niet
meer kan bieden, als men geen
andere mogelijkheid ziet, om zich
een bestaan op te bouwen, dan
door te emigreeren, dan houde
men er rekening mee, dat emi
gratie in de practijk tevens wil
zeggen, dat men buiten Europa
terecht komt... ver van huis. De
band met oude vertrouwde din
gen, zooals werkmethodes die
men sinds jaar en dag volgde, op
eenvolging van bebouwing met
elk jaar andere producten, de ver
trouwde levenswijze in het vader
land, de heel andere bedrijfvoe-
ring, die het in het emigratiege-
bied veelal overheerschend ge
voerde intensieve bedrijf mee
brengt, in tegenstelling tot de
hier inheemsche intensieve me
thode, de vreemde taal en de
totaal andere levenshouding van
de volkeren, waaronder men zich
begeeft, ze stellen eischen aan
den emigrant, waarvan hij voor
zich zelf de zekerheid moet heb
ben, daaraan te voldoen, op straf
fe van ondergang of een voort
sukkelen als daglooner of als on
geschoold werkman, met welk
doel men nu evenwel niet pleegt
te emigreeren.
De voorwaarden, die we boven
noemden, stellen dus eischen aan
de persoonlijkheid van den emi
grant, eischen waarvan men voor
zichzelf moet nagaan of men er
aan voldoet.
Het land waar men naar toe
gaat, bepaalt de taal, die men
moet aanleeren. In de landen die
op het oogenblik in trek zijn, is
Engelsch, Portugeesch of
Spaansch de voertaal. Deze talen
kan men zich hier te lande wel
zoodanig eigen maken, dat men
zich eenigszins verstaanbaar kan
uitdrukken en de nieuwe landge-
nooten eenigermate begrijpt; ,,le;:-
ren" doet men de taal alleen in
het land zelf. Dat men, wat de
kennis en de kunde die het be
drijf vraagt, aangaat, van de bo
venste plank moet wezen, spreekt
voor zichzelf.
Behalve karaktereigenschap
pen komt het dus óók aan op ver
standelijke hoedanigheden. Daar
bij komen nog materieele voor
waarden, financieel vooral, waar
aan men heeft te voldoen, wil het
ontvangende land geen bezwaren
maken.
Waar wij heen willen.
Naar welke landen gaat het
verlangen algemeen uit? We noe
men Canada, de V.S., Suriname,
Argentinië, Brazilië, Zuid-Afrika
en Australië.
De eerste twee landen staan
van ouds gunstig bekend. Velen
zijn er geslaagd, maar het is al
leen Canada, dat graag nieuwe
bouw-boeren wil ontvangen. Zij
worden echter alleen met bepaal
de waarborgen binnen gelaten.
Dat laatste geldt trouwens voor
elk immigratie-gebied. Zuid-Afri
ka is ons in zooverre verwant, dat
de oorspronkelijke bewoners
hoofdzakelijk van Hollandsche
afkomst zijn. Zonder Engelsch
redt men zich daar evenwel niet.
Maar... alleen melkvee-houders
zijn er welkom in de omgeving
van de groote steden. Momenteel
is er een Zuid-Afrikaansche com
missie, die Noord- en West Eu
ropa bezoekt, om zich van de
kwaliteit van de immigranten op
de hoogte te stellen. Australië
wenscht eerst orde op eigen za
ken te stellen, een overzicht te
hebben van wat men gebruiken
kan. Vast staat wel, dat jonge
boeren er straks toegang zullen
vinden. Men stelt er prijs op, dat
de jonge boeren, die zich later
vestigen met hun gezin, eerst door
een langer verblijf in het land,
door te brengen op een boeren
bedrijf natuurlijk, de plaatselijke
omstandigheden grondig hebben
leeren kennen. Argentinië heeft
behoefte aan alles was een vak
kent. Tijdens den jongsten oor
log is dit land hard vooruit ge
gaan en dat brengt mee, dat ge
schoolde werkkrachten van elders
met open armen zullen worden
ontvangen. Voorloopig wenscht
men echter nog alleen boeren toe
te laten; de uitgestrekte woeste,
maar vruchtbare gronden kunnen
nog millioenen bergen... in de
toekomst, nu nog niet. Men
wenscht er alleen immigranten uit
Nederland, Zwitserland en De
nemarken.
Er wordt aan gewerkt.
Na dit summiere overzicht van
enkele landen kunnen wij zeggen:
Officieele boüiieiilijst
Nieuw aangewezen bonnen
19 Januari t.m. 1 Februari 1947
Bonkaarten KA, KB, KC 701
(Strook no. 8)
57—1 br. 800 gr. brood
572 br. 400 gr. brood
571 boter 125 gr. boter
572 boter 125 gr. margarine of
100 gr. vet
57—3 boter 250 gr. margarine of
200 gr. vet
57 1 melk 4 liter melk
57—2, 67—3 melk 3 liter melk
571 vlees 100 gr. vlees
57—2 vlees 300 gr. vlees
Algemeen
57—1
57—2
200 gr. kaas
375 gr. suiker, boterham
strooisels of 750 gr. jam,
stroop enz.
Reserve
571 B 1600 gr. brood
571 C 800 gr. brood
57—2 B, 57—2 C, 1 blik of pot appel
moes (voorinlevering)
57—3 B 200 gr. kaas
Bonkaarten KD, KE 701
(Strook no. 3)
581 br. 800 gr. brood
58—1 boter 250 gr. boter
58—2 boter 125 gr. margarine of
100 gr. vet
58—1 melk 12 liter melk
58—1 vlees, 58—2 vlees 100 gn vlees
Algemeen
58—1 100 gr. kaas
58—2 375 gr. suiker,
boterhamstrooisels of
750 gr. jam, stroop enz.
Reserve
58—1 D 800 gr. brood
58—1 E 500 gr. rijst of kindermeel
(uit rijst bereid) of kinder
biscuits
68—2 D 1 blik of pot appelmoes
(voorinlevering)
58—2 E 2 blikken of potten appel
moes (voorinleveriBg)
Tabakskaarten enz.
T 71 2 rants. tabaksartikelen
V 71 100 gr. choc. of suikerw.
X 71 1 rants. tabaksartikelen
Alle landen, die prijs stellen op
vreemde werkkrachten, zijn nog
bezig hun immigratieplannen uit
te werken. Speciaal Nederlanders
en Scandinaviërs benevens Zwit
sers worden gevraagd, maar men
wenscht waarborgen omtrent be
kwaamheid en financieel uithou
dingsvermogen.
Wanneer men meent in aan
merking te komen voor emigratie,
onderneme men niets, alvorens
advies te hebben ingewonnen van
de Stichting Landverhuizing,
wiens adviezen men gerust voor
100 kan aanvaarden. Het is
een stichting, die alleen het be
lang van de emigranten op het
oog heeft en op geen enkele ma
nier is geïnteresseerd bij uitzen
ding naar welk land ook. Haar
adviezen zijn rijk gedocumen
teerd, objectief en gegrond op een
jarenlange ervaring. Het adres is:
Kortenaarkade 10, Den Haag.