Rijtuig vóór.... POSTPAPIER UITVOERING voor bovenvermelde donateurs radeerwater Zondag 16 Maart (half vasten) POLITIE DE RIJP—GRAFT Gevonden: een witte wollen sok. heer K. Sloolen te Driehulzen, Ondanks het slechte weer was de zaal geheel gevuld. Medewer king verleenden de Fifty-boyj, de heer Jac. Nat en alsgast trad op de heer Visser, terwijl tevens nog 2 toneelstukjes werden opgevoerd, „DeAardschok"en„Kleptomanie". Het gebodene werd vlot ten gehore gebracht en na afloop kregen de medewerkenden een hartelijk applaus. De avond werd besloten met een gezellig bal met muziek van de populaire band „De Jantjes". SCHERMERHORN Estafette-wedstrijd op de schaats Op Donderdag 27 Februari had de IJsclub „Schermerhorn" een estafettenwedstrijd op de schaats georganiseerd. De lste prijs, f 10,werd behaald door het volgende vier tal: N. Mooy, B. Roos, D. Oost- wouder en J. Pols. De 2de prijs f 8,— was voor: O. Voerman, W. Leegwater, C. Mechielsen en A. Kluft |z. De 3de prijs f 6,— viel ten deel aan: K. Mooy, J. Kluft Jz., W. de Vries en J. Ton. Per fles van 60 cc. 60 cent Boekhandel G. J. Hoogcarspel BURGERLIJKE STAND Nadruk verboden DE RIJP Geboren: Karollna Wilhelmina, d v K. W. Spanier en L. Molenaar. QRAFT Geboren: Geertrulda Maria, d v C. Bakker en C. M. Roelofsen. Gehuwd: Henricus Albertus de Jong, Stoutenburg, 21 en CatharinaNibbe- rlng, 23 Overleden: Sijtje Blokker, 79 j, echt genote van M. Oud. BEEMSTER Geboren: Relndert Jan,zvJ.G.Beeker en C. P. Visser. Laurentlus Jacobus, z v W. N. Droog en A. A. Bos. GetrouwdEdmundus Franciscus de Koning, 24 j en Geertruida Margaretha Timmer, 23 j. Overleden: Govert van Ammers, 78j, wonende te Oosthulzen, echtgenoot v Manrtje Bark. Jan Slagt, 73 J, echtge noot v Maartje Saft. Familie-berichten Met leedwezen geven wij kennis van het overlijden van onzen penningmeester, den heer Dirk Broertjes, in de leeftijd van 41 jaar Zijn jarenlange arbeid voor onze sportvereniging zullen wq blijven gedenken. Bestuur en leden van G.S.V. Groot-Schermer, 4 Maart 1947 Voor de vele blijken van belangstelling bij ons zilveren huwelijksfeest ondervonden, be tuigen wij onze oprechte dank, alsmede aan ieder die op enige wijze heeft medegewerkt, dit feest te doen slagen Jac. Put H. Put-Koopman en kinderen de Rijp, Maart 1947 KENT U HET BOEK JAC BROERSENÏ f 4.90 West-Friese roman W</ hebben het ln voorraad Boekhandel G. J. Hoogcarspel Bq de D1STRIBUT1EDIENST BEEMSTER kan per 1 April 1947 een m; of vr. werkkracht worden geplaatst. Salaris volgens rijksregeling. Schriftelijke sollici taties In te dienen bij den Burge meester van Beemster. Gevraagd schoonmaakhuizen Brieven onder no. 79, bureau van dit blad BOEKHANDEL HOOGCARSPEL DE EERSTE BANANEN Op de anders nogal rumoerige kinder- zaal in het groote ziekenhuis heerschte een voorbeeldige onrust. Geen wonder. Zuster Ida had den kleinen beloofd, dat ze een verrassing zouden krijgen, als ze héél zoet waren. Zoolang de zuster op de zaal was, hadden haar woorden het gewenschte resultaat, doch nauwelijks was zij even weg, of half gefluisterde veronderstel lingen en vragen golfden door de zaal. „Wat zou het zijn, jö?" vroeg Kees zijn buurman. Hij gaf zichzelf antwoord en veronderstelde, dat zij misschien wel een gebakje gaf, zooals de vorige week, toen zuster Ida jarig was. „Weten jullie wat de verrassing is?" vraagt de vijftienjarige Peter, Kees'- „Natuurlijk weten wij het, jö, maar we zeggen je lekker niet, wat het is." Peter zet het op een huilen en als de zuster binnenkomt, vertelt hij tusschen zijn snikken door over de onmededeel- zaamheid van zijn overburen. „Ach, jongen, zij hebben je maar wat geplaagd, want zij weten het evenmin als jij. Alleen ik weet het, en over vijf minuten weten jullie het allemaal, want.... ik ga de verrassing halen." Vol spanning kijken twaalf paar oogen naar de deur. Als 'zuster Ida eindelijk binnenkomt met een groot blad, juichen de grooten: „Ha! bananen!" De kleineren, de vier- en vijfjarigen juichen mee, doch alleen maar, omdat zij door het enthousiasme der grooten wor den meegesleept. Zij kennen deze heer lijke, zoete vrucht immers niet! Als kleine Peter zijn bananen ontvangt, bekijkt hij hem eens aan alle kanten, ruikt er eens aan en wil hem dan met schil en al opeten. „Sufferd!" zegt Kees, „je moet hem eerst schillen, kijk: zóó!" en laat de vier kanten van de. schil keurig om zijn hand De zuster is intusschen me,t het uit deden klaar en helpt de kleinsten met schillen. Zij zou geen vrouw zijn, als zij niet intens genoot van de verrukte ge»- zichtjes, die dit bananenfestijn te voor schijn toovert. Het valt haar op, hoe ver schillend deze vrucht wordt verorberd. De een propt zijn mondje vol, alsof hij bang is het lekkers weer te moeten af staan. Een ander neemt een hapje en bekijkt dan de banaan aan alle kanten. Kees vindt het eigenlijk zonde z'n banaan zoo zonder meer op te eten en bijt er heel voorzichtig héél kleine stukjes af, zóó klein, dat hij haast niet proeft, hoe de vrucht eigenlijk smaakt. Zuster Ida wordt even weggeroepen. „Kinderen, als jullie de banaan op hebt, leg de 'schil dan maar op het nacht kastje; die haal ik straks wel op:" Als de zuster even later weer op de zaal komt met het doel, de schillen op te halen, komt zij tot de ontdekking, dat.... er geen schillen meer zijn. Haar patiëntje,s vonden de banaan zoo lekker, dat zij ook de schillen maar hadden op gegeten! (Historisch). HET S.O.S.-BERICHT. De storm woei het water tegen den breeden rivierdijk op en liet het zwaar klotsen tegen den met palen scherp-afge- zetten bovenkant. Voortgestuwd door den bollen wind stroomde de rivier met groote bogen verder. Een enkele golf, witgekuifd, lichtte even op uit de breede donkerte; de wolken, vlugger voortge dreven dan het water beneden, waren zwarter dan de nacht. De regen striemde met kracht den dijk weg, doch vermocht op de wildvoort- stroomende rivier geen drupbelletje te voorschijn brengen. „Hondenweer," mompelde een man, die, gekleed in oliejas tegen den storm optornde. „Vervloekte wind.... heelen dag tegen.... natuurlijk tegen zelfs nü nog.Alles loopt tegen!" Hij trok zijn Zuidwester nog wat die per in de oogen, boog het sterke lijf nog meer naar voren, als een, die gewoon is, tegen den win op te tornen. Met ge bogen kop, groote passen nemend, ging hij voort. Een armzalige olielantaarn stond voor een paar huisjes aan den dijk. De wind rammelde met de ruitjes, die het wappe rende petroleum vlammetje omgaven. „Die gloeiende spijker heeft het ge houden," mompelde de man. Toen gooide hij een deur open; een vriendelijk licht gulpte plots naar buiten.... een walm van rook en drank en warmte sloeg den man tegemoet. Met een zwaren slag viel de deur achter hem dicht. In de groote, gezellige dorpsgelagka mer zat de man-van-den-dijk eenzaam achter zijn groote glas. „Een biertje!" had de waard vriende lijk gevraagd. Met de ellebogen steunde hij op het wrakke tafeltje en alsof hij doodelijk vermoeid was, zoo hield hij beide handen om het hoofd. Hij had even opgekeken en den waard iets toegebromd, dat deze als een bevestigend antwoord had op gevat. „Een rare kerel was dat!" Twee boerenjongens klotsten op hun klompen gezellig rond het oude biljart en gaven elkaar luidruchtig advies, hoe zij den bal «het best konden nemen; zij werden vaak overstemd door het lawaai, dat de kaarters maakten, die in een an deren hoek van het vertrek een partijtje pandoerden. „Hé, Janus! Is er geen muziek van daag?" schreeuwde een der biljarters den waard toe. „Ik dacht, dat jullie te druk bezig waren om op de radio te letten," gaf de waard te kennen. „Niks hoor! Muziek voor m'n centen," riep de ander. „Een vroolijke mop moe ten we hebben! Dan hoor je dien ellen- digen wind tenminste ook niet!" Bij deze woorden verscheen even een minachtend lachje op het gezicht van den somberen nieuw-aangekomene. Hij keek weer naar het biljarten en hij nam niet eehs de moeite, zich naar den kolossalen ouderwetschen luidspreker te wenden, to^n deze de gevraagde „vroolijke mop" de gelagkamer inschetterde. „Gramofoonplaten", zei een der jon- „Klets niet, maak af," verzocht de ander. Plotseling zweeg de geweldige toeter. Na het lawaaiende geweld van kort te voren deed deze stilte vreemdgaan. Waarom lachte er niemand, toen een der jongens deze stilte met een grappig be doeld „vólgende plaat" verbrak?.... Dan de stem van den omroeper: „Da mes en heeren, ik vraag éven uw aan dacht voor een S.O.S.-berichtWil schipper Draaisma, varende op de Anna, waarschijnlijk op den Rijn, zich onmid dellijk naar Dordrecht begeven, alwaar zijn dochtertje is overleden. De teraarde bestelling zal plaats hebben Maandag aanstaande te half twaalf uur. Men wordt verzocht, dit bericht door te ge ven, daar er geen radio aan boord is. Ik herhaal nog even".... De man aan het tafeltje was opge sprongen en staarde nu ontzet naar den hoek waar de luidspreker stond. „Ik herhaal nog even," brauwde de jongen bij het biljart den omroeper na. Er viel een stoel om de deur van het café vloog open en werd niet dadelijk dichtgedaan. De wind loeide naar bin nen. „Deur dicht!" schreeuwden de kaar ters den haastig vertrokken vreemdeling na, doch de waard moest komen om die deur te sluiten. „Wat een rare,' zei de kastelein. „Die kost me een biertje! Kennen jullie dien vent?" Vragend keek de man naar zijn kaartklanten. „Wacht eens even.... die schuit, die vanmiddag bij ons langskwam.... ja.... de Anna.... Anna stond er op" „Wij vervolgen nu ons programma," klonk het opgewekt uit den .luidspreker. „Zet af dat ding," snauwde een der bezoekers. Buiten bulderde de storn^De olielan taarn op den dijk was uitgewaaid. (Nadruk verboden). Door de nationale feestdag kon de uitvoering voor houders van grijze donateurskaarten niet doorgaan 's avonds 8 uur ER ZIJN NOG ENKELE PLAATSEN VRIJ Namens het bestuur R.K. TONBELVER. „BENBDICTUS XV", DE RIJP 0

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Rijper Courant | 1947 | | pagina 3