PMSMA-KLEUIMET?
A. KUIN
GODS GEUZEN
Boekhandel Hoogcarspel
ZWAMT
JAN DE HARTOG
te trappen. Dit alles was erg
hinderlijk. En dan nog de hon-
denjacht, toen op een gegeven
moment ook de spelers bijna
waren vergeten, dat er een compe
titie-wedstrijd plaats vond.
De eerste 20 minuten werd er
werkelijk nog aardig gespeeld.
Een toegewezen penalty werd
door Qerrit onhoudbaar ingescho
ten. Nog voor de rust wisten de
gasten gelijk te maken. Na de
rust, toen de onzen de wind mee
hadden, gaven we ze de beste
kansen. Maar het succes kwam
aan de andere kant. Twee keer
wisten de gasten onze achterhoede
te verrassen en zo stonden ze
een kwartier voor het einde met
3—1 voor.
Teleurgesteld gingen er al en
kele supporters weg, maar toen
werden de twee bovengenoemde
doelpunten gemaakt. En we
mogen blij zijn, dat we toch nog
een punt rijker zijn geworden.
Dreo II maakte een verloren
reis naar Durgerdam. daar op
het zelfde uur twee wedstrijden
waren vastgesteld. Dreo III was
in de Beemster en had de leiding
toen de scheidsrechter de wed
strijd staakte. Wat er de werke
lijke reden van is, weten we nog
niet. En nu het programma voor
a.s. Zaterdag en Zondag.
Zaterdagmiddag speelt ons le
elftal in Wormer tegen Blauw
Wit I. Vertrek 4 uur en om 5
uur wordt er gespeeld. Blauw
Wit, dat 8 verliespunten heeft, is
nog lang niet kansloos en schijnt
er de laatste tijd goed in te zitten.
Dus mannen de tanden op elkaar
en doe geen misstap, want dat
kan ons het kampioenschap
kosten.
Dreo II en III spelen a.s. Zon
dag beide thuis. Om 12 uur
Dreo III—W.V.S.V. en om 2 uur
Dreo IIPurmerland II.
De Sportverslaggever.
LICHT OP
voor AUTO's en RIJWIELEN
Zaterdag
8.25 uur
Zondag
8.26
Maandag
8.28
Dinsdag
8.30
Woensdag
8.82
Donderdag
8.34
Vrjjdag
8.36
Zaterdag
8.38
VERFDE U REEDS MET:
Het resultaat Is verrassend!
Uw drogist verkoopt ze
enlloht U deskundig voor
Drogisterij
Apoth. ass.
Optiek - Fotografie
Telefoon 30, de Rijp
CISSY VAN MARXVELDT:
De H.B.S.-tijd van
Joop ter Heul
Joop ter Heul's problemen
Joop van Ditter Heul
Joop en haar jongen
De dochter van Joop ter Heul
f 4.50 gebonden
BOEKHANDEL HOOGCARSPEL
SPORTNIEUWS
Nieuws van
de A.V.V. „de Rijp"
De resultaten van j.1. Zondag
waren zeer goed.
De junioren beëindigden de
competitie met een grote 11—o
overwinning op Purmersteijn B.
Piet Spaarman grossierde deze
middag in doelpunten en nam er
maar liefst negen voor zijn re
kening.
De Rijp II moest de eer laten
aan Groot-Schermer I. Na met
2—0 te hebben voorgestaan,
maakte G. 3 doelpunten, die de
wedstrijd beslisten.
A.s. Zondag komt Purmersteijn
II op bezoek, om 2 30 uur, en
deze wedstrijd moet gewonnen
worden hoor heren.
Het eerste elftal behaalde een
nuttige en schitterende 2—0
overwinning op Sijbecarspel, die
ons een stukje uit de gevaarlijke
zóne deed zeilen.
En het is niet alleen deze over
winning, die ons goede hoop
geeft, maar het spel is stukken
beter dan by de aanvang der
competitie. Het elftal sluit goed,
zonder zwakke plekken, en strijdt
enthousiast voor de overwinning.
Laat dit zo biyven A.V.V.ers. Wy
moeten alles op alles z.etten om
op de herdenkingsdag van ons
15-jarig bestaan een overwinning
te behalen, want dan zal het pas
een waar feest worden. Het is
geen gemakkelijke opgaaf: Wer-
vershoof uit, maar het kan, dus
stryden tot aan de laatste seconde
met de wil om te winnen.
Laat eens een groot aantal sup
porters meegaan, zoveel, dat wy
2 auto's vol krijgen. Supporters
laat Uw elftal in haar uitwed-
stryden niet alleen staan, maar
ga met hen mee. By voldoende
FEUILLETON
Nadruk V£r boden
detective-verhaal door
34 Nico van Nigtevecht.
De Waard zei niets. Hij verweet zich
alleen maar, dat hij uit z'n eigen kijk
gat de drie mannen ook had kunnen
zien. Hij had echter te veel op het ge
sprek der twee politiemenschen gelet, om
ook nog aandacht te schenken aan het
geen buiten gebeurde. Nu eerst merkte
hij op, dat er drie mannen uit de rich
ting van den spoorweg kwamen alle
drie met zware pakken beladen.
,,Ze schijnen nogal zeker van hun zaak
te zijn." fluisterde Artje. „Het is toch
klaarlichte dag en ze komen hier regel
recht op aan."
„Er is hier toch geen sterveling?" brom
de Weber. „Ze denken natuurlijk, dat
ze doen en laten kunnen wat ze willen.
Het lijkt me het beste, dat we ze kalm
pjes binnen laten komen. Dan doet één
van ons het deurtje dicht en de ande
ren rooien het dan wel. Als het moet,
neem ik ze alle drie voor mijn reke
ning."
De Waard dacht aan de manier, waar
op hij zelf was gevangen en dacht er
niet aan. deze uitspraak van den for-
schen veldwachter in twijfel te trekken.
Wie in die knuisten terecht kwam
„Laat mij maar bij de deur," stelde
Artje voor. „Zoodra de heeren binnen
zijn. gaat het kastje dicht. Ik blijf zélf
ook binnen om een handje te helpen. De
Waard, blijf jij een beetje in de achter
hoede het zou jammer zijn, als wij
Weber al het werk uit handen namen
hij heeft recht op het leeuwen aandeel,
omdat het tenslotte zijn rayon is."
De Waard werd geen gelegenheid ge
geven, tegen deze rolverdeeling te pro
testeeren, omdat dadelijk er na het bevel
„mondje dicht" werd gegeven, maar hij
nam zich voor, zich niet onbetuigd te
laten als het zoover was.
deelname zullen wij zo mogeiyk
2 wagens laten ryden.
Geeft U dus zo spoedig moge
lijk op, ook de spelers van wie
de dames meegaan. Vertrek om
12 30 uur met Hooijberg van de
Dam.
Jédé.
EEN NIEUW BOEK VAN
(Schryver van Hollands Glorie)
(deel I) f 6.90
D.R.E.O.-nieuws
Dreo I—Purmerland I 3—3.
Deze wedstrijd bracht niet het
spel, dat we verleden week te
zien kregen tegen P.S.C.K. De
twee doelpunten, die er in het
laatste kwartier gemaakt werden
en die ons tenslotte nog een ge
lijk spel bezorgden, waren van
prima gehalte, zowel de kopbal
van J. Verdonk als de gelijkma
ker, die Dirk scoorde. Ondanks
de concurrentie hadden we over
de belangstelling niet te klagen.
De tribune was weer goed
bezet en ook langs het lijntje
stonden er velen, die gehoord
hadden van het grote succes van
de vorige week en nu met span
ning wachtten. Maar nu was de
wind een grote spelbreker en de
gasten hadden toen ze eenmaal
met 3—1 voor stonden, de ge
woonte de ballen steeds te water
Artje maakte vlug dat hij in het voor
ste gedeelte van de bunker kwam en
Weber en De Waard zorgden er voor,
dat zij niet gezien konden worden, als
één der mannen het soms in z'n hoofd
mocht halen, voor één der kijkgaten van
de bunker te gaan staan.
Hoewel De Waard in het minst niet
ongerust was over den goeden afloop
van dit avontuur, verkeerde hij toch in
spanning. Plat tegen den wand gedrukt
wachtte hij met Weber naast het kijkgat
af, wat er verder zou gebeuren. Uitkijken
zou nu te veel risico geven en het scheen,
een eeuwigheid te duren, voor het drietal
bij de bunker was. Reeds dacht de ver
slaggever, dat zij zich wel zouden heb
ben vergist en dat de drie mannen wa
ren doorgegaan, toen hij stemmen hoor
de.
„Het is nog een verrot end met zoo'n
baal op je nek. As ik het gewete had,
had je mijn daar vanmiddag niet voor
gepord."
„Jij hebt altijd wat te kankeren,
schele. Je zal elke middag zoo'n vracht
je hebben." t
Buiten klonk een dreun, alsof er iets
zwaars werd neergezet, maar dadelijk
daarop kwam weer de stem van dengene
die den schele het kankeren had ver
weten. „Ne^, n*et neerzettenmeteen
doorhalen naar binnen."
„Vrek vent, ik zweet me een mik.
Mag je niet eens even blazen."
De Waard dacht even aan Artje, die
toch ook wel in spanning moest zitten,
hoe het verder zou gaan, daar het ge
sprek bijna naast hem werd gevoerd.
Zou de schele even mogen blazen en
daardoor buiten den dans ontspringen,
of zou de ander zijn zin doordrijven? De
Waard had nog geen tweede dreun ge
hoord en dit was voor hem het bewijs,
dat de anderen nog met de vracht op
den rug stonden. „Vooruit pak beet...
Naar binnen... Jij eerst, anders kunnen
wij er niet door."
De Waard hoorde een sleepend geluid.
Hij kon het niet zien, maar hij begreep,
dat de schele zijn zak met beide handen
had vastgegrepen en hem nu achteruit
loopend de bunker in trok precies,
zooals nog niet lang geleden de man,
die nu rustig naast hem stond, hém had
gedaan.
Nauwelijks was de zak een eind naar
binnen en waren de twee anderen ge
volgd, of de kleine zware deur sloeg
dicht. Daar had Artje voor gezorgd. Ver
der wachtte hij even af. Weber en De
Waard zeiden geen woord en verroer
den geen vin. De Waard niet, omdat
hij voorloopig een afwachtende houding
beter vond en Weber ook niet, omdat
hij bet initiatief voor den aanval aan
Artje wilde overlaten. Die had nu een
maal den voorpost betrokken.
„Nou mot je die deur ook nog dicht-
zwiepen," begon de schele dadelijk te
mopperen. „Je kan hier toch al geen
pest zien!"
„Man, klets niet kan ik het hel
pen, dat die deur dichtslaat. Blijf even
zoo staan, Dingstee, dan zal ik hem
weer open zetten. Die vervelende klier
ook, om z'n vracht te laten vallen
ik heb je nog zóó gezegd, dadelijk naar
het tweede gedeelte door te loopen."
„Je kan wel zooveel zeggen," ant
woordde de schele, geheel bezijden de
waarheid.
Want nu volgden de gebeurtenissen
elkaar in een razend snel tempo op. Van
achter de dichte deur sprong Artje boven
op de vracht, die" de achterste man nog
op den nek had, met het gevolg, dat
deze, mede door de onverwachte schok
onder den last bezweek en als een ka
meel op den grond zakte. Weber had
gemerkt, dat Artje handelend optrad en
had den schele met één hand in den nek
genomen, terwijl hij met de andere den
middelsten man zulk een duw gaf, dat
deze over den achterste heen tuimelde.
„Laten we eerst maar eens in de fris-
sche lucht gaan, inspecteur en buiten een
kijkje nemen,' zei Weber daarop be
daard. „Als meneer nu even kan pas-
seeren?"
Hoewel het De Waard wel een beetje
speet, dat zijn hulp in het geheel niet
noodig was geweest, voldeed hij gaarne
aan het verzoek, de frissche lucht in te
gaan. Artje was na zijn sprong dade
lijk weer overeind gekomen en had de
deur weer opengedaan, waardoor de drie
wachtenden rustig de bunker konden ver
laten, vóór de anderen goed en wel had
den begrepen, wat er gebeurd was. De
deur was al weer dicht, voor zij er aan
dachten, overeind te krabbelen.
De schele scheen de eerste te zijn, die
goed begreep wat er was gebeurd.
De Waard, die met Weber dadelijk
bij één der kijkgaten was gaan staan,
hoorde hem na korten tijd zeggen: „We
zijn zuur als ik het goed heb gezien,
dan was dat die dikke smeris van jullie,
Piet. Je wordt bedanktik heb je
wel gezegd, dat het niet goed zou af-
loopen."
Weber, die op verzoek van Artje nu
weer de leiding op zich had genomen, gaf
door een ander kijkgat antwoord. „Dat
heeft die meneer heel goed gezien, Pie
terbaas," zei hij vriendelijk. „En ik ge
loof ook, dat hij een voorspellende geest
heeft. Misschien groeit er nog eens iets
goeds uit dat mannetje, als wij eerst een
poosje voor hem zorgen. Als jullie je nu
netjes gedragen en onderling geen ruzie
maken, dan mogen jullie stuk voor stuk
er uit komen. Jou wil ik wel eens eerst
zien, Piet. Je kameraden komen zoo aan
de beurt, maar denk er aangeen
ruzie maken onderling, anders worden we
kwade vrienden."
De Waard en Artje hadden het groot
ste pleizier in den gemoedelijken toon van
den dikken chef, maar op Piet Bunkers
had deze juist -een tegenovergestelde uit
werking.
„Dat is me wat moois, wat je me daar
levert, Weber," barstte hij los. „Ik be
grijp niet, wat je bezielt om iemand on
verwacht eri in het donker aan te val
len. Wat wil je eigenlijk van me?"
„Zal je wel zien, beste jongen, als je
buiten komt," was het weer gemoedelijk
gegeven antwoord. „Kom maar naar bui
ten de deur is open."
Dat liet de heer Bunker zich geen
tweemaal zeggen. Maar toen de anderen
eveneens probeerden naar buiten te ko
men, werden zij door Artje even ge
moedelijk als Weber zou hebben gedaan,
teruggewezen. „Nee, kinderen, niet alle
maal tegelijk. Wie het z'n beurt maar
is." Hij deed dadelijk nadat Bunker naar
buiten was gekomen, de deur weer dicht
(Wordt vervolgd)