Misdadige elementen proberen de was te doen VELE DUITSERS WILLEN EMIGREREN r Duistere zaken rond New Yorks nachtleven OWNEY MADDEN'S IJZEREN VUIST De „Heimat" te benauwd „Deutsche MadeF' krijgen genoeg van Amerikaanse echtgenoten PE RIJPER 2 Onderbroeken en Onderwereld (Van onze New-Vorkse correspondent) niet te min over de eeuwig vriendelijk buigende Chineesjes inde "minuscule keldertjes, waar wij New-Yorkers (dienogniet gewonnen zijn voor de wasmachine), ons pakketje gedragen spullen komen brengen en die er voor zorgen, dat het schone goed, keurig Ingepakt, binnen de 36 uur weer thuis is be zorgd. Het Is even moeilijk uit te maken, wat er in hun hoofd en hart omgaat, als achter hun toonbank. Misschien werken ze voor zichzelf, misschien zijn ze het masker, waarachter een grote maatschappij zich verschuilt, die om een of andere reden het licht der openbaarheid amper kan velen. tyenk tttlflll ser ENK NIET TE MIN over het was serijbedrijf zelve, inclusief het lucratieve linnenverhuur-bedrijf. Bij elkaar en met elkaar doen de organisa ties, die zich hiermee in New-York be lasten voor meer dan 30 millioen dol lar per jaar aan zaken. Het is een sleu- telbedrijf voor het nachtclubwezen, de restaurants, dat tafelkleden en servet ten, de uniformen voor kappers en fa brieksarbeiders, de handdoeken voor doktoren en het linnengoed voor hotels in circulatie brengt. Volmaakt onschul dig. nietwaar.! Maar in 1937 was Owney Maddeti de ongekroonde koning van dit rnil- lioenenbedrijf en van veel meer. Tuist omdat hij en zijn helpers toegang hadden tot de gelegenheden, waar wei- geschoeide bezoekers en hun dames niet op een lapje van tien kijken, wist hij zijn rijk uit te breiden in velerlei richting, i-lij regeerde over de juffrou- wen-van-de-vestiaire (die in de betere gelegenheden van New-York hun con cessie voor duizenden dollars per jaar moeten pachten), met een ijzeren vuist; hij had een greep over barbiers en hotel portiers. En wie niet dokte wat de grote man aan privé-belasting oplegde, deed er verstandig aan vast een plaatsje op een van New-York's kerkhoven te reserveren. Maar, zoals altijd bij dergelijke wan kele rijken, breekt er ergens een revo lutie uit. Een aantal lieden uit hel was serijbedrijf zelf vond, dat liet zaak was eerst eens de eigen omgeving radicaal te gaan schoonspuiten voor men de horstrokken en wat dies meer zij van het grote publiek zou gaan schoon- bnenen. Er werd een comité opgericht, de politie werd In de arm genomen en plots was het alsof Owney Madden's troon van de lu2e verdieping van het Empire State Building door liet lift- gat tot diep onder de kelder gleed. „De Pijl" Sindsdien beschouwde het wasserij wezen zich als een ..schoon" bedrijf. Tot in November 1947 een nieuw maat schappijtje werd opgericht, dat de argeloze naam droeg van „Linnenver- huur maatschappij De Fiji". Dat. bracht heel wat beroering teweeg. Im mers de bazenboel van ,,De Pijl" be stond uit lieden, wier politic-rapport zelfs onder het scherpste chloovbad onmogelijk blank te wassen was: de broers Frank en Elio Bonfiglio en Ben Jacobs. Deze heren, die men nu weer eens beschreven vindt als bookmakers en beroepsgokkers, dan weer als oplich ters en die voor geruime tijd het kille cellulair-leven Iwhben geleefd, zijn te allen tijde goed bij kas. De bron van hun inkomen heeft men nooit tot in laatste instantie kunnen nagaan. Ze ker is, dat zij betrokken zijn bij tal van .rackets", met name die der fruit machines. waarvan het mechanisme zodanig is gesteld, dat men er wel geld in kan gooien, doch nimmer een bedrag van betekenis mee wint. Het verband tussen genoemde heren en Frank Costello ex-boef. thans eigenaar van nachtclubs, wiens politieke macht in New-York spreekwoordelijk is ge worden is zonder enige twijfel vast gesteld. En het was heel merkwaardig, dat de ..Pijl"-raaatschappijij al een contract had gesloten met (en een voor schot van J 8000 had ontvangen van) één der nachtclubs, welke onder Costel- los jurisdictie staat, alvorens de nieuwe maatschappij nog maar een bestelwagen of een wasmeisje aan het werk had. Justitie-zaak r>e vakverenigingen uit het personeel hl het wasserijbedrijf, weigerden echter hardnekkig met ,,De Pijl" in het was water te gaan. Hetgeen heel wat wil zeggen, want vakverenigingen zijn er op gebrand om meer van haar leden werk te bezorgen. ,.De Pijl" kon der halve niet voort en liep op hoge poten naar het kantoor van Vrouwe Justitia, alwaar de directie van ,.Dc Pijl" haar grove verontwaardiging in de scherpste Urmen luchtte. T rouwe J. knoopte, der gewoonte getrouw, de blinddoek voor en liet zich de reputatie der beide Bon- figlio's voorlezen: 1921 veroordeeld wegens inbraak en het in bezit hebben van inbrekerswerktuigen; 1929 roof overval; 1935, 1936, 1938, 1943 als zwervers van de straat opgepikt. Slechts één hunner, Ben Jacobs, heeft zich altijd uit het gevang weten te draaien. Vrouwe Justitia verklaarde daarop, dat zij de houding der vakverenigingen alleszins kon aanvaarden en billijken. „De Pijl" kreeg geen vergunning om de vuile was te doen. De beide Bonfiglio's traden daarop af als directie-leden (bicven echter hoog- gesalarieerde employé's) van het be drijf, waarover Beti Jacobs spoedig de scepter alleen zwaaide. Nu trok Ben Jacobs naar het Gerechtshof en wees op zijn staat van dienst, waarop te lezen stond, dat hij slechts één keer was opgepikt als zijnde zonder middelen van bestaan en waarop voorts werd er kend, dat er één periode in zijn leven is geweest, gedurende welke niemand weet (en Ben Jacobs het diepste stil zwijgen bewaart) hoe hij de eindjes aan elkaar heeft geknoopt. Bij een der gelijk gaaf rapport kon Vrouwe J. Jacobs een vergunning nauwelijks wei geren. En hij wast nu, voor een reeks zeer goed betalende nachtclubs en res taurants, die om zijnentwille afzagen van de (aanzienlijk minder kostbare) diensten van andere organisaties in de waswereld. Verzet Deze laatste is echter niet bij de pakken schone was blijven zitten. Werk gevers en werknemers zijn solidair het hogerop gaan zoeken, en het ziet er naar uit, dat Ben Jacobs dezer dagen zijn vergunning kwijt zal raken, op de gronden, dat hij- als masker-organisatie fungeert. Onder geen beding wenst men de voor-oorlogse toestanden weer terug, waarin gangsters, als Alva, de tiende penning en wel meer opeisten van be drijven, die hun zeer twijfelachtige be scherming genoten. Wat ons zelf betreft, wij trachten verder te kijken dan de toonbank van het Chineesje lang is. En vragen ons af of het wellicht niet wijzer is de was machine in de kelder te gebruiken voor 15 cent per half uur. Ploewel die wel licht ook deel uitmaakt van de organi satie ,,De Pijl". Moeten wij dan zelf gaan schrobben oui te vermijden, dat wij bij het reinigen der vuile was de groezelige vingers der onderwereld sub sidiëren In rle hondsdagen waarin wij hier leven is dit een probleem dei- eerste orde Nadruk verboden.) MARKTBERICHT PURMEREND. 12 Juli 1949. Eieren: kipeieren 13.50—14.50 per 100 stuks, 300 stuks; Eendeneieren 11.per 10 stuks, 2000 stuks. Vee: 638 stuks voor de levering; 19 vette koeien voor de levering; 275 geldekoeien ƒ360—575, stil; 135 melkkoeien 500750, stug; 15 pin ken 225- 325, stil; 23 stieren 100— 650, stil; 343 nuchtere kalveren voor de levering; 21 vette varkens voor de levering: 12 fokzeugen ƒ280375, kalm; 796 biggen ƒ4067.50, kalm; 220 schapen ƒ5070, kalm; 323 lam meren ƒ3243, kalm; 61 bokken en geiten ƒ1060, stug; 61 paarden 380600, stug. Pluimvee: 400 oucle kippen en ha nen (witte en rode) ƒ1.752 per kg.: 700 oude kippen en hanen (blauwe) 22.25 per kg.; 2100 hennen ƒ3 tot 5.50 por stuk; 2800 jonge hanen (blauwe) ƒ22.10 per kg.: 13500 jonge hanen (witte en rode) ƒ1.50 nijnen ƒ0.30—1.50 r«r stuk; 25 j .70 per kg.; 600 jonge en oude een ganzen ƒ4.6.50 per stuk; 15 kalkoe nen 34 per stuk den 0.75—25 per stuk; 600 k*- 81. Eindelijk is de rust weer een beetje in het hondenhok hersteld. Pim, Pam en Pom hebben hun war me worst opgegeten. Ze hebben er van gesmuld, maar nu willen ze dan ook dadelijk op pad om wat voor hun geld te gaan kopen. „Zouden jullie dat nu wel doen?" vraagt Moeder met een bezorgd ge zicht. „Direct verliezen jullie het nog of wordt het jullie door een of andere bandiet afgenomen". 82. „Maakt U zich maar niet be zorgd Moeder", roepen Pim, Pam en Pom alle drie. We hebben al een plan gemaakt. We weten precies wat we ervoor kopen zullen. Maar we vertellen het U nog niet. Het is een verrassing!" Moeder is nog maar half overtuigd, maar ze kan niet te gen de welsprekendheid van ons drietal op en hoofdschauddend kijkt deze op weg gaan. 83. Ja, Pira, Pam en Pom zijn het eens geworden over de manier waar op ze het geld besteden willen. Ze willen namelijk een autootje kopen. Altijd hebben ze al met verlangende blikken langs de winkel van Vosse- ma gelopen, maar vandaag zullen ze er niet voorbijgaan! Nee, vandaag zullen ze de winkel binnenstappen. Wat zal meneer Vos- sema opkijken. 84. Nu, adt hebben ze goed gera den. De heer Vossema weet niet zo gauw hoe hij het heeft, als drie kleine hondjes zijn winkel komen binnenstappen en parmantig om een auto vragen. „Hebben jullie wel geld bij je?" vraagt hij. „En of", roept Pim. „Genoeg om een auto te kopen. We hebben dui zend gulden bij ons". Naar het land van belofte... Interneringskamp of rimboe veelal het eindpunt ROME. Er zyn in Duitsland op het ogenblik heel wat mensen, die om ver schillende redenen wensen te emigreren. Deze Duitsers zien in hun eigen land geen toekomst meer. Aangezien de grenzen hermetisch geslo ten zijn, is de enige manier om in het buitenland te komen: illegaal. Stro men Duitsers trekken naar Italië om te proberen vandaar uit naar Bolivia, Argentinië of Uruguay te komen. Men neemt aan, dat sinds het einde van de oorlog in Italië ongeveer 10,000 Duitsers zijn blyven steken. Het is moeilyk te schatten hoeveel Duitsers in de na-oorlogse jaren de te benauwd geworden „Heimat" probeerden te ontvluchten. Het doei dat zü voor ogen hadden, hebben slechts zeer weinigen bereikt, hetgeen blijkt uit de ondervindingen in Italië. In de kolen gestikt Avonturiers sloegen er zich tot Genua door, om dan via deze poort naar de vrijheid als kolentremmer, bordenwasser of als verstekeling weg te komen. Hot woord „Duitser" staat sinds 1948 in een kwade reuk. Er is geen kapitein, die een Duitser aan boord durft te nemen en gebeurt het onverhoopt toch, dat er één kans ziet als verstekeling op een schip te komen, dan wordt hy enige dagen later weer in Genua afgeleverd en overgegeven aan de Italiaanse cara binieri. Zeven Duitsers, die zich als verstekelingen achter een berg kolen in het ruim hadden verstopt, zijn ge stikt toen de kolenberg door het deinen van het schip uit elkaar viel. Enkele anderen sloten zich aan bij Italiaanse emigranten, die naar Ar gentinië gingen. Zij waren de eersten en de laatsten, die Argentinië oog luikend toeliet. Inmiddels is de weg naar Rome stevig gebarricadeerd. De Oosten rijkse gendarmen brengen in prin cipe iedere illegale grensganger naar de Franse politieposten, die hen voor minstens 14 dagen in de vesting Kuf- stein vasthouden. ïlier zitten door lopend 50 k 60 Duitsers. Wie de ves ting en de daarop volgende terug zending wil vermijden, kan zich mel den bij het vreemdelingenlegioen. Wie door de Italianen gepakt wordt, komt, na maanden in gevangenissen te hebben gezeten, in een van de gevreesde interneringskampen te recht. Hier kunnen zfl jaren wachten, aan gezien de geallieerden in principe tegen weder toelating in Duitsland zyn. Het aantal Duitsers, dat inmid dels in deze interneringskampen te recht is gekomen, loopt in de hon derden, waaronder vele mensen, die al sinds 1945 vastzitten. Duistere elementen BIJ de barricaden hebben zich duistere elementen opgesteld, die de naar het Zuiden trekkende Duit sers al hun hebben en houden af handig maken. Degene, die welgesteld is, kan zich bedienen van een soort kettingsysteem, dat in het leven ge roepen is door de „displaced per sons" in Duitsland. Dit ketting- systeem werkt hetzelfde, als in de oorlogsjaren in Nederland, toen iemand die van Nederland, via Por tugal naar Engeland wilde uitwijken, van plaats tot plaats werd getrans porteerd. De moeilijkheden voor de illegale Duitsers in Italië zijn legio. Zonder materiële middelen kunnen zy op het ogenblik het hoofd vrijwel niet meer boven water honden. Hoewel de Ita lianen weer wat meer Duitsgezind worden, is het voor hen toch moei lijk om hun spaghetti te delen met de vele „bedelaars", want als „bede laars" worden deze Duitse zwervers beschouwd. In Rome rennen honderden dage lijks van consulaat naar consulaat. De nacht brengen zij door op de vloer van een klooster, toegedekt met een deken. Daar wisselen ze van gedachten en schelden op de hele wereld. Al hun in Duitsland zo zorg vuldig opgestelde plannen zijn in rook opgegaan. Kunnen zij niet naar Ar gentinië, dan maar naar Bolivia, Peru, Vuurland, Syrië of Australië. Waar deze staten liggen, of hoe men daar leeft en werkt, weet bijna niemand. Hun enige doel is weg te komen. Weg van de dagelijks door de nonnen uitgedeelde soep. weg van de voortdurende angst door de cari- binieri gepakt te worden. Vraag naar vaklieden IN de vele consulaten wordt hun steeds weer dezelfde vraag ge steld: „Bent U vakman?" De wil om weg te komen dwingt ieder om „ja" te zeggen. Maar er moeten proe ven van bekwaamheid afgelegd wor den en velen zakken dan door de mand. Het buitenland wil hoofdza kelijk landarbeiders en de Duitse technici, kooplieden enz. tekenen blin delings een contract voor werk op een suikerplantage in een of ander warm land onder de evenaar. In betere omstandigheden verke ren 500 van de 4000 Duitse krijgsge vangenen, die enkele jaren geleden uit de interneringskampen gevlucht zijn. Deze 500 hebben zich metterwoon gevestigd in Trlëst, Napcis, Genua, Milaan en andere plaatsen, Hpt zijn over het algemeen handwerklieden, wier arbeid door de Italianen naar waarde wordt geschat. Met minach ting spreekt men daarentegen over een bepaalde groep, die door manipu laties met de partisanen vóój* de Duitse capitulatie hun have en goed uit aan hen toevertrouwde legergoe- deren achterover gedrukt hebben. Het in Milaan verschijnende econo mische blad „24 Ore" had enige tijd geleden felle critiek op de bevoor rechte positie van zekere, door he? Duits-Italiaanse handelsverkeer, rijk geworden kooplieden. De. tragiek van deze drie groepec komt aan het licht in de onderlinge onwaardige en hardnekkige strijd om de macht. In de strijd om het dage lijks brood gaan heel gemakkelijk de goede eigenschappen ten onder. In gedachten zoeken velen de weg terug, maar er zyn er maar heel weinig, dis hem werkelijk vinden. Het einde ligt meestal in de steppen van Syrië, Noord-Afrika of de rimboe van Indo- China. Niet uit te houden heimwee RENO, DE HOOFDSTAD van Ne-' vada en befaamd echtscheidings oord, heeft altijd veel mensen tot zich getrokken. De laatste tijd is de belang stelling voor deze plaats echter al bij zonder groot. Aan de deuren van het gerechtshof hangen kleine witte borden met de woorden ,,Men spreekt Duits". Dat is geen overbodige mededeling, want Reno is overbevolkt met Duitse „Mad- chen", die op korte termijn van hun Amerikaanse echtgenoot wensen te scheiden. Reno handhaaft de echtscheidiugs- wet van de staat Nevada, hetgeen be tekent, dat de persoon, die zich van knellende huwelijksbanden wil ont doen, zich zes weken in Nevada moet vestigen en daarna op iedere plausibele grond de scheiding door één van de drie rechters kan laten uitspreken. In New-York kan dat alleen maar op grond van bewezen ontrouw door één der partners. Dit verwijt heeft men tot de Duitse oorlogsbruidjes, zelfs in Reno, nooit kunnen richten. Naar Reno komen al leen oorlogsbruidjes, die het huwelijk moe zijn en die van tevoren met hun ega over de scheiding en de geldelijke afwikkeling terdege van gedachten hebben gewisseld en het tenslotte eens zijn geworden. Want Reno is niet be paald goedkoop. De prijzen, die men betalen moet voor liet hotel, de advo caat en het proces zijn enorm. De gronden van echtscheiding zijn meestal „geestelijke vervreemding", „verschillende levensopvatting" of „moeilijkheden met de familie van de man". Een Duits oorlogsbruidje uit Bre- men, dat met een ex-sergeant en tegen woordige directeur van een rijwielen- fabriek in Denver trouwde, kwam met een nieuw argument, n.1. ,,niet uit te houden heimwee". Waar deze Duits-Amerikaanse huwe lijken hoofdzakelijk op stranden, is het verschil in levensopvatting. Nadat de nieuwtjes van de Nylonkousen, de televisie, de cosmetica, de eigen auto en de electrische koelkast er af zijn, komt bij heel veel Duitse vrouwen de neiging tot scherpe critiek naar bovexc

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Rijper Courant | 1949 | | pagina 2