Met de D.ILV, naar Zwitserland
r
Ad vertentieprij s:
8 cent per mm.
Bij contract lagere tarieve
op aanvraag
Bewijsnummer gratis
No. 1801 Vrijdag 9 September 1949 39e Jaargang
Rijpee Comatd
voor De Rijp, Graft, Noordeinde, Oost- en West-Graftdijk, Zuid-Schermer
en Noord-Schermer, Schermerhorn, Beemster en omstreken
Abonnementsprijs:
75 cent per 3 maanden
bij vooruitbetaling
franco per post f 3.40
per jaar
plus incasso-koster.
Losse nummers 6 cent
Verschijnt des Vrijdags
Prachtige vacantie voor
weinig geld (Slot)
Zondag-morgen gingen we met z'n
allen op stap voor een tocht naar de
Steingletscher. Het weer was uitste
kend, en de stemming eveneens. Bij
het dorpje Obermad namen we de
oude Sustenweg, die wel veel sterker
stjjgt, maar verschillende van de grote
haarspeldbochten van de nieuwe weg
afsnijdt. Bovendien is de wandeling
langs de oude weg veel mooier en rus
tiger. Moeizaam klommen we door de
prachtige sparrenbossen omhoog, af
en toe stoppend om de frambozen-
struiken langs de weg wat lichter te
maken. Een paar keer werd er even
gerust om de slachtoffers met blaren
wat op hun verhaal te laten komen.
De wandeling was prachtig. Aan al
le kanten hadden we het gezicht op
de sneeuwtoppen van de omgeving.
Diep onder ons ruiste voortdurend het
water van het Steinwasser, dat, zoals
de naam reeds zegt, zijn oorsprong
vindt bij de Steingletscher. Na gerui
me tijd bereikten we de grote weg
weer, die ons al spoedig naar Hotel
Steingletscher voerde. Dit hotel is
prachtig gelegen aan de Sustenstrasse,
juist onder aan de z.g. Himmelrank,
een geweldige bocht in de weg, waar
men over een betrekkelijk korte af
stand, enige honderden meters stijgt.
Even voorbij het hotel werd gepicnict.
Boven een vuurtje van papier en hout
werd koffie gezet. Er woei wel steeds
papieras in de ketel, maar dit werd er
door de penningmeester weer vakkun
dig afgeroomd, en de koffie smaakte
er niet minder om. Velen maakten
van de gelegenheid gebruik om een
uiltje te knappen en anderen waren
druk in de weer om de slapers stie
kem op de foto te zetten.
Tussen de gletschers
Van het hotel is het nog een wan
deling van ongeveer 20 minuten tot
aan de gletscher. Toen we een heu
veltop passeerden, lag de Steinglet
scher ineens voor ons. De Steinglet
scher komt van hetzelfde bergmassief
*ls de Rhónegletscher. Deze laatste
ligt echter aan de Zuidzijde, terwijl de
Steingletscher zijn ijzige vinger naar
het Noorden uitstrekt. De hoogste
toppen van het bergmassief zijn de
Tierberg, Dammastock, Gwachtenhorn
en Sustenhorn, allen toppen van on
geveer 3500 meter hoogte. De Stein
gletscher komt van de N.O.-flank van
de Gwachtenhorn en perst zich dan
tussen Sustenhorn en Bockberg door
naar het Noorden. Aan de voet van
de gletscher bevindt zich een meertje,
zodat men het ijs alleen van opzij kan
naderen. Van enige afstand gezien
lijkt een gletscher prachtig schoon, en
variëren de kleuren van ijs van helder
wit tot blauw en groen. Van dichtbij
bekeken valt dat tegen. Het ijs houdt
wel zijn mooie kleur, maar is bezaaid
met grotere en kleine stenen en klei.
Eigenlijk een vieze boel, maar het was
voor ons een eigenaardige gewaarwor
ding om in het hartje van Augustus
op het metersdikke ijs te staan en
elkaar te gooien met de verse sneeuw,
die enkele dagen geleden was geval-
Beide wethouders herkozen
GRAFT. In de Grafter raadzaal
vond Dinsdagavond de installatie
van de nieuwe raad en de verkie
zing der wethouders plaats.
Na de installatie heette Burge
meester Dalenberg de heer J. Schok
ker, als enige nieuweling welkom in
de raad.
De wethoudersverkiezing nam
hier weinig tijd in beslag. Wethou
der P. Bruin werd met algemene
stemmen herkozen. Bij de stemming
voor de opvolger van wethouder
Heynis kreeg de heer Heynis 6 stem
men, terwijl een stem was uitge
bracht op de heer Houtkoper, zodat
ook de heer Heynis werd herbe
noemd. Burgemeester Daleniberg fe
liciteerde beide wethouders met hun
hei-benoeming en hoopte, dat de vol
gende jaren dezelfde gemoedelijke
samenwerking mochten brengen.
De heer P. Bruin en de heer
Heynis dankten de raad voor het in
hun gestelde vertrouwen.
Nadat nog een begrotingswijziging
was goedgekeurd, sloot Burgemees
ter Dalenberg de vergadering, die
niet meer dan 10 minuten in geslag
nam,
len. Het gekke is, dat het bij zo'n
gletscher, als het goed weer is dan
altijd, helemaal niet koud is. We ge
noten volop van alles en er werden
vele foto's gemaakt, o.a. een van de
gehele groep, op en voor de gletscher
staand.
Intussen was het al te laat gewor
den om nog door te gaan naar de
Sustenpas, het hoogste gedeelte van
'de Sustenstraatweg en de grens tus
sen de kantons Berner Oberland en
Uri, zodat we weer op de terugweg
•gingen. Bij Hotel Steingletscher wer
den nog wat souvenirs en ansicht
kaarten gekocht, hoewel alles er
schreeuwend duur was. Een deel van
de groep ging in marstempo omlaag
en legde de weg, waarover we heen
meer dan 2 uur hadden gedaan, in
1 uur en 20 minuten af.
In Obermad
Na het eten gingen we weer wat in
de omgeving ronddwalen en verzeilden
zo in het dorpje Obermad. Hier stond,
behalve enige boerderijen, het Hotel
en Gastwirtschaft Alpenrose. Zo tegen
donker worden kon men daar in het
gezellige houten sousterrain bijna onze
hele groep verzameld vinden, genie
tend van de „Süszmost", een drank
ongeveer overeenkomend met ons Ne
derlandse appelsap.
We bleven er zo tot bedtijd hangen,
een praatje makend met de inwo
ners, die er hun biertje zaten te
drinken en luisterend naar de kra
kende luidspreker, waar Zwitserse
volkszang uit klonk. De Gastwirt
schaft Alpenrose had ons hart ge
stolen, dank zij de gemoedelijke sfeer,
die er heerste, waardoor, wij ons er
volledig thuisvoelden.
De volgende morgen bleek de heer
Kruit weer aanwezig te zijn. Hij was
„even" met de auto naar Maastricht
geweest, was Zondagmiddag 4 uur
nnet twee dochtertjes uit Holland ver
trokken, na de gehele nacht te heb
ben doorgereden, Maandagmorgen om
uur in Gadmen gearriveerd.
Voor deze laatste dag was een tocht
naar de Wendenalp uitgestippeld, een
plaats waar bijna nooit een tourist
komt en daardoor erg rustig, maar
niet minder mooi. De heer Kruit ging
met ons mee. Dit is ongetwijfeld de
mooiste dag van ons verblijf in Zwit
serland geworden. Het weer hield zich
uitstekend. Langs een smal paadje
trokken we in ganzenmars omhoog uit
het Gadmental, de heer Kruit, beladen
met een rugzak vol brood, voorop. On
derweg werd wat hout gesprokkeld,
voor het koffie zetten. Bij Alp Wen
den sloegen we ons bivak op. Verder
in het dal liep een flinke kudde koeien,
de gezamenlijke veestapel van de boe
ren uit Gadmen en Obermad. Ze wer
den verzorgd door een aantal „Sen-
nen", als het ware Zwitserse cowboys,
maar met veel minder kouwe drukte,
die gedurende de zomer in een tien
tal gebouwtjes bivakkeerden.
In de alpenhut
Er werd koffie gezet en brood ge
geten en daarop gingen we een be
zoek afleggen bij onze buren, de
Sennen. Rustige mensen waren het,
die ons kalm in hun behuizing lieten
•grasduinen, zodat we alles goed kon
den bekijken. Het was heel interessant
om de primitieve inrichting van zo'n
alpenhut eens in ogenschouw te ne
men, maar we waren toch weer blij
toen we in de frisse lucht kwamen.
Achter de hutten kwam een beekje
van de rotsen afhuppelen en een stuk
hoger zagen we het wit van een kleine
gletscher tegen de rotsen afsteken.
Het gletscherijs trok ons aan en dus
•ging het omhoog. Een pad was er niet
te vinden en dus volgden we de weg
die ons het beste leek. Geweldig steil
ging het omhoog en na een flinke
klauterpartij bereikten we ons doel.
De gletscher bleek van onder hol te
zijn en het water van het beekje
kwam a.h.w. uit een poort omlaag
stromen. Het bleek mogelijk om
langs de gletschermorane (opgestuwd
puin aan de zijbenen van de gletscher)
nog hoger te gaan, maar de meestan
vonden het zo al mooi genoeg. Met
de heer Kruit gingen nog 8 personen
mee omhoog, n.1. 2 meisjes (hulde!)
en 6 jongens, opweg naar de nieuwe
sneeuw, die nog enige honderden me
ters hoger in de zon lag te blinken.
Het werd de mooiste, maar ook de
moeilijkste klimpartij, die we tot nog
toe hadden gemaakt. Hijgend en
transpirerend zochten we, steunend op
onze bergstokken* over de losse ste.-
nen een weg naar boven. Na om twee
hoge rotspunten heen geklauterd te
zijn klommen we nog steeds verder,
totdat ons de weg Werd versperd door
een rotswand die nog enige honderden
meters loodrecht boven ons uitstak.
De heer Kruit filmde ons terwijl we
zwoegend de laatste meters overwon
nen. Daar, op ongeveer 2700 meter,
zochten we een zacht plekje om wat
bij te komen van het geklauter. Onze
moeite werd beloond door een prach
tig vergezicht. Diep beneden ons lagen
de hutten, vanwaar we gestart wa
ren.
Eeuwige sneeuw
Aan de overkant keken we uit op
de met eeuwige sneeuw bedekte berg
toppen. Het beviel C&s daarboven best
en we zagen eigenlijk een beetje te
gen de afdaling op. De tijd draaide
echter en dus vertrokken we, eerst
aarzelend en schrikkend van elke
steen, die naar benéden ratelde, maar
later met meer moed, weer omlaag.
Onze penningmeester werd het af en
toe te" bar en dan liet hij zich op
de zolder van z'n broek naar beneden
zakken. De gevolgen bleven niet uit:
een vuil en gescheurd kledingstuk,
hilariteit bij de anderen en een pracht
foto! De afdaling verliep snel. Onder
aan de gletscher gèkomen, bleken de
anderen ons reeds Vooruit te zijn ge
gaan. De heer Kruit zette ons eerst
nog met z'n achten, op de foto, want
we waren niet weinig trots op ons
zelf.
Bij de verdere afdaling kwamen
we nog in een uitgestrekt bosbessen
veld terecht, waarvoor natuurlijk ge-
stopt werd. Met blauwe lippen kwa
men we beneden aan, waar de an
deren ons bij de alpenhutten tege
moet kwamen. Zij hadden onderweg
nog een valpartij gehad. Een van de
dames gleed uit en,- rolde omlaag. Zij
werd echter in hai^. vaart gestuit
door een ander Ik^.ian het zwakke
geslacht, die de tegenwoordigheid
van geest had zich met voeten en
bergstok schrap te zetten en zo erger
voorkwam. Met een paar schaaf
wond] es en een flinke schrik liep dit
ongeluk nog goed af.
Bij de alpenhutten hadden we een
vermakelijk intermezzo. We liepen
langs een paadje toen er een obsta
kel voor ons opdoemde in de vorm
van een goedmoedige Zwitserse koe.
Aan de ene kant van het pad was
een hut en daar was passage uitge
sloten, aan de andere kant lag een
flinke mesthoop, maar als je je aan
het koebeest steunde, kon je er net
langs. Een paar van ons waren er al
gepasseerd, maar toen een van de
dames een doorbraak wilde forceren,
deed de koe een stap voorwaarts en
met één been en de bergstok zakte
het slachtoffer in de mest, tot het
grote leedvermaak van de anderen.
Gelukkig nam ze het zelf ook ge
moedelijk op.
Spoedig daarop gingen we weer
op de terugweg, de onvermoeibare
Kruit voorop en bereikten zonder
verdere incidenten Hotel Baren.
Aflossing.
Tijdens hot eten arriveerde de Naco-
bus met de groep, die ons kwam af
lossen. Het bleken leerlingen te zijn
van de Mulo-scholen uit Zaandam en
Zaandijk. Onze tijd zat er bijna op.
Er werden nog wat inkopen gedaan
voor de terugweg en degenen, die
toen nog franken over hadden, trok
ken naar het Alpenroosje, om het
laatste geld om te zetten in Süsz
most en sigaretten. Tot grote hilari
teit van de Zwitsers werden de por-
temonnaie's op tafel omgekeerd en
de schade opgenomen. Elk geld
stukje werd bekeken, want verschil
lende muntstukken leken veel op
elkaar. Af en toe ging er een hoe
raatje op, omdat er nog een halve
francstuk tussen het kleine geld
werd gevonden. De waard van Al
penrose bleek er ook nog speciale
Zondagtarieven op na te houden,
want voor een liters fles hadden we
Zondag fr. 1.60 betaald en nu was
het maar fr. 1.30, zodat er nog een
foei voor het vriendelijke dienstertje
kon overschieten en we een royale
indruk achterlieten.
's Avonds op de slaapzaal was een
ieder in een uitbundige stemming en
er werd flink gelachen; maar zo
tegen een uur of elf werd het rustig.
Dinsdagmorgen waren we al vroeg
uit de veren en sjouwden de plunje-
zakken naar de bus. De heer Kruit
was hij ons galgenmaal niet aanwe
zig, omdat hij te vermoeid was en
dat was geen wonder. Onze voorzit
ster verzocht aan rnevr. Kruit Jr. de
dank van ons allen aan haar man
over te brengen voor de prachtige
BIJNA VERDRONKEN
Door de lichten van een auto
verblind reed H. D. uit de
Beemster Zondagavond met de
fiets aan de Volgerweg in de
moddersloot. Van onder tot bo
ven onder de bagger wist hij
weer op de kant te kruipen en
begon daar hardop te snikken,
daar nu zijn enigste beste pak
volgens hem niet meer te dragen
was. Een voorbijganger wist raad
en zei: „Man, lach er om, ga er
mee naar „De Pauw", Gouw 4,
Purmerend, daar maken ze het
weer als niéuw en als je het
Dinsdags brengt bezorgen ze
het voor de Zondag weer thuis.
(Adv.)
dagen, die we hadden genoten en we
besloten haar woorden met een, van
wege het vroege uur zachtjes uitge
sproken, maar daarom niet minder
gemeend, driewerf hoera op de fami
lie Kruit.
Huistoe.
We klommen de bussen in en daar
gingen we richting Nederland. In In-
rertkirchen stopten we voor een
laatste afscheid aan mevr. Kruit Sr.
Hier sloot ook de bus, bezet met de
A-ploeg, zich weer bij ons aan en na
een kort oponthoud vertrokken we.
De reis voerde ons weer langs de
zelfde punten als de heenweg. Onze
chauffeurs, Ome Janus en Ome Cet-
rit5 gaven de bussen een flinke
snelheid en zo bereikten we al spoe
dig na een vlotte reis Bazel, waar
we nog een uur gelegenheid kregen
om de s:-ad te bekijken. Bazel .vas
wel mooi, maar doordat we geen
franc meer od zak haacien, was ei
weinig aardigheid aar.. Aan de grens
ondervonden we werig moeilijk
heden en zo reden we al spoeuig
Frankrijk binnen. Td weerziens
Zwitserland!
De zon brandde iel en het werd
smoorheet in de bussor. In de Voge
zen werd weer kothe gezet en daar
op ging het weer verder. We vonden
de Vogezen nog wel mooi, maar we
waren het er allen ever eens, dat het
landschap er niet Ver: halen bij
Zwitserland. De tocht duurde la-ig
die dag en door ie hitte deed de
vermoeidheid zich g^Ieer.
In Thionville werd nog gestopt om
om brood te kopen voor de volgende
dag. Bij de FransLuxemburgse
grens hadden we vrijwel geen opont
houd, maar het was toch al donker
toen we de stad Mersch bereikten.
Het eten in Hotel Schab ourg was al
klaar, maar niet zo smakelijk als op
de heenreis. We zaten al weer spoe
dig in de bussen voor het laatste tra
ject MerschHollenfels, dat na een
goed kwartier was afgelegd. Na ons
te hebben verfrist, lagen we al
spoedig onder de wol.
Geen douanen
De volgende morgen vroeg werd de
reis naar ons kikkerlandje voortgezet.
We waren allemaal flink uitgerust en
het was gelukkig niet zo warm. We
verlieten Luxemburg nu aan de
Noordzijde en vonden zowel aan de
Luxemburgse als aan de Belgische
grens wel een douanepost, maar geen
douanen, zodat we er hier al heel ge
makkelijk afkwamen. We reden door
het dal van het riviertje de Salm naar
Verviers en bereikten toen al spoedig
de BelgischNederlandse grens, bij
Eysden. De Belgen hielden ons niet
op, maar op vaderlandse bodem moes
ten we allen de bus uit om onze pas
sen te laten zien. In de tussentijd
grasduinde een douanebeambte in onze
tassen en een plunjezak, maar vond
niets van zijn gading en we konden
alweer spoedig verder. In Maastricht
tankten de bussen en stapte de eerste
reisgenoot uit. In Roermondhielden
we halt en kregen de gelegenheid om
de stad in te gaan. Velen kochten er
witte kadetjes, want het Zwitserse en
Franse bruine brood was over het
algemeen niet bemind. We vervolgden
de reis over Venlo, leverden een duel
in snelheid met een Deense bus, dat
we glansrijk wonnen, en verder over
Nijmegen en Arnhem. Tussen Arnhem
en Ede werd nog eens gerust en hei
geplukt. Daarna begonnen we aan de
laatste étappe. In Amersfoort raakten
we weer twee reisgenoten kwijt. Am
sterdam leverde meer dan een half
uur oponthoud op bij de pont. In II-
pendam stapten nog een paar lieden
uit en in Purmerend en Zuid-Oost-
Beemster weer. Omstreeks half zes
reden de bussen Midden-Beemster
binnen. Velen stonden ons al op te
wachten en er werden aan alle kanten
handen geschud. Hier vielen de groe
pen geheel uit elkaar. De Buurters
sukkelden met hun plunjezakken op
de schouder naar huis. Eén bus reed
over de Noord-Beemster en de ander
ging via De Rijp op Schagen aan.
Onze vacantie zat er op!
Ten volle geslaagd.
Tot slot nog een wcord in het al
gemeen. Deze vaci'it>e-ocht kan on
omwonden ten volle ge -aagd worden
genoemd. Dit is voor een groot deel
te danken aan de prettige geest, die
er onder de deelnemers heerste. De
leiding van de A-ploeg lag in han
den van de onderwijzers van de Ulo,
die van de B-ploeg van het bestuur
van DUV. Geen enkele reisgenoot zal
echter d :e leiding als een beper
king van zijn vrijheid hebben ge
voeld. Er is in deze tien dagen geen
enkel incident geweest en dat was
zowel voor de leiders, als voor ons
allen buitengewoon prettig.
Verder hebben we wel heel veel te
danken aan de Reisorganisatie Kruit.
Zij heeft ons voor weinig geld een
prachtige vacantie bezorgd, een va
cantie, die velen van ons anders
nooit hadden kunnen genieten. De
2orgen, die de familie Kruit in Zwit
serland aan ons heeft besteed, heb
ben ons allen diep getroffen. Alles
was altijd tot in de puntjes geregeld.
De slaapplaatsen waren netjes en
bovenal gezellig. Het eten was altijd
uitstekend en dat het ons altijd goed
heeft gesmaakt, blijkt uit het feit,
dat wij, van alle groepen, die er
reeds waren geweest, het meeste
hebben gegeten. Of we dit als een
compliment moeten beschouwen, zul
len we maar in het midden laten
Voor alle dagen waren prachtige
tochten uitgestippeld en als we al
critiek mochten hebben, dan moest
het al zijn, dat we teveel hebben ge
zien en alle indrukken niet konden
verwerken.
Reisgenoten en verdere lezers,
myhi verhaal is ten einde en ik hoop,
dat U het met evenveel genoegen
heeft gelezen, als ik het heb geschre
ven. Tot de reisgenoten dan: tot
weerziens op de „foto-avond" op 10
September a.s.
DE VLAGGEN UIT
PURMEREND. Breek met de oude
sleur en laat Purmerend op 15, 16 en
17 September er recht feestelijk uit
zien.
NIEUWE ZAAK
PURMEREND. In het perceel Gouw
zal de heer C. Machielsen een zaak
openen in antiquiteiten e.d.
Een Beemsterling
tekenaar en filmacteur
in Engeland
Over onze jonge plaatsgenoot
Henk Tol, momenteel vertoe
vende te Falmouth in Zuid-
Engeland, treffen we het vol
gende bericht aan in het En
gelse „Cornish Echo":
Schilderingen van een jon
ge Nederl. kunstschilder.
Vele mensen, die vorige week
de Can Make It and Sell It
tentoonstelling van Falmouth
en West-Cornwall bezocht heb
ben in het D.C.L.I. Drill Ge
bouw werden getroffen door de
prachtige kleine schilderingen
op de tropische vissenbak en
ook op de muren van de lunch
room.
Deze schilderingen, kwam
een verslaggever van de „Cor-
nish Echo" te weten, zijn het
werk van een zeer talentvolle
achttienjarige Nederlandse jon
gen, Henk Tol, die op 't ogen
blik met vacantie in Falmouth
is en logeert bij de heer en
mevr. A. E. Hillman op het
Dracaena Plein.
Henk heeft niet zijn be
kwaamheid in humoristisch en
kunstzinnig werk reeds een
waardevol diploma in Neder
land behaald en het hotel St.
Michael heeft hem opgedragen
wandschilderingen voor hen te
vervaardigen. Hij is van plan
met kunstschilderen door te
gaan.
In de Walt Disney film „Het
Schatten Eiland" van Steven-
son, waarvan de opnamen ge
schieden in de omstreken van
Falmouth en op zee, vervullen
Henk Tol en zijn Engelse pleeg-
broer Terry Hillman beiden een
rol. Ze zijn zeerover op het
piratenschip de „Hispaniola".