Bekendmaking. DRIEKONINGEN Ons Vogeihoekje Nieuws uit De Beemster. "0-i IM, ABONNEMENTEN: 75 cent per kwartaal bij vooruitbetaling, franco per post 3.40 per jaar pltis incassokosten. Losse nrs. 6 cent. Jliftycv C ADVERTENTIES: 8 cent per millimeter. Bij contract lagere tarieven. Bewijsnummers gratis. Bureau: Boekhandel Hoogcarspel, De Rijp. voor De Rijp, Graft, Noordeinde, Oost- en West-Graftdijk, Zuid-Schermer en Noord-Schermer, Schermerhorn, Beemster en omstreken 39e JAARGANG No. 53 6 JANUARI 1950 VERSCHIJNT VRIJDAGS Voor 3 maanden terug deden wij de mededeling, dat wij zouden trachten de Beemster en de Rijp met omgeving een weekblad te verstrekken, waarin vooral het plaatselijk nieuws behandeld zou worden. Daarvoor waren van de eerste tot de laatste regel vele correspondenten aan het werk. Het bleek ons, dat de interesse der gemeentenaren echter minder was dan mocht worden verwacht. Nu is het altijd verkeerd om goed geld naar kwaad geld te gooien en het is beter een operatie te verrichten dan een gezwel te laten doorzetten. Of wij het nu zijn of aanstonds een ander, het maakt niet veel uit, maar zoals de burgerij zich heeft laten zien in dit kwartaal, staat het wel vast dat deze beide plaatselijke bladen wel moeten verdwijnen. Dat is jammer, want ze hadden kunnen medehelpen aan een binding der gemeenten, die beide zoveel gemeenschappelijke belangen hebben. Daarvoor was echter nodig geweest, dat niet enkelen zich voor de bladen inspanden wij danken met name de heer AND. TOL voor zijn onverpoosde arbeid maar dat de gehéle gemeente zich er achter had geschaard. Dat mocht niet zo zijn en daarom zetten wij de uitgave met dit nr. stop. Wij hebben dat niet op Oudejaars avond willen doen dat was er zo'n akelige tijd voor, maar nu wij het nieuwe jaar weer zijn ingegaan, moeten wij de toestand toch nuchter bekijken. De doodsklok over de „Drie Meren" en de „Rijper Courant" luidt; het spijt ons, dat wij het moesten zijn, die daarvoor de opdrachtgevers waren. DE UITG. Een belangrijke folkloristische hoogtijdag: Het Driekoningenfeest herinnert aan het bezoek der Wijzen uit het Oosten aan de stal van Bethlehem, waar zij de geboren Koning hulde gaan brengen. Dit feest behoort wel tot een van de meest vreugdevolle hoogtijdagen en de vrolijkheid bepaalde zich niet tot de ge wone boer en burger, maar heerste ook aan het hof van de vorsten. De kerken stroomden eertijds vol om de plechtige ceremoniën, die op dit feest plaats hadden. Voor het hoogaltaar zat een vrouw, Maria voorstellend. Rond haar stonden vier mannen, de schouders bedekt met kleurige doeken. Telkens bliezen ze op schalmeien, terwijl de op het orgel staan de „engelen" het „Gloria in excelsis Deo" aanhieven. De vier mannen stelden de herders voor. Op een bepaald moment werd de deur geopend, waarna drie, als koningen ver klede ruiters, binnenreden. Een langs het kerkgewelf voortschuivende stralende ster wees de „Wijzen" de weg naar het koor, naar „Maria", de devote vrouw, met het kindeke op haar schoot. Alvorens de „Wijzen" binnenreden, hadden ze eerst een gesprek gehad met de -koster, die Herodes voorstelde. Op Driekoningen had in de kerk ook de bediening van de H. Doop plaats, daar deze dag ook de gedenkdag van Jezus' doop was. Het doopwater was geheiligd door er een kruis in te dompelen. Later be sproeide men met dit „heilig" water de mensen, de woningen, de velden, de bo men Deze laatste zouden dan onge twijfeld veel vruchten schenken! Zelfs op het onherbergzame eiland Nova-Zembla, waar de Hollandse zeelie den in de 16e eeuw de barre winter door brachten, werd het Driekoningenfeest niet vergeten en bakten de matrozen de bekende bonenkoek, waarin een boon werd verborgen. Elk kreeg een deel van de koek en hij, die de boon aantrof in zijn stuk. werd die avond „Koning", „Boonkoning". De boon speelde vroeger altijd een grote rol bij stemmen of loten. Moesten b.v. te Hoorn keurmannen gekozen wor den, d.w.z. personen, aan wie de keuze van burgemeester of schepenen was op gedragen, dan werden in een zak zwarte en witte bonen gedaan en mochten de candidaten er een boon uithalen. Trof men een zwarte, dan was men keurman. Zo werd met Driekoningen ook wel de „koning" of „koningin" gekozen. Deze werden gekroond en een scepter in de hand gegeven. Onder gejuich werden ze daarna rondgedragen. Van de kerk naar de straat. Uit de kerken, van het gewelf, ver dween in later eeuw de Driekoningenster, maar op de straat bleef z;e gehandhaafd. Tot op de huidige dag herinneren de processies der jongelui, die ..Zingen met de ster", aan de vrolijke Driekoningen feesten van weleer, waarop Balt.hazar, de koning van Gondolië en Saba, Caspar, de koning van Tarsus, en Melchior, de ko ning van Oriënt, de hoofdpersonen wa ren. Ook thans lopen ze nog mee, gesym boliseerd door verklede jongens. Luid klinkt het: „We komen hierheen met onze sterre, Wij zoeken Herodes, wij hebben zo gerre, Wij kwamen al voor Herodes' deur, Herodes, de koning, kwam zelve veur, Herodes, de koning, sprak met een vals hart, Wel sterre, gij moet er zo stille niet staan, Gij moet er met ons naar Bethlehem gaan, Naar Bethlehem, die schone stad!" Zo zingen ze hun deuntje. Ze kloppen aan de deuren der woningen en incasse ren er hun geldstukjes, die ze eerlijk samen moeten delen, wat nogal eens tot kibbelpartijtjes aanleiding geeft, maar spoedig stappen ze weer voort, om de Heer te „zoeken". Niet altijd blijft het Driekoningen- in zijn „oorspronkelijke" vorm gehand haafd. Soms wordt er een nieuw element aan toegevoegd of voorval ingeweven, als in: „Ze (de Driekoningen) kwamen al veur een bakkerij, Daar kochten ze een koek en ze stolen er drij; Ze kwamen al aan een beenhouwerij: Vlaamse Gaai. (Oagrulus glandarius.) N<Fl8. Deze bonte, luidruchtige klant komen we de laatste tijd in de Beemster vrij veel tegen. In kleine troepjes trekken de ze mooie vogels die in de broedtijd ge duchte eierenrovers zijn door de polder. In de bomen en tuinen van de „buurt" zijn ze de laatste dagen steeds te vinden. Ze schreeuwen elkander voortdurend toe met 'n krijsend „schrèèè". En als we, op dit geluid afgaand, even goed opletten, zullen we de forse vogels, die bovendien opvallend getekend zijn, spoedig in de ga ten hebben. Probeer de Vlaamse Gaai eens te on derscheiden in de bonte mengeling van stand- en trekvogels die de Beemster be volken, het is de moeite waard. Zijn sig nalement is: Paarsbruin lichaam, met een witte stuit en zwarte staart en een helder blauwe vlek op de vleugels. Ze kochten een worst en karmenij; Ze kwamen al op een boerderij: Ze kusten de meid en de boer stond er bij!" of: „Drie koningen, drie, Drie koningen, drie, Mijn moeder hét geen spie. Kaarsjes springen. Een aardig spel, na de Ster-processie, was het z.g. „kaarsjes-springen", waarbij de lichtjes in turven op de grond werden geplaatst. Soms waren er drie, soms ook zes kaarsen. De deelnemers moesten er overheen springen, zonder de lichtjes te doven of om te werpen. Het middelste kaarsje werd zwart ge maakt, wat herinnerde aan één der Wij zen, Melchior de Moor. Terwijl de sprongen werden gemaakt, klonk het: „Kaarsjes, kaarsjes, drie aan drie Springen wij er over heen. Al wie daar niet over kan, Die en weet er niemendal van." Burgerlijke Stand. (B) Geboren: Arend, z. v. H. Lunenborg en G. Swarts. Getrouwd: Cornelis Zeekant, 33 j. en Jantje Stolp, 28 j. Overleden: Nicolaas Visser, 63 j., echt genoot van S. Jonker. Bonte avond van „Beemster Ruiters". (B) Zondag 8 Januari geeft de landelijke rijvereniging „De Beemster Ruiters" haar jaarlijkse bonte avond in het Heerenhuis te Midden-Beemster. Met een gevarieerd programma hoopt zij donateurs en be langstellenden een prettige avond te be zorgen. En gezien de krachten, die er aan medewerken, zal dat wel gelukken ook. Allereerst het Graftdijker accordeon orkest onder leiding van Ger Hop. Dan Lobke en Janny, in de Beemster muziek wereld bekend als „de zingende nichtjes" en verder zullen de Beemster Ruiters en de l.r. „Beyaert" uit de Purmer met to neel en zang een aantrekkelijk program ma voor het voetlicht brengen. Er is dus voor een ieder wat te genieten. Donateurs hebben natuurlijk reductie op de entrée- prijs. Een dozijn huisjes onbewoonbaar. (B) Uitbreiden is ruim baan maken voor bepaalde dingen en dan kan het gebeu ren, dat er iets in de weg staat. Soms staat er veel in de weg. Nu klinkt het vreemd, dat in een tijd van woningnood er opeens 'n dozijn huisjes onbewoonbaar wordt gemaakt en gesloopt. Dit gebeurt momenteel op het uitbrei dingsterrein van de Beemster. Een ganse villawijk verdwijnt. Poëtische en prozaï sche namen staan er op de verschillende gebouwen te lezen. Eigenlijk zijn 't meer dagelijkse weekend-huisjes. „No. 100", ,,'t Huisje", Tante Meijer", „De Rust- hoeve", enz., enz. Hoe moet dat nu?, zult u zeggen en vragen de tijdelijke en geabonneerde be woners. Wel, misschien is het een tip voor het gemeentebestuur. Het leger had daar altijd een radikale oplossing voor. Men bouwde eenvoudig een latrine. Een bijzonder geslaagd democratisch bouwsel. Zo ver wij weten is er geen octrooi op. In deze benauwde situatie kan het de oplossing zijn. Te water gereden. (B) In de nacht van Zondag op Maan dag raakte de heer Brommersma aan de Middenweg tegenover de woning van kapper De Vries met zijn auto te water. Door het verbrijzelen van een ruit kon de heer Brommersma uit zijn wagen ko men, hetgeen hem op een fikse snijwond kwam te staan, die door de dokter ge kramd moest worden. De auto zelf werd Maandagmorgen door een kraanwagen van de garage Kommerkamp uit Purmer- end op het droge getrokken en had, be halve een paar kapotte ramen, weinig schade opgelopen van dit nachtelijk avontuur. Coöperatie-cursus. B) Bij de landbouwcoöperaties in onze omgeving bestaat het plan een coöperatie cursus te organiseren van 4 of 5 midda gen, telkens op een vaste dag in de week. De cursus zal gehouden worden in Januari of begin Februari te Midden-Beemster. Voor onderwerpen voor deze middagen kan een keus gedaan worden uit de vol gende: Zuivelcoöperatie, Aankoopcoöpe ratie, Boerenleenbankwezen, Onderling Boerenverzekeringsfonds, Kunstmatige inseminatie*, Landbouwwerktuigencoöpe raties, of mogelijk enkele andere op coöperatief terrein, waarvoor u belang stelling hebt. Tot slot zal een film worden gedraaid. Voor de deelnemers zijn aan deze cur sus geen kosten verbonden. Vorig jaar zijn op enkele andere plaat sen dergelijke -cursussen gehouden, die door de deelnemers met zeer veel aan dacht zijn gevolgd. Het belang van een coöperatie-cursus hoeft nauwelijks te worden betoogd. De boeren hebben het middel coöperatie aan gegrepen om hun belangen te dienen. Dat dit middel een uitstekend middel geweest is en nog is, is duidelijk genoeg gebleken. Nu is het voor het juist func tioneren van de coöperatieve organisaties beslist noodzakelijk, dat zij gedragen en uiteindelijk bestuurd worden door de boe ren zelf. „De boer moet zelf de leiding hebben." Maar dan is het ook nodig, dat de boeren inzicht hebben, zowel in de opbouw en samenstelling van de coöpe ratieve organisatie als in de vraagstuk ken, die er in die organisaties aan de orde zijn. De ouderen hebben de gehele groei van de coöperaties meegemaakt. De jon geren moet döor voorlichting inzicht in dezen bijgebracht worden. Er is tegen woordig veel te doen over rationalisatie van het coöperatief apparaat. De leden van vele coöperatieve verenigingen ko men in de nabije toekomst voor verstrek kende en moeilijke beslissingen te staan. Het is dan van veel belang, dat dan voor al de jongeren de vraagstukken zo goed mogelijk kunnen overzien, opdat zij zich zelf een oordeel kunnen vormen. Tenslot te zullen zij de gevolgen van de beslis singen hebben te dragen. Natuurlijk is deze cursus pok en voor al bedoeld voor diegenen, die niet lid zijn of zelfs geheel buiten de coöperaties staan. Men verplicht zich tot niets door aan deze cursus deel te nemen en men benut een mooie gelegenheid om zich op de hoogte te stellen van al wat er in de coöperaties leeft. Rimboekist 139. (B) Onderstaand schrijven, van een soldaat op een buitenpost in Indonesië, is een reactie op het ontvangen van de, mede door het Niwin-Comité Beemster, geschonken rimboekist 139: AFSCHRIFT. Aan Centraal Bureau NIWIN Koninginnegracht 26 's-Gravenhage. Ik vind het werkelijk erg moeilijk om deze brief te schrijven, want wat kan en moet ik pennen om u daar in Holland enigszins duidelijk te kunnen maken, wat voor een verrassing en welk een gewel dige vreugde U ons hier op Post Dawar- blandong bezorgd hebt, door ons de Rim boekist 139 te zenden. Nogmaals, ik vind het een moeiliike opgaaf, want ik ben bang, dat ik niet in staat zal zijn om onze grote dank in deze brief tot uiting te brengen. Toch zal ik het proberen! Op enige maanden na, zitten we nu drie jaar in Indonesië. Van die drie jaar hebben we het overgrote deel op de bui tenposten doorgebracht, vaak zonder enige ontspanning. Vanzelfsprekend deed onze welzijnsverzorgingsofficier steeds zijn uiterste best om elke post zoveel mogelijk van het zo nodige ontspannings materiaal te voorzien. Helaas lukte hem dat niet altijd, omdat de riemen waar hij mee moest roeien maar al te vaak zoek waren. Deze post Dawarblandong, waar we nu dan zitten, was wel een van de een zaamste en vervelendste posten van ons gehele verblijf hier in dit land, ontspan ningsmateriaal was er weer eens niet totdat, op een heel goede morgen een jeep plus aanhangwagentje de Post bin nenreed. Onze W.O. stapte uit en vroeg heel ge woontjes of we zo goed wilden zijn om even „dat kistje" uit de aanhanger te halen. We stapten, van niets bewust, naar het wagentje om eerst eens te kijken of het bedoelde kistje niet te zwaar voor ons, tere soldaten zou zijn. Enfin we keken, keken nog eens, wre ven onze ogen eens goed uit en keken daarna nog eens heel goed. En ja het stond er werkelijk heel dui delijk: „Bestemd voor Post Dawarblan dong" Een Rimboekist!!! Waarschijnlijk keken we nog steeds erg ongelovig (we geloven niet zo erg meer aan sprookjes) want onze W.O. zei ten minste: „Ja, ga je gang maar, hij is wer kelijk voor jullie." Toen het eindelijk tot ons doordrong, dat het geen gezichtsbedrog was, waren er geen handen te kort, maar wel veel te veel om de kist zo gauw mogelijk uit de wagen te hijsen. Ik, als Postcomm. kreeg de sleutels van de W.O. en mocht als eerste de kist ope nen. Ik had er werkelijk enige moeite mee, want, ik was net zo opgewonden als de rest van de jongens, zodat ik het sleutel gat van het hangslot niet direct kon vin den. Eindelijk had ik hem open en kon den wij ons letterlijk vergapen aan de voor ons zo kostbare inhoud. Ik behoef die inhoud natuurlijk hier niet neer te schrijven, het was ons trou wens op dat moment veel te veel om op te noemen. De zaak werd vanzelfsprekend diezelfde dag nog door ons ingewijd. We waren, ik geef het graag toe, pre cies een stel kleine kinderen, want als er één b.v. aan het volleyballen was en hij zag anderen bezig met Badminton, mono polie of een partijtje trappen met „die machtige knoert" van een voetbal, dan moest hij net als een kleine jongen dat ook eerst doen. Maar niet alleen de eerste dag werd er zo druk gebruik van „de kist" gemaakt, als we maar even vrij zijn, worden de spullen uit de kist gehaald en er wordt gevoetbald of iets dergelijks en 's avonds bij de prachtlamp komen het monopolie, het voetbalspel, de kaarten of „Hoe is de stand Mieke", aan de beurt. U ziet het, „verveling is er niet meer bij," daar hebben we nu geen tijd meer voor. Enfin, we zijn niet blij met de Rimboe kist, maar wel.(en hier zou ik een sol datenuitdrukking moeten schrijven, die 'hij bezigt als hij ergens „weg van is", doch die ik door puntjes heb vervangen, je kunt tenslotte niet alles schrijven). Maar laat ik eindigen. Ik hoop, dat u uit deze brief, begrepen zult hebben, dat we uiterst dankbaar zijn. „NIWIN, van harte bedankt." Drie hocra'tjes voor alle Nederlanders, die door hun gaven „de Rimboekistenactie" hebben gefickstü De Postcomm. van Dawarblandong w.g. Sgt. G. F. S. Bouman. Onderdeel: 2-3-5-R.I. Vpk. SOERABAIA. B. F. C.-nieuws. (B) Van j.1. Zondag valt er niets te ver melden, daar de gehele voetbalcompetitie vrijwel stil lag. Wij richten dus onze blik ken op de komende Zondag en zien dat voor de derde maal is vastgesteld de ont moeting van ons eerste elftal tegen P. S. C. K. van Zaandam. De Zaandammers spelen een pittig spelletje en het zal voor onze jongens niet meevallen om Hooy- schuur c.s. met lege handen huiswaarts te doen keren. Het tweede gaat op bezoek naar Purmer- end 4 en moet in staat zijn om de punten mee naar de Buurt te nemen. Het zou ons tegen vallen als de P'ers roet in 't eten gooiden. Maar ja, je kunt nooit weten. Daarom, B'ers, let op uw saeck! B. F. C. 3 ontvangt de Broeker reserves en is vast besloten om tenminste één punt in de wacht te slepen. De nederlaag in Broek in Waterland geleden zit hun nog dusdanig dwars, dat wij wel op een ver rassing mogen rekenen. B'ers, veel succes. De tijden van aanvang en vertrek voor a.s. Zondag zijn als volgt: Aanvang 10 uur v.m.: B. F. C. 3Br. in Waterland 2. Aanvang 12 uur: Purmerend 4B. F. C. 2, vertrek 11 uur v.m. per fiets. Aanvang IN DE REGEN. Door LIES HELGERS. De regen klettert op het dak, Maakt plasjes op de grond. Alles is nu even nat Overal in 't rond. Maar onder de grote paraplu Daar zitten Trui en Stien! Zij blijven samen helemaal droog Dat kan je zo wel zien. Ze vinden regen heus niet erg Ze vinden 't zelfs wel fijn! Vooral als je in de regen bent En toch niet nat kunt zijn! De kippen uit het kippenhok Die kwamen bij hen staan. Zij houden niet van de regen, hoor! Zij kijken of 't over zal gaan. Maar Trui en Stientje zingen saam Een aardig, vrolijk lied Al regent het de hele dag door Hén deert het lekker niet!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Rijper Courant | 1950 | | pagina 1