Dépot van Hoeden en Petten. NIEUWSTE MODELLEN MENGELWERK. INGEZONDEN STUKKEN. A U V ItT IvYTI i;\ De Ondcrgeteekende Dépothouder van de voornaamste HOEDE N- en P E T T E N-F ABRIKAXTEN geworden zijnde, is thans in staat gesteld zijne geëerde begunstigers tot billij ke prijzen eene BETERE KWALITEIT en de te kunnen leveren. Bij hem worden ook bestellingen aangenomen op CLAREXCE CHAPEAUX. Schagen. S- KEET- Contraul Her Brltsche en Indische ceden. De bekende dniUche reizigster Ida Pfeiffer, heeft onder den titel Tan Utizt eener vrouw om de wereld," een werk uitgegeven, waarin eene menigte Tan bijzonderheden Toorkomen aangaande de zeden der Engelschen en die der inboorlingen Tan Britlch Indie, welke ons treffen, en ons eenig bezef geven der rcrregaande Terbittering ran de laatsten. Wij zullen er alechts eenigen Tan mededeelen, en haar zelre laten spreken. »Vf j rerlielen Ceijlon met een stoomschip Tan 500 paardenkracht, de Kentinck. Laat in den avond kwam nog eene inlaudsche vrouw aan boord na et twee kinderen, /ij betaalde eene plaats op den 2en rang en men wees haar een somber Tertrekje aan niet Terre Tan den eersten rang. Bij ongeluk hoestte het joogste harer kinderen seer hevig, hetgeen den slaap eener rijke engelsche dame verstoor de welke ook een jongetje bij zich had. De orerdreTene liefde dezer dame voor haar kind maakte haar welligt bevreesd, dat die hoest soms besmettelijk komle zijn. /ij haast zich den kapitein te verzoeken, de arme moeder met hare kinderen naar boren op het verdek te zenden. Deze edelmoedige en medelijdende man aarzelt niet een oogenblik met aan haar verlangen te voldoen. Noch de dame, noch de kapitein dachten er aan, of deze ongelukkige rronw eene warme deken had om haar ziek kind tegen den regen te be schermen, die dikwijls vrij hevig was. Als het kind der Engelsche ziek geworden ware en men hadde haar in het midden van den nacht onder znlk een weder naar bui- tcn gejaagd dan had zij beter eene dergelijke behandeling kunnen beoordeelen Bijna zon men zich schamen tot eeoe klasse van men- achen te behooren die door zoogenaamde wilden en Heidenen in natuurlijke goedaardigheid en menschlievendheid worden overtrof fen. Geen wilde zou eene moeder met een ziek kind wegjagen; neen, hij zou beiden verzorgen. Slechts Europeanen in de christelijke godsdienst opgevoed, matigen zich het regt aan om naar willekeur met kleurlingen om te springen Het volgende had plaats in het stadje Nolara niet Tcrre van Kot- tah, de hoofdstad van het rijk Hadjpalan Een kreupele ezel, die zich met de grootste moeite voortsleepte, had verscheidene minuten noodig om de andere zijde eener straat te bereiken. Eenige mannen komen met hunne lastbeesten de straat af, houden op en wachten met het grootste geduld zonder eenig gelnid te doen hooren eu zonder zelfs de hand op te heffen om het arme dier zijne schreden te doen verhaasten. Vele inwoners komen uit hunne woningen om het beest eenig Toedsel toe te werpen; elk voorbijganger maakt terstond plaats voor hem. Die zachtaardigheid was waarlijk allertreffendst. In eenige groole steden van Indie zijn zelfs hospitalen opgcrigt voor oude of gebrekkige dieren, waar zij hun leven lang worden verzorgd. En die menschen noemt men barbaren Wij wenschtcn wel te weten wat daarvan in Engeland de •Maat schappij lot bescherming der dieren," zegt of denkt. Ziedaar slechts kleinigheden; maar zij geven welligt meer licht aangaande de oorzaken van den opstand dan de geleerdste staat kundige bespiegelingen. Aangaande eene reis van dertien dagen van Delhi naar Kottah zegt zg het volgende •Ik was zeer tevreden over mijne geleiders. Zoowel deze als de inboorlingen, bij welken ik mijnen intrek nam, hadden voor mij alle beleefdhedenwelke de gestrenge tooi schriften hunner godsdienst slechts veroorloofden. Ik bragt de nachten door in open tenten, en soms onder den vrijen hemel omringd door menschen uit de laagste volksklasse, en nooit werd ik beleedigd noch door woor den, noeh door dreigende gebaren. Nimmer is mij iets ontvreemd, en wanneer ik aan een kind eene beuzeling, een stuk brood, kaas ol iels dergelyks s honk trachtten terstond de ouders mij hunne- dankbaarheid te tooneo door mij iets anders te schenken of mij al lerlei kleine diensten te doen. Ach' moglen de Europeancu weten, boe gemakkelijk het is, die sachtzinnige kinderen der natnur door goedheid aan zich te verbinden 1 Maai zij willen ongelukkiglijk heerschen door geweld en behandelen hen met eene ruwe min achting Of de roem dien de Engelschen op hunne zendelingen dragen verdiend zij moge nit hel volgende verhaal van Ida Pfeiffer biük«: r r •mff In plaats van onder het volk te leven en iu hunnen arbeid, hunne vreugde en hunne amarteu deel te nemen, en hen 100 het christen dom te doen begrijpen en liefhebben, leren rij als de welgestelde lieden; hunne woningen tiju gemakkelijk ingerigteo met prachtige meubelen voorzien. Zij rusteu op zachte rustbanken, terwijl hunne vrouwen thee schenken en de kinderen lekkernijen snoepen. Hun leren is aangenamer en gelukkiger dan dal ran vele anderen; zij weten het zich zeer gemakkelijk te maken. Ik geloof niet, dat zij zóó het vertrouwen des volks zullen verwerven. Eene vreemde kleeding en een weelderig leven maken den afstand slechts grooter en boezemen eerder rrees en terughouding dan liefde en vertrouwen in. De zendelingen zeggen, dat zij alleen daardoor indruk kun nen maken en eerbied verwerven; doch het komt mij voor, dat slechts een edel gedrag eerbied verwerft, en dat men de menschen moet zoeken te winnen door deugd maar niet door ui terlijken glans Deze weinige bijzonderheden mogen voldoende zijn, om ons over dat schoone werk te doen oordeelen. NT ij hooren, dat het ook reeds in onze taal is overgebragt. ifjnheer de Redacteur Ofschoon ik over het algemeen liet twiztschrijven in openbare bladen afkeur, dewijl hel doorgaans meer verbittertdan verbe tert, aclit ik mij echter thans verpligt een enkel woord te rigten tot den heer A. den schrijver van het ingezonden stuk in uw vorig Kommer niet twijfelende of gij zult dat wel iu uw weekblad wil len op nemen Mijnheer A. Het is niet mijn voornemen uw schrijven te wederleggen; ik laat do daariu uitgedrukte oordeelvellingen voor uwe rekening. Doch zoo gij den lieer Hoekstra niet verder wilt lastig vallen, omdat gij te Teel achting voor zijn persoon hebt, acht ik mij verpligt u iets mede te deelen, dat uw oordeel over den Burgemeester-Voorzitter wel wal Toorbarig zal doen voorkomen; insgelijks, omdat ik Ie Teel achting voor zijn persoon heb, om nu te zwijgen. Dzl de heer de Méér den heer Hoekztra i n de raadsvergadering, niet van zijn gevoelen heeft willen terugbrengen, daarvoor heeft hij zeker zijne redenen gehad, ofschoon mij die niet bekend zijn; doch dat hij het wel had kunnen doen, dit heeft hij getoond door na die vergadering te zeggen, dat de letter der wet aan één lid van den raad niet het regt schonk om in liooger beroep te komen. Hiermede vervalt dus een grout gedeelte uwer bewe ring en dit zij genoeg om aan te toonen hoe ligt men dwalen kan. J. AVaarheid boven alles, en daarom mogt de redactie dit selirij- ven niet weigeren, vooral wegens den bezadigden toon, welke daarin heerscht. Hiermede acht zij echter die zaak afgehandeld en Ter- zoekt van veidere stukken over d't onderwerp verschoond Ie bljj- ven, dewijl ook zij te Teel achting voor hare lezers heeft, om hen zoo lang met eene en deselfde zaak bezig te houden. Red. Drukkerij van P. J. G. D1DER1CH.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1858 | | pagina 4