van AKERLAKEN.
J. te N. aan den Schrijver van bet ingezonden
stuk in 134 der Schager Courant.
ifcr ATWrnaarsche KiezersvereenigingYmiénilna im Koning.
Laat U niet misleiden. Zoo min door de nainen der per
sonen welke dta-aanbevaüng doensis door de namen
▼au hen :die aanlièvoleii wonlen. I«aten de hee.en Hhortmau
en van Akerlaken-de innrnitn U wer kwizc zijn en blijven;
het zijn wnkhera, -onafhankelijke en /*lfs|attdi;rc mannen
zij toonden flit bij iedere iUireëlieÜzij dienen geche
pai t ijjmnar liet vaderland jlzij zijn (tprei.de vborsttnidi rs
van onze tegenwoordige vrijzinnige instellingen het bijblad
van de Stnatscournnt is daar, om zulks, m> de meest
overtuigende wijze, aan te toonen.
In het district Hoorn voorzien wij weinig' Tegenkanting
tegen .*tu» lio^itgioeinilig Vairlite aftredend lid, den lirer
van •Akerlaken en toen roepen wij de kiezers in dat dis
trict toe: komt getrouw op (n tccnt door eenparig l we stem
aan den lieer van Akerlaken te geven, dat gij
zjjne verdhmstsn nis volksvcgtcgeruoonljger waardeerthoe
eenpiirigfr Jrij rwe stemman tfp /emivereenigt', dis te
meer zal lnj de overtuiging bezitten, dat de gedragslijn,
welke hij in de kamer volgt, Uwe goedkeuring, wegdraagt.
In het district Alkmaar voorzien wij meerderen strijd;
dezelfde paftij, welko vroeger den Heer Poortman poogde te
wezen en daartoe den fleer Sckimmelpenningek tegen hein
over steldeis niet werkeloos: wij hebben i lijmers in de
dagbladen de aanbeveling gezien eerst van (\en lieer Gever?
van Kink-geesten, toeji deje vonr dp kandidatuur bedankte,
var* flen ridder Vnu'Rnpphrd.'W^j vrillen dezen heer of zijne
politieke gezindheid niet aanvallen, maar op zijn zachtst
gesprokenweten wij geene enkele reden, waarom de Heer
Poortman voor drn aanheVolén ridder van Rappard zoude
moeten w ijken: loeli voorzien w ij. dat het niet aan aanbevelin
gen van den nieuwen kandidaat ontbreken zalin navolging
der pit Alkmaar uitgegane aanbeveling vui dui riiUlereu.
om hen welke die aanbeveling ondertcekendrn, te béliev'en,
zal lief niet aai) burgemeesters en andirc beambten ontbre
ken om die aanbeveling op veelvuldige wijze te herhalen.
Ijaat n niet opniefiw inistfiiten kiezers 7.K0 .tls 'gij TPiiinaal
hebt gedaan, toen in het district Alkmaarde iiieerdirheid
verkregen werd door Jhr. Mr. C. van Fqrecst. Die benoe
minglet op de woorden door dezen heer in de kanier
gesproken eu op de door hem uitgebragte stemmen strekt
liet district Alkmaar niet tot eer. Gedraagt u ditmaal fer
mer en weest beter op uwe hoedewanneer gij den Heer
Poortman stemthebt gij uwe stem waatdig uitgebragt en
niet weggeworpen, eu bij getrouwe opkomstvalt er wei
nig aan te twijfelen, of aan dieu lieer zal op nieuw de eer
der benoeming te beurt vallen waardoor op nieuw een te
genhanger zal geleverd zijn tegen de vroegere benoeming
van Jhr. Mr. C. van Foreestde laatste zal, daarenboven,
daarnit kunneu afleiden dat zijne herbenoeming bij eveu-
tueele aftreding, wel kans heeft 0111 schipbreuk te lijden en
besluit misschien om zich dan niet weder verkiesbaar te stel
len: de grootste dienst, welke bij in.nr ons bescheiden in
zien aan het vaderland kan bewijzen.
Nog eens Kiezers wie gij ook zijt brengt allen uwe
stem uit. Kiezers in het district. Alkmaar stemt op nieuw
en eenparig Mr. K. A. POORTMAN kie zers in het
distric t Hoorn, stemt op nieuw en eenparig Jhr. Mr. D.
Tot mijne niet geringe verwondering is mij uit den inge
zonden brief van N». 34 geblekendat mijn gesprek van
ecu Kebt-liberal met een eenvoudig man opgenomen in
«J» 33 der Schagcr Courantaanleiding tot ergernis heeft
gegeven. Dat had ik wel het minst kunnen denken. Wij zullen
echter de redenen van wat nader bij beschouwen om
om te zien, in hoe verre zij eenigeu grond hebben.
Vooreerst wordt bet stuk personeel genoemd. De redactie
heeft reeds met een paar woorden aangetoond, hoe onge
grond die bewering is. Ik wil er nog slechts dit bijvoegen.
Indien de inzender het stuk personeel noeint, dan moet
hem iemand bekend zijn, waarop het toepasselijk is. Indien
dat het geval is, moetik mij zei ven toejuichen over het
gewagmaktn van een gerucht, dat nu schijn van zekerheid
begint te verkrijgen. Immers indien werkelijk zoo iemand be
staat ware bij waardig nog duidelijker te worden aange
wezen. Maar waarom keurt de inzender het. dan af? Is hem
daarentegen niemand bekend waarop het gezegde toepasse
lijk is, hoe komt hijdan op het denkbeeld van personaliteit
Maar eene nog grootere tegenstrijdigheid vertoont zich
als wij het vervn'g lezen. De inzender wildatals er ge-
brekenLf taandie dan moeten worden aangewezen. Ei
lievj#<foe zal dat gedaan worden zonder personeel te zijn
^anneer slechts in de verte een misbruik wordt, genoemd,
waarvan het gerucht spreekt, dan is het reeds personeel; wat
zon fik' M wel zijn wanneer bepaalde fcitcd wierdeft
opgenoemd die slechts aan bepaalde personen kunnen doen
donken? Dat is mwij^Hjk te begrijpen-
üf i* liet'som/cenë ?oort van uitdaging, zoo al.- kinde
ren tof eikander zeggen"gij durft niet." Ppn antwoord ik
enkel dat ik niet heb 'geschrevenom iemand te believen,
of om te ittcn maar omdat ik liet nuttig oordeelde; en het
hit ecu ook In liet- laatste ze val nogmaals zul doen-; maar
niet op de aanmaning van dezen of genen. Mogt echter de
inzender zich wensclien te overtuigen, of ik dat zou kunnen
doendat hij zich inet dat verlangen tot de redactie wende,
welke hem wel in de gelegenheid zal stellen, nader met den
schrijver in aanraking te komen.
Verder wordt liet gesprek genoemd ongepast, omdat er
geene sprake is van ccue verkiezing. liet blijkt duidelijk,
dat de inzender de strekking van liet stuk niet heeft be
grepen. Tot zijn narigt dicne, dat het doel niet wast op
eenigc verkiezing te werken, en evenmin om liet gemeénte-
besruur of de arinenbedecliug bepaald te gispen, maar en
kel, om sommige zooge naamde echt-liberalen beter te leeren
kennenwelke liberaal zijn uit eigenbelang, en waar liet
voordei lig kan zijn, evcijgpecl conservatief zonden worden
daar zij noch het een noch het ander zijn, ja welligt niet
eens weten wat het is. Die kennis kan, naar mijn oordeel,
wel eens nuttig zijn;is het niet. nu dan welligt in de toe
komst. j/
Hard is het vonnis, (lat ïle inzender velt over de brochu
res en dagblad artikelen. De censuur in Frankrijk is vrij ge
streng; doch naar zijn oordeel zou deze welligt nog te vrijge-
vigzijn. Wij ztjtt 'éëlttë'r 111 'Nederland, waar het nóg "niet
verboden is, voor zijn gevoelen uit te kinnen, en waar zelfs
groote mannen, leden der kamers ministers enz. dat middel,
oiil hnune ge.voelen? aan het publiek bekend te makenniet
beneden zich achten. Een regtschapen man vraagt niet:
"waar staat liet maar "is het waarheid?" En in dit geval
draagt het zijne goedkeuring weg, ook a! staat het in cene bro-
'Chnreof een Weekblad, ja zelfs al stond tat in den almanak.
Doch ik ineen nog verder te mogen gaar.. Ik beschouw
het als tot dè roeping van een degelijk blad te belmoren liet
goede te bevorderen eu kwade tegen te gaan. E11 hoe kan dat
beter geschieden dan door op kiesche wijze de misbruiken
aai. te wijzen, opdat zij kunnen worden voorgekomen, door
hen, die daartoe de magt hebben? Of is liet beter op alles te
zwijgen Maar laat men dan den egoïst, den intrigant, deu
listigeu bedrieger niet geheel vrij in zijne geheime hande
lingen Zal dan de eenvoudige burger, de eerlijke hand
werksman niet nog meer het slagtoffer worden dan thans
soms het geval is? Ja hetware te wenschcn dat een
dergelijk middel niet behoelde te worden aangewend, doch
waar andere middelen niet haten, is het. tocdi beter tot dit
zijne tcevlugt te nerre~, dan door een bestendig zwijgen
het kwade in de haud te werken.
Het zou iiitusschen niet te verwonderen zijn, dat men mij
als aanmatigend beschouwt, dewijl ik die taak heb op mij
genomen, en dit. niet liever aan anderen overlaat, die daartoe
welligt beter geschikt zijn. Maar wanneer dezen liet 1111 niet
doen, lueft dan niet ieder burger het regtom misbruiken
te gispen, die voor zijne woonplaats nadeciig kunnen zijn
Ik wii slechts één voorbeeld aanhalen. Stillen wij ons een
haveloos gezin voorwaarop niet behoorlijk toezigt wordt
gebonden kan het nadeel daarvan door onvoorzigtiglieid
met vuur ais anderszins of door onzindelijkheid en daaruit
voort: loeijende ziekten, met een aantal ingezetenen treffen
Docli genoeg hiervan.
Kortom, degeheale brief van den Inzender geeft de duide
lijkste bewijzen, dat hij de openbaarheid niet bemint, dewijl,
zoo als hij zegt; vdeze verbittering maar geene vtrbetering
teweeg brengt," Dat dit bij sommigen kan plaats hebben, ge
loof ik gaarne; maar dat men dan dezulken nog regtschapen
mannen zou kunnen noemen, geloof ik niet; en zijn zij dat
nietdan zie ik niet in, welk ander middel ter hunner verbe-
tiri.ig zou kunnen worden aangewend. I11 allen gevalle kun
nen toch anderen daaruit leeren, zich voor de rgelijke prak
tijken te wachten. In dit op/igt ben ik dus niet met den
Inzender van hetzelfde gevoelen. Aangenaam is het mij in-
tusseheu, dat hij slechts daarom, de openbaarheid afkeurt;
want hij toont daardoor duidelijk, dat hij althans niet be
hoort tot dezulken, die in het algemeen en altijd de. open
baarheid afkeuren, 0111 daardoor meer vrijheid van handelen
te hebben, want hij zal mij wel willen toestemmen, dat die
vrijheid voot menigeen een gevaarlijk lokaas kan worden.
M ij mogen dus in denkwijze van elkander verschillen ik
meen mij echter overtuigd te mogen houden, dat hij even
zeer als ik alle misbruiken, welke ten nadeclc van het alge
meen zijn kunnen, afkeurt, eu zou wensclien te doen ver
dwijnen, eu als zoodanig eindig ik met hem van mijne
hoogachting te verzekeren. J. te N.